• No results found

Geen afval Afval

8.15 Bouw- en sloopafval (EURAL hoofdstuk 17)

Het gaat hier over afvalstoffen die vrijkomen bij bouw- (onderhoud en verbouwing) en/of sloopwerkzaamheden. Het verder sorteren en behandelen van deze afvalstoffen in

breekinstallaties valt niet onder dit EURAL-hoofdstuk. Afvalstoffen die vrijkomen bij dergelijke verwerkingshandelingen, dienen opgenomen te worden in rubriek 19 12 van de EURAL-lijst.

Bouw- en sloopafval wordt hoofdzakelijk gegeneerd door aannemers, maar kan ook door elk ander bedrijf gegeneerd worden, indien zij bouw-, onderhouds- of sloopactiviteiten in eigen beheer uitvoeren.

Zowel gebouwenconstructie- als infrastructuurwerken worden hier in aanmerking genomen.

Bouw- en sloopafval dat door particulieren wordt gegenereerd en naar het containerpark wordt gebracht of door de gemeentelijke diensten apart wordt opgehaald, dient onder EURAL-hoofdstuk 20 opgenomen te worden (codes 20 01 37* voor hout met en 20 01 38 voor hout zonder gevaarlijke stoffen, 20 01 99 voor bouwpuin). Wanneer een mengeling van bouw- en sloopafval gips bevat, moet deze altijd geklasseerd worden onder een van de 17 09 codes.

Het is de bedoeling om zoveel mogelijk fracties van bouw- en sloopafval te scheiden zodat homogene afvalstromen ontstaan. Het niet gescheiden, gemengde bouw- en sloopmateriaal moet ingedeeld worden onder code 17 09 04 indien het over materiaal zonder gevaarlijke stoffen gaat en onder code 17 09 03* indien er gevaarlijke stoffen in aanwezig zijn.

Zie ook het OVAM Achtergronddocument opmaak van sloopinventaris. In dit document worden verschillende materialen uit de bouw met hun meest aangewezen Eural-code gegeven.

8.15.1 Beton, stenen, tegels en keramische producten (17 01)

Onder deze EURAL-rubriek van bouw- en sloopafval dienen alle gescheiden fracties van steenachtige afvalstoffen te worden opgenomen die vrijkomen bij het slopen van bouwkundige werken (gebouwen, wegen, waterwerken, ...). Het gaat hier over de volgende codes:

17 01 01 betonpuin;

17 01 02 baksteenpuin;

17 01 03 keramische materialen;

17 04 06* gevaarlijk mengpuin;

17 01 07 ongevaarlijk mengpuin.

Gipshoudende stromen, asfalthoudende stromen en natuurlijk bodemmateriaal en stenen (ook spoorwegballast) worden elders ingedeeld (zie verder).

8.15.2 Hout, glas en kunststof (17 02)

De codes uit deze EURAL-rubriek worden hieronder telkens met een voorbeeld verduidelijkt.

17 02 01 hout (vb. houtafval van bekisting, van deuren en ramen);

17 02 02 glas (vb. gewoon helder vensterglas);

17 02 03 kunststof (vb. bouwmaterialen uit PVC zoals raamprofielen en elektrische kabels);

17 02 04* glas, kunststof en hout die gevaarlijke stoffen bevatten of daarmee verontreinigd zijn, zoals:

- met gevaarlijke stoffen behandeld/geconserveerd hout (afhankelijk van aard en concentratie van aanwezige stoffen);

- kunststof met hoge concentraties aan weekmakers, vlamvertragers, gevaarlijke pigmenten (vb. PVC met Sb2O3, bepaalde PUR-schuimen met nog aanwezige vrije isocyanaten, ...).

129

8.15.3 Bitumineuze mengsels, koolteer en met teer behandelde producten (17 03)

Potentieel teerhoudende materialen (o.a. asfaltbrokken en roofing dakbedekking) dienen onderzocht te worden op hun teergehalte alvorens een uitspraak kan worden gedaan over hun al dan niet gevaarlijk karakter. “Teerhoudend” is een criterium om bij spiegelcodes een

onderscheid te maken tussen een gevaarlijke en een niet gevaarlijke variant. Omdat

“teerhoudend” niet als dusdanig opgenomen is in de CLP regelgeving kan OVAM zelf criteria bepalen. OVAM doet dit aan de hand van de PAK spraytest. Zie hoofdstuk 6 van deze handleiding voor meer informatie over het begrip “teerhoudend”. Gebruik van PAK-houdend asfaltgranulaat, PAK-houdend brekerzeefzand van asfalt en PAK-houdend brekerzand van asfalt in bouwtoepassingen kan alleen onder specifieke voorwaarden gebeuren zoals bepaald in artikel 5.3.3.4 van VLAREMA.

Volgende codes kunnen, na analyse, toegekend worden:

17 03 01* bitumineuze mengsels die koolteer bevatten (positieve screeningstest of som gevaarlijke PAK > 0,1%);

17 03 02 niet onder 17 03 01 vallende bitumineuze mengsels;

17 03 03* koolteer en met teer behandelde producten (positieve screeningstest of som gevaarlijke PAK > 0,1%).

8.15.4 Metaal (inclusief legeringen) (17 04)

Bouw- en sloopafval dat louter bestaat uit metalen constructiematerialen dient in deze EURAL-rubriek ondergebracht te worden. Het gaat hier enkel over visueel waarneembare metalen onderdelen (en niet over materialen die metaalverbindingen bevatten).

De verschillende metalen dienen zoveel mogelijk gescheiden te worden. Gemengde metalen worden onder code 17 04 07 opgenomen.

17 04 01 koper, brons en messing (vb. koperen buizen, dakgoten, ...);

17 04 02 aluminium (vb. aluminium raamprofielen, ...);

17 04 03 lood (vb. oude loden waterleidingsbuizen, ...);

17 04 04 zink (vb. zinken dakbedekking, ...);

17 04 05 ijzer en staal (vb. afval van betonijzers van gewapend beton, ...);

17 04 06 tin;

17 04 09* metaalafval dat met gevaarlijke stoffen is verontreinigd;

17 04 10* kabels die olie, koolteer of andere gevaarlijke stoffen bevatten (uitvoeren van minerale olie-analyse en teer-test);

17 04 11 niet onder 17 04 10 vallende kabels (vb. elektriciteitskabels, ...).

8.15.5 Grond (inclusief uitgegraven bodem van verontreinigde locaties), stenen en baggerspecie (17 05)

Hieronder worden materialen opgenomen die bestaan uit van oorsprong natuurlijke

bodemmaterialen. Deze materialen kunnen door hun gebruik, of ligging ten opzichte van een verontreinigende activiteit, wel vervuild zijn geraakt.

Baggerslib en ruimingsspecie worden eveneens ingedeeld onder deze EURAL-rubriek. Ook (vervuilde) uitgegraven grond van bodemsaneringswerken dient hieronder opgenomen te worden (17 05 03* of 17 05 04).

Een verontreingde grond hoeft echter niet noodzakelijk gevaarlijk te zijn. Of de grond wel of niet verontreinigd is, wordt als volgt bepaald:

― als de verwerker een grondreinigingscentrum is, gaan we ervan uit dat de grond verontreinigd is

― als de verwerker een TOP is, gaan we ervan uit dat de grond niet-verontreinigd is Om te bepalen of de verontreinigde grond gevaarlijk is, hangt af van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. Voor meer informatie verwijzen we naar hoofdstuk 7.

17 05 03* grond en stenen die gevaarlijke stoffen bevatten, grond voor een

recyclagecentrum, grond uit bodemsaneringen die gevaarlijke stoffen bevatten;

17 05 04 niet onder 17 05 03 vallende grond en stenen, verontreinigde grond uit bodemsaneringen die geen gevaarlijke stoffen bevatten;

17 05 05* baggerspecie die gevaarlijke stoffen bevat;

17 05 06 niet onder 17 05 05 vallende baggerspecie;

17 05 07* spoorwegballast die gevaarlijke stoffen bevat;

17 05 08 niet onder 17 05 07 vallende spoorwegballast.

De grens tussen "grond met stenen" (als afvalstof) en bouw- en sloopafval ligt op 75% stenen.

Zie ook de OVAM-handleiding “Memo – Gehalte aan stenen in uitgegraven bodem (grond)”.

Zie ook de OVAM-website ivm uitgegraven bodem en het schema 'herkomst-bestemming-vervoersdocumenten'.

Voor meer informatie over het bepalen of een afvalstof al dan niet gevaarlijk is, verwijzen we naar hoofdstuk 7 van deze handleiding.

8.15.6 Isolatiemateriaal en asbesthoudend bouwmateriaal (17 06)

Onder rubriek 17 06 worden diverse isolatiematerialen ondergebracht, zoals glaswol, rotswol en specifieke asbesthoudende bouwmaterialen zoals spuitasbest, asbest coatings en

asbestcement.

Alle asbesthoudende bouwmaterialen worden als gevaarlijk beschouwd, ongeacht het al dan niet vrijkomen van vrije vezels. Afvalstoffen die echter minder dan 100 mg/kg DS bevatten, gemeten volgend de specifieke procedure uit het afvalstoffencompendium, worden als

“asbestvrij” beschouwd. Zie ook hoofdstuk 6 van deze handleiding voor meer informatie over asbesthoudend afval).

17 06 01* asbesthoudend isolatiemateriaal (vb. spuitasbest);

17 06 03* overig isolatiemateriaal dat uit gevaarlijke stoffen bestaat of dergelijke stoffen bevat;

17 06 04 niet onder 17 06 01 en 17 06 03 vallend isolatiemateriaal (vb. isolatiemateriaal zonder minerale of keramische vezels of met vezels van minder fijne diameters);

17 06 05(*) asbesthoudend bouwmateriaal.

8.15.7 Gipshoudend bouwmateriaal (17 08)

In rubriek 17 08 worden onder andere gipskartonplaten, gipsblokken en bouwpleisters in poedervorm ingedeeld. Ook cellenbeton (Ytong, Durox,…) wordt in deze rubriek ondergebracht (17 08 02).

Voor meer informatie over het bepalen of een afvalstof al dan niet gevaarlijk is, verwijzen we naar hoofdstuk 7 van deze handleiding.

17 08 01* gipshoudend bouwmateriaal dat met gevaarlijke stoffen is verontreinigd;

17 08 02 niet onder 17 08 01 vallend gipshoudend bouwmateriaal.

131

8.15.8 Overig bouw- en sloopafval (17 09)

Alle niet hoger in deze EURAL-rubriek in te delen bouw- en sloopafval dient onder één van volgende codes te worden opgenomen:

17 09 01* bouw- en sloopafval dat kwik bevat (vb. sloopafval waarin TL-lampen vermengd zitten, ...);

17 09 02* bouw- en sloopafval dat PCB's bevat (vb. PCB-houdende kit, vloerbedekkingen waarin PCB-houdende hars is verwerkt, isolerende beglazing met PCB-houdende afdichting, PCB-houdende condensatoren),

17 09 03* overig bouw- en sloopafval (inclusief gemengd afval) dat gevaarlijke stoffen bevat;

17 09 04 niet onder 17 09 01, 17 09 02 en 17 09 03 vallend gemengd bouw- en sloopafval.

Gemengd ongesorteerd bouw- en sloopafval dient dus onder EURAL-code 17 09 03* of 17 09 04 ingedeeld te worden.

8.16 Afval van afvalbeheer (EURAL hoofdstuk 19.1 tot