• No results found

Hoofdstuk 3. Na de transitie; opnieuw onderdeel van de groep?

3.2 Stigma management; omgaan met een onzichtbaar stigma

3.2.3 De grenzen aan informatie management

Er zitten echter grenzen aan het ‘managen van informatie’. Zoals ik al eerder beschreef hebben veel transgenders last van roddels op en om de werkvloer. Er ontstaat spanning bij de transgender als de ‘normale status’ bevuild dreigt te worden. Max heeft bijvoorbeeld al jaren een normale status op zijn werk. Hij werkt bij een supermarkt als vakkenvuller en alleen zijn werkgever is op de hoogte van zijn transgenderverleden en respecteert zijn wens om hier niet open over te zijn naar andere collega’s. Max is er niet open over omdat hij gezien wil worden als een normale jongen en niet als ‘die ene transgender’. Hij denkt dat openheid over zijn transgenderverleden alleen maar voor onnodige verwarring zou zorgen, hij vindt het irrelevant om erover te praten. Op de werkvloer heeft hij bijna nooit last van zijn verleden. Alleen op momenten dat er mensen in de winkel zijn die hem kennen als ‘voormalig meisje’ is hij zenuwachtig. Hij is bang dat zij dit zullen bespreken met zijn collega’s die hem zien als ‘jongen’, waardoor zijn ‘normale status’ verloren zou gaan.

Ook Tom weet dat hij niet alle informatie over zijn stigma in de hand heeft. Hij probeert er toch voor te zorgen om er zo min mogelijk aandacht aan te besteden en er op die manier geen lading aan te geven.

Nou, ik vind [dat roddelen] wel naar, want het vervelendste vind ik eigenlijk dat ik niet weet wie het wel en niet weten. […] [I]k had dus laatst - in Oktober ben ik geopereerd en toen zei ik van ‘ja ze moeten iets weghalen uit mijn buik en het is niet ernstig’. En sommige mensen zag ik dan echt zo kijken van.. - okee zoals jij nu kijkt, weet ik dat jij weet waar het over gaat. […] Maar alsnog hield ik wel dezelfde smoes op voor iedereen. Dan denk ik van ja, als je het weet, dan snap je ook wel waarom ik nu een smoes gebruik. (Tom, Juli 2015)

Het gevolg van roddel is dat Tom niet zeker weet wie van zijn collega’s wel en niet op de hoogte zijn van zijn transgender-zijn. Dat leidt tot een bepaalde onzekerheid en daarbij ontstaat achterdocht en angst; hoe lang zou het duren voordat iedereen op de hoogte is? (Goffman 1963: 94). Als Tom een smoes gebruikt voor een transitie-gerelateerde operatie, denkt hij aan de reactie van sommige collega’s af te kunnen lezen dat ze weten wat er eigenlijk aan de hand is, ondanks dat hij ze zelf niet op de hoogte heeft gesteld. Tom maakt

hier bewust geen punt van en begint niet over wat er echt aan de hand is, maar speelt het spelletje mee. Dit is ook een vorm van stigma management. Als het inderdaad zo is dat collega’s wel weten wat er aan de hand is, dan weten ze ook dat ze op de hoogte zijn van iets wat ze niet ‘zouden mogen weten’ en zullen ze er waarschijnlijk niet zelf over beginnen. Tevens stelt Goffman dat mensen die op de hoogte zijn van stigma’s daar vaak geen blijk van geven, er is sprake van ‘careful disattention’; men doet alsof er niks aan de hand is (ibid.: 42). Hoewel dit vaak gespannen situaties oplevert (ibid.), wordt er tenminste niet over het stigma gesproken en kan de ‘normale status’ ogenschijnlijk hoog gehouden worden.

3.2.4 ‘Terug de kast in’

Dave heeft nog nergens kunnen solliciteren als man omdat er op zijn paspoort nog lange tijd een ‘V’ stond. Hoewel zijn transitie al is afgerond en hij er als geloofwaardig man uitziet, was hij bij iedere sollicitatie genoodzaakt om werkgevers over zijn transgender-zijn te vertellen. Nu staat er wel een ‘M’ op zijn paspoort, Dave geeft aan dat hij in de toekomst niet open zal zijn over zijn transgenderverleden.

[..] ik ga het niet meer vertellen […] eigenlijk voornamelijk omdat ik niet meer in dezelfde situatie wil komen als met de wijzende vingers en ‘die trans’ eh zijn en eh, ja eigenlijk gewoon volledig man kunnen zijn zoals ik me voel en niet een eh, een gemaakte man, dus dat eh. Ja eigenlijk komt dat door hoe de mensen ermee omgaan. Het liefst zou ik het gewoon vol trots gewoon zijn, want het is natuurlijk best wel een- een-een-een heftig ding om zoiets aan te kunnen en het gewoon maar te doen, maar ja de mensen die kunnen er gewoon niet mee overweg […] dus je wordt eigenlijk gewoon gedwongen door de maatschappij om weer terug de kast in te gaan. (Dave, September 2015)

Dave vindt eigenlijk dat hij gerespecteerd en bewonderd zou moeten worden om zijn transitie, hij is er zelf wel trots op, maar merkt op de werkvloer dat maar weinig mensen er op die manier naar kijken en hij altijd wordt gezien als ‘die transgender’. Hij besluit in de toekomst daarom niet meer open zijn over zijn transgenderverleden. Dave beschrijft eigenlijk

tegenstrijdige gedachten. Enerzijds wil hij open zijn, maar anderzijds wil hij dat niemand het weet. Idealiter zou Dave open en trots zijn op het feit dat hij transgender is, maar om

praktische redenen kiest hij er toch voor om zich gewoon als man te presenteren. Dat komt door de manier waarop collega’s hebben gereageerd in het verleden, wat er toe heeft geleid dat hij tot twee keer toe in de ziektewet is beland; hij is beide keren overspannen geworden

omdat zijn collega’s hem hebben weggepest. Het open zijn levert hem tot nu toe dus weinig op.