• No results found

Sector- en procesbeschrijving met bespreking van afvalstoffen

Geen afval Afval

Categorie 3-materiaal zijn dierlijke bijproducten die geen ernstig gevaar opleveren voor de verspreiding van op mens of dier overdraagbare ziekten, zoals afval van voor menselijke

9.1.1 Sector- en procesbeschrijving met bespreking van afvalstoffen

In dit hoofdstuk beschrijven we eerst subsectoren die dieren of dierlijke producten verwerken tot producten voor menselijke consumptie, met name de zuivelindustrie, de slachthuizen en de vlees- en visverwerkende industrie besproken.

Vervolgens wordt ingegaan op de bedrijven die het uiteindelijke dierlijk afval uit deze sectoren verder verwerken, met name vilbeluik, gelatineproductie en vetsmelten.

9.1.1.1 Zuivelsector, slachthuizen, vlees- en visverwerking Zuivelsector

De afvalstoffen in de zuivelsector bestaan voornamelijk uit afgekeurde verpakkingsmaterialen en afgekeurde eindproducten of nevenproducten. In de zuivelsector is, net zoals in de gehele voedingsnijverheid, hygiëne uitermate belangrijk. Ook hier komen dus de typische reinigings- en ontsmettingsafvalstoffen voor. Ook de afvalstoffen die voortkomen van koeling zijn hier terug te vinden. Meestal hebben zuivelbedrijven een eigen waterzuiveringsinstallatie.

Specifieke EURAL-afvalstoffencodes:

07 06 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen (detergent-/ desinfectie-oplossingen);

02 05 01 voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal (snijresten van kaas, mislukte producten, ranzige boter, melk (geschikt voor bewerking) ...);

02 05 02 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse (bioslib, specifiek slib van vetafscheider onder 19 08);

02 05 99 niet elders genoemd afval (vb. melkpoederstof);

rubriek 13 05 afvalstoffen van olie/waterscheiders (los van waterzuiveringsinstallatie van het zuivelfabriek, resten van wasinstallatie voor vrachtwagens);

14 06 01* chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's, HFK's (resten van koelmiddelen);

rubriek 15 01 diverse selectief ingezamelde verpakkingsmaterialen (van ontpakking);

rubriek 15 02 filters, poetsdoeken, vervuilde kledij (vb. stoffilter);

16 02 11* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's en/of HFK’s bevat (afgedankte koelinstallaties of diepvriezers);

16 03 06 organisch afval van afgekeurde charges zonder gevaarlijke stoffen (vb. niet meer bruikbare inpakmaterialen);

rubriek 16 05 resten van chemicaliën (vb. desinfectiemiddelen, reinigingsmiddelen, voedingsadditieven...);

rubriek 16 10 vloeibare stromen die extern verwerkt worden (indien niet verwerkt in eigen zuiveringsinstallatie);

19 08 09 vet- en oliemengsels uit olie/waterscheiders die uitsluitend spijsolie en –vetten bevatten (afval uit geïntegreerde olie/waterafscheider uit eigen

waterzuiveringsinstallatie).

Slachthuizen

De afvalstoffen in slachthuizen bestaan voornamelijk uit afvalmateriaal van de dieren zelf (vb.

mest en strooisel), slachtafval, chemicaliën voor de behandeling van huiden, en afval gerelateerd aan reinigingsactiviteiten (detergenten, desinfectie). Verder kunnen de

151 koelsystemen in het slachthuis afval van koelmiddelen opleveren en anderzijds afgedankte apparatuur. Een specifieke afvalstroom is nog het wasslib dat ontstaat bij het wassen van de vrachtwagens.

De meeste slachthuizen hebben een eigen waterzuiveringsinstallatie met olie/vetafscheider en roostervang voor de grove delen. Om geur- en stofproblemen te vermijden worden specifieke filters geplaatst. Indien het slachthuis geen eigen installatie heeft, dan dient het als afvalwater afgevoerd te worden. Waar slachthuizen geen eigen lokale afvalwaterbehandeling hebben wordt het afvalwater afgevoerd naar een externe behandeling. Code 16 10 02 (of spiegelcode 16 10 01*) is dan van toepassing.

Specifieke EURAL-afvalstoffencodes :

07 06 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen (detergent-/ desinfectie-oplossingen);

02 01 02 afval van dierlijke weefsels (volledige dieren: dood aangevoerde dieren, aangevoerde dieren die niet goedgekeurd worden voor de slacht, ...);

02 01 06 dierlijke feces, urine en mest (inclusief gebruikt stro), afvalwater, gescheiden ingezameld en elders verwerkt (vb. mest en strooisel van opvangstal

voorafgaandelijk aan het slachten, darminhoudlediging, ongeboren mest);

02 02 01 slib van wassen en schoonmaken (grove delen van roostervang zoals haren, beenderen, slib met bloed, ..);

02 02 02 afval van dierlijke weefsels (vb. haren, hoorns, hoeven, koppen en ruggemerg van runderen, lege darmen, veren van pluimveeslachterijen, ...);

02 02 03 voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal (vb. dierlijk materiaal met te veel hormonen, te veel antibiotica, bedorven materiaal, afgekeurde

karkassen, ...);

02 02 04 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse (biologisch waterzuiveringsslib);

02 02 99 niet elders genoemd afval;

rubriek 13 05 afvalstoffen van olie/waterscheiders (los van waterzuiveringsinstallatie van het slachthuis, resten van wasinstallatie voor vrachtwagens);

14 06 01* chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's, HFK's (resten van koelmiddelen);

rubriek 15 02 filters, poetsdoeken, vervuilde kledij (vb. stoffilters, actief koolfilters);

16 02 11* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's en/of HFK’s bevat (afgedankte koelinstallaties of diepvriezers);

rubriek 16 05 resten van chemicaliën (vb. NaCl, boorzouten, desinfectiemiddelen,

reinigingsmiddelen, zuren, basen, scrubberchemicaliën voor geurverwijdering, ...);

rubriek 16 10 vloeibare stromen die extern verwerkt worden (indien niet verwerkt in eigen zuiveringsinstallatie);

19 08 09 vet- en oliemengsels uit olie/waterscheiders die uitsluitend spijsolie en –vetten bevatten (afval uit geïntegreerde olie/waterafscheider uit de

waterzuiveringsinstallatie).

20 01 30 detergenten zonder gevaarlijke stoffen.

Vlees- en visverwerking

De afvalstoffen betreffen hier hoofdzakelijk snijresten (afval van dierlijke weefsels) en resten van verwerkte of afgekeurde eindproducten (afval van de verwerkte dierlijke weefsels). Het gaat hier over het algemeen over categorie 3-materiaal, tenzij er na/tijdens de productie een voor de mens gevaarlijke infectie is opgetreden, waardoor categorie 2-materiaal als afval gegenereerd wordt. Ook afvalstoffen van conserveringsproducten en additieven, frituurolie, reiniging van de installaties, van koelinstallaties en van waterzuivering of geurfiltratie kunnen voorkomen. Een belangrijke groep afvalstoffen zijn de verpakkingsmaterialen, zowel van de uitgepakte grondstoffen als van de ingepakte eindproducten. Er dient op gewezen te worden dat verpakkingen die niet meer gebruikt kunnen worden voor inpakken van het eindproduct (vb.

omwille van verkeerd etiket) ingedeeld moeten worden onder EURAL-rubriek 16 03 voor afgekeurde charges of onder EURAL-hoofdstuk 20 voor de selectief ingezamelde stromen.

Specifieke EURAL-afvalstoffencodes :

07 06 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen (detergent- / desinfectie-oplossingen);

02 02 01 slib van wassen en schoonmaken (grove delen van roostervang zoals haren, beenderen, schubben, ...) te beschouwen als dierlijk afval;

02 02 02 afval van dierlijke weefsels (vb. vissenkoppen, graten, beenderen, ...) te beschouwen als dierlijk afval;

02 02 03 voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal (vb. dierlijk materiaal met te veel hormonen, te veel antibiotica, bedorven materiaal, afgekeurde

karkassen, ...) te beschouwen als dierlijk afval; voor consumptie ongeschikt materiaal betekent materiaal dat niet voldoet aan de klanteneisen;

02 02 04 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse (biologisch waterzuiveringsslib);

02 02 99 niet elders genoemd afval;

14 06 01* chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's, HFK's (resten van koelmiddelen);

rubriek 15 02 filters, poetsdoeken, vervuilde kledij (vb. stoffilters, actief koolfilters);

16 02 11* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's en/of HFK’s bevat (afgedankte koelinstallaties of diepvriezers);

rubriek 16 05 resten van chemicaliën (vb. NaCl, zuren, desinfectiemiddelen, reinigingsmiddelen, voedingsadditieven, ...);

rubriek 16 10 vloeibare stromen die extern verwerkt worden (indien niet verwerkt in eigen zuiveringsinstallatie);

19 08 09 vet- en oliemengsels uit olie/waterscheiders die uitsluitend spijsolie en –vetten bevatten (afval uit geïntegreerde olie/waterafscheider uit eigen

waterzuiveringsinstallatie) te beschouwen als dierlijk afval;

20 01 25 spijsolie en –vetten (frituurvetten van gefrituurde bereidingen, vb. van de productie van vissticks, snacks, ...).

Visolieproductie

De afvalstoffen die vrijkomen bij de visolieproductie zijn sterk analoog aan deze van de visverwerking met dit verschil dat er minder snijresten en dergelijke vrijkomen omdat het volledige vaste deel van de vissen verwerkt wordt tot een filterkoek, die nadien gedroogd wordt tot een eiwitrijk poeder. Bij het drogen van deze filterkoek kunnen dioxines vrijgezet worden uit resten van achtergebleven visolie in de filterkoek. Om de eventueel geproduceerde dioxines te absorberen, worden actief kool-filters gebruikt bij het droogproces.

Specifieke EURAL-afvalstoffencodes :

07 06 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen (detergent- / desinfectie-oplossingen);

02 02 01 slib van wassen en schoonmaken (grove delen van roostervang zoals schubben, ...) te beschouwen als dierlijk afval;

02 02 02 afval van dierlijke weefsels (vb. vissenkoppen, graten, ...) te beschouwen als dierlijk afval;

02 02 03 voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal (vb. bedorven materiaal, olie met een te hoog zuur gehalte) te beschouwen als dierlijk afval;

02 02 04 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse (biologisch waterzuiveringsslib);

02 02 99 niet elders genoemd afval;

14 06 01* chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's, HFK's (resten van koelmiddelen);

rubriek 15 02 filters, poetsdoeken, vervuilde kledij (vb. stoffilters, actief koolfilters);

16 02 11* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's en/of HFK’s bevat (afgedankte koelinstallaties of diepvriezers);

rubriek 16 05 resten van chemicaliën (vb. NaCl, zuren, desinfectiemiddelen, reinigingsmiddelen, ...);

rubriek 16 10 vloeibare stromen die extern verwerkt worden (indien niet verwerkt in eigen zuiveringsinstallatie);

19 08 09 vet- en oliemengsels uit olie/waterscheiders die uitsluitend spijsolie en –vetten bevatten (afval uit geïntegreerde olie/waterafscheider uit eigen

waterzuiveringsinstallatie); te beschouwen als dierlijk afval.

153 9.1.1.2 Verwerkingsbedrijven van dierlijk afval

Vilbeluik

In een modern verwerkingsbedrijf voor dierlijk afval komen diverse verwerkingstechnieken aan bod in functie van de verschillende grondstoffen. Als inputmaterialen kunnen alle dierlijke afvalstromen uit vorige paragrafen verwerkt worden.

Slachtbijproducten (EURAL-codes 02 02 02 en 02 02 03; vb. beenderen, koppen, afgekeurde karkassen, ...) en kadavers (EURAL-code 02 01 02) worden achtereenvolgens gebroken, gepasteuriseerd en gesteriliseerd. Daarna vindt het indampen, drogen en scheiden in meel en vetten plaats.

Het bloed wordt verhit en de vaste stof en vloeistof worden van elkaar gescheiden. De vaste stof wordt gesteriliseerd, gedroogd, gemalen en gezeefd tot bloedmeel. De vloeistof wordt afgevoerd naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie.

Veren en haren worden gehydrolyseerd (onder druk en hoge temperatuur) en vervolgens gedroogd en gemalen tot veren- en haarmeel.

Beenderen : zie verder onder gelatineproductie.

Specifiek risicomateriaal (cat. 1-materiaal) wordt verkleind, gedroogd en met behulp van persen ontvet. Het vet en het meel worden ter vernietiging afgevoerd naar een verbrandingsinstallatie.

Bij al deze processen is het bestrijden van geur- en stofhinder essentieel. Hiervoor worden specifieke filters (luchtwassers, biofilters, actief koolfilters of stoffilters) geplaatst.

Geconcentreerde stankstoffen worden verbrand. Dergelijke installaties zijn meestal voorzien van een eigen waterzuiveringsinstallatie, waarbij de typische afvalwaterzuiveringsafvalstoffen vrijkomen. Ook hier is het reinigen en ontsmetten van installaties essentieel zodat ook hier detergent- en/of ontsmettingsresten aanwezig kunnen zijn als afval.

Bij het breken van de inputmaterialen (beenderen en karkassen) ontstaat stof dat via doekenfilters wordt afgescheiden. Tijdens de verhitting komt geur vrij die via scrubbers of op actief koolfilters wordt vastgelegd. Bij hydrolyse van veren en haren kunnen zuren en basen als reststoffen vrijkomen. Specifiek risicomateriaal wordt omgezet in vet en meel dat naar

verbranding wordt afgevoerd.

Specifieke EURAL-afvalstoffencodes :

07 06 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen (detergent-/ desinfectie-oplossingen);

02 02 02 afval van dierlijke weefsels (vb. resten van dierlijk materiaal die geen afzet meer kennen als eindproduct, geconditioneerd specifiek risicomateriaal, ...);

rubriek 13 05 afvalstoffen van olie/waterscheiders (los van waterzuiveringsinstallatie van het vilbeluik, resten van wasinstallatie voor vrachtwagens);

14 06 01* chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's, HFK's (resten van koelmiddelen);

rubriek 15 02 filters, poetsdoeken, vervuilde kledij (vb. stoffilters, actief koolfilters voor geurverwijdering);

16 02 11* afgedankte apparatuur die chloorfluorkoolwaterstoffen, HCFK's en/of HFK’s bevat (afgedankte koelinstallaties of diepvriezers);

rubriek 16 05 resten van chemicaliën (vb. desinfectiemiddelen, reinigingsmiddelen, zuren en basen, ...);

rubriek 16 10 vloeibare stromen die extern verwerkt worden (indien niet verwerkt in eigen zuiveringsinstallatie);

rubriek 19 08 afvalstoffen van eigen waterzuiveringsinstallatie.

Gelatineproductie

De beenderen worden ontvet, gedroogd en vermalen. Door toevoeging van HCl treedt demineralisatie op. Vervolgens wordt na een alkalisch hydrolyse-proces gelatine gevormd. Bij het vermalen van beenderen komt stof vrij dat door stoffilters wordt afgevangen. Resten van de zure demineralisatie en de alkalische hydrolyse komen als specifieke afvalstromen vrij. Het vet

van de ontvetting komt als afvalstroom vrij, maar wordt meestal nog als nevenproduct verkocht aan de veevoederindustrie.

Specifieke EURAL-afvalstoffencodes :

rubriek 06 01 diverse zure afvalstromen (vb. HCl van demineralisatie van beenderen);

rubriek 06 02 diverse alkalische afvalstromen (van alkalische hydrolyse van beenderen);

rubriek 15 02 poetsdoeken, filters, vervuilde kledij (stoffilters van vermalen van beenderen);

rubriek 19 08 afvalstoffen van eigen waterzuiveringsinstallatie (waaronder specifiek vet van olie/water-scheider).

Vetsmelten

De belangrijkste afvalstoffen bij vetsmelting zijn actief koolmateriaal voor geurabsorptie en filters van stoffiltratie, en afgekeurde vet-partijen.

Specifieke EURAL-afvalstoffencodes :

02 02 02 afval van dierlijke weefsels (resten van ontvet materiaal);

rubriek 15 02 poetsdoeken, filters, vervuilde kledij (vb. stoffilters, actief koolfilters voor geurabsorptie);

rubriek 19 08 afvalstoffen van eigen waterzuiveringsinstallatie.