• No results found

Hoofdstuk 2. De coming out en de transitie

2.2 De transitie

2.2.4 Uitsluiting van de werkvloer

We hebben gezien dat transgenders die in transitie zitten op de werkvloer vaak te maken krijgen met uitsluiting. Echter krijgen werkloze transgenders die in hun transitie zitten vaak te maken met uitsluiting van de werkvloer; op sollicitaties worden zij afgewezen. In lijn met Turners benadering van de liminele fase, zijn de afwijzingen van transgenders die in transitie zitten een voorbeeld van het bewaken van de grenzen van normaliteit. Pas als de transgender opnieuw deel uitmaakt van een van de bestaande sekseclassificaties, heeft hij of zij weer de kans om opgenomen te worden in de maatschappij.

Tiska (die we eerder gezien hebben) wordt na haar coming out door een reorganisatie ontslagen en blijft de daaropvolgende 4,5 jaar (haar gehele transitie) werkloos. Gedurende haar gehele transitie heeft ze gesolliciteerd, maar ze werd nergens aangenomen. In navolging van Turner is Tiska’s langdurige werkloosheid te wijten aan de fase waarin ze zit. De liminele fase waarin zij een overgang maakt van man naar vrouw, zorgt ervoor dat ze uit het

maatschappelijke domein wordt gebannen. Tiska beweegt zich door een cultureel domein waarin zij zowel overeenkomstigheden heeft met de vorige als met de komende staat: ze heeft nog mannelijke baardgroei, maar ontwikkelt een vrouwelijke vetverdeling en kleed zich al als een vrouw. Ze wijkt van beide classificaties te veel af om binnen een classificatie te vallen, daardoor bevindt zij zich in een soort niemandsland tijdens haar transitie (Turner 1969: 94). Ze wordt niet gezien als volwaardig lid, omdat ze niet past binnen een van de bestaande sekse-categorieën; die van man of vrouw (ibid.: 95).

James (die we eerder zagen) wilde een bijbaan naast zijn werk in het restaurant. Hij solliciteert bij een aantal winkels in het dorp en wordt overal afgewezen. Zijn transitie is

pas net begonnen. James is dan lichamelijk nog helemaal vrouw, maar presenteert zich al als man.

[…] voordat ik hormonen gebruikte, ging ik solliciteren […] [maar] ik presenteerde me wel al als man. Ik had kort haar en ik kleedde me in principe gewoon hetzelfde als nu, alleen mijn stem was nog hoog en mijn kaak was minder breed, ik had een ronder gezicht en mijn handen waren vrouwelijker, ja gewoon al die dingen die zeg maar met hormonen veranderen, waren zeg maar nog gewoon vrouwelijk. […][En] ik heb meerdere keren te horen gekregen, ‘ja we zouden je wel willen aannemen, je bent heel enthousiast, je komt heel leuk over, maar we zijn bang dat klanten problemen hebben met jou. Wij hebben geen problemen met jou, we zijn bang dat klanten problemen hebben met jou’. En daarom wordt je dan niet aangenomen. [En] eh, ik snap het wel, maar ik denk ook dat sommigen het zeggen omdat ze er zelf wel een probleem mee hebben, maar dat ze het dan niet op die manier willen brengen, dat ze dan een andere manier zoeken en dat dat dan de meest nette manier is om dat te brengen. Want je houdt altijd mensen die er een probleem mee hebben, ongeacht waar je bent, weet je er zijn mensen die eh – ja die dat soort dingen niet als ‘normaal’ zien. (James, Juli 2015) James geeft een beschrijving van zijn eigen ambiguïteit. Hij kleedde zich als jongen, maar had lichamelijk nog zichtbare kenmerken van een vrouw. Er wordt tijdens sollicitaties niet

expliciet uitgesproken waarom James voor problemen zou zorgen; de reden daarvoor lijkt zo vanzelfsprekend dat er geen uitleg vereist is. James zegt: ‘Je houdt altijd mensen die er een probleem mee hebben omdat ze dat soort dingen niet als normaal zien’. Dat mensen ambigue personen ‘niet normaal’ vinden komt omdat liminele personen zoveel mogelijk uit het

publieke domein worden gebannen en daardoor een ‘zeldzame’ verschijning zijn. Door ambigue personen te bannen uit het publieke domein worden de grenzen aan de normaliteit van de seksedichotomie bewaakt (Turner 1974: 232), ambigue personen zullen op die manier ook nooit normaal worden, omdat mensen het niet gewend zijn in het publieke domein met hen te interacteren.

Het volgende fragment van Tom laat zien dat de ambiguïteit volledig hersteld moet zijn voordat de persoon in kwestie weer opgenomen kan worden in de maatschappij, ook al bestaat de ambiguïteit alleen nog maar op papier. Tom (vrouw-naar-man transgender) ziet er aan het eind van zijn transitie uit als jongen, dankzij de hormonen die hij al 2 jaar neemt. Hij doet in die periode een sollicitatie waarbij hij zichzelf presenteert als jongen. Het enige wat hem nog ambigue maakt is de ‘V’ op zijn paspoort; die moet nog veranderd worden in een ‘M’.

[…] ik heb wel vaker gesolliciteerd en elke keer – ja als je een klein bijbaantje hebt dan is het gewoon ‘ja je bent aangenomen, lever maar een kopie van je paspoort in’. En dan als ik dat kopie ging brengen dan zei ik van ‘oh ja trouwens, je hebt me al

aangenomen, maar ehm, je moet wel even weten waarom hier ‘vrouw’ staat’. [En] bij [een supermarkt] ben ik een keer opeens na een dag weer ontslagen omdat ik

zogenaamd niet het gezicht was van [die supermarkt] en ik verdenk ze er heel erg van dat het was omdat ik transgender was. Het ging zegmaar op zo’n manier dat ik dacht dat het dat was, maarja dat kan je natuurlijk nooit bewijzen. [Maar toen ik die kopie had ingeleverd], werd ik ineens ontslagen! (Tom, Juli 2015)

Tom past een strategie toe om tijdens sollicitaties niet afgewezen te worden om zijn transgender-zijn. Toch wordt hij ontslagen na de eerste werkdag, wanneer hij de kopie van zijn paspoort heeft ingeleverd. Tom kan ogenschijnlijk meedoen in de maatschappij als ‘gewone jongen’, maar zolang er nog bewijs is dat hij dat ‘officieel’ niet is, wordt hij in het publieke domein op sommige fronten buitengesloten.

De zichtbare en onzichtbare ambiguïteit die een transitie met zich meebrengt zorgen bij veel mensen voor ongemakkelijkheid en verwarring, want hoe is een ambigue persoon te duiden? Die ongemakkelijkheid wordt liever vermeden en daarom worden transgenders vaak niet aangenomen. Door het afwijzen van transgenders bij sollicitaties zorgen werkgevers er – bewust of onbewust – voor dat de grenzen aan normaliteit behouden worden (Turner 1974: 232). Om uitsluiting te voorkomen passen liminele figuren zich vaak aan, ze proberen binnen de bestaande classificaties te passen, om weer opgenomen te worden in de gemeenschap.