• No results found

3.1 ■ ■ Voltijds en deeltijds werkenden

In document Moeder, wanneer werken wij? (pagina 141-147)

De deeltijds werkenden zijn over de ganse werkdag proportioneel minder sterk vertegenwoor-digd dan de voltijds werkenden (figuur 7.7). In de voormiddag is, op het piekmoment, slechts 1 op 2 deeltijds werkenden aan de slag. ‘s Namiddags is de opkomst van de deeltijds werkenden nog lager.

Tabel 7.14

Aanvangs- en eindtijden van dagtaak naar voltijds/deeltijds, op weekdagen (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

Alle werkenden Deeltijds Voltijds

Aanvang dagtaak (35,5%) 7u50 8u20 7u40-7u50

Einde dagtaak (35,5%) 17u00 15u30 17u10-17u20

Figuur 7.7

Ritme van arbeid naar voltijds/deeltijds, op weekdagen (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

Tabel 7.15

Piekmomenten en proporties i.v.m. arbeid naar voltijds/deeltijds, op weekdagen (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

Deeltijds Voltijds

Arbeid Piekmoment voormiddag 9u40 11u10

% dat werkt op piekmoment 51,63% 76,04%

Piekmoment namiddag 14u30 14u50

% dat werkt op piekmoment 38,93% 72,39%

Tabel 7.16

Piekmomenten en proporties i.v.m. verplaatsing naar het werk naar voltijds/deeltijds, op weekdagen (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

Deeltijds Voltijds

Onderweg naar job Piekmoment ‘s morgens 7u40 7u40

% dat onderweg is op piektijd 8,93% 15,62%

Piekmoment ‘s avonds 17u00 17u00

% dat onderweg is op piektijd 8,7% 12,35%

De parameters uit tabel 7.14 bevestigen wat de grafiek visueel duidelijk maakt. Indien we een gemiddelde nemen van alle deeltijds werkenden, zien we dat zij later starten met hun job,

om-HET COLLECTIEVE RITME VAN DE ARBEID

0:00 1:00 2:00 3:00 4:00 5:00 6:00 7:00 8:00 9:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 deeltijds voltijds

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

streeks 8u20’, en veel vroeger stoppen, rond 15u30’, dan de voltijdsen. Bij voltijdsen start de dag-taak tussen 7u40’ en 7u50’ en ze stoppen met werken rond 17u10’. Het ritme van de deeltijds werkenden loopt echter volledig parallel met dat van de voltijdsen, wat duidelijk aangeeft dat deeltijds werk niet gepaard gaat met atypische werktijden.

Voorgaande resultaten gelden voor de gemiddelde werkdag. Het is echter de vraag of er voor de deeltijdsen wel zoiets bestaat als ‘de gemiddelde werkdag’. Werken zij op alle dagen ongeveer even lang of zijn er dagen dat er meer of minder wordt gewerkt? En zien we hier verschillen met het arbeidspatroon van de voltijds werkenden? Indien we beide ritmegrafieken voor de verschil-lende weekdagen van voltijdsen en deeltijdsen vergelijken (figuur 7.8 & 7.9), valt het direct op dat de voltijds werkenden een veel geregelder arbeidspatroon kennen dan de deeltijds werken-den. De aanvangs- en eindtijden, alsook de proportie werkenden verschillen nauwelijks op de diverse weekdagen, met uitzondering van vrijdagnamiddag. De voltijds werkenden stoppen die dag wat vroeger om het weekend te kunnen starten. Anders is het gesteld met de deeltijds wer-kenden. Zij werken wekelijks een aantal uren of dagen minder en stappen dus af van het klassieke tijdspatroon van een ‘fulltime’ job.

Figuur 7.8

Ritme van arbeid voor de voltijds werkenden, op weekdagen (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

0:00 1:00 2:00 3:00 4:00 5:00 6:00 7:00 8:00 9:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00

maandag dinsdag woensdag

donderdag vrijdag

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Figuur 7.9

Ritme van arbeid voor de deeltijds werkenden, op weekdagen (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

De aanvangstijden van de job wijken op de verschillende weekdagen nauwelijks van elkaar af, maar niet alle weekdagen zijn even populair om te werken bij de deeltijdsen. Op donderdag-voormiddag zijn de meeste deeltijdsen aan het werk, op het piekmoment van die dag is 60% van hen aan de slag. Vrijdagvoormiddag is er slechts 45% van de deeltijdsen aan het werk. Dat deel-tijdse arbeid een manier is voor vrouwen om arbeid en gezin te combineren blijkt evengoed uit de grafiek. Woensdagnamiddag wordt er door zeer weinig deeltijds werkenden gewerkt, op dat moment dienen ze immers beschikbaar te zijn om de kinderen op te vangen. Ook vrijdagnamid-dag wordt er proportioneel minder gewerkt. Deeltijds arbeidende personen werken dus gevoelig minder op woensdag (schoolvrije namiddag) en vrijdag (poetsdag).

Uit de grafiek met de verplaatsingstijden van de twee groepen blijkt dat er zowel ‘s morgens als

‘s avonds meer personen onderweg zijn die voltijds werken (figuur 7.10). Dit is niet zo verwon-derlijk daar we in voorgaande grafieken reeds zagen dat de voltijds werkenden sowieso meer werken op die tijdstippen. Beide groepen kennen een piekmoment op identieke tijdstippen, om 7u40’ en 17u zijn blijkbaar de meeste mensen onderweg. De ritmegrafiek suggereert dat de deel-tijdsen zowel ‘s morgens als ‘s avonds minder lang onderweg zijn. Dit wijst erop dat de deeltijds werkenden gemiddeld dichter bij huis werken dan de voltijdsen. Dit wordt bevestigd door de enquêteresultaten (zie tabel 7.17). Deeltijds werkenden zijn oververtegenwoordigd en voltijds

HET COLLECTIEVE RITME VAN DE ARBEID

0:00 1:00 2:00 3:00 4:00 5:00 6:00 7:00 8:00 9:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00

maandag dinsdag woensdag

donderdag vrijdag

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

werkenden zijn ondervertegenwoordigd in reistijden van minder dan 20 minuten. De gemiddel-de reistijd voor een voltijdse werknemer is 25 minuten tegenover 20 minuten voor een gemiddel-deeltijdse werknemer. De gemiddelde woon-werkafstand voor beide groepen is respectievelijk 18 en 12 ki-lometer. Eveneens opvallend is het feit dat de deeltijds werkenden zich ‘s middags meer van en naar het werk verplaatsen. Wellicht is dit een gevolg van het feit dat een aantal personen enkel in de voormiddag of in de namiddag werkt en hierdoor genoodzaakt is om zich tijdens de middag te verplaatsen.

Figuur 7.10

Ritme van woon-werk verkeer naar deeltijds/voltijds (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

Tabel 7.17

Verplaatsingsgedrag naar voltijds en deeltijds werkenden voor een enkele reis naar hun job (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

t/m 10 min.* t/m 20 min.* t/m 45 min.* Meer dan 45 min.*

Gemiddelde reistijd*

Gemiddeld aantal km*

Voltijds 33,3% 26,3% 26,3% 14,2% 0:25 18

Deeltijds 43,1% 30,6% 18,1% 8,1% 0:20 12

* p < 0,05

0:00 1:00 2:00 3:00 4:00 5:00 6:00 7:00 8:00 9:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 deeltijds voltijds

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18

doen ... en omwille van de zorg voor de kinderen. In de figuren 7.11 en 7.12 worden de cumula-tieve percentages weergegeven voor arbeid, huishoudelijk werk en verzorging en opvoeding van de kinderen, opgesplitst voor voltijds en deeltijds werkende vrouwen. Uit deze grafieken blijkt duidelijk dat deeltijds werkenden even actief zijn als voltijds werkenden tijdens een gemid-delde werkdag. Het ritme van de totale werklast loopt opvallend parallel. In de voormiddag wordt door beide groepen ongeveer evenveel gewerkt, in de namiddag is het werk van de vol-tijdsen iets meer geconcentreerd. Bij deelvol-tijdsen is de curve meer afgeplat en uitgerokken; net als bij de werkenden met een hoge werklast wordt de avond voor een deel ingepalmd door arbeids-taken. De deeltijds werkenden kennen echter duidelijk een andere invulling van hun werkdag.

Naast de loonarbeid die ze verrichten, steken ze overdag, maar ook ‘s avonds veel tijd in huis-houdelijke activiteiten. Daarenboven nemen ze ‘s morgens en ‘s avonds tijd om met de opvoe-ding en verzorging van de kinderen bezig te zijn. Bij de voltijds werkenden is het aandeel van huishoudelijk werk en kinderzorg aanzienlijk minder, ‘s avonds wordt er wel nog wat tijd voor-zien voor deze activiteiten. Het peil blijft echter beduidend lager dan bij de deeltijds werkenden.

Daar waar vroeger de huisvrouw een bufferfunctie vervulde in het huishouden (cfr. Elchardus, 1996), wordt die vandaag grotendeels overgenomen door de deeltijds werkenden. Deeltijds werk is duidelijk een strategie om arbeid, kinderzorg en de zorg voor het huishouden met elkaar te combineren.

Figuur 7.11

Deeltijds werkende vrouwen naar betaalde beroepsarbeid, huishoudelijk werk en kinderzorg, op weekdagen (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

HET COLLECTIEVE RITME VAN DE ARBEID

0:00 1:00 2:00 3:00 4:00 5:00 6:00 7:00 8:00 9:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 0

Figuur 7.12

Voltijds werkende vrouwen naar betaalde beroepsarbeid, huishoudelijk werk en kinderzorg, op weekdagen (18 tot 64 jarigen) – TOR’99

In document Moeder, wanneer werken wij? (pagina 141-147)