• No results found

Geen afval Afval

EURAL- EURAL-code

9.3 Ferro en non-ferro Metallurgie

9.3.1.1 Thermisch metallurgische processen

De belangrijkste activiteiten waarbij afvalstoffen vrijkomen en die we in volgende paragrafen zullen bespreken zijn:

― productie van cokes en anodes;

― primaire smeltprocessen;

― secundaire smeltprocessen;

― rookgasreiniging;

― input-/output-resten van metaal;

― afval- en koelwaterbehandeling;

― verwerking van slakken en skimmings.

We bespreken de afvalstoffen die vrijkomen bij drie verschillende processen, met name de ijzer- en staalproductie, de aluminiumproductie en de zinkproductie.

Productie van cokes en anodes

Voor de productie van ijzer en staal kan vertrokken worden van ijzererts (primaire productie) of van schroot (secundaire productie). In geval van primaire productie zijn cokes nodig (zie verder). In een cokesfabriek worden via pyrolyse van steenkool cokes en cokegas

geproduceerd. Het cokesgas moet verder gezuiverd worden; bij de reiniging ontstaan specifieke afvalstoffen, zoals PAK’s, BTEX en (zuur)teer (zie ook verder bij paragraaf “Rookgasreiniging”).

165 Specifieke EURAL- afvalstoffencodes zijn:

05 06 01* zuurteer;

05 06 03* overige teer;

05 06 04 afval van koeltorens;

05 06 99 niet elders genoemd afval (vb. kolenstof).

Voor de primaire productie van alumium zijn koolstof-anodes nodig. Deze worden geproduceerd in elektrodefabrieken op basis van cokes en pek. De afvalstoffen die hierbij ontstaan, bevatten koolstof en eventueel teer. Tijdens het gebruik verslijten de anodes, en ze dienen daarom regelmatig vervangen te worden.

Specifieke EURAL- afvalstoffencodes zijn:

10 03 02 anodeafval;

10 03 17* teerhoudend afval van de anodefabricage;

10 03 18 niet onder 10 03 17* vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage.

Primaire smeltprocessen

Voor de primaire productie van ijzer en staal wordt het ijzererts eerst geoxideerd in een sinteroven en vervolgens gereduceerd in een hoogoven. Het vloeibare ruwe ijzer wordt samen met de slakken onderaan de hoogoven afgetapt. Om staal te produceren, wordt het

koolstofgehalte van het vloeibare ijzer via een alkalische zuurstof-oven gereduceerd tot minder dan 1%. Bijkomende handelingen zijn mogelijk, zoals ontzwaveling, toedienen van additieven, legeren met specifieke metalen, enz. Tenslotte wordt het staal in blokken gegoten (“ingots”) of via een continu systeem gegoten. Belangrijkste afvalstoffen zijn slakken en ovenpuin.

Specifieke EURAL- afvalstoffencodes zijn:

10 02 02 onverwerkte slakken (vb. hoogovenslak, LD-slak, ontzwavelingsslak);

10 02 99 niet elders genoemd afval (vb. resten van cokes-lading);

16 11 01* koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat;

16 11 02 niet onder 16 11 01 vallend koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen;

16 11 03* overig ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat;

16 11 04 overig, niet onder 16 11 03 vallend ovenpuin van metallurgische processen.

De primaire productie van aluminium bestaat uit een smeltelektrolyse-proces, waarbij

aluminium-oxide uit bauxiet-erts wordt omgezet in metallisch aluminium. Het elektrolytisch bad is bedekt met koolstof, die als kathode dienst doet. Voorgebrande staven van koolstof fungeren als anode. Op de bodem van het bad wordt het aluminium-metaal afgescheiden. Dit metaal wordt verder behandeld in ovens of wordt in blokken gegoten (halffabrikaten). De belangrijkste afvalstoffen zijn slakken, skimmings (oxidelaag op het vloeibare metaal) en ovenpuin.

Specifieke EURAL- afvalstoffencodes zijn:

10 03 04* slakken van primaire productie;

10 03 15* skimmings die brandbaar zijn of waaruit bij contact met water gevaarlijke hoeveelheden brandbare gassen vrijkomen;

10 03 16 niet onder 10 03 15* vallende skimmings;

16 11 01* koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat;

16 11 02 niet onder 16 11 01* vallend koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen.

Secundaire smeltprocessen Staal en aluminium

Voor de secundaire productie van staal of aluminium wordt schroot soms eerst nog gesorteerd en versneden, en vervolgens gesmolten. De afvalstoffen bij secundaire productie van staal zijn dezelfde als deze bij primaire productie (zie vorige sectie). Bij de secundaire productie van aluminium ontstaan specifieke afvalstoffen, zoals zoutslakken door het toevoegen van speciale anti-oxidatie-smeltzouten en zwarte skimmings bij gebruik van vervuild schroot (vb. verf, plastic, olie). Indien zuiver schroot wordt gebruikt, worden witte skimmings bekomen zoals bij primaire aluminiumproductie.

Specifieke EURAL- afvalstoffencodes:

10 03 15* skimmings die brandbaar zijn of waaruit bij contact met water gevaarlijke hoeveelheden brandbare gassen vrijkomen;

10 03 16 niet onder 10 03 15* vallende skimmings (vb. witte “drosses”);

10 03 08* zoutslakken van secundaire productie;

10 03 09* black drosses van secundaire productie.

Zink

De mogelijke inputmaterialen voor secundaire productie van zink zijn divers: zinkoxiden, zinkschroot of zinkconcentraten. De gebruikte technieken zijn dan ook divers: via ISF (imperial smelting furnace), Waelz oven, slak vervluchtigingsproces, enz. De belangrijkste afvalstoffen zijn slakken, skimmings (oxidatie aan het oppervlak van het vloeibare metaal) en ovenpuin.

Specifieke EURAL- afvalstoffencodes:

10 05 01 slakken van primaire en secundaire productie;

10 05 10* dross en skimmings die brandbaar zijn of waaruit bij contact met water gevaarlijke hoeveelheden brandbare gassen vrijkomen;

10 05 11 niet onder 10 05 10 vallende dross en skimmings;

16 11 01* koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat;

16 11 02 niet onder 16 11 01* vallend koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen;

16 11 03* overig ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat;

16 11 04 overig, niet onder 16 11 03 vallend ovenpuin van metallische processen.

Rookgasreiniging

Er bestaan diverse technieken om de rookgassen van de ovens te reinigen, zoals stoffiltering, actieve kool, natte en droge wassing. Zie hoofdstuk 7 voor informatie over het al dan niet gevaarlijk zijn van de resulterende afvalstoffen.

Specifieke EURAL- afvalstoffencodes:

Ijzer en staal

10 02 07* vast afval van gaszuivering dat gevaarlijke stoffen bevat (vb. actief kool of ander adsorbens met dioxines, PCB’s, PAK’s, Hg, ...);

10 02 08 niet onder 10 02 07 vallend vast afval van gaszuivering (vb. filterstof);

10 02 13* bij gaszuivering verkregen slib en filterkoek die gevaarlijke stoffen bevatten (vb.

gips, CaF2-slib, sulfiden-neerslag, Pb/Zn-houdend fijn slib);

10 02 14 niet onder 10 02 13 vallende bij gaszuivering verkregen slib en filterkoek.

Aluminium

10 03 19* rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat (vb. elektrofilterstof);

10 03 20 niet onder 10 03 19* vallend rookgasstof;

10 03 23* vast afval van gasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat (vb. actief kool);

167 10 03 24 niet onder 10 03 23* vallend vast afval van gasreiniging;

10 03 25* bij gasreiniging vrijkomend slib en filterkoek die gevaarlijke stoffen bevatten (vb.

slib/filterkoek van natte scrubber);

10 03 26 niet onder 10 03 25* vallend bij gasreiniging vrijkomend slib en filterkoek.

Zink

10 05 03* rookgasstof;

10 05 05* vast afval van gasreiniging (vb. actieve kool van PAK- of dioxineabsorptie);

10 05 06* slib en filterkoek van gasreiniging (vb. gips, CaF2, ...).

Input-/output-resten van metaal

Bij de productie van ijzer en staal komen resten van ijzerhoudende materialen vrij. Bij aluminiumproductie zijn het resten van aluminium of aluminiumoxide. Bij zinkproductie zijn het resten van zink, zinhoudende legering of zinkoxide. Normaal gezien wordt dit materiaal opnieuw ingezet in het smeltproces.

Specifieke EURAL- afvalstoffencodes:

Ijzer en staal

01 03 08 niet onder 01 03 07 vallend stof- en poederachtig afval (van Fe-houdende ertsen);

19 12 02 ferrometalen (vb. resten van schroot);

10 02 10 walshuid (tijdens het warm walsen vrijkomende Fe-oxiden met een weinig olie vervuild);

10 02 99 niet elders genoemd afval (vb. Fe-houdend materiaal uit hoogoven).

Aluminium

10 03 05 aluminiumoxide-afval;

10 03 99 niet elders genoemd afval.

Zink

10 05 99 niet elders genoemd afval (van Zn-pyrometallurgie).

Afval- en koelwaterbehandeling

Bij de productie van ijzer, staal en aluminium wordt koelwater op verschillende plaatsen ingezet, bijvoorbeeld voor het koelen van gegoten metaal, het behandelen van brandstof, de behandeling van zoutslakken, enz. Bij directe koeling kan het water smeerolie bevatten.

Bij zinkproductie wordt membraanfiltratie toegepast om de in het afvalwater neergeslagen hydroxides en sulfides uit het water te filteren. Gezien er onder rubriek 10 05 geen specifieke codes voor waterzuivering zijn opgenomen, dienen deze uit rubriek 19 08 gebruikt te worden.

Net zoals bij staal- en aluminiumproductie wordt koelwater ingezet op diverse plaatsen.

Specifieke EURAL- afvalstoffencodes:

Ijzer en staal

10 02 11* oliehoudend afval van koelwaterzuivering;

10 02 12 niet onder 10 02 11* vallend afval van koelwaterzuivering.

Aluminium

10 03 27* oliehoudend afval van koelwaterzuivering;

10 03 28 niet onder 10 03 27* vallend afval van koelwaterzuivering.

Zink

10 05 04 overige deeltjes en stof;

10 05 08* oliehoudend afval van koelwaterzuivering;

10 05 09 niet onder 10 05 08 vallend afval van koelwaterzuivering;

19 08 08* afval van membraansystemen dat zware metalen bevat;

19 08 13* slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat;

19 08 14 niet onder 19 08 13 vallend slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater.

Verwerking van slakken en skimmings

De metaalhoudende slakken worden meestal behandeld (breken, zeven, malen,…) om te kunnen hergebruikt worden als / in bouwmateriaal. Bij deze behandeling komt er stof vrij dat wordt gefilterd (zie sectie “Rookgasreiniging”). Het stof dat vrijkomt bij malen van metaalslakken van aluminiumproductie kan bepaalde gevaarlijke stoffen bevatten, zoals nitriden, cyaniden en zouten, en dient dan als gevaarlijk afval ingedeeld te worden. Zuivere skimmings kunnen vaak nog gerecycleerd worden voor hergebruik in het productieproces zelf.

Specifieke EURAL- afvalstoffencodes:

Ijzer en staal

10 02 01 afval van de verwerking van slakken

19 12 11* overig afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking dat gevaarlijke stoffen bevat

19 12 12 overig, niet onder 19 12 11 vallend afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking

Aluminium

10 03 21* overige deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof) die gevaarlijke stoffen bevatten;

10 03 22 overige, niet onder 10 03 21 vallende deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof);

10 03 29* afval van de behandeling van zoutslakken en black drosses dat gevaarlijke stoffen bevat;

10 03 30 niet onder 10 03 29* vallend afval van de behandeling van zoutslakken en black drosses.

19 12 11* overig afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking dat gevaarlijke stoffen bevat

19 12 12 overig, niet onder 19 12 11 vallend afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking

Zink

10 05 04 overige deeltje en stof

19 12 11* overig afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking dat gevaarlijke stoffen bevat

19 12 12 overig, niet onder 19 12 11 vallend afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking