• No results found

Verpakkingsafval; absorbentia, poetsdoeken, filtermateriaal en beschermende kleding (EURAL

Geen afval Afval

8 Afvalspecifieke benadering

8.3 Verpakkingsafval; absorbentia, poetsdoeken, filtermateriaal en beschermende kleding (EURAL

hoofdstuk 15)

8.3.1 Specifieke begrippen

Verpakkingsafval: het gaat hier over afvalstromen die UITSLUITEND uit verpakkingsmateriaal bestaan en die niet in een herbruikscircuit zitten. Gemengd papier- en kartonafval bijvoorbeeld hoort niet in dit hoofdstuk thuis.

Absorbentia: alle mogelijke fysische middelen die gebruikt worden om gemorste vloeistoffen op te slorpen.

Filtermateriaal: alle gebruikt filtermateriaal dat niet expliciet elders wordt genoemd.

Beschermende kleding: alle niet wasbare (of niet meer wasbare), vervuilde beschermkledij.

8.3.2 Doelgroepen en codering

Dit EURAL-hoofdstuk gaat enerzijds over verpakkingsafval en anderzijds over absorbentia, poetsdoeken, filtermateriaal en beschermende kleding.

Zie voor de bespreking van lege, niet hervulbare inktcartridges verder onder hoofdstuk 8.4 van deze handleiding. Niet hervulbare inktpatronen worden alleszins NIET als verpakking aanzien.

Ze dienen ingedeeld te worden onder EURAL-rubriek 16 02 15*/16.

8.3.2.1 Verpakkingsafval (15 01)

Als eerste opmerking dient hier gesteld te worden dat verpakkingen die behoren tot een retoursysteem, niet als afvalstoffen beschouwd worden. We denken hierbij bijvoorbeeld aan glazen melkflessen, Europaletten en dergelijke. Let op: van zodra een herbruikbare verpakking het retoursysteem verlaat, dient het als afvalstof beschouwd te worden (zie ook hoofdstuk 5.4.1 van deze handleiding).

Als tweede opmerking willen we hier vermelden dat verpakkingen die nog aanzienlijke hoeveelheid aan product bevatten, ingedeeld dienen te worden als productrestant en niet als verpakkingsmateriaal. Voor dergelijke verpakkingen zijn dus de codes uit EURAL-rubriek 16 03 (afgekeurde charges en ongebruikte producten) van toepassing.

Verder kan algemeen het volgende gesteld worden: ongeacht de herkomst valt afval dat UITSLUITEND uit GEBRUIKTE verpakkingsmaterialen bestaat STEEDS onder deze EURAL-classificatie. Voor meer informatie over het verschil tussen verpakking en niet-verpakking kan, met respect voor de EURAL-codes, de IVC “Consensuslijst betreffende het onderscheid verpakking – geen verpakking” worden geraadpleegd (zie de website www.ivcie.be).

De woorden uitsluitend en gebruikt zijn essentieel.

Een selectief ingezamelde papier- en kartonstroom, die naast verpakking ook kranten en tijdschriften bevat, hoort NIET in hoofdstuk 15 en moet onder EURAL-code 20 01 01 ingedeeld worden. Een zuivere afvalstroom van kartonnen dozen hoort daarentegen wel onder EURAL-code 15 01 01. Paletten horen onder EURAL-EURAL-code 15 01 03 (houten verpakking) en mogen niet elders onder houtafval ingedeeld worden.

Enkel gebruikt verpakkingsafval hoort in hoofdstuk 15. Pre-forms worden bijgevolg niet in dit hoofdstuk ingedeeld. Evenmin hoort verpakkingsmateriaal dat tijdens het inpakproces

beschadigd wordt of dat niet meer aan de juiste specificaties voldoet in hoofdstuk 15 thuis. Het

111 dient beschouwd te worden als productie-afval, en kan ingedeeld worden onder

EURAL-hoofdstuk 20 bij de selectief ingezamelde stromen of onder EURAL-EURAL-hoofdstuk 16 bij de

afgedankte charges (indien het over gemengde materialen gaat). Onafgezien van de herkomst, dient verpakkingsafval STEEDS en enkel onder deze EURAL-rubriek te worden ingedeeld (15 01), voor zover aan de twee besproken voorwaarden voldaan is.

Gevaarlijke of niet gevaarlijke verpakking?

Of een bepaalde verpakking als gevaarlijk of niet gevaarlijk moeten worden beschouwd, hangt af van de inhoud die ze bevat heeft. Wordt de inhoud volgens artikel 4.1.3 van het Vlarema als gevaarlijk beschouwd en bevat de verpakking hier nog resten van of is ermee verontreinigd, dan moet de verpakking als gevaarlijk worden beschouwd. Zie verder onder code 15 01 10*.

Gevaarlijke verpakkingen die gereinigd worden bij een hiervoor vergund bedrijf kunnen na de reiniging als niet gevaarlijke verpakking worden beschouwd.

Een bijzonder geval zijn lege verfblikken. Met leeg wordt een gereinigd blik bedoeld, of een blik met maximaal een dunne laag verf die een stevige en hechtende bekleding vormt

Lege verfblikken afkomstig van een containerpark of van vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong worden ingedeeld onder EURAL-hoofdstuk 20. Maar een grote hoeveelheid lege verfblikken van professionele oorsprong of afkomstig van een uitsorteerder worden als 15 01 04 ingedeeld.

Wat betreft de concrete indeling van deze EURAL-rubriek spreken onderstaande codes voor zichzelf, maar worden hier toch opgenomen met enkele voorbeelden:

15 01 01 papieren en kartonnen verpakking (vb. kartonnen dozen bij een verkoper van elektrische en elektronische apparatuur);

15 01 02 kunststofverpakking (vb. PET-flessen, botervlootjes, piepschuimbuffers, ...);

15 01 03 houten verpakking (vb. wegwerppaletten);

15 01 04 metalen verpakking (vb. drankblikjes, conservenblikjes);

15 01 07 glazen verpakking (vb. wegwerp glazen flessen, bokalen);

15 01 09 textielen verpakking (vb. jute-aardappelzakken in een frituur).

De andere codes behoeven misschien enige toelichting:

15 01 05 composietverpakking

Hieronder worden verpakkingsmaterialen verstaan die onafscheidelijk uit verschillende materialen bestaan, zoals multilaag-verpakkingen (vb. Tetrabrick) of blister-verpakkingen (kartonnen kaartje met kunststof overtrokken).

15 01 06 gemengde verpakking

Indien er zich in één verpakkingsafval-partij verschillende verpakkingsmateriaalsoorten bevinden, die wel eenvoudig van elkaar te scheiden zijn (vb. verpakkingsafval in de blauwe PMD-zak), dient deze partij in haar geheel onder deze code geplaatst te worden.

15 01 10* verpakking die resten van gevaarlijke stoffen bevat of daarmee is verontreinigd Alle verpakkingen die nog zichtbare resten aan gevaarlijk verbruiksproduct bevatten, worden als gevaarlijk afval beschouwd en dienen bijgevolg onder deze code te worden gerangschikt (met uitzondering van verpakkingen in retoursystemen, zie ook onder 5.4.1).

Gebruikte spuitbussen bevatten steeds nog een restant aan product en zijn dus nooit als leeg te beschouwen, zelfs als er niets meer uit gehaald kan worden. Indien het een gevaarlijke inhoud betreft, dienen deze recipiënten ingedeeld te worden als gevaarlijk afval onder deze code.

De etikettering op de verpakking kan als leidraad gebruikt worden om te oordelen over het gevaarlijke karakter van een verpakking. Indien geen etiket meer aanwezig is, dienen de productkennis of analyses gebruikt te worden voor de indeling van het materiaal als gevaarlijk of niet.

Gemengde verpakkingsstromen waarvan slechts een deel uit gevaarlijke verpakkingen bestaat, worden toch in hun geheel als gevaarlijk beschouwd (“worst case”-benadering).

15 01 11* metalen verpakking die een gevaarlijke vaste poreuze matrix (bijvoorbeeld asbest) bevat, inclusief lege drukhouders

Onder deze code worden enkel speciale gasflessen bedoeld (vb. acetyleenflessen met asbest), die aan het einde van hun levensduur zijn gekomen en niet meer hervuld worden via het retour-systeem van de leverancier.

8.3.2.2 Absorbentia, filtermateriaal, poetsdoeken en beschermende kleding (15 02) In het algemeen worden hogergenoemde materialen onder deze EURAL-rubriek ingedeeld, tenzij ze elders specifiek genoemd worden. Dit is zo bijvoorbeeld het geval voor oliefilters van het onderhoud van voertuigen (code 16 01 07*).

Stoffilters van de rookgasreiniging in het algemeen worden best opgenomen bij de specifieke sector onder (vast) rookgasreinigingsafval (vb. 10 11 15* vast afval van rookgasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat of 10 11 16 niet onder 10 11 15 vallend vast afval van

rookgasreiniging), maar NIET onder slib of filterkoek van rookgasreiniging.

Afval van kiezelguhr-filtratie uit de voedingsnijverheid zou best onder de betrokken sector worden ondergebracht (EURAL-hoofdstuk 03) onder de algemene code 03 XX 99.

Afval van zandfiltratie bij waterbehandeling dient onder code 19 09 01 (vast afval van primaire filtratie en roostergoed) ondergebracht te worden.

Afval van membraanfiltratie bij afvalwaterbehandeling dient opgenomen te worden onder code 19 08 08* indien er zware metalen in aanwezig zijn; dit afval zonder zware metalen dient onder 15 02 02* of 15 02 03 ingedeeld te worden, afhankelijk van de aanwezigheid of afwezigheid van gevaarlijke stoffen. Zie ook de definitievan zwaar metaal in hoofdstuk 6 van deze handleiding.

De algemene, niet elders in te delen filter- en absorptiematerialen kunnen dan ingedeeld worden volgens één van onderstaande codes, afhankelijk van de eventuele aanwezigheid van gevaarlijke stoffen:

- 15 02 02* absorbentia, filtermateriaal (inclusief niet elders genoemde oliefilters), poetsdoeken en beschermende kleding die met gevaarlijke stoffen zijn verontreinigd;

- 15 02 03 niet onder 15 02 02 vallende absorbentia, filtermateriaal, poetsdoeken en beschermende kleding.

Zoals voor herbruikbare verpakking geldt dat poetsdoeken in een retoursysteem niet als afvalstof beschouwd dienen te worden. Pas als ze versleten zijn en het retoursysteem verlaten, moeten ze als afvalstof gemeld worden. Zie definitie en omschrijving in paragraaf 6.13.

113