• No results found

49verpleeghuiszorg. Dit vraagt om draagvlak bij aanbieders, waarbij een drietal inzichten

In document Zorgkeuzes in Kaart (pagina 50-54)

Overige effecten

49verpleeghuiszorg. Dit vraagt om draagvlak bij aanbieders, waarbij een drietal inzichten

belangrijk zijn:

– De gehandicaptenzorg is zeer divers in populatie, problematiek, wijze van huisves-ting, duur van zorg en ondersteuning (levenslang).

– Er zijn minder aanbieders dan in de verpleeghuiszorg, maar veel meer locaties (meer dan 6.000).

– De gehandicaptenzorg kent ook een kwaliteitskader, maar anders dan in de verpleeg-huissector beschrijft dit processen om tot goede zorg te komen en minder geeft het kader harde normen waaraan men moet voldoen.

Budgettaire effecten

Het budgettaire effect bestaat uit de kosten van de taskforce en de eventueel te realiseren doelmatigheidswinst. Voor de kosten van de taskforce wordt uitgegaan van de kosten van het eerder genoemde programma Waardigheid en Trots op locatie voor de verpleeghuis-zorg. De kwaliteitsimpuls wordt structureel toegepast met een budget van € 20 mln. per jaar, met een oploop in het eerste jaar.

De mate waarin het opzetten van een taskforce leidt tot doelmatigheidswinst is niet te kwantificeren. Hiervoor moeten de kwaliteitsstandaarden waaraan instellingen moeten voldoen, eerst concreter gemaakt worden. Op basis daarvan kunnen we doelmatigheids-verschillen tussen instellingen voor die eisen kwantificeren. Om hierin stappen te kunnen zetten, is het noodzakelijk om de kwaliteitsnormen in het Kwaliteitskader van de sector – in overleg met het veld – nader te concretiseren en meetbaar te maken. De maatregel kan wel een aanzuigend effect hebben vanwege betere kwaliteit.

Overige effecten

Verhoging van de kwaliteit van zorg.

Terug naar tabel CARE & SOCIAAL DOMEIN Terug naar overzicht resultaten

50

3 Beschikbaar stellen standaard softwarepakket thuiszorg

De rijksoverheid stelt een bestaand automatiseringspakket gratis beschikbaar aan thuis-zorgaanbieders. Daarmee wordt een impuls gegeven aan standaardisering in de informa-tie-uitwisseling met gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars.

Effecten Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Struc.

Budgettair effect op netto-collectieve

zorguitgaven in mln. euro 0 30+PM 30+PM 30+PM 30+PM

w.v. licentie- en abonnementskosten 0 30 30 30 30

w.v. uitvoeringskosten 0 PM PM PM PM

Kwalitatief effect

Meer doelmatige uitvoering; minder innovatie; mogelijk op termijn betere informatievoorziening rijksoverheid.

Uitvoering & Haalbaarheid

Er zijn meerdere softwarepakketten voor de zorg op de markt. Gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars stellen geen uniforme eisen. In het huidige beleid heeft de overheid geen bemoeienis met de manier waarop verantwoordingsinformatie wordt overgedragen tussen partijen.

Met deze maatregel verandert dit. De overheid stelt een standaardsoftwarepakket beschik-baar dat geschikt is voor het werken met laptop, tablet en smartphone. Bovendien zorgt de overheid ervoor dat de verantwoordingseisen die gemeenten, zorgkantoren en zorgverze-keraars aan thuiszorg-aanbieders opleggen, verenigbaar zijn met dit softwarepakket. Waar nodig sluit de overheid hierover met deze partijen een bestuurlijk akkoord.

De maatregel is juridisch uitvoerbaar, mits men zich houdt aan de Europese aanbeste-dingsregels. Gezien het bedrag (> € 250.000) kan de overheid zelf geen pakket kopen. Zij dient altijd een Europese aanbesteding te organiseren, waarin een partij gedurende x jaar het pakket aan gemeenten en zorgaanbieders ter beschikking stelt.

De maatregel beperkt de markt van thuiszorgsoftwareproducten. Tevens spelen hierbij aspecten van intellectueel eigendom en softwarelicenties een rol. Het is niet zonder meer geoorloofd software ter beschikking te stellen aan derden, hiermee worden de auteurs-rechten geschonden. Ook wordt bij software vaak met licenties gewerkt. Bij de uitvoering dient met deze aspecten rekening gehouden te worden.

6.1.1 CARE & SOCIAAL DOMEIN

51

Budgettaire effecten

De maatregel is zo geïnterpreteerd dat de overheid de software koopt en ter beschikking stelt. De hardware (tablets, telefoons, laptops) blijft voor rekening van aanbieders. Het gebruik hiervan is bovendien staande praktijk. De kosten voor de rijksoverheid zijn de (jaarlijkse) afkoop van de licentie- en abonnementskosten en bedragen € 30 mln. Vanwege schaalvoordelen daalt de prijs van de software.

Er zijn structurele uitvoeringskosten in de vorm van beheers- en onderhoudskosten, zodat de thuiszorgsoftware kan blijven communiceren met systemen van (andere) zorgaanbie-ders, zorgverzekeraars en gemeenten. Een concrete inschatting hiervan is niet te maken.

Overige effecten

Thuiszorginstellingen zullen overstappen op het gratis pakket als dat goed werkt en vanwege de zekerheid dat een door de overheid geselecteerd registratiepakket biedt. De overheid dient erop toe te zien dat de software voldoet aan eisen omtrent veiligheid en gegevensuitwisseling.

Bij periodieke aanbesteding krijgt één aanbieder tijdelijk het alleenrecht. Gegeven de impact die een wisseling van softwarepakket voor alle gebruikers kan hebben, zal de over-heid terughoudend zijn om van softwareleverancier te wisselen. Dit kan ertoe leiden dat andere leveranciers zich terugtrekken.

Zorgpartijen zullen hun bedrijfsvoering waarschijnlijk geheel afstemmen op het gratis te gebruiken registratiesysteem en willen dit dan graag blijven gebruiken. Het gekozen sys-teem bepaalt zo in hoge mate de werkwijze van thuiszorgorganisaties en de toekomstige ontwikkeling van de registratie. Grotere vernieuwingen zullen daardoor minder makke-lijk doorbreken.

Standaardisatie kan leiden tot meer efficiency in de registratieketen. De vermindering van de administratieve lasten kan bij zorgaanbieders tot besparing op personeelskosten en/

of tot kwaliteitsverbetering leiden. Ook gemeenten en verzekeraars kunnen baat hebben bij de gestandaardiseerde informatie die zij van de thuisorganisaties binnen hun verzor-gingsgebied ontvangen. Dit kan opnieuw efficiencywinst opleveren. Dit zal naar verwach-ting eerder leiden tot een meer doelmatige uitvoering dan tot kostenbesparing.

Mogelijk biedt het softwarepakket de kans om ook de informatievoorziening aan de rijksoverheid te verbeteren. Er zijn dan afspraken nodig over welke informatie op welke manier door de overheid ontsloten kan worden. Deze kan dan op termijn beschikken over uitgebreide, gestandaardiseerde informatie over de geleverde thuiszorg in Nederland. Dit kan bijdragen aan het effectief vormgeven van toekomstig beleid.

Terug naar tabel CARE & SOCIAAL DOMEIN Terug naar overzicht resultaten

52

4 Terugdringen ondervoeding en uitdroging intramurale ouderenzorg

Ondervoeding en uitdroging in de intramurale ouderenzorg worden teruggedrongen via een bonus voor instellingen die de prevalentie ervan onder de 4% krijgen.

Effecten Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Struc.

Budgettair effect op netto-collectieve

zorguitgaven in mln. euro 0 +PM PM PM PM

w.v. kosten van de bonus 0 0 +PM +PM +PM

w.v. extra activiteiten om ondervoeding en uitdroging te beperken

(+administratieve lasten)

0 +PM +PM +PM +PM

w.v. beperken zorguitgaven door lagere

prevalentie ondervoeding en uitdroging 0 0 -PM -PM -PM

w.v. hoger gebruik Wlz door langere levensduur

0 0 +PM +PM +PM

Kwalitatief effect

Meer kwaliteit van leven en langere levensduur voor bewoners van verpleeghuizen.

Uitvoering & Haalbaarheid

Deze maatregel is uitvoerbaar door zorgkantoren de ruimte te geven om een bonus te verstrekken aan zorgaanbieders die de prevalentie van ondervoeding en uitdroging weten terug te dringen. Wlz-uitvoerders kunnen dit regelen in hun zorginkoopkader. Hoewel de minister niet over dit zorginkoopkader gaat, kan bestuurlijk akkoord ervoor zorgen dat de maatregel erin opgenomen wordt.

De maatregel vereist dat er een betrouwbare meetmethodiek ontwikkeld wordt om de pre-valentie van ondervoeding en uitdroging bij zorgaanbieders inzichtelijk te maken. Deze methodiek dient ook rekening te houden met de mate waarin zorgaanbieders invloed heb-ben op ondervoeding en uitdroging. Dit hangt onder andere af van de cliëntpopulatie die in hun instellingen verblijft. Het landelijk ontwikkelen en invoeren van deze methodiek kost circa twee jaar.

In de maatregel wordt uitgegaan van 4% als de grens voor het verkrijgen van de bonus.

Gegeven de huidige gemiddelde prevalentie (15% in 2017) in verpleeghuizen is dat erg ambitieus. Er zullen immers altijd cliënten zijn die door het ziektestadium waarin ze ver-keren (te) weinig voedsel en drinken tot zich (kunnen) nemen en daardoor ondervoed of

6.1.1 CARE & SOCIAAL DOMEIN

53

In document Zorgkeuzes in Kaart (pagina 50-54)