• No results found

Garages, koetswerkherstelbedrijven en autohandel

(oppervlakte)behandeling van metalen

9.6 Garages, koetswerkherstelbedrijven en autohandel

Onder deze sector beschouwen we volgende activiteiten :

― handel van nieuwe voertuigen en onderhoud voertuigen;

― wassen en herstelling van voertuigen;

― carrosserie-activiteiten.

Auto-afbraak en sloop behandelen we niet in dit hoofdstuk, maar in hoofdstuk 9.7. Sommige garages voeren deze activiteit uit, maar hiervoor is meestal een erkenning als centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen nodig10.

9.6.1 Sector- en procesbeschrijving met bespreking van afvalstoffen

De toegepaste processen kunnen ingedeeld worden in een aantal grote procesgroepen, namelijk :

― reinigen en ontvetten (zie ook bij de sector “chemische oppervlaktebehandeling van metalen”);

― onderhoud/herstelling;

― mechanische bewerking (zie ook bij de sector “mechanische oppervlaktebehandeling van metalen”);

― aanbrengen van bedekkingsmiddelen (zie ook bij de sector “productie van bedekkingsmiddelen en chemische (oppervlakte)behandeling” (hoofdstuk 9.5)).

9.6.1.1 Reinigen en ontvetten

Het vetvrij maken van onderdelen en koetswerk voorafgaandelijk aan het lakken gebeurt meestal met vodden gedrenkt in een chloorhoudend solvent (vb. PER en TRI).

Bij het reinigen van koetswerk (car- en truckwash-activiteiten) worden detergenten gebruikt, gecombineerd met mechanische beweging (rolsponsen). Het plaatsen van

olie/waterafscheiders is essentieel bij wasinstallaties voor voertuigen.

Het reinigen van het interieur gebeurt in eerste instantie door stofzuigen. Nadien worden de stoffen zetels eventueel nog verder gereinigd met specifieke chemicaliën.

Om een gereinigd koetswerk volledig mooi af te werken, wordt het koetswerk nog ingesmeerd met bepaalde vetten/wassen en speciaal opgeblonken (“simoniseren”).

10 Garages die maximaal 5 afgedankte voertuigen opslaan bestemd voor de demontage van onderdelen voor rechtstreeks hergebruik (onderdelen dienen voor herstelling van andere voertuigen in de eigen garage en mogen niet verkocht worden) hebben geen erkenning als centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen nodig.

Specifieke EURAL-codes voor de afvalstoffen die bij deze activiteiten vrijkomen zijn :

07 06 01* waterige wasvloeistoffen en moederlogen (detergentoplossingen van het was-sen van koetswerk);

12 01 12* afgewerkte wassen en vetten (“simoniseer”-vetten);

rubriek 13 05 afvalstoffen uit olie/waterscheiders (slib van het wassen van voertuigen) (olie-houdend, zware metalen, PAK’s, EOX);

14 06 02* gehalogeneerde oplosmiddelen en mengsels van oplosmiddelen (TRI, PER, ...);

14 06 03* niet gehalogeneerde oplosmiddelen en mengsels van oplosmiddelen (thinners, ketonen, esters, alcoholen, ...);

14 06 04*/05¨* slib of vast afval dat wel/niet gehalogeneerde oplosmiddelen bevat (destillatiere-sidu of actief koolfilter met VOS);

rubriek 15 01 verpakkingen (van solventen);

rubriek 15 02 poetsdoeken (met olie), filters (stof van binnenreiniging).

9.6.1.2 Onderhoud, herstelling en plaatsen van accessoires

Hieronder vallen activiteiten die verbonden zijn aan het periodiek nazicht en onderhoud van de auto’s en van de occasionele vervanging van onderdelen. De vervanging van onderdelen kan zowel slaan op koetswerkonderdelen (bumpers, gedeukte staalplaat, ...), elektrische onderdelen (lampen, bedrading, elektronische apparatuur), als mechanische onderdelen (motor, radiator, ...). Ook het periodiek verversen van een aantal vloeistoffen in het voertuig valt onder deze pro-cesbeschrijving (vb. motorolie, remolie, antivriesvloeistof, koelvloeistoffen).

Specifieke EURAL-codes voor de afvalstoffen die bij deze activiteiten vrijkomen zijn :

16 01 03 afgedankte banden;

16 01 04* afgedankte voertuigen;

16 01 06 gedepollueerde afgedankte voertuigen (=ontdaan van alle vloeistoffen en ge-vaarlijke onderdelen);

16 01 07* oliefilters;

16 01 08* onderdelen die kwik bevatten (vb. kwikschakelaars);

16 01 09* onderdelen die PCB’s bevatten;

16 01 10* ontplofbare onderdelen (bv. air bags);

16 01 11*/12 remblokken die wel/geen asbest bevatten;

16 01 13* remvloeistoffen (synthetische olie);

16 01 14* antivriesvloeistoffen die gevaarlijke stoffen bevatten (polyethyleenglycol, propy-leenglycol);

16 01 16 tanks voor vloeibaar gas (LPG-tanks);

16 01 17 ferrometalen (stukken van koetswerkplaat);

16 01 18 non ferrometalen (vb. koperdraad, aluminiumonderdelen, ...);

16 01 20 glas (autoruiten);

16 01 21* andere gevaarlijke onderdelen;

16 01 22 andere niet gevaarlijke onderdelen (specifieke elektronische componenten, elektrische motor zonder vloeistoffen en batterij);

16 01 99 niet elders genoemd afval (vb. luchtfilters, bumpers,...);

16 08 07* afgewerkte katalysatoren die met gevaarlijke stoffen zijn verontreinigd;

rubriek 13 01 hydraulische olie (van machines);

rubriek 13 02 motor-aflaatolie en smeerolie (van machines);

rubriek 13 05 olie/water-afscheidersafvalstoffen;

rubriek 13 07 brandstofresten (diesel en benzine of mengsels);

rubriek 14 06 airco-vloeistoffen met CFK’s;

rubriek 16 05 afvalchemicaliën (vb. antiroestbehandelingsproducten);

rubriek 16 06 batterijen en accuzuur (loodaccu’s, zwavelzuur).

Auto-onderdelen die als afval vrijkomen bij onderhoud en herstelling van voertuigen vallen steeds onder rubriek 16 01. Enkel bepaalde uitgaande afvalstromen van slopers horen onder rubriek 19 (zie hoofdstuk 9.7).

191 Alle vloeistoffen die vrijkomen bij onderhoud en herstelling van voertuigen worden beschouwd als gevaarlijk, tenzij expliciet kan worden aangetoond dat niet het geval is. Kies dan ook voor de spiegelcode (aangeduid met *).

Katalysatoren en elektrische motoren worden in het algemeen terug naar de producent ge-stuurd.

9.6.1.3 Mechanische bewerking

Hieronder vallen handelingen die betrekking hebben op de voorbehandeling van het koetswerk voorafgaandelijk aan lakken. Het gaat hier voornamelijk om het uitdeuken, plamuren, afschuren en afplakken van de te behandelen oppervlakken en al dan niet lassen van bepaalde delen. Bij het plamuren en afschuren komt schuurstof vrij en ook resten van ongebruikt plamuursel. Ook kunststof-schuurstof en -polymeren kunnen vrijkomen bij het herstellen van kunststofonderdelen (vb. bumpers). Ook komt er schroot vrij van verwijderde koestwerkdelen. Bij het lassen en afvij-len van de lasnaden ontstaat er schuurstof.

Specifieke EURAL-codes voor de afvalstoffen die bij deze activiteiten vrijkomen zijn :

07 02 13 kunststofafval (resten van polymeren voor herstelling van kunststofonderdelen) (polyester, Co);

16 01 17 ferrometalen (stukken koetswerk);

16 01 18 non ferrometalen;

16 01 19 kunststof onderdelen;

12 01 01/02 ijzervijlsel en –krullen / ijzerstof;

12 01 03/04 nonferrovijlsel en –krullen / nonferrostof;

12 01 05 kunststofschaafsel en –krullen (slijpstof van bewerken van kunststof onderde-len);

12 01 13 lasafval (resten van laslegering, lasvijlsel) (Sn);

12 01 14* slib van machinale bewerking dat gevaarlijke stoffen bevat;

12 01 16*/17 gebruikt straalgrit met (*)/zonder gevaarlijke stoffen (indien oppervlak gestraald wordt voorafgaandelijk aan lakken);

12 01 18* oliehoudend metaalpolijstslib;

12 01 20*/21 afgewerkt slijpgereedschap en slijpmateriaal met (*)/zonder gevaarlijke stoffen;

12 01 99 niet elders genoemd afval (plamuurstof) (Ba, metaaldeeltjes, verfresten);

rubriek 12 01 afval van machine-olie en emulsies (van het slijpen);

rubriek 15 02 poetsdoeken, filters, vervuilde kledij (ook afplakmateriaal).

9.6.1.4 Aanbrengen van bedekkingsmiddelen

Hieronder vallen handelingen die specifiek betrekking hebben op het lakken en opsmukken van koetswerk, met name manueel spuiten of koetswerkbehandeling in spuitcabines. De verf is meestal op basis van oplosmiddelen. Tijdens het drogen worden de solventhoudende dampen geadsorbeerd door actief koolfilters. Ook wordt de overmaat aan verf soms opgevangen in een watergordijn. Om spuitpistolen te reinigen worden oplosmiddelen gebruikt. Door destillatie kunnen deze oplosmiddelen eventueel teruggewonnen worden.

Specifieke EURAL-codes voor de afvalstoffen die bij deze activiteiten vrijkomen zijn :

08 01 11* verfresten met organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen;

08 01 12 verfresten zonder oplosmiddelen of andere gevaarijke stoffen; (resten van verf/lak).

08 01 13* slib van verf met organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen;

08 01 14 slib van verf zonder oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen; (slib van reini-ging spuitpistolen, ...).

08 01 15* waterig slib dat verf met organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat;

08 01 16 waterig slib dat verf zonder organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat; (slib van watergordijn spuitcabine, ...);

08 01 17* afval van verfverwijdering dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat (vervuild solventafval);

08 01 18 afval van verfverwijdering zonder organische oplosmiddelen of andere gevaar-lijke stoffen (afval van waterige reiniging);

08 01 19* waterige suspensies die verf met organische oplosmiddelen of andere gevaar-lijke stoffen bevatten;

08 01 20 waterige suspensies die verf zonder organische oplosmiddelen of andere ge-vaarlijke stoffen bevatten;

08 01 21* afval van verf- of lakverwijderaar (resten van chemische afbijtmiddelen);

14 06 02*/03* resten van oplosmiddelen : halogeenhoudend/niet halogeenhoudend;

14 06 04*/05* slib of vast afval met oplosmiddelen : halogeenhoudend/niet halogeenhoudend (vb. destillatieresidu of actief koolfilter met VOS);

rubriek 15 01 vervuild verpakkingsmateriaal;

rubriek 15 02 vervuilde poetsdoeken, stoffilters, ...

rubriek 19 08 afvalstoffen van eigen waterzuivering (indien van toepassing).

9.6.2 Overzicht van mogelijke afvalstoffen

EURAL-