• No results found

Afval van elektrische en elektronische apparatuur (EURAL-rubriek 16 02)

Geen afval Afval

8 Afvalspecifieke benadering

8.5 Afval van elektrische en elektronische apparatuur (EURAL-rubriek 16 02)

(Afval van) elektrische en elektronische apparatuur wordt ingedeeld in rubriek 16 (bedrijfsmatig) of rubriek 20 (huishoudelijk) afhankelijk van de aard van het toestel, los van de producent / eindgebruiker van het toestel. Toestellen met een specifiek professioneel doeleinde noemen we bedrijfsmatige toestellen, bijvoorbeeld server, koeltoog, tandartsstoel, enz. Toestellen die zowel door huishoudens als bedrijven gebruikt worden, noemen we huishoudelijke toestellen,

bijvoorbeeld een PC, koelkast, enz.

Afval van elektrische en elektronische apparatuur moet altijd worden ingedeeld als gevaarlijk afval, tenzij het tegendeel bewezen kan worden. Voor volledig gedemonteerd of gedepollueerd afval van elektronische en elektrische apparaten zijn er voor vergunde verwerkers andere codes van toepassing. De gevaarlijke onderdelen en componenten (PCB-houdende

condensatoren, batterijen, kunststoffen die broomhoudende brandvertragers bevatten…) en niet-gevaarlijke onderdelen (ferro, non-ferro, kunststoffen die geen broomhoudende

brandvertragers bevatten,…) worden gescheiden als aparte afvalstromen.

8.5.1 Niet-gedemonteerde / gedepollueerde apparatuur

Voor professionele apparatuur gelden de volgende EURAL-codes:

16 02 09* transformatoren en condensatoren die PCB’s bevatten

Deze apparaten dienen slechts onder deze code opgenomen te worden van zodra ze PCB-houdende vloeistoffen bevatten (of bevat hebben en niet zijn gereinigd) in een concentratie van meer dan 50 mg/kg (zie ook onder hoofdstuk 6 van deze handleiding).

16 02 10* niet onder 16 02 09 vallende afgedankte apparatuur die PCB's bevat of daarmee verontreinigd is

Hier geldt dezelfde opmerking als voor 16 02 09*.

16 02 11* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's en/of HFK’s bevat

Het gaat hier hoofdzakelijk over koelinstallaties en airconditioningsinstallaties.

Brandblusapparatuur met halonen onder druk dient vermeld te worden onder code 16 05 04*

(gassen in drukhouders (inclusief halonen) die gevaarlijke stoffen bevatten).

16 02 12* afgedankte apparatuur die vrije asbestvezels bevat Apparatuur die asbest bevat, wordt STEEDS als gevaarlijk beschouwd.

16 02 13* niet onder 16 02 09 tot en met 16 02 12 vallende afgedankte apparatuur die gevaarlijke onderdelen bevat

Onder gevaarlijke onderdelen worden onder meer volgende zaken beschouwd (niet-limitatieve lijst):

― gevaarlijke batterijen (zie verder in hoofdstuk 8.9 van deze handleiding)

― kwikschakelaars (Hg);

― glas van kathodestraalbuizen;

― geactiveerd glas;

― fluorescentie- en gasontladingslampen: TL-lampen, hoge druk-natriumlampen (SON), PL- en SL-spaarlampen, HPL hoge druk lampen, HPI, ML en SOX gasontladings-lampen (Hg, Pb en Na);

― LCD-schermen;

― computerschermen, zoals CRT’s, TFT’s;

― berylliumhoudende elektronica (Be);

― zonnepanelen met mengsel Sl-houdende en CdTe-houdende zonnepanelen met concentratie CdTe > 0,1 gw%;

― zuiver CdTe-houdende zonnepanelen met concentratie CdTe > 0,1 gw%;

― printplaten met gevaarlijke onderdelen, zoals batterijen, kwik, lood en ander PCB-houdende componenten;

― enz.

16 02 14 niet onder 16 02 09 tot en met 16 02 13 vallende afgedankte apparatuur Alle afval van elektronische en elektrische apparaten moet als gevaarlijk beschouwd worden totdat alle gevaarlijke onderdelen zijn verwijderd.

Voor niet-gedemonteerde of gedepollueerde huishoudelijke apparatuur gelden volgende Eural-codes:

20 01 21* TL-buizen en ander kwikhoudend afval (hieronder vallen gescheiden ingezamelde TL-buizen van bedrijven);

20 01 23* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolwaterstoffen bevat

20 01 35* niet onder 20 01 21* en 20 01 23* vallende afgedankte elektrische en

elektronische apparatuur die gevaarlijke onderdelen bevat (onder meer zonnepanelen met CdTE-concentratie > 0,1 gw%);

20 01 36 niet onder 20 01 21*, 20 01 23* en 20 01 35* vallende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Alle afval van elektronische en elektrische apparaten moet als gevaarlijk beschouwd worden totdat alle gevaarlijke onderdelen zijn verwijderd.

Uitzonderingen zijn wegwerpcamera’s met alkalibatterij, die als niet-gevaarlijk worden geschouwd.

Ook zuiver Si-houdende zonnepanelen, zuiver CdTe-houdende zonnepanelen met een concentratie CdTe < 0,1 gw% en zuiver CIS/CIGS-houdende zonnepanelen zijn ongevaarlijk afval.Voor panelen van huishoudelijke of vergelijkbare oorsprong geldt in deze gevallen code 20 01 36, voor panelen van professionele installaties 16 02 16. Panelen met een specifiek

professioneel doeleinde worden beschouwd als panelen die tot doel hebben stroom op het net te zetten en te verkopen, eerder dan in eigen huishoudelijke of vergelijkbare energiebehoefte te voldoen.

Let op: gloeilampen en CD-ROM’s zijn geen elektrische of elektronische apparatuur, en dienen als restafval onder EURAL-code 20 03 01 ingedeeld te worden en dus niet onder code 16 02 16. Armaturen zijn wel elektrische apparatuur en horen onder code 20 01 35*.

8.5.2 Gedemonteerde / gedepollueerde apparatuur

Na ontmanteling en demontering zijn onder meer volgende EURAL-codes van toepassing:

16 02 15* uit afgedankte apparatuur verwijderde gevaarlijke onderdelen

Hieronder valt onder meer kunststofafval dat broomhoudende brandvertragers bevat (vb.

kunststofomkasting van computers). Het gaat om gevaarlijk afval van zodra de volgende concentraties overschreden worden: PPB > 50 ppm; Octa-BDE: > 5000 ppm; Penta-BDE: >

25%; Deca-BDE: > 25%.

16 02 16 niet onder 16 02 15 vallende uit afgedankte apparatuur verwijderde onderdelen Bijvoorbeeld :

― niet-gevaarlijke inktcartridges

― niet-gevaarlijk kunststofafval

― armaturen

Rubr. 16 06 voor batterijen

117 19 12 07 voor hout zonder gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld de omkasting van oude

TV-toestellen)

19 12 02 voor ferrometalen 19 12 03 voor non-ferrometalen 19 12 04 voor kunststoffen en rubber 19 12 05 voor glas (zuiver glas)

Lege toners en cartridges horen onder EURAL-code 16 02 15* (gevaarlijk) of 16 02 16 (ongevaarlijk) indien afkomstig van professionele toestellen, en EURAL-code 20 01 27*

(gevaarlijk) of 20 01 28 (ongevaarlijk) indien afkomstig van huishoudelijke toestellen. Ze zijn al dan niet gevaarlijk afhankelijk van welke inkt werd gebruikt. Indien niet geweten is of het al dan niet om gevaarlijke inkten gaat, dienen de toners of cartridges als gevaarlijk ingedeeld te worden. Indien voor EURAL-code 16 02 16 of 20 01 28 wordt gekozen, dan dient via MSDS-fiches aangetoond kunnen worden dat het om ongevaarlijke inkt of toner gaat.

Los inktpoeder valt onder EURAL-code 08 03 12* (gevaarlijk) 08 03 13 (ongevaarlijk).

Lege inktcartridges van bedrijven die ingezameld worden met de bedoeling om opnieuw gevuld te worden, worden NIET als afval aanzien indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:

― het gaat over intacte, niet beschadigde, lege cartridges;

― de cartridges zijn goed verpakt zodat ze niet beschadigd kunnen worden;

― er mogen geen andere afvalstoffen worden meegenomen;

― de opgehaalde cartridges worden RECHTSTREEKS afgevoerd naar de hervuller;

― de hervulde cartridges moeten als dusdanig herkenbaar zijn voor de koper.

Indien NIET aan deze voorwaarden wordt voldaan, dienen de cartridges WEL als afval te wor-den beschouwd.