• No results found

9 v.Chr Kleine symboliek

In document De keerzijde van de Romeinse munt (pagina 53-55)

Vergeleken met de bovenstaande munten is deze quadrans qua maat en waarde het kleinst (fig. 21). Hoewel het opschrift op de keerzijde niet per se een keizerlijke ideologie lijkt te verbeelden, is op de voorzijde sprake van het tegenovergestelde. Hier is niet het hoofd van de keizer verbeeld, maar een simpulum en een

lituus, twee priesterlijke symbolen. Mogelijk

was het formaat van dit kleine muntje niet

wenselijk voor een keizerportret, dus moest het met kleine symbolen en schriftelijk met afkortingen worden opgevuld. Rondom de twee symbolen staat LAMIA SILIVS ANNIVS, welke verwijzen naar de namen van diegenen die verantwoordelijk waren voor het slaan van deze munt. Op de keerzijde staat rondom de centrale verbeelding van de SC, de afkorting van de

Senatus Consulto, IIIVIR AAAFF genoteerd. Het verwijst naar drie door de senaat aangewezen

monetaire magistraten met de hoogste mate van gezag in alles wat te maken heeft met de productie van het geld, de tresviri monetalis.191

Opvallend is eigenlijk de grote afwezigheid van de keizer. Alleen is het eigenlijk de vraag of hij daadwerkelijk afwezig is. Augustus nam in 12 v.Chr. de Pontifex Maximus-titel in ontvangst en kreeg hiermee controle over de staat en het hele religieuze beleid.192 De afgebeelde simpulum

en een lituus verwijzen in principe rechtstreeks naar de pontifex maximus en dus naar de keizer. Hiermee markeert Augustus het belang van zijn verkregen functie. De verwijzing naar de

Senatus Consulto onderstreept wederom de verbondenheid met de Republikeinse gewoontes

en gebruiken. Ondanks het feit dat de tresviri monetales tussen 250-260 na Chr. nog bestonden, wordt ervan uitgegaan dat hun invloed op de muntslag sinds het aantreden van Augustus steeds verder afnam.193

7 v.Chr. De letters SC

De keerzijde van deze as heeft, net als de vorige variant ook geen visuele invulling (fig. 22). Op de keerzijde staan wederom de twee letters SC centraal. Rondom deze twee letters staan een aantal afkortingen en andere letters afgebeeld. De SC in het midden wordt omringt door de volgende letters: M SALVIVS OTHO III VIR AAA FF. Het verwijst naar een van de drie door de senaat aangewezen monetaire magistraten met de hoogste mate van gezag in alles wat te maken heeft met de productie van het geld, de

tresviri monetalis.194 De volledige titel van deze drie

191 Sear 2017a, 15.

192 Southern 2014, 260-261.

193 www.wiki.muntenenpapiergeld.nl/index.php?title=Tresviri_aere_argento_auro_flando_feriundo. 194 Sear 2017a, 15.

Figuur 21: Inventarisnummer RE-06020

Figuur 22: Inventarisnummer RO-01578

belangrijke mannen was: ‘tresviri aere argento auro flando feriundo’, de drie mannen verantwoordelijk voor het gieten en slaan van de koperen, zilveren en gouden munten. Het was in feite hun taak om ervoor te zorgen dat de munten van goede kwaliteit werden geslagen, en dus van het goede gewicht en gehalte waren.195 M SALVIVS OTHO verwijst naar één van

de tresviri, de muntmagistraat M. Slavius Otho. Daarachter de afkorting van het driemanschap waar hij deel van uit maakte. Na keizer Augustus verdwijnen deze namen en titels van de keerzijden.

Het behouden van deze monetaire traditie lijkt kenmerkend voor de overgang van het

Republikeinse- naar het keizerlijke muntstelsel. De relatie en afspraken die zijn gemaakt tussen de senatoriale triumviri monetalis en de keizer zullen ongetwijfeld stof hebben doen opwaaien. Hun ‘ambt’ verdween als het ware, de invloed van de drie magistraten werd geminimaliseerd. De overgangsfase tussen de Republikeinse monetaire gewoonten en de veranderingen die doorgevoerd werden door de keizer is te herleiden op deze as. Op die manier kan de uitgifte van deze as ook worden geïnterpreteerd als een laatste eerbetoon aan oude Republikeinse gewoontes.

2-4 v.Chr. De twee jongens

Op deze denarius is iets opvallends aan de hand (fig. 23). Net als de twee dupondii met de verbeelding van de generaal Agrippa wordt op deze denarius ook naar de toekomst verwezen. Na het overlijden van de generaal in 12 v.Chr. viel het oog van de keizer op diens kinderen. Op deze munt staan twee gesluierde figuren in toga’s centraal en zij dragen allebei een schild en een lans. Om de twee figuren staan behoorlijk wat titels en namen, C L CAESARES AVGVSTI F COS DESIG PRINC IVVENT. De C en de L staan voor Gaius en Lucius, de twee zonen van Augustus’ dochter Julia en dus de generaal Agrippa. AVGVSTI F verwijst naar het feit dat de beide jongens als keizerlijke

adoptiezonen werden gepresenteerd, waarbij de COS DESIG hun politieke positie binnen de senaat vertegenwoordigd. De zogenaamde consul designatus-titel gaf nog geen officieel politiek gezag, maar hierdoor kregen Gaius en Lucius wel meer aanzien.196 De afkorting PRINC

IVVENT refereert eigenlijk naar de jeugdige Romeinse ‘prinsen’ van de keizer, de principes

Juventutis.197 Op deze denarius is daar visueel naar verwezen met de speren en lansen. Vrijwel

het grootste probleem van het keizerlijk principaat was de kwestie van de opvolging. Augustus koos uiteindelijk voor zijn twee kleinzoons, Gaius en Lucius Caesar en presenteerde hen op de keizerlijke munten als erfgenaam en leiders van de nieuwe generatie. Zij waren oorspronkelijk de zonen van generaal Agrippa en Augustus’ dochter Julia, dus bloedverwanten. Na de dood van hun vader werden de beide jongens geadopteerd door de keizer en hun moeder werd uitgehuwelijkt aan generaal Tiberius.198

195 Stevenson/Smith/Madden 1889, 1. 196 Sear 2017a, 10.

197 Stevenson/Smith/Madden 1889, 653. 198 Suetonius, Octavianus Caesar Augustus. 63.2.

Figuur 23: Inventarisnummer RO-01990

Op de denarius zijn tussen de ‘prinsen’ twee priesterlijke voorwerpen afgebeeld. Aan de rechterkant hangt de gekrulde lituus-staf, deze stond symbool voor het priesterschap en het voorteken, de augur.199 Links van de lituus is ook een klein vat of lepel afgebeeld. Dit

zogenaamde simpulum werd gebruikt bij vloeibare offers, zoals bijvoorbeeld wijn of olie. In deze context staat de lepel ook als symbool voor het priesterschap.200 Hun adoptievader

Augustus, had de Pontifex Maximus-titel al in 12 v.Chr. aangenomen. Nadat Augustus besloten had om deze rol over te nemen van zijn oud-kameraad Lepidus, kreeg hij controle over de staat en het hele religieuze beleid.201 Na de aanwijzing van Augustus eindigde de verkiezing

van pontifices en werd het lidmaatschap beschouwd als een keizerlijk voorrecht. De symbolen op deze denarius refereren naar de religieuze priesterfuncties die Gaius en Lucius kregen toegewezen. In 6 v.Chr. werd Gaius door het volk verkozen tot consul, maar was toen nog maar veertien jaar oud. Augustus verbood dit, maar verleende hem wel een priesterschap en het recht om vergaderingen van de senaat bij te wonen. Zo kon hij hier ervaring opdoen en de politieke gang van zaken onder de knie krijgen.202 Gaius werd zo langzamerhand steeds verder

klaargestoomd om de keizerpositie over te nemen. Helaas overleed hij, net als zijn jongere broer voordat de keizerpositie kon worden overgedragen.

In document De keerzijde van de Romeinse munt (pagina 53-55)