• No results found

Verschillende stromingen en hun kenmerken

Het fundamentalisme als algemeen verschijnsel

2.4.2 Verschillende stromingen en hun kenmerken

Het joods fundamentalisme verenigt verschillende stromingen in zich die ieder op eigen wijze hun inspiratie putten uit de bronnen van de joodse mystiek. Het vindt zijn voedingsbodem in angst voor genocide en een antisemitische catastrofe. De staat Israël speelt een grote rol (Ehrlich 2004: 51; en Den Besten 2003: 59-60). Het komt niet alleen voor in Israël, maar heeft een plaats in alle landen waar joden wonen. Het houdt een joods-orthodox geloof in dat gebaseerd is op Hebreeuwse studies van

orthodoxe joden (Talmoed en halacha-literatuur). Joodse fundamentalisten geloven dat deze bronnen absoluut geldig zijn en altijd zullen blijven (Sjahak & Mezvinsky 1999: 5).

Zoals al eerder gesteld, is een van de belangrijkste kenmerken van het joodse fundamentalisme het geloof in de bijzonderheid van het joodse volk. Het beschouwt zichzelf als een uniek volk en onderscheidt zich van alle andere volken, niet in cultu-rele, maar in kwantitatieve zin. Dit vormt inmiddels een van de centrale geloofspunten van de zionistische ideologie. Het was voor het zionisme onaanvaardbaar dat de joden over de hele wereld verspreid leefden. Alle joden moesten worden verenigd binnen één land waar zij een meerderheid konden vormen. Zo konden zij in staat worden gesteld om hun leven te normaliseren. Het zionisme is volgens sommige groeperingen hierin niet geslaagd: Israël is noch veilig, noch bereikt het vrede met zijn vijanden. Bij bestudering van het ontstaan van het joodse fundamentalisme is het dus noodzakelijk de veiligheidsproblematiek van de joden in Israël te betrekken. Vooral sinds 1967 (de tijd van de bezetting van de West Bank, de Golanhoogte en de Gaza-strook door Israël) heeft het idee postgevat dat Israël voor zijn veiligheid genoodzaakt is tot bezetting van de Arabische gebieden. Voor de meeste joodse fundamentalisten is het veroveren van deze gebieden een religieuze kwestie (Lustick 1993: 111).

Joodse fundamentalisten voeren de strijd tegen andersdenkenden via drie maat-schappelijke sectoren, namelijk onderwijs, parlementaire wetgeving en extraparlemen-taire protestacties, welke laatste soms tot gewelddadigheden leiden. De extreme Haredim-beweging bijvoorbeeld streeft naar de radicale verandering van Israël in een samenleving waarin de joodse waarden en principes totaal domineren. De Habad-beweging is zowel in Israël als in de Verenigde Staten actief. Deze groepering, die ook al, net als Gush Emunim (zie hieronder), uitgaat van een letterlijke interpretatie van de Heilige Schrift, heeft invloed op alle andere joodse media en benadrukt een apart element, namelijk ‘de wedergeboorte van joden’ in de nieuwe tijd. Beide zijn nieuwe bewegingen die fundamentalistisch genoemd moeten worden. Het orthodoxe joden-dom is in Israël joden-dominant en gelooft dat de Thora en de Talmoed onfeilbaar zijn en dat daarom alleen die geschriften de juiste basis vormen voor religieuze vieringen. In de praktijk betekent dit onder andere een strenge regulering van de viering van de sabbat, religieuze feesten en de dagelijkse eredienst; strikte handhaving van spijs-wetten; het vasthouden aan gebeden en riten in hun traditionele vorm; en de scheiding van mannen en vrouwen in de synagoge (Stangroom 2008: 75; en Kirschenbaum 1993: 183-191).

De verschillende vormen van joods fundamentalisme worden echter alle ge-kenmerkt door de volgende min of meer algemene eigenschappen: a) zij verwerpen omgang met de buitenwereld. Sommige leven in de VS in een gesloten kring met eigen sociale contacten en verzorgende diensten; b) zij hebben een exclusieve kijk op de waarheid, en erkennen alleen het jodendom als de enige goddelijke openbaring; c) zij verwerpen het pluralistische politieke systeem. Joodse fundamentalisten zijn met

andere woorden tegen een democratische orde waarin alle burgers gelijke rechten en voorzieningen hebben (Neusner 1992: 46).

De best georganiseerde joodse fundamentalistische stroming is Gush Emunim (‘het blok van gelovigen’), dat politiek actief is. Deze beweging is opgericht in 1974 en wordt met name vertegenwoordigd door de Likoed-partij, de nationaal-religieuze partij, Moledet en Tzomet. Gush Emunim werd in het leven geroepen toen het traditioneel zionisme niet meer in staat werd geacht de nieuwe crisis in Israël het hoofd te bieden. Deze beweging heeft veel invloed in politieke kringen, vooral in de Knesset, al had Gush Emunim aanvankelijk geen ambities tot vorming van een politieke partij. Gush Emumim benadrukt het ‘unieke’ karakter van het volk van Israël. Niet-joden hebben volgens de aanhangers van deze groep geen enkel recht om deel uit te maken van het uitverkoren volk in het beloofde land. Het is hun plicht het land te sturen tot de komst van de Messias, die, zoals zij geloven, spoedig zal terugkeren. Dit is ook de mening van de Haredim. Daarom zien ze zichzelf als nog steeds in de ballingschap (Ruthven 2006: 38-40). Deze stroming richt zich dan ook tegen de niet-joden, met name tegen de Palestijnen (Ruthven 2006: 11; Den Besten 2003: 64; en Liebman 1993: 69-70).

Het joods fundamentalisme van de Haredim kent een meer speciale rol en plaats toe aan joden; bij het vormen van de staat Israël ging het volgens hen niet om het normaliseren van het leven van joden, maar was het een goddelijke plicht om joden naar het heilige beloofde land terug te brengen. Hier wordt het joodse volk dus geplaatst boven andere naties en volken. God heeft de hemel en de aarde geschapen, zodat mannen de Thora kunnen bestuderen; alleen als het joodse volk zich van de wereld afzondert en de heilige wet dag en nacht bestudeert, voldoet het aan zijn roeping; als het hiermee stopt, wordt het universum onmiddellijk vernietigd (Den Besten 2003:64; en Lustick 1993: 111-112).

Een ander kenmerk van het Haredim-fundamentalisme is dat het de geschiedenis op een bijzondere manier benadert en begrijpt. Evenals andere fundamentalisten huldigen zij het standpunt dat God de waarheid in de loop der geschiedenis door historische gebeurtenissen aan mensen openbaart. De geschiedenis is in hun ogen de neerslag van Gods bedoeling om met mensen te communiceren en zo zijn boodschap, beloning of straf aan hen duidelijk te maken. Als gevolg hiervan worden genoemde feiten als Gods wil ervaren. Vanuit dit uitgangspunt benaderen zij met name de Holocaust, de Zesdaagse Oorlog (1967) en de Jom Kipoer-oorlog (1973). De Holo-caust zagen ze als de goddelijke manier om de terugkeer van joden naar het beloofde land te versnellen. De Zesdaagse Oorlog en de Jom Kipoer-oorlog worden geïnter-preteerd als de laatste stappen van God in de richting van het verlossingsproces. Joodse fundamentalisten geloven dat vrede met de Arabieren alleen mogelijk is als met de komst van de Messias het proces van verlossing van het land Israël zijn hoogtepunt bereikt. Alles representeert Gods wil, en het Israëlische volk neemt voor God de centrale plaats in de wereld in. Alle gebeurtenissen en veranderingen in het

vredes-proces in het Midden-Oosten zijn een ‘test’ voor het joodse volk. Zij accepteren geen tolerantie ten aanzien van anderen, geen universeel waardesysteem en geen liberale normen. Alleen de joodse waarden zijn legitieme levensprincipes. Het streven van sommige zionisten naar een seculiere staat wordt door hen afgewezen. Vernieuwing is verboden. Daarom worden ze de Haredim genoemd, ofwel ‘angstigen’ (zie Den Besten 2003: 62-63; en Lustick 1993: 114-115).

Ik wil in dit kader nog kort de Bnei Akiva-beweging noemen. Zij is de grootste fundamentalistische jeugdbeweging in dit land (en ter wereld). Bnei Akiva omvat een netwerk van verschillende organisaties, zowel paramilitaire groepen als religieuze organisaties en gemeenschappen van immigranten. De meeste leden zijn afkomstig uit de middenklasse. Gush Emunim brengt de meeste joodse fundamentalisten samen die het vredesproces in het Midden- Oosten – het zogenaamde Israëlische plan ‘land voor vrede’ – tegenwerken. Deze beweging geniet veel steun in de Israëlische samenleving. (zie Ramsey 2007: 306; Den Besten 2003: 64-67; en Lustick 1993: 111).

Behalve de reeds genoemde, zijn er nog verschillende joodse groeperingen te onderscheiden in de Israëlische samenleving, waaronder reformistische groepen, or-thodoxe joden, conservatieve of masoretische joden, de ultraoror-thodoxe beweging, joodse vernieuwers en het humanistisch jodendom. Wat betreft hun opvattingen verschillen zij maatschappelijk gezien naar hun mate van liberalisme, en vanuit hun theologische positie bezien verschillen ze naar hun mate van rigorositeit bij hun interpretatie van de joodse wet. Joodse fundamentalisten leggen de nadruk op het precies uitvoeren van het religieuze wetssysteem (halacha). Zij beschouwen dit systeem als totalitaire bron van leven, en hun Heilige Schrift als absoluut. Dit joodse fundamentalisme heeft tegenwoordig een nieuw kenmerk gekregen: het is in Israël een sociale beweging geworden en krijgt zelfs steun vanuit politieke kringen (Stangroom 2008: 75; en Ramsey 2007: 307-310). Het blijkt een alternatief voor de joodse traditie, die niet meer in staat is om de historische identiteit en de sociaal-culturele belangen van joden in de moderne tijd te verdedigen. Dit wil zeggen dat joodse fundamenta-listen, met name die in Israël, de seculiere neigingen van andere joden beschouwen als een bedreiging voor hun historische en religieuze identiteit. In dit opzicht is het seculiere zionisme de meest bedreigende ‘ander’ voor joodse fundamentalisten (Silberstein 1993: 13).

Een onderscheid dat binnen het joods fundamentalisme wordt gemaakt is dat tussen conservatief en revolutionair. Sommigen beschouwen Neturei Karta als conser-vatief en Gush Emunim als revolutionair. Aanhangers van beide stromingen worden betiteld als fundamentalistisch, omdat hun geloof berust op een ideaal religieus-politiek beeld dat of in het verleden bestond, of als streven voor de toekomst dient. Neturei Karta (letterlijk ‘de bewakers van de stad’) is in 1939 opgericht door studenten en docenten om de stad Jeruzalem tegen een eventuele Arabische bedreiging te verdedigen. Beide bewegingen verwijzen naar de joodse traditie die de religieuze aspecten van de joodse geschiedenis benadrukt. Op de volgende punten stemmen

deze twee stromingen overeen: a) de joodse natie is heilig; b) de Thora – als de bron van maatschappelijke wetten – is heilig; c) het historische lot van joden wordt bepaald door de specifieke relatie die bestaat tussen de joodse natie en God. Alleen het joodse volk heeft een dergelijke verhouding tot God. Een verschil tussen beide groeperingen is dat Neturei Karta de historische realiteit van joden definieert als a state of exile en traditioneel gedrag benadrukt, terwijl Gush Emunim het historische traditionele kader wil gebruiken om de joodse normen en waarden vooral in een politiek-religieuze sfeer op een radicale manier te doen herleven, hetgeen soms conflicten veroorzaakt. Neturei Karta is van mening dat de situatie na de Zesdaagse Oorlog in Israël is veranderd en dat de nieuwe historische context zich onderscheidt van de oude traditie. Sommige aspecten die in de huidige tijd onvoldoende gelegitimeerd zijn, moeten worden vervangen door nieuwe democratische aspecten. Een voorbeeld hiervan is het tolereren van moslims die willen bidden op de joodse Tempelberg (Ruthven 2006: 30).