• No results found

Toen, door verschillende omstandigheden, op de toestanden m de Vorstenlanden meer en meer de aandacht gevestigd werd en de

In document T E V E N S NIEUWE SERIE VAN HET (pagina 143-147)

on-ounstdge tegenstelling met het omringend Gouvernementsgebied steeds schrijnender aan den dag trad, mocht een hervorming met uit-blijven.

In den onhoudbaren toestand van de bevolking op de

landbouw-ondernemingen, zwaargebukt onder gedwongen, grootendeels

onbe-taalde diensten met karigen bijslag en krap berekende vergoedingen

voor het langer dan een jaar aanhouden van den grond, zoowel als

van die in de niet binnen de sfeer der landbouwnijverheid getrokken

streken welke zuchtte onder den druk van padjeg heffingen en

dien-136

sten, moest noodzakelijker wijze een afdoende verbetering worden gebracht. Allereerst moest een I n l a n d s e n gemeente-wezen in het leven geroepen worden, w a n t de regeering zag zeer juist in, dat voor een landbouwend volk een goedgeorganiseerde dorpsinrichting een eerste vereischte voor maa.tschappelijken vooruitgang v o r m t . I m m e r s dit k a n de organische grondslag zijn van het I n l a n d s c h b e s t u u r en heit maatschappelijk leven. Deze dorpsgemeenten n u , die overal elders op J a v a de basis der bestuursorganisatie vormen, ontbraken tot voor korten tijd in de Vorstenlanden. W e l moeten zij er oudtijds h e b b e n bestaan, zooals blijkt uit verscheiden r u d i m e n t e n in de volksinzettin-gen, wel w a r e n zij in enkele deelen v a n de Mangkoenegaran en v a n het Sultanaatsgebied, buiten de l a n d h u u r s t r e k e n nog aanwezig, m a a r h e t gewone Vorstenlandsche dorp was geen desa-gemeente, geen publiekrechtelijk lichaam, geen rechtspersoon, doch een huizencom-plex, welks bewoners zooveel meesters h a d d e n als er apanages waren, waartoe h u n n e gronden behoorden; de twee, drie, vier, vijf bekels waren elk voor h u n stuk gronds de ware gezagvoerders.

De hervorming, welke ongeveer in het jaar 1912 een aanvang n a m , heeft aan dezen toestand een einde gemaakt. M e n is onder den n a a m v a n kaloerahan of loerahschap, dorpsgemeenten gaan invoeren m e t een loerah als hoofd. Om dit t e k u n n e n doen, moest de grond voor het Zelfbestuur worden vrijgemaakt door de opheffing van het apanage bezit. I n de Mangkoenegaran kon de instelling van het desawezen reeds terstond plaats vinden daar de apanages daar reeds sedert 1870 zijn verdwenen. W a n n e e r de apanages zijn opgeheven, k o m t de grond volgens de heerschende opvatting als vrij domein in h a n d e n van den Vorst. D a a r n a worden desa's gevormd, aan welke m e n n u groote stukken van den vrijgekomen domeingrond schenkt, onder de verplichting een zeker gedeelte (doorgaans één vijfde) d a a r v a n af t e zonderen als ambtsveld voor het desabestuurs en andere doeleinden (bijv. pensioengronden voor de voormalige aan den dijk gezette bekels, gemeene weide, desapassers enz.) :) en h e t overige in vaste en, onder zekere voorwaarden, erfelijke aandeelen aan de daarvoor in aanmer-king komende desabewoners uit te geven. Door deze gewijzigde toe-standen k w a m ook de grondslag voor de landbouwcontracten te

ver-'•) Blijkens een ons gedane persoonlijke mededeeling, namen de hervor-mingen in het Djocjasche een aanvang in het district Sogan afdeeling Koeion Progo, regentschap Adikarta. Het district Sogan vormt de westelijke helft van dat regentschap. De tani's kregen hier den grond, nadat Va gedeelte ervan voor ambts- en pensioengronden gereserveerd was. Het gebied is Pakoe Alamsch. Het Sultanaatsgebied is reeds geheel hervormd. In het rijk van den Pakoe Alam heerscht alleen nog in het district Sewoe Galoer de oude toestand. In het Soenanaat kreeg de hervorming in de jaren 1914—1917 haar beslag.

vallen I m m e r s de apanagehouder, van wien gehuurd werd, is er m e t m e e r ; de I n l a n d s c h e bezitter is vrij m e t zijn grond te handelen zoo-als hij wil hij behoeft n i e t m e e r h e t t w e e vijfde gedeelte daarvan a a n den apanagehouder af t e s t a a n , noch ook diensten voor h e m te praesteeren. Vrije arbeid is n u het wachtwoord. D a a r o m moest ook het L a n d h u u r r e g l e m e n t v a n 1906 p l a a t s m a k e n voor een nieuw, d a t van 1918 (Ind. SM. 1918 No. 2 0 ) , ter onderscheiding van het voor-afgaande geheeten: Grondhuur reglement voor de r e s i d e n t e n Soera-k a r t a en DjoSoera-kjaSoera-karta. D a a r h e t een algemeene rechtsregel as, d a t ver-kregen r e c h t e n m o e t e n worden geëerbiedigd, blijft voor

ondernemin-aen, welker eigenaren dat wenschen, h e t l a n d h u u r r e g l e m e n t v a n 1906 op h u n n e contracten toegepast, t o t d a t deze zijn afgeloopen. Op zijn l a a t s t zal dit dus in den loop van h e t jaar 1947 zijn.

Aangezien eenerzijds de billijkheid gebood, dat aan de b e s t a a n d e ondernemingen de t o t dusverre, genoten feitelijke zekerheid t e n aanzien van de voortdurende beschikking over de voor h e t bedrijf b e -noodigde gronden niet zonder m e e r - zij h e t ook d a t de bestaande contracten onaangetast werden gelaten - zou mogen worden ont-n o m e ont-n ; aont-nderzijds h e t voor alle bij de hervormiont-ng betrokkeont-n par-tijen wenschelijk was, dat zoo spoedig mogelijk voor de ondernemin-gen in haar geheel en n i e t n a a r m a t e de bestaande contracten afloopen

(hetgeen natuurlijk op verschillende tijdstippen geschiedt), bij gesta-dig afbrokkelen v a n het areaal de nieuwe toestand in werking zou treden is aan die ondernemingen, welke op bepaalde wijze blijk geven van hare bereidwilligheid om tot de hervorming mede t e werken tijdelijk een bevoorrechte positie verleend. W a n n e e r zij aldus afstand willen doen v a n de rechten, die zij aan het oude l a n d h u u r r e g l e m e n t k u n n e n ontleenen erlangen zij de volgende tegemoetkomingen:

I e Zij krijgen voor den tijd van vijftig jaar het genot van h e t tegenwoordig p l a n t a r e a a l (d.w.z. hetzelfde arbeidsveld, hetzelfde ge-not daarvan en hetzelfde r e c h t op h e t irrigatiewater als zij h e t laatst tijdens den ouden t o e s t a n d gehad h e b b e n ) . D i t geschiedt d a n inge-volge eene beschikking van h e t Zelfbestuur, welke echter weer k a n worden ingetrokken, als de ondernemer niet binnen twee ]aren, n a d a t de som die hij moet betalen, opvorderbaar is geworden, deze geheel

heeft voldaan. l) .

2e. Gedurende de eerste vijf jaren zullen zij de beschikkmg

be-i) Om deze regeling mogelijk te maken, wordt dan in de Zelfbestuurs-verordeningen waarbij de schenking van den grond aan de desa s g e g e i d aan de betrokken Inlandsche gemeenten de verplichting; opgelegd, omjaarlijks ten hoogste het twee vijfde gedeelte van dien grond ter beschikkmg van het Zelfbestuur te stellen, hetwelk dit alsdan weer aan de onderneming uitlevert.

138

houden over den arbeid der Inlandsche bevolking, in dezelfde m a t e als zij die onder de oude regeling hadden. D a a r h e t apanage-wezen, waarop die gedwongen arbeid s t e u n d e , echter verdwenen is, moest m e n er w a t anders op vinden. Als voorwaarde v a n de grondschending wordt aan de I n l a n d s c h e bevolking dan voor den tijd van vijf jaren de Cultuurdienstplichtigheid ten behoeve van de onderneming opge-legd. H e t Vorstenlandsche Inlandsche b e s t u u r is verplicht zijn mede-werking te v e r l e e n e n ; terwijl de desa den plicht heeft de noodige werkkrachten tijdig ter beschikking te stellen. H e t loon hetwelk aan de Cultuurplichtigen moet worden betaald, wordt vastgesteld door den resident in overleg m e t het Zelfbestuur. Zijn de vijf jaren om, d a n m o e t de onderneming' verder m e t vrije arbeiders, evenals in het Gouvernementsgebied, werken.

D e zaak k o m t dus kortweg gezegd hierop n e e r : G a a n de landhuur-ders op deze omzetting (conversie) in, dan treedt voor h u n huurcon-t r a c huurcon-t in de plaahuurcon-ts de beschikking van h e huurcon-t Zelfbeshuurcon-tuur, waarbij dihuurcon-t aan de ondernemingen waarborgt h e t genot der bouwvelden en zich er voor aansprakelijk stelt, dat de desa's h u n n e verplichtingen n a k o m e n . M e n duidt deze beschikking aan m e t den n a a m concessie. Ook deze concessie, die we juridisch m o e t e n o p v a t t e n : of als een overeenkomst, dus als een persoonlijk recht, öf als een d a a d , v a n wetgeving, is bij Ind. Slbl. 1918 No. 21 verklaard een zakelijk recht te zijn, .natuurlijk ook hier weer om utiliteitsredenen, t.w. om den ondernemers de ge-legenheid t e geven hypotheken op h u n ondernemingen te vestigen.

H e t bezwaar ertegen is, d a t h e t begrip „zakelijk r e c h t " hierdoor ver buiten zijn natuurlijke grenzen wordt uitgebreid, waardoor op ander gebied wel eens moeilijkheden zullen k u n n e n o n t s t a a n .

W a n n e e r de ondernemers t o t de conversie overgaan, m o e t e n zij voor de gronden, welke afwisselend in gebruik zijn (gronden voor riet, t a b a k e n i n d i g o c u l t u u r ) , gedurende den overgangstijd een vergoeding, berekend per bouw, betalen. D e hoegrootheid dezer vergoeding wordt bepaald volgens door den Gouverneur-Generaal t e stellen regels, welke regeling a a n periodieke herziening om de tien jaar onderworpen is. Als basis voor de vaststelling e r v a n geldt de prijs, welken de I n l a n d s c h e grondbezitters voor h u n grond zouden k u n n e n bedingen bij deelbouw overeenkomstig h e t plaatselijk gebruik. De vergoeding m o e t worden gestort in de k a s van het Zelfbestuur. Zooals we zagen, is de desa verplicht den grond gratis ter beschikking van het Zelfbe-s t u u r t e Zelfbe-stellen (voorwaarde der gronduitgifte), alZelfbe-s tegemoetkoming w o r d t echter vrijstelling verleend van de "Vorstenlandsche l a n d r e n t e . B e t r e f t het echter gronden, die voortdurend in gebruik zijn (dit is h e t geval m e t gronden die beplant zijn m e t overjarige gewassen, zoo-als koffie, t h e e , cacao, rubber enz.) dan wordt op dezelfde wijze een vergoeding per bouw t e n bedrage van hoogstens f 10 betaald. Deze

gronden worden echter niet aan de desa's afgestaan, doch direct door

In document T E V E N S NIEUWE SERIE VAN HET (pagina 143-147)