• No results found

Vlaamsche Schoolgids

In document De Vlaamsche Gids. Jaargang 25 · dbnl (pagina 92-100)

Van het vroeger aangekondigde maandblad voor Opvoeding en Onderwijs, onder algemeene leiding van L. Slock (‘De Sikkel’, Antwerpen, fr. 50 per jaargang), is het eerste nummer thans van de pers.

In het woord ter inleiding lezen we het volgende:

‘De Vlaamsche leerkracht is er zich ten volle van bewust, dat er geen verrijking van cultuurwaarden, geen verruiming van economische bedrijvigheid, geen vorming van flinke karakters mogelijk is. zonder een degelijke opvoeding van onze kinderen’ en hierbij deze leerkracht te rade zijn is het doel van dit maandblad.

Dadelijk heeft het de practische richting ingeslagen; dit moge blijken uit den inhoud, waarin we vooreerst aantreffen: ‘Over waarnemen en

waarnemingsoefeningen’ van de hand van L. Slock. Het behandelde onderwerp staat in het brandpunt van de belangstelling, ten gevolge van het nieuwe leerplan voor de Lagere School. Behoeft het gezegd dat de psychologie van het waarnemen hier met een buitengewone autoriteit behandeld wordt en dat het den lezer er zal van

overtuigen, dat de ‘actieve’ (?) waarneming van het nieuwe leerplan niet zoo 'n eenvoudige zaak is als men het wil laten gelooven?

Fons Van Hoof handelt uitvoerig over ‘De Opvoeding en het Milieu’ en P. Melis geeft een eerste artikel over ‘De Zandtafel’, beide actueele onderwerpen. Verder vermelden we: ‘Historische Waarneming in de Kempen’, door Renaat Merecy; ‘Een Schooluitstapje naar de Oostkunst van ons Land’, door G. Ducazu; ‘Een Tafel en een Stoel in Bristol’, door Joris Bollen. Tot slot geeft L. Slock zijn eerste indrukken over het nieuwe leerplan, die, objectief zijnde, het onomstootbaar bewijs geven, dat er ‘something rotten’ is met dat nieuwe leerplan. Een los bijvoegsel van P. Melis is gewijd aan de weerkundige waarnemingen en geeft een tabel voor de maand November, dagelijks in te vullen door de leerlingen naar hun eigen waarnemingen.

De materieele verzorging van dit eerste nummer strekt de uitgeverij ‘De Sikkel’ onvoorwaardelijk tot eer. Laat het onderwijzend personeel door zijn belangstelling bewijzen dat er werkelijk behoefte was aan een degelijk maandblad voor opvoeding en onderwijs.

P.M.

Boekbeschouwing

George Macaulay Trevelyan. - Geschichte Englands. 2 deelen. Verlag R. Oldenbourg. München. 900 blz. Ing. 15 M.; geb. 17,50 M. (36 kaarten).

Dit schitterend werk van Professor G. Macaulay Trevelyan van de Hoogeschool van Cambridge plaatst zich torenhoog boven het peil van hetgeen de vorige generatie ons op dit gebied geschonken had. Al wie eenigszins het belang der wetenschappelijke geschiedenis beseft, zal de beteekenis van deze boeken weten te schatten en den geleerden schrijver oprecht dankbaar zijn voor zijn onvermoeiden en hoog-ernstigen arbeid. Wie een hoofdstuk leest, waarmede hij meer vertrouwd is, zal erkennen de nauwgezetheid, waarmede de auteur de laatste literatuur en de nieuwste inzichten heeft doorgemaakt en benut, de onbevooroordeeldheid en vooral de helderheid van de uiteenzetting, haar levendigheid en het spannende van het geheel. De groote persoonlijkheden, evenals de politieke en krijgskundige, economische en technische, godsdienstige en letterkundige ontwikkeling van het Britsche Rijk, voor ons nog steeds de leider van onze wereld, worden volkomen belicht. In onzen totalitairen tijd spreekt het van zelf, dat het voornaamste bestanddeel der wereldgeschiedenis voortdurend met de nationale stof verweven werd, wat voorzeker van aard is om de objectiviteit van zulke heerlijke productie te louteren. De schoone overleveringen van de Engelsche historiografie getrouw, heeft Macaulay Trevelyan ook een open blik voor de onvermijdelijke zwakheden van zijn volk en schuwt zich niet, waar dit noodig bleek, gegronde critiek uit te oefenen, waarvoor hulde dient gebracht aan zijn eerlijk gemoed.

A.G. Macdonell. - Napoleon und seine Marschälle. Verlag E.P. Tal & Co. Weenen. 320 blz. 28 afbeeldingen; ing. M. 4,80; geb. M. 6,80. Vertaling van H.E. Herlitschka.

Dit is het epos der 26 Napoleontische veldheeren, zijn Maarschalken; het heerlijke verhaal van hun daden en van hun vaak zoo tragisch lot. Deze beroemde zonen van beenhouwers, molenaars, metselaars, boeren, leerlooiers, zeepzieders, herbergiers, kuipers, soldaten, brouwers, aristocraten, advocaten... droegen hun naam naar de vier hoeken der wereld; zij werden koningen, gezanten, landvoogden, diplomaten, prinsen, hertogen. Zij kunnen niet van hun keizer gescheiden en deze niet van hen. Vol kleur, kracht en leven, staan zij weer voor ons: Kellermann, Lefèbvre, Augereau, Bernadotte, Berthier, Bessières, Sérurier, Brune, Pérignon, Davout, Jourdan, Lannes, Masséna, Moncey, Mortier, Murat, Ney, Soult, Victor, Macdonald, Marmont, Oudinot, Suchet, St. Cyr, Poniatowski, Grouchy. De veroveraars van Madrid, Lissabon, Rome, Milaan, Turijn, Venetië, Napels, Bern, Antwerpen, Amsterdam, Munchen, Berlijn, Dresden, Weenen, Warschau, Kaïro, Jeruzalem, Moscou... En toch hoe weinig getrouwen onder hen, hoeveel Judassen! Acht stierven een gewelddadigen dood: drie vielen op het slagveld (Bessières, Lannes, Poniatowski); éen pleegde zelfmoord (Berthier);

éen werd gelyncht (Brune) en twee gefusilleerd (Ney, Murat); éen (Mortier) vermorzeld door een bom, voor Louis-Philippe bestemd.

Macdonell is een psycholoog van verbazingwekkend gehalte; hij baande zich in zijn wrang, diep ontroerend werk een toegangsweg tot de levende, ongekunstelde zielswerkelijkheid.

H.L. van Oordt. - Napoleon III en Bismarck. N.V. Stemerding & Co. Rotterdam. 160 blz.; 1,25 gulden.

Anna P. van Oordt, de dochter van Generaal H.L. van Oordt (1857-1935),

karakteriseert zijn werk op uitstekende wijze in haar Voorrede, waar het o.m. heet: ‘Dit boek is vooral ontstaan uit een groote vereering voor den persoon van Napoleon III. Deze in ons land meestal zeer onvoldoende begrepen figuur wil dit geschrift in een ander licht stellen; tevens geeft de schrijver een algemeen overzicht van de zeer gecompliceerde verhoudingen in Europa omstreeks het uitbreken van den

Fransch-Duitschen oorlog; waardoor men ook wederom de figuren die dit tijdperk beheerschten beter begrijpt.’

De auteur, uitnemend op de hoogte van de geschiedenis der vorige eeuw, was een eerlijk en moedig man. Wat hij zegde met groote objectiviteit, lijkt ons definitief. Hij gaf niet alleen de essentie van wat men bij de groote historici aantreft, maar zijn belezen en levende geest verstrekte ons nieuwe inzichten, met nog onvermoede perspectieven en parallelen, over den man, door Victor Cousin ‘L'Empereur de l'Europe’ genoemd.

Alfred Neumann. - Kaiserreich. Allert de Lange. Amsterdam. 610 blz.

Reeds in ‘Neuer Caesar’ gaf Alfred Neumann blijk de kenner bij uitstek te zijn van Napoleon III. De vooraanstaande verbannen Duitsche romancier, die tevens een ernstig historicus is, slaagt er in met meesterlijke hand het apogeum en de decadentie van den laatsten regeerenden Bonaparte, den ‘Keizer van Europa’, te schilderen. Met hem is Frankrijks rol als ‘peuple-chef’ uitgespeeld. In dit zoo menschelijke boek steunt de dichterlijke vorscher op diep inzicht in de geschiedkundige vraagstukken, die de periode 1850-1870 beheerschen, uitgebreide kennis van de feiten, realistischen en tegelijk idealistischen kijk op de hoofd- en bijfiguren (Napoleon, Eugénie, Loulou, Morny, Persigny, Rochefort, Virginia Castiglione, Cavour, Offenbach, Haussmann, Orsini, Walewski, Mac Mahon, Prins Plonplon, Garibaldi, Ollivier, Maximiliaan en Charlotte, Favre, Thiers, Gambetta, Pius IX, Prévost-Paradol, Bismarck, Wilhelm I, Mérimée, Rothschild, Benedetti, Drouyn de Lhuys, Rouher, Cavaignac, Ferry, Bourbaki).

In onzen tijd is zielkunde de belangrijkste, maar ook de moeilijkste van al de wetenschappen; welnu, Neumann is een groot, een subliem vorscher; dat wordt op elke van de meer dan zeshonderd bladzijden bewezen. En dit terwijl de academische zielkunde, opgevat in den geest van de experimenteele psychologie, geen resultaten

Mac Dougall.

R. Dartois d'Huart. - Maximilien d'Autriche, Empereur du Mexique. Voorwoord van Burggraaf Ch. Terlinden, hoogleeraar te Leuven. -L'Edition Universelle, Koninklijke straat, Brussel. 184 blz.; 15 fr.

Volgens ons inzicht werden de schoten, die te Queretaro het jonge leven van den Mexikaanschen keizer Max. van Oostenrijk afsneden, het sein van den ondergang van het Napoleontische rijk, waarvan de wereld van toen af de

definitieve wankelbaarheid begon in te zien. 1867 was het akelige voorspel van 1870. Op Queretaro volgde noodwendig Sedan. Het lot van den zoon van aartshertogin Sophie (en misschien van Reichstadt, het Adelaartje) is onafscheidelijk verbonden aan dit van zijn Pontius Pilatus, Napoleon III. Vandaar het onmiskenbare belang van de studie van het Mexikaansche avontuur, dat voorgoed de Fransche hegemonie zou breken en Groot-Brittanië aan de spits der naties brengen, terwijl het in Amerika de Vereenigde Staten aan de leiding hielp.

Na de menigvuldige auteurs die deze gevoelige periode beschreven, slaagt Mejuffer Dartois d'Huart er volkomen in ons een oorspronkelijk gaaf boek te schenken, historisch nauwgezet, en zielkundig juist; zij toont zich een karakteroloog van groot formaat en weet, dank zij haar literair talent, voortdurend te ontroeren, al houdt ze immer de strengste objectiviteit in eere.

Dr. JOZ. PEETERS.

Nieuwe Uitgaven.

Van de uitgeverij Steenlandt, Kortrijk:

BLANKA GYSELEN: Door roode Vuur, gedichten; 48 blz. Van den boekhandel Ludo, Boom:

LUDO VAN DE WIJGAERT: De purperen Vloek, sonnetten; 52 blz. Bespreking der gedichten later.

Van Nijgh en Van Ditmar. N.V., Rotterdam:

GERARD WALSCHAP: Een Mensen van goeden Wil; 348 blz.

ALBERT HELMAN: Aansluiting gemist; 263 blz. (in Marchant-spelling). Van Boucher, 's-Gravenhage:

Twee uitgaven van ‘De Karavaan’:

1. A. GERVAIS: Chineesche Idylle, roman, vertaald door N. BRUNT; 170 blz., met 12 illustraties; 15 frank.

2. H. TALBOT: Straatmadelieven, roman, vertaald door C.G. HARTELUST-'T HOEN; 248 blz., met 34 illustraties; 15 frank.

ALEXANDER POESJKIN: Schoppenvrouw; De Verhalen van Iwan Petrowitsj Bjelkin; Het Schot; De Sneeuwstorm; De Doodkistenmaker; De Stationhouder; Het Boerenfreuletje, vertaald door ALEIDA G. SCHOT; 374 blz., met een portret; 60 frank.

Van P.N. Van Kampen en Zoon, N.V., Amsterdam:

LUIS OLAVEAGA: La Capitana, roman van den Spaanschen burgeroorlog, geschreven door een ooggetuige, vertaald door SINDO LOPEZ en VICTOR VARANGOT; 264 blz.

Het 1e deel (Het vuur smeult) geeft een beeld van de ontwikkeling van de revolutie. Het 2e (In lichtelaaie) behandelt den ontbranden burgeroorlog. De hoofdpersoon is

Van J.B. Wolters' uitgevers-maatschappij, N.V., Groningen:

W.L.M.E. VAN LEEUWEN: Korte Schets van de Ontwikkeling der Nederlandse Letterkunde, met een schematisch en synchronistisch overzicht van de

wereldletterkunde, vermeldende tevens de voornaamste gebeurtenissen en grote figuren op het gebied van wijsbegeerte, religie, staatsleer, beeldende kunst, muziek, staatkundige geschiedenis en natuurwetenschappen; 3e bijgewerkte druk (in

Marchant-spelling); 290 + 40 blz.; f 2.50; geb. f 2.90.

Afzonderlijk verkrijgbaar: het schematisch synchronistisch overzicht, 3e druk; 40 blz.; f 0.75.

Van Van Gorcum en Co, Assen:

Feestbundel voor Dr. J.D. Bierens de Haan, ter gelegenheid van diens zeventigsten verjaardag (14 October 1936) aangeboden door een aantal geleerden die deels de figuur van Dr. Bierens de Haan hebben belicht, deels onderwerpen, aan zijn

wijsbegeerte verwant, hebben behandeld: H. Aalbers, Dr. D. Bartling, Dr. J.H. Carp, Dr. Jac. van Dael, Dr. T. Goedewaagen, Mej. E.C. Knappert, Dr. H. Oldervelt, Dr. Herman Wolf.

De bundel bevat ook een toespraak van prof. H.J. Pos, een antwoord van Dr. J.D. Bierens de Haan en een bibliographie van zijn werken; 210 blz., met 2 portretten en een facsimile; f 3.-; geb. f 3.90.

AB VISSER: Lenore, naar de ballade van Gottfried August Bürger, declamatiestuk in verzen; 11 blz.; f 0,30.

Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie, 3de jaar, nr 1, October 1936.

Daarin o.a. Een paar pamfletten van Kant (Prof. Dr. H.J. De Vleeschauwer) en Een nieuwe visie op de geschiedenis van Europa (Dr. T. Goedewaagen).

J.J. ZUIDEMA: Handleiding voor het Poppenkastspel. Inrichting en bewoners van de Oud-Hollandse Poppekast; 24 blz., met 25 illustraties; f 0.90.

Hier vindt ieder de aanwijzingen om met succes een poppekast samen te stellen. J.J. ZUIDEMA: Roodkapje. Poppespel in 3 bedrijven; 8 blz.; f 0.30.

Als poppen zijn noodig: Roodkapje, de moeder, de grootmoeder, de wolf en een houthakker.

Voor elke opvoering wordt de schriftelijke toestemming van de uitgevers vereischt. J. SONNEBORN: Leerwerk; 32 blz., met vele illustraties; f 0.35.

Een handleiding voor het bewerken van leder, met een aantal tekeningen van instrumenten, versieringen en enkele eenvoudige voorwerpen.

JO BOER en WILLY KUIN-HARTTORFF: Handwerkmodellen; 28 blz., met vele teekeningen; f 0.35.

Aardige, eenvoudige handwerkmodellen; op de linker bladzijden de plaatjes en rechts daarnaast de tekst.

E.M. VAN DIFFELEN: Nieuwe spelen; 20 blz.; f 0.35.

Een reeks spelletjes om binnenshuis of in de open lucht te worden uitgevoerd. Van het N.I.R., Brussel:

RENE GODEFROID: De Romantiek, vertaald door DENIJS DILLE; 40 blz., met veel illustraties; 2 fr.

Dit is het 2e deel van ‘De groote Meesters der Muziek’: Schumann, Schubert, Mendelssohn, Liszt, Franck, Brahms, Wagner, Strauss, Mahler, Faure, Debussy. Van de Sikkel, Kruishofstraat, 223, Antwerpen:

AUGUST CORBET: Het Muziekdrama in de XVIe en XVIIe eeuwen in Italië, gezien in het licht van H. Wölfflin's ‘Kunstgeschichtliche Grundbegriffe’, een bijdrage tot de theorie van het parallelisme in de kunst; 46 blz.

Van H. Van Tichelen, Antwerpen:

De kleine Vlaming, 19e jaar, November 1936.

In document De Vlaamsche Gids. Jaargang 25 · dbnl (pagina 92-100)