• No results found

Enkele officieren werden reeds gedecoreerd met het Eidderkruis der Militaire Willemsorde op een leeftijd, waarop anderen nog op de

In document T E V E N S NIEUWE SERIE VAN HET (pagina 122-139)

studiebanken zaten.

^ Een officier, die al bij zijne benoeming het-vaste voornemen had om zich zoodra mogelijk te laten pensionneeren, kan soms volgens de regeling 1920 15 jaar na zijn aanstelling tot 2e luitenant en vóór de

intrede van zijn 40e levensjaar reeds aanspraak maken op een pen-sioen van f 3780 's jaars. Zijn hoogste traetement bedroeg dan slechts

\) Ren kolonel met 30 dienstjaren, die drie jaar in zijn rang dient (dat komt meermalen voor), zou volgens de civiele regeling aanspraak kunnen maken op een pensioen van f 9.450, hij krijgt echter slechts f 8.400. Men is blijkbaar geschrokken voor de consequenties van het stelsel of was be-vreesd het pensioen van den legercommandant te dicht te naderen.

f 700 's m a a n d s . E e n collega, die ernstige pogingen deed om hoofd-officier te worden, m a a r door een of andere ongelukkige omstandigheid n i e t slaagde en d a n n a 22 dienstjaren als officier h e t leger verliet, krijgt n i e t t e g e n s t a a n d e hij zeven jaar langer de s t e r r e n droeg en h e t t o t f 900 t r a c t e m e n t b r a c h t , n i e t s meer. D e een k o n zijn dienst doen zonder m e * en zich voorbereiden voor een burgerbetrekking, de andere gaf zijn geheele k u n n e n en k e n n e n aan den militairen dienst, keerde d a a r o m slechter toegerust in de burgermaatschappij t e r u g en d a a r o m is het n i e t juist gezien om voor denzelfden r a n g een uniform pensioen vast t e stellen.

Bij kleine wapens k a n h e t pensioen als overste reeds verdiend zijn n a 21 dienstjaren als officier. Heb hoogste i n k o m e n bedroeg dan f 1000, dus slechts f 100 m e e r dan dat van den kapitein, die onfor-tuinlijk diende en misschien vele jaren t e velde w a s ; toch b e d r a a g t h e t pensioenverschil f 2520 per jaar of f 210 per m a a n d . W a n n e e r i e m a n d op zijn 43e jaar een lijfrente wil koopen, zoodat hij recht krijgt op een dadelijk ingaande levenslange jaarlijksche uitkeering van r u i m f 2500, m o e t hij al gauw een halve t o n storten, dat bedrag heeft de overste, die nog een jaar korter in dienst was en wellicht nooit een expeditie m e d e m a a k t e , m e e r verdiend dan de kapitein. Vermoedelijk hebben de bewerkers van de militaire pensioenvoorstellen 1920 de zaak niet v a n dien k a n t bekeken en t o c h gelooven we, dat op onze redeneering niet zoo bijzonder valt af t e dingen.

Zooals uit de Memorie v a n Antwoord op h e t Afdeelingsverslag van den Volksraad over de I e aanvullingsbegrooting voor h e t dienstjaar 1920 blijkt ' ) , werd h e t niet gewenscbt geacht de militaire pensioenen voor elk jaar, dat langer dan 20 jaar werd gediend, te verhoogen t o t een m a x i m u m v a n 1 0/2 0.

„ S e d e r t het m i d d e n der vorige e e u w " — lezen we t . a . p . — „ i s dit denkbeeld herhaaldelijk overwogen, doch steeds verworpen, om-d a t om-de Begeering om-daarom-door wel niet theoretisch, m a a r toch in om-de practijk zeer b e l e m m e r d zou worden om den officier, die m e e r d a n 40 dienstjaren (20 werkelijke jaren) k a n doen gelden, u i t h e t leger t e ontslaan, ook wanneer hij d a t niet vraagt. I n het belang van den dienst en v a n den ongestoorden gang v a n de bevordering werd h e t steeds noodig g e a c h t2) , dat h e t recht zoo vrij mogelijk worde toep a s t en d a t der Eegeering zelfs geen moreele hindertoepalen worden ge-steld, als h e t er op aan k o m t den officier, die r e c h t op pensioen heeft

i) Tweede gewone zitting van den Volksraad in 1919. Onderwerp 3, stukken lOo en 16a, paragraaf 6.

"-) Wanneer men steeds de oude antecedenten te voorschijn haalt, zal ae zaak nooit eens van een nieuw standpunt bekeken worden.

m

verworven door langdurigen dienst, uit het leger te verwijderen (!) 1) , wanneer hij niet m e e r voor bevordering in aanmerking k a n komen.

„ H e t kan — om veroudering v a n h e t officierskorps en de daaraan verbonden ernstige' nadeelen t e voorkomen — zelfs noodzakelijk zijn om een officier, die ongeschikt wordt geacht voor den hoogeren rang en recht op pensioen kan doen gelden, uit den militairen dienst te ontslaan, voordat hij in bevordering zou moeten worden voorbij-g e voorbij-g a a n . "

Over d a t regeerimgsantwoord valt nog wel h e t een en ander te zeggen en we zullen er dan ook eenigszins uitvoerig op ingaan.

H e t gevaar van veroudering van het officierskorps schijnt telkens op t e doemen w a n n e e r de promotie slecht gaat en soms valt dat tijd-stip toevallig s a m e n m e t h e t feit, dat personen, die invloeden k u n n e n l a t e n werken, te lang n a a r h u n zin op bevordering moeten wachten.

Veelal is de slechte gang v a n de promotie ook een gevolg v a n de om-standigheid, d a t een tijd lang t e lage eischen zijn gesteld en ieder m e t voldoende uithoudingsvermogen hoofdofficier werd. D a n m o e t weer worden ingegrepen door ontslag op groote schaal, het stellen van

hooger eischen, bepalen v a n leeftijdsgrenzen enz. enz. en zoo hebben periodiek grootere opruimingen p l a a t s . D a n wordt er wel eens te veel opgeruimd en ontdoet m e n zich van krachten, waarop buiten zoo'n opruimingswoede inog zeer veel prijs zou worden gesteld en vooral d a n wordt er nog al eens onbillijk of a l t h a n s m i n d e r h e u s c h opge-treden. De p l a a t s van den a a n s t a a n d e n l e g e r c o m m a n d a n t heeft soms invloed op h e t al of niet generaal majoor worden van zeer verdienste-lijke officieren, dus ook op h e t pensioen; een onbilverdienste-lijke consequentie

v a n een toevallige omstandigheid en t e onbillijker, o m d a t het gaat om een paar duizend gulden pensioen per jaar m i n d e r te krijgen en vroeger het activiteitstractement te verliezen.

W e achten het zeer zeker noodig om jonge aanvoerders in de hoogere rangen te hebben, m a a r dat moet niet bereikt worden door n u en dan een pensionneering en masse te doen plaats hebben, doch door h e t stellen v a n buitengewone eischen v a n geschiktheid aan den hoofdofficiersrang. Geschikte, intelligente officieren m e t veel prac-tische. ervaring, m a n n e n van vernuft en beleid, m a n n e n van doen en durven, m o e t e n aangewezen Morden om een hoogeren krijgskundigen cursus te volgen, dat m a g n i e t afhankelijk gesteld worden van een schoolsch e x a m e n , w a a r a a n voldaan k a n worden door de meeste offi-cieren, die een rustig b e s t a a n hebben en over veel vrijen tijd be-schikken, dus in h e t algemeen door hen, die in speciale betrekkingen geplaatst zijn. Zoo lang bijv. het Indische leger voor een groot deel

' ) We achten de uitdrukking, vooral omdat zij ook betrekking heeft op officieren, die meermalen gedecoreerd werden, niet gelukkig gekozen.

te velde of op excursie was, h a d d e n voor h e t volgen van den krijgs-kundigen cursus aan de Hoogere Krijgsschool alleen officieren in aan-merking mogen k o m e n , die te velde goed h a d d e n voldaan. D a n h a d nog jaren lang geprofiteerd k u n n e n worden van de opgedane krijgs-ervaring, n u dreigt die veel te spoedig t e verwateren.

W a n n e e r t o t de hoofdofficiersrangen alleen officieren worden ge-roepen, die m alle opzichten bijzonder geschikt zijn, d a n zal de leef-tijd, waarop m e n majoor wordt, dalen en zullen v a n zelf kapiteins als gepasseerd moeten doordienen. Generaal van H e u t s z was 40 jaar, toen hij majoor werd, generaal v a n D a a l e n nog jonger, en we ge-looven,' dat het voor de officieren, die als kapitein ouder in rang w a r e n ' d a n zij, een voorrecht was onder die kranige figuren te dienen.

' E n n u weten we zeer goed, dat er m a a r weinige van H e u t s z e n en weinige v a n D a a l e n ' s zijn, doch er zijn ook sterren van de tweede grootte die aan het uitspansel schitteren terwijl sterren v a n mindere grootte nauwelijks opgemerkt worden en zelfs ongezien h u n loop aan den h e m e l volbrengen. W e zijn zelfs van meening, dat m e t h e t oog op h e t n a a r verhouding groot aantal kolonels, dat het Indische leger tegenwoordig telt, a a n h e t doordienen van gepasseerde officieren niet t e o n t k o m e n is of m e n m o e t elke overste op zijn beurt kolonel m a k e n en h e t m e t de eischeii niet zoo n a u w n e m e n .

I n oorlogstijd zullen bovendien vele gepensionneerden opgeroepen worden om opnieuw h u n n e diensten a a n het V a d e r l a n d te bewijzen en dan zal het dienen onder zelfs veel jongeren m e e r regel dan uitzon-dering zijn. D a t geeft echter niets w a n n e e r die jongeren m a a r be-k w a a m zijn. D e onprettigste manier v a n dienen is onder een chef te s t a a n , wiens k u n d i g h e d e n m e n niet hoog k a n aanslaan en van wien m e n weet, dat hij n i e t boven de m i d d e l m a a t uitsteekt, zelfs ver daar beneden blijft. H e t werken onder diens leiding zal voor intelligente personen m e e r b e s t a a n in tegenstribbelend volgen dan in een opge-wekt prettig dienst doen, misschien op den langen d u u r aanleiding geven t o t ernstige meeningsverschillen, w a a r v a n tenslotte de hooger-staande ondergeschikte de dupe wordt.

H e t doordienen van gepasseerden m o e t aanvaard worden als een gevolg van den eisch om jong bloed in de hoogere rangen te bren-gen; wordt h e t aanvaard, dan is er ook niet h e t m i n s t e bezwaar om kapiteins, w a n n e e r zij physiek geschikt zijn, t e laten doordienen tot h u n 50e jaar. Zwartgallige personen zullen misschien beweren, dat h e t doordienen onder oorspronkelijk jongeren in anciënniteit

aanlei-ding geeft t o t slap dienen, m a a r dan zou hetzelfde v a n toepassing zijn op bijv. assistent residenten, die niet geschikt werden geacht voor resident. H e t zou er ook gek uit zien w a n n e e r particuliere in-stellingen het personeel, dat niet geschikt is voor de hoogere betrek-kingen, zou ontslaan. H e t zou getuigen v a n weinig economischen zin s

118

om personen, nog in de k r a c h t v a n h u n leven, een levenslang jaargeld toe te k e n n e n voor niets doen.

Hoewel bij de civiele regeling rekening wordt gehouden m e t h e t a a n t a l dienstjaren, k o m e n toch ook hier onbillijkheden voor. Behou-dens den termijn van 24 of 36 m a a n d e n k o m t h e t er niet op aan hoe lang m e n het hoogste i n k o m e n genoten heeft. E e n directeur v a n een d e p a r t e m e n t , die n a 27 jaar dienst als zoodanig benoemd werd, ont-vangst voor 30 dienstjaren hetzelfde pensioen als i e m a n d , die reeds n a 20 dienstjaren t o t de hooge post werd geroepen en dus veel langer de verantwoordelijkheid droeg.

Koninklijke onderscheidingen voor bewezen diensten, langdurige w a a r n e m i n g v a n functies, waarvoor organiek een hoogere titularis op een hooger i n k o m e n is aangewezen, h e t verblijf in streken, w a a r ont-beringen m o e t e n worden geleden en m e n soms gescheiden v a n zijn gezin moet leven, al deze factoren, waardoor de een s t a a t boven den ander of de een zijn dienst onder moeielijker omstandigheden moet verrichten d a n den ander, k o m e n bij de regeling d e r pensioenen n i e t t o t uitdrukking. E e n officier of civiel a m b t e n a a r , die zoo goed als zijn geheelen diensttijd doorbracht op een kantoorkruk en zich op of nabij een d e p a r t e m e n t bewoog, wordt uiteindelijk gelijkgesteld m e t .— of tenslotte bevoordeeld boven i e m a n d , die meerdere m a l e n aan gevaren bloot stond, zijn dienst deed m e t den inzet van zijn leven, dikwijls ongezonde s t a n d p l a a t s e n h a d en zich door het verblijf in de binnenlanden veel moest ontzeggen. D e departementsbevolking m a a k t bovendien in vele gevallen vlugger promotie en brengt h e t ge-makkelijker t o t de hoogere en beter betaalde rangen d a n de officier of a m b t e n a a r in de practijk. Zij heeft m e e r connecties, weet w a a r h e t op a a n k o m t en is precies op de hoogte van hetgeen m e n doen en l a t e n m o e t . D e p a r t e m e n t a l e geroutineerdheid geeft een waarborg d a t m e n hoogere autoriteiten niet o n t s t e m t , zij v o r m t plooibare k a r a k t e r s en deze hebben m e e r k a n s er t e k o m e n d a n de zoogenaamde lastige k a r a k t e r s , die m e t beide voeten m i d d e n in de practijk s t a a n en lastig zijn o m d a t zij m o e t e n oproeien tegen de b u r e a u c r a t i e . W a n n e e r be-d a c h t worbe-dt, be-d a t zelfs generaal V a n H e u t s z als hoofbe-dofficier k a n s heeft geloopen om wegens zijn zelfstandig k a r a k t e r ontijdig in zijn carrière t e worden gebroken, k a n nagegaan worden w a t h e t lot is,

dat anderen boven het hoofd h a n g t .

B u r e a u a r b e i d wordt beter beloond e n wordt hooger aangeslagen dan de dienst i n de practijk. Voor zoover h e t leger betreft, werd dat in den Volksraad eens onomwonden gezegd bij de behandeling v a n de begrooting voor h e t dienstjaar 1919 door den tegenwoordigen gezant en gevolmachtigden Minister in J a p a n , generaal J . C. P a b s t . Z . E x c . wees op het feit, dat de b u r e a u d i e n s t in grooter aanzien s t a a t dan de

troependienst. „ I e m a n d , die op een D e p a r t e m e n t werkt, krijgt al zoo gauw een gevoel, dat hij m e d e regeert, dat hij zich veel gewich-tiger v i n d t dan de troepenofficier, die t o t de geregeerden behoort. D e

bureaudienst eischt minder lichamelijke inspanning dan de troepen-dienst. D e vredespractijk heeft tengevolge dat fouten begaan in den bureaudienst zich spoedig in hare gevolgen doen gevoelen, terwijl fouten begaan bij de opleiding van den troep zich eerst doen gevoelen in oorlogstijd, d.w.z. i n een n a a r m e n hoopt zeer verre toekomst, en voorts, doch slechts zeer onvolledig, bij m a n o e u v r e s en dergelijke ge-legenheden. H e t gevolg v a n een en ander is m e e r appreciatie van goed b u r e a u w e r k en als gevolg d a a r v a n wordt bij groote oefeningen en m a n o e u v r e s veel vergeven aan hen, die op de bureaux goed werk hebben verricht. H o e belangrijker het b u r e a u is, waarop de aspirant legeraanvoerder heeft gewerkt, des te m e e r k a n hij zich bij den troe-pendienst veroorloven, en heeft de aspirant gewerkt op h e t aller-hoogste bureau, het Ministerie van Koloniën, k a n hij nagenoeg zeker zijn van den generaalskolbak". D a t dit juist is, wilde de heer P a b s t niet zeggen, m a a r hij vond het al erg genoeg, d a t deze meening in het leger b e s t a a n b a a r is. De troep is er n i e t voor de bureaux, m a a r de b u r e a u x zijn er voor den troep en het k o m t n i e t te pas en is voor den practischen gang van zaken ook funest, dat de troepenofficieren het

gevoel hebben alsof de bureaudienst als het ware den voorrang heeft e n in dat gevoel versterkt worden doordat — het zal wel toevallig zijn — de officieren, die zoowat h u n geheelen diensttijd op een of ander b u r e a u z a t e n en steeds in de b u u r t v a n B a n d o e n g bleven, in den regel goed t e r e c h t k o m e n , beter dan zij, die bijv. onafgebroken

te velde waren, beter dan de rimboe-officieren. M e t de pen b a a n t m e n zich beter een weg door h e t officiersboekje d a n m e t den klewang.

H e t g e e n de heer P a b s t opmerkte en w a t den Volksraad gelukkig heeft bewogen geen s y m p a t h i e t e betoonen m e t de p l a n n e n om de bureauofficieren financieel te bevoordeelen boven de troepenofficie-r e n , k a n m u t a t i s m u t a n d i s ook beweetroepenofficie-rd wotroepenofficie-rden t e n aanzien van den civielen dienst, h e t werd nopens de a m b t e n a r e n v a n het B i n n e n -landsch B e s t u u r ook gezegd door den tegenwoordigen E e s i d e n t van der J a g t 1).

, , H e t m a g n i e t voorkomen, dat de oudste E e s i d e n t n a a r B a t a v i a opgeroepen en daar i n dienst vertoevende, op een gegeven oogenblik, bij eein of andere officieele gelegenheid, zich lager ziet gerangschikt en geplaatst dan eenig b u r e a u a m b t e n a a r , die tien jaar jonger in dienst is en dat alleen om deze reden, dat de d e p a r t e m e n t s a m b t e n a a r m e e r

t r a c t e m e n t heeft dan hij als E e s i d e n t . D a t is niet in overeenstem-m i n g overeenstem-m e t de waardigheid van zijn a overeenstem-m b t , d a t hindert en krenkt h e t

i) Vergadering Volksraad 21 Juni 1921, bladz. 298 der Handelingen.

120

geheele Korps. H e t is verkeerd d a t nog steeds b u r e a u a m b t e n a r e n , wanneer zij de helft v a n den diensttijd achter den rug hebben v a n een Assistent Resident, den titel krijgen v a n H o o f d a m b t e n a a r en den Assistent Resident, ook den oudste, die wordt onthouden. Voor den b u r e a u a m b t e n a a r is die titel een weelde, m a a r voor den b e s t u u r s -a m b t e n -a -a r is zij noodz-akelijk, hij heeft die -als vertegenwoordiger zijner Regeering noodig tot h e t ophouden van prestige en a m b t . "

De bevoorrechting v a n b u r e a u a m b t e n a r e n is uit den booze, de hoo-gere rangen m o e t e n h e t eerst bereikt worden via de practijk en voor de landsdienaren in de practijk m o g e n zij alleen bereikbaar zijn door de practijk. Om tot Resident benoemd t e worden moet i e m a n d prac-tische bestuurservaring hebben en m a g m e n er niet komen door baan-tjes b u i t e n de bestuurspractijk. E e n kolonel van een der w a p e n s moet gevormd zijn bij en door den troep, zoo eenigszins mogelijk te velde en n i e t op de b u r e a u x . E e n hoofdinspecteur van de belastingen m o e t als inspecteur in de practijk van den aanslag gediend hebben en n i e t tot zijn post opklimmen langs het d e p a r t e m e n t . E e n inspecteur van h e t boschwezen dient t e zijn opgegroeid te m i d d e n van het hout, een inspecteur van den veeartsenijkundigen dienst te midden van het vee en niet op de laboratoria, enz. enz.

Vooral w a n n e e r de verschillen in i n k o m s t e n groot zijn, worden door vermeerdering van pensioen, in verband m e t den korten tijd, d a t zij slechts bekleed behoeven te worden om h e t hoogere pensioen te ver-dienen, de bewezen diensten in de l a a t s t e betrekkingen overmatig beloond. E e n sprong van f 300 's m a a n d s in t r a c t e m e n t , v e r m e e r d e r t het pensioen m e t f 1890 's jaars of ruim f 150 per m a a n d , dus m e t r u i m de helft v a n de verhooging van h e t activi'teits-tractement. I n zake de militaire pensioenen 1920 doen zich al zeer frappante gevallen voor. I n actieven dienst ontvangt de luitenant-kolonel van het 15e t o t h e t 27e dienstjaar slechts f 600 per jaar m e e r dan de majoor, d a t is i n gewone gevallen ook voldoende, daar m e e s t a l dezelfde functie bekleed wordt, n.1. die v a n b a t a l j o n s c o m m a n d a n t . De diensten v a n den kolonel worden bij gelijken diensttijd m e t f 1200 m e e r betaald l) dan die van den luitenant-kolonel,, de generaal-majoor o n t v a n g t per jaar f 2400 m e e r dan de kolonel, terwijl h e t inkomen van een luite-nant-generaal /' 9600 hooger is dan het I n k o m e n van een generaal-majoor.. Gelet op de functiën bataljons-, regiments-, divisie- en leger-c o m m a n d a n t , zijn de versleger-chillen v a n 1200, 2400 en 9600 gulden vol-k o m e n gerechtvaardigd, in de pensioenen, die voor een majoor,

luite-') D.w.z. nominaal. De kolonel betaalt 15 pCt. van zijn salaris voor zijn vrije woning, de overste slechts 10 pCt., in werkelijkheid bedraagt het meer-dere salaris van den kolonel nog geen f 25 per maand.

nant-kolonel, kolonel, generaal-majoor en luitenant-generaal resp.-5040, 6300, 8400, 10500 en 12000 gld. bedragen, zit echter wat de verschillen betreft niet de m i n s t e verhouding.

Verschil in Verschil in tractement. pensioen.

Luitenant-kolonel—majoor f 600 f 1260 Kolonel—luitenant-kolonel ,, 1200 ,, 2100 Generaal-majoor—kolonel ,, 2400 ,, 2100 Luit.-generaal—generaal-majoor ,, 9600 ,, 1500 H e t verschil in r u s t w e d d e is voor den kolonel en overste om en de bij 2 (2,1 en 1,75) m a a l zooveel als het meerdere t r a c t e m e n t , dat zij m actieven dienst niet alleen voor meerdere, m a a r zelfs voor gelijke prestaties ontvingen boven de officieren in de n a a s t lagere rangen.

D e verhouding voor den generaal-majoor t e n opzichte van den kolonel is daarentegen 0,875 en voor den luitenant-generaal ten opzichte van den generaal-majoor slechts 0,167. Deze onregelmatigheden - - b e t e r misschien wanverhoudingen — k u n n e n slechts toegeschreven worden aan een foutieven grondslag bij de vaststelling v a n de pensioenen.

W a n n e e r een officier, die bij zijn bevordering tot majoor, bataljons-c o m m a n d a n t wordt en als overste bataljons-continueert en in beide rangen te z a m e n 40 m a a n d e n dient, f 6300 pensioen geniet en ee|n majoor, die drie jaar b a t a l j o n s c o m m a n d a n t is, f 5040, dan is het verschil voor nog geen half dienstjaar onverantwoordelijk groot, het pensioen voor den overste is te hoog of dat v a n den majoor te laag. E e n kolonel, die zes jaar in functie was, zich m e e r m a l e n een Koninklijke onderschei-ding waardig m a a k t e en zelfs den titulairen rang v a n generaal-majoor kreeg, heeft heel wat m e e r verdiensten dan een collega, die nooit iets bijzonders gedaan heeft en op wiens diensten zooveel prijs werd steld, dat hij na twee jaar zijn rang bekleed te hebben, vrij wel ge-dwongen heenging of — om een meer modernen t e r m te gebruiken —

afvloeide. Toch krijgen beiden evenveel pensioen. De mogelijkheid b e s t a a t zelfs dat de eerste f 6300 en de tweede f 8400 of /3 meer ont-vangt, dat is dus een negatieve belooning voor meerdere bewezen diensten.

E e n resident van een groot gewest, die vele slechte s t a n d p l a a t s e n h a d en wien h e t Ridderkruis van de Orde van d e n Nederlandschen L e e u w en d a t van de Oranje Nassauorde werd toegekend, krijgt n i e t s m e e r dan een collega, die altijd in de bewoonde wereld verkeerde en t e n s l o t t e n e t even geschikt werd geacht voor Hoofd van een gewest, dat in h e t geheel m i n d e r zielen telt d a n een afdeelimg van h e t groote gewest. Zoo zijn er t a l v a n n i e t gefingeerde voorbeelden, die erop wijzen, d a t er a a n de pensioenregeling nog al w a t h a p e r t . E r is zeer veel voor te zeggen om de belooning voor bewezen diensten in h e t

be-122

drag der r u s t w e d d e t o t uiting te brengen, m a a r zooals d a t n u ge-schiedt, wordt de logica op ernstige wijze geweld aangedaan. W e zullen d a t n a d e r d e m o n s t r e e r e n door de hiervoren opgesomde pen-sioenverschillen te beschouwen als een bij de pensionneering dadelijk ingaande lijfrente en d a a r n a a s t vermelden welk bedrag op een ge-voerd, verdient dus boven zijn hooger inkomen in dezelfde functie r u i m f 800 per m a a n d m e e r dan de majoor ein hiermede is de absurdi-t e i absurdi-t vam heabsurdi-t sabsurdi-telsel volkomen aangeabsurdi-toond en zijn de rangspensioenen o.i. afdoende veroordeeld.

Sprongen in de pensioenbedragen k u n n e n reden v a n bestaan hebben door meerdere dienstjaren, dus door de quantiteit en door meerdere bewezen diensten w a t qualiteit betreft. I n dezelfde betrekking zou alleen h e t aantal dienstjaren t o t ean regelmatige stijging van het pen-sioen aanleiding m o e t e n geven, de werkelijkheid wijst echter anders uit, een staatje v a n de pensioenbedragen, waarop een assistent-resi-dent bij vermeerdering van zijn dienstjaren aanspraak kam m a k e n , als voorbeeld.

x) Waarop een overste, kolonel, generaal majoor en luitenant-generaal zoo ongeveer den militairen dienst verlaat. De cijfers werden welwillend ver-strekt door de Amsterdamsche Maatschappij van Levensverzekering en Lijf-rente.

E e n overste van de genie, die chef van zijn wapen wordt, k a n w a n n e e r hij, zooals in den l a a t s t e n tijd regel is, promotie m a a k t t o t generaal-majoor in vier jaar tijd zijn pensioen vermeerderen m e t f 4200 of 66^é % van het bedrag, waartoe hij k w a m na m i n s t e n s 20 dienstjaren. I e m a n d , die zich voor den verderen d u u r van zijn leven een lijfrente wil koopen van /' 4200 's jaars m o e t contant storten ƒ 60942, de wapenchef verdient dus boven zijn i n k o m e n nog f 15000 per jaar of f 1250 per m a a n d . De overste, die beneden h e m stond en misschien veel kundiger was, ziet zijn pensioen n i e t v e r m e e r d e r e n en is n a vier jaar te oud om als wapenchef op te 'treden of moet vanwege h e t gevaar voor veroudering v a n het officierskorps tegelijk m e t den chef het leger verlaten.

Aanzienlijke vermeerdering van pensioen bij stijging in rang zou alleen t e billijken zijn wanneer bij bevordering de uiterste selectie werd toegepast en tot de hoogere r a n g e n alleen „ h e r v o r r a g e n d e " per-sonen werden geroepen. H e l a a s zijn echter de eischen te stellen aan bekwaamheid en geschiktheid dikwijls zeer wispelturige factoren, de grens t u s s c h e n geschikt e n niet geschikt wordt n u zus, dan zoo ge-trokken, m o m e n t e e l e verhoudingen, de eischen van het oogenblik,

subjectieve inzichten, waarbij s y m p a t h i e ë n en antipathieën, soms in-vloed v a n d a m e s (zelfs de beoordeeling v a n de levensgezellin van den betrokkene) een groote rol spelen, h e b b e n een te grooten invloed op d e n loop der dingen. Personen, die in de practijk voor moeielijke ge-vallen k o m e n te s t a a n , struikelen dikwijls over een noodlottig voorval, waarvoor een zondebok gezocht m o e t worden. Anderen worden het slachtoffer van een botsing t u s s c h e n t w e e uiteenloopende k a r a k t e r s . Zij, wier dienst rustig verloopt en die niet in de gelegenheid w a r e n o m fouten te m a k e n , schrijden k a l m en onbewogen voorwaarts op den weg van de promotie. M e e r m a l e n breekt één persoon i e m a n d s carrière, de persoonlijke eigenschappen v a n de beoordeelaars hebben

subjectieve inzichten, waarbij s y m p a t h i e ë n en antipathieën, soms in-vloed v a n d a m e s (zelfs de beoordeeling v a n de levensgezellin van den betrokkene) een groote rol spelen, h e b b e n een te grooten invloed op d e n loop der dingen. Personen, die in de practijk voor moeielijke ge-vallen k o m e n te s t a a n , struikelen dikwijls over een noodlottig voorval, waarvoor een zondebok gezocht m o e t worden. Anderen worden het slachtoffer van een botsing t u s s c h e n t w e e uiteenloopende k a r a k t e r s . Zij, wier dienst rustig verloopt en die niet in de gelegenheid w a r e n o m fouten te m a k e n , schrijden k a l m en onbewogen voorwaarts op den weg van de promotie. M e e r m a l e n breekt één persoon i e m a n d s carrière, de persoonlijke eigenschappen v a n de beoordeelaars hebben

In document T E V E N S NIEUWE SERIE VAN HET (pagina 122-139)