• No results found

194De maatregel zelf kan binnen een jaar worden ingevoerd; we gaan uit van een start in jaar

In document Zorgkeuzes in Kaart (pagina 195-199)

48 100% borging Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ)

194De maatregel zelf kan binnen een jaar worden ingevoerd; we gaan uit van een start in jaar

2 (2023). Het aantrekken en eventueel opleiden van personeel zal tijd kosten; de aanname is dat het voor instellingen in de langdurige zorg mogelijk is om ongeveer 10 duizend extra fte per jaar2 aan te trekken (dus bovenop de werkgelegenheidsgroei die al was opgenomen in het basispad).

Budgettaire effecten

De maatregel betreft een intensivering van € 1,4 mld. De maatregel kent een ingroeipad van twee jaar en bereikt in jaar 3 zijn volledige budgettaire beslag.

Overige effecten

Mogelijk leiden de extra middelen tot strategisch gedrag bij aanbieders, waardoor zij bij-voorbeeld andere middelen die oorspronkelijk bedoeld waren voor extra personeel ergens anders aan gaan uitgeven. In dat geval wordt de uitbreiding met 28 duizend fte niet vol-ledig gerealiseerd. Het inzetten van meer personeel leidt tot een hogere kwaliteit van de zorg.

Overige opmerkingen

Er kan interactie optreden met maatregelen die leiden tot een substantiële bezuiniging of intensivering. Deze werken immers ook in op de vraag naar personeel binnen de zorg en kunnen gevolgen hebben voor het ingroeipad van de hier beschreven maatregel.

Daarnaast heeft ook maatregel 49 (Verhogen van de lonen in de zorg) effect op de moge-lijkheden van aanbieders om extra personeel aan te trekken.

Terug naar tabel EIGEN BETALINGEN, ARBEIDSMARKT EN PREMIEVRAAGSTUKKEN

Terug naar overzicht resultaten

2 Conform veronderstelling bij implementatie van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg.

6.1.3 EIGEN BETALINGEN, ARBEIDSMARKT EN PREMIEVRAAGSTUKKEN

195

51 Betere arbeidsvoorwaarden thuiszorg

De uitkering voor de Wmo wordt geoormerkt en verhoogd met € 300 mln. Zo ontstaat er circa 6% extra ruimte voor arbeidsvoorwaarden. Deze verbetering van arbeidsvoorwaar-den wordt ook vastgelegd in een bestuurlijk akkoord met gemeenten en sociale partners.

Effecten Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Struc.

Budgettair effect op netto-collectieve

zorguitgaven in mln. euro 0 0 300

+PM

Het oormerken van middelen in het gemeentefonds leidt mogelijk tot administratieve lasten.

Uitvoering & Haalbaarheid

Sociale partners binnen de zorg gaan zelf over arbeidsvoorwaarden. De overheid bemoeit zich niet met de inhoud van de afspraken. Thuiszorgwerknemers vallen onder de cao Verpleeg- & Verzorgingshuizen & Thuiszorg (VVT). Binnen deze cao zijn er enkele speci-fieke bepalingen voor de thuiszorg, maar het gros van de afspraken en de cao-salarisscha-len gelden VVT-breed. Overigens omvat thuiszorg in het kader van de cao meer dan alleen zorg die valt onder de Wmo. Het gaat ook om instellingen die zich voornamelijk richten op vormen van zorg zonder verblijf in het kader van Wlz of Zvw en instellingen die vormen van Jeugdgezondheidszorg leveren.

De maatregel betekent dat de overheid afspraken met sociale partners maakt over het aan-passen van de cao VVT. Sociale partners moeten binnen de cao differentiatie in arbeids-voorwaarden gaan toepassen tussen medewerkers die thuiszorg verlenen in het kader van de Wmo en de rest van de medewerkers die onder deze cao vallen. De overheid kan deze aanpassing niet opleggen aan partijen.

Verder moet de overheid het fictieve budget voor de Wmo binnen de algemene uitkering (AU) voor het gemeentefonds vaststellen. Binnen deze AU is niet apart inzichtelijk welk budget voor welke taak dient, want volgens de Financiële-verhoudingswet zijn uitkeringen uit het gemeentefonds vrij besteedbaar. Daarom wordt het (fictieve) budget van de Wmo uit het gemeentefonds gehaald en omgezet in een specifieke uitkering; aan dit budget wordt € 300 mln. extra toegevoegd. Deze uitkering gaat via de VWS-begroting lopen.

Met gemeenten moeten afspraken gemaakt worden dat de extra middelen worden gebruikt voor hogere tarieven voor thuiszorg. Gemeenten zullen mogelijk ook met sociale

196 partners afspraken willen maken over hoe de arbeidsvoorwaardenverbetering vorm krijgt,

mede in relatie tot de kwaliteit van de geleverde zorg en ondersteuning. Ten slotte moeten gemeenten over de besteding van Wmo-budget verantwoording afleggen aan VWS. Dit leidt tot extra administratieve lasten.

Een groot deel van de gemeenten heeft langjarige contracten afgesloten met thuiszorg-aanbieders.1 Een deel van deze contracten bevat aanpassingsclausules, zodat tarieven tussentijds kunnen worden aangepast. Een ander deel van de contracten kan echter niet op korte termijn eenzijdig door gemeenten worden aangepast; dat zou leiden tot juri-dische procedures en schadevergoedingen. Binnen de bestuurlijke afspraken moeten gemeenten dus de tijd krijgen om hun contracten stapsgewijs aan te passen en eventueel opnieuw aan te besteden. Twee jaar lijkt hierbij een redelijke termijn.

Vanwege het sluiten van bestuurlijk akkoorden met sociale partners en gemeenten en de benodigde tijd voor de aanpassing van contracten en het opnieuw aanbesteden door gemeenten, gaan we er vanuit dat de maatregel in jaar 3 ingevoerd kan worden.

Budgettaire effecten

Er wordt € 300 mln. extra toegevoegd aan de nieuwe geoormerkte Wmo-uitkering.

Daarnaast leidt het oormerken van de middelen tot een extra stijging van PM van de netto-collectieve zorguitgaven. Want gemeenten die voorheen geld overhielden met betrekking tot de Wmo, moeten nu meer geld uitgeven. Gemeenten die moesten toeleggen op de Wmo doen dit na het oormerken nog steeds.

Overige effecten

– Het oormerken van Wmo leidt tot hogere administratieve lasten voor gemeenten en het Rijk.

– De bestedingsvrijheid voor deze middelen wordt beperkt. Daarbij is het waarschijnlijk dat de maatregel tot lagere niet-zorguitgaven van gemeenten leidt, tenzij de bijdrage van het Rijk toeneemt, de overige inkomsten van gemeenten toenemen, of het EMU-saldo van gemeenten verslechtert.

1 Monitor gemeentelijk zorginkoop 2019, PPRC, in opdracht van het Ministerie van VWS.

6.1.3 EIGEN BETALINGEN, ARBEIDSMARKT EN PREMIEVRAAGSTUKKEN

197

Overige opmerkingen

Er is interactie met maatregel 52 (Hogere lonen huishoudelijke hulp), die direct ingrijpt in de salarissen van huishoudelijke hulpen.

Terug naar tabel EIGEN BETALINGEN, ARBEIDSMARKT EN PREMIEVRAAGSTUKKEN

Terug naar overzicht resultaten

198

52 Hogere lonen

In document Zorgkeuzes in Kaart (pagina 195-199)