• No results found

3. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen gezien vanuit De Bezige Bij Antwerpen

3.2. Wat de uitgeverij uitstraalt

De vorige paragraaf heeft inzicht gegeven in het beeld dat de uitgever en de

marketingverantwoordelijke hebben willen neerzetten van De Bezige Bij Antwerpen. Door middel van uitspraken van deze medewerkers is geprobeerd een beeld te schetsen van wat de uitgeverij zou willen uitstralen. In de volgende paragraaf zal worden laten zien hoe deze wensen zich vertalen in de uitgeversparatekst, zoals die bestaat in de catalogi en de website. Aan de hand van de aanbiedingsbrochures en de website wil ik aantonen welk imago De Bezige Bij Antwerpen uitstraalt en hoe dit in stand gehouden wordt. Voor het onderzoek naar de aanbiedingscatalogi van De Bezige Bij Antwerpen zijn alle prospectussen van 2011 tot en met 2014 bestudeerd, in totaal 12 aanbiedingen, aan de hand van de theorie die in hoofdstuk 1 aan bod kwam.208 Zoals al in hoofdstuk 2

aangegeven is de uitgeverij in 2010 ontstaan. De eerste prospectus onder naam van De Bezige Bij Antwerpen werd echter nog onder de naam Meulenhoff|Manteau uitgegeven, waardoor in deze eersteling niet zozeer een beeld van De Bezige Bij Antwerpen maar van Meulenhoff|Manteau wordt geschetst. Daarom is bij dit onderzoek voornamelijk gekeken naar de catalogi onder de naam De Bezige Bij Antwerpen. De catalogus onder de naam Meulenhoff|Manteau is enkel gebruikt om de continuïteit van de auteurs te bepalen. Hiervoor zijn ook de catalogi meegenomen voor de overgang naar De Bezige Bij Antwerpen, omdat de auteurs uit het fonds van Meulenhoff|Manteau grotendeels zijn meegegaan in de overgang. Hierbij moet worden opgemerkt dat de termen aanbieding, prospectus en catalogus ter variatie door elkaar worden gebruikt, maar in principe steeds naar hetzelfde verwijzen: de brochure die de uitgeverij gewoonlijk drie maal per jaar uitbrengt en waarin de uitgeverij de nieuwe boeken aankondigt. De brochure bevat alle informatie over het boek en is bedoeld ter informatie van de pers en ter overtuiging van de boekhandelaar voor de inkoop. Elk te verschijnen boek krijgt een afgebakend stuk, vaak een pagina, met daarbij een afbeelding van het omslag, een

inhoudsbeschrijving, informatie over de auteur, informatie over de eventueel geplande promotionele acties, indien beschikbaar eerdere lofuitingen in de pers en de technische gegevens zoals omvang, ISBN-nummer en de geplande verschijningsdatum. Op basis van

207 H. Polis, voorjaarsbrochure De Bezige Bij Antwerpen 2011.

deze brochure beslist de boekhandel hoeveel boeken er worden ingekocht en beslist de pers of er ruimte voor het boek wordt vrijgehouden.

Ook bij De Bezige Bij Antwerpen komt sinds de oprichting drie maal per jaar een aanbiedingscatalogus uit, een in het voorjaar, een in de zomer en een in het najaar. In totaal gaat het hierbij in de periode van oprichting tot heden om twaalf catalogi in vier jaar. Het onderzoeksresultaat valt verder in twee delen uiteen: het eerste deel bevat de inventarisatie van de inhoud van de catalogi, dus het aantal romans, aantal

poëziebundels, aantal herdrukken, aantal non-fictiewerken etc. Het tweede deel zal bestaan uit de aantekeningen over de vormgeving en de uitstraling van de catalogi. Zoals reeds genoemd is de aanbiedingsbrochure het visitekaartje van de uitgeverij en een manier om de beeldvorming rond het bedrijf te beïnvloeden. De brochure geeft aan welke titels de uitgeverij wil uitgeven en het is een manier van de uitgever om waarde toe te kennen aan zijn auteur en datgene dat hij uitgeeft. Het is op deze manier een onderdeel van de paratekst van een boek. Hierbij moet worden opgemerkt dat niet alle boeken uit de prospectus uiteindelijk ook worden uitgegeven: het geeft enkel aan welke boeken de uitgeverij van plan is uit te geven. De prospectus is echter niet de enige vorm van paratekst, andere aspecten van de paratekst zijn onder andere formaat, reeksen, het omslag, achterplat, leeslintje, de rug en buikband, titelpagina, lettertype en vormgeving. Niet al deze aspecten van een boek zijn zichtbaar in een prospectus: het binnenwerk van een boek is meestal onzichtbaar. Wel kan iets worden gesteld over de paratekst van de prospectus als geheel, zoals het omslag ervan, de illustraties en fotografie, de uitvoering en de vormgeving. Verder is bij de vormgeving en de uitstraling gekeken naar wat de uitgeverij over zichzelf zegt. Hoewel het niet gebruikelijk is om reclame te maken voor de eigen naam, is het mogelijk dat de uitgeverij in de prospectus nadruk legt op

verdiensten van de uitgeverij zelf. Te verwachten valt dat De Bezige Bij Antwerpen de nadruk op zichzelf zal leggen in de eerste brochures na de oprichting, omdat er uitgelegd moet worden waar de uitgeverij voor staat. In deze analyse is dit aangegeven onder de noemer 'zelfpromotie'.

Bij de inventarisatie van de inhoud is ook gelet op de rol als gatekeeper. De gatekeeperrol kan worden gebruikt voor onder andere het doorlaten van vertaalde werken van bepaalde vertaalgebieden of invloedsferen, maar ook voor het doorlaten van debutanten. Bij de inventarisatie voor deze analyse is gekeken naar de debuten die De Bezige Bij Antwerpen heeft uitgegeven. Voor deze analyse is per catalogus het aantal

debuten geteld en het genre van het debuut genoteerd, voor zover duidelijk werd uit de brochure dat dit een debuut was. Hierbij is gekeken naar volledige literaire debuten, waarbij de auteur dus volledig nieuw is in het boekenvak.209 Een prozadebuut van een

dichter is niet meegerekend als debuut, omdat deze auteur reeds meedraaide in het literaire veld. Tevens zijn debuten van non-fictieschrijvers niet meegeteld, omdat in dit genre schrijvers vaker slechts eenmalig iets uitgeven. Door dit mee te tellen in het totaal aantal debuten, zou een verkeerd beeld ontstaan van de gatekeeperrol van de uitgeverij.

Wat betreft de verdere fondsvorming is gelet op boeksoort van deze debuten, maar ook boeksoort van alle boeken, zoals door Frank de Glas in 1986 werd beschreven in zijn theorie over dominantie en continuïteit.210 Bij deze boeksoorten komt ten eerste

het totaal aantal aangeboden boeken per prospectus aan bod. Aan de hand hiervan kan een indruk worden verkregen van de boekproductie van de uitgeverij. Vervolgens is geteld hoe dit totale titelaanbod verdeeld is over de verschillende genres . Op deze manier kan worden bepaald welke boeksoort dominant is bij de uitgeverij. Het totaal aantal boeken per catalogus is bepaald aan de hand van het aantal titels dat in de

inhoudsopgave van elke catalogus vermeld is. De boeken waarvoor slechts geadverteerd werd, maar die geen aparte pagina hebben gekregen, zijn hierbij buiten beschouwing gelaten, omdat deze niet in de inhoudsopgave zijn vermeld. Tevens zijn enkel de brochures meegerekend en niet de aparte spreads die wellicht nog zijn uitgegeven. Vervolgens is een onderscheid gemaakt tussen Nederlandstalige fictie en vertaalde fictie, aan de hand van de eigen onderscheidingen van de uitgeverij. De andere genres die aan bod komen zijn poëzie, non-fictie algemeen, non-fictie biografieën en overig. Doordat de uitgeverij veel non-fictie uitgeeft, is ervoor gekozen in non-fictie een onderscheid te maken in algemeen en biografieën. Voor dit specifieke onderscheid is gekozen, omdat de uitgeverij het beeld wil uitstralen dat ze het verleden en de personen daarachter in gedachten houdt bij het uitgeven van nieuwe titels. Dit wekt de indruk dat er meer aandacht zal zijn voor geschiedenis en met name voor mensen die belangrijk zijn geweest in de geschiedenis, en die vandaag de dag nog steeds van belang zijn.

Biografieën worden vaak geschreven vanuit deze visie en daarom zullen biografieën

209 Of iets een debuut is, is afgeleid van de prospectus. Het gaat hierbij dus om of het boek als debuut

gepresenteerd is door de uitgeverij.

210 Zie voor de theorieën van Frank de Glas onder andere 'Het uitgeverijfonds als voorwerp van studie

binnen een "institutionele" literatuursociologische benadering', in TTT, Vol 6, Issue 3, 1986 en 'De materiële en symbolische productie van het werk van moderne literaire auteurs. Bouwstenen voor de reputatie van de jonge Hella Haasse' in Jaarboek voor de Nederlandse boekgeschiedenis, nr. 10, 2003.

wellicht vaker uitgegeven worden dan andere soorten non-fictie. Door deze twee categorieën apart te analyseren, kan beter worden getoond wat de uitgeverij precies uitgeeft. De categorie overig is gereserveerd voor werken als essays, toneelteksten, fotoboeken, interviews en strips.

Verder is met het oog op het exploitatiebeleid het aantal herdrukken per

aanbieding geteld. Hierbij gaat het om de heruitgave van 'oud goud', van de huisauteurs van de uitgeverij die nogmaals worden uitgegeven. Het aantal aangeboden herdrukken was echter niet eenvoudig te achterhalen, omdat dit niet altijd in de aanbieding is aangegeven. Onder herdruk wordt hier verstaan alles wat al eerder in druk is

verschenen en dat door middel van de prospectus opnieuw wordt aangeboden in een ander jasje. Hierbij zijn ook de werken meegerekend waar enkele wijzigingen in aangebracht zijn, bijvoorbeeld op basis van de actualiteiten. Een compleet nieuwe vertaling, een verzameld werk of de toevoeging van niet eerder gepubliceerd materiaal is hierbij niet als herdruk meegerekend. Tevens is geanalyseerd in welk genre de herdrukken vallen.

Daarnaast is meegenomen welk boek als eerste genoemd wordt in de aanbieding. De eerste pagina's van de prospectus zijn belangrijk omdat daarop het eerst het oog valt, en dit dus de beste verkoopkansen geeft. Het is de plek die aangeeft op welke titels de uitgeverij het zwaarst inzet, de zogenaamde A-titels voor de uitgeverij211. Per prospectus

is daarom geanalyseerd welk boek en auteur als eerst gepresenteerd wordt en in welk genre dit valt. Per prospectus is daarom geanalyseerd welk boek als eerst gepresenteerd is en onder welk genre het boek valt.

Voor de vormgeving en uitstraling van de catalogi is ten slotte gekeken naar de indeling van de brochure, of deze bijvoorbeeld op alfabetische volgorde of op genre is en of er eerst een voorwoord is, naar het gebruik van kleur, foto's, illustraties, hoeveel pagina's per boek worden uitgetrokken en welke omslag de prospectus heeft. 3.2.1. Totaal aantal boeken

Het totaal aantal boeken per brochure geeft aan dat de uitgeverij zichzelf niet

presenteert als kleine uitgeverij waar slechts enkele boeken per jaar worden uitgegeven. Er kan worden geconcludeerd dat het aantal per aanbieding varieert, maar dat er per brochure rond de twintig tot dertig boeken worden gepresenteerd, per jaar dus zo'n 60

à 90 boeken. Met uitzondering van het jaar 2011, kan worden gesteld dat in het najaar het grootst aantal boeken wordt gepresenteerd en in het voorjaar juist het minst. Dit valt te verklaren aan de hand van de opening van het literaire seizoen, die ieder jaar in het najaar plaatsvindt. Doordat het seizoen dus van najaar tot zomer loopt in plaats van voorjaar tot najaar, zal de uitgeverij normaal gesproken bij de opening van het seizoen haar beste auteurs laten uitkomen en de grootste hoeveelheid titels per aanbieding. Een verklaring voor de uitzondering in 2011 kan zijn dat de uitgeverij in het voorjaar van 2011 haar eerste brochure uitgaf. In zo'n eerste aanbieding moet worden getoond waar de uitgeverij voor staat en wie haar auteurs zijn en het is mogelijk dat de uitgeverij in 2011 het voorjaar als haar literaire opening zag. Doordat in het voorjaar zoveel auteurs gepresenteerd werden, waren er minder titels over voor het najaar, waardoor in 2011 in het najaar het minst aantal titels gepresenteerd werden.

Verder kan worden gesteld dat het aantal boeken dat per aanbieding wordt gepresenteerd, schommelt tussen de 19 en 28 uitgaven. Als echter wordt gekeken naar het totaal aantal boeken aangeboden per jaar, dan zijn de verschillen veel kleiner. Over de jaren 2011 tot en met 2014 schommelt het totaal aantal boeken per jaar tussen de 69 in 2012 en 74 in 2014. In 2011 worden 71 boeken gepresenteerd en in 2014 73. De uitgeverij is ondanks deze kleine verschillen dus vrij constant in de hoeveelheid boeken die worden aangeboden per jaar. Ook per periode is de uitgeverij in aantal vrij constant als het jaar 2011 als uitzondering wordt gezien. In de zomeraanbiedingen worden bijvoorbeeld telkens 24 boeken gepresenteerd en bij de zowel de voorjaar- als najaarsaanbiedingen zitten slechts kleine verschillen.

Grafiek 1: Totaal aantal boeken gepresenteerd door De Bezige Bij Antwerpen.

28 23 20 19 24 26 22 24 28 22 24 27

3.2.2. Verhouding Nederlandstalige en vertaalde fictie.

Over het algemeen kan worden gesteld dat er per aanbieding minder vertaalde

fictietitels aangeboden worden dan Nederlandstalige fictie. Het aantal Nederlandse fictie schommelt van 8 in alle aanbiedingen van 2012 naar 3 in de zomer van 2014.. Het aantal vertaalde fictie varieert nog meer, van 0 in de zomer- en najaarsaanbieding van 2011 tot 10 in het najaar van 2014. Dat deze najaarsaanbieding uitzonderlijk hoog is, valt te verklaren door de introductie van de Simenonwerken, die in groepen van vier zullen worden gepresenteerd. Als deze brochure echter buiten beschouwing wordt gelaten, varieert het aantal vertaalde fictie van 0 tot 3. Hier is dus veel minder variatie te zien, terwijl het aantal Nederlandstalige fictie juist ieder jaar minder wordt. Als wordt gekeken naar de totale hoeveelheden fictie per jaar, dan kan worden gesteld dat er in 2012 een stijging was in het totale aantal, maar dat de aantallen verder vrij dicht bij elkaar liggen: in 2011 waren er 22 fictietitels gepresenteerd, in 2012 29, in 2013 24 en in 2014 25 titels. Als 2012 dus buiten beschouwing wordt gelaten, kan worden gesteld dat het aantal fictietitels toeneemt, ondanks de verminderde aandacht voor

Nederlandstalige fictie.

Deze gegevens schetsen het beeld van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij die wel aandacht heeft voor fictie, maar hierbij steeds meer focust op werken uit het

buitenland. Dit is voornamelijk het geval in 2014. Een verklaring hiervoor kunnen zoals gezegd de Simenonwerken zijn.212 In 2014 is De Bezige Bij Antwerpen begonnen met het

uitgeven van vier nieuwe titels per brochure en doordat dit vertaalde titels zijn, zijn er op deze manier in één keer al 4 vertaalde titels bij in het totaal. Doordat deze werken echter de komende brochures vaker zullen worden aangeboden, wordt de focus op vertaalde fictie steeds groter. Ook wordt hierdoor de indruk gewekt dat er veel vertaalde auteurs worden uitgegeven, terwijl het in feite om één auteur gaat voor meerdere titels. Wat verder opvalt bij de vertaalde titels, is dat deze titels voornamelijk oorspronkelijk uit Frans-, Duits- of Engelstalige titels zijn. De uitgeverij kan zich

hierdoor niet presenteren als uitgeverij met kennis van één specifiek taalgebied of als uitgeverij die buiten de gebaande paden denkt wat betreft vertalingen.

212 Redactie De Bezige Bij Antwerpen, 11 september 2014 op:

Grafiek 2: Aantal gepresenteerde fictietitels door De Bezige Bij Antwerpen. 3.2.3. Poëzie

Piere Bourdieu stelt dat de echte literaire uitgever zich kenmerkt door zijn poëziefonds. Hij geeft aan dat goed verkopende fictie wellicht economisch hoger in rang is, maar dat poëzie cultureel gezien op een hoger niveau staat.213 Een uitgeverij kan zich dus laten

zien als echte literaire uitgeverij door poëzie uit te geven. Als De Bezige Bij Antwerpen zichzelf wil laten zien als literaire uitgeverij, zal het daarom tijd en geld investeren in poëzie, en dit via de prospectus willen tonen. Als wordt gekeken naar de brochures van De Bezige bij Antwerpen, dan valt op dat in elke aanbieding poëzie wordt gepresenteerd. Hierdoor wordt het beeld gevormd dat de uitgeverij tijd en geld investeert in een

cultureel product als poëzie. Het precieze aantal poëzie-uitgaven schommelt tussen 1 en 4 per aanbieding. Bij de eerste aanbiedingsbrochure van De Bezige Bij Antwerpen werd direct het hoogste aantal poëzie-uitgaven gepresenteerd en ook het totaal van 2011 is hoger dan dat van de andere jaren; waar in 2011 negen poëzie-uitgaven voorgesteld werden, waren dat in 2012 slechts drie en in zowel 2013 als 2014 werden vier poëzie- uitgaven aangeboden. Als dit wordt vergeleken met het totaal aantal titels, dan kan

213 Bourdieu, P. 'The production of belief: contribution to an economy of symbolic goods' in Media, Culture

and society, 1980, nummer 2, p. 261 - 293, p. 262.

7 7 7 8 8 8 6 7 4 4 3 4 1 0 0 3 1 1 2 2 3 2 2 10 0 2 4 6 8 10 12 14 16

Totaal aantal fictietitels

gepresenteerd

worden gesteld dat De Bezige Bij Antwerpen in 2011 poëzie als een belangrijker onderdeel van het fonds zag dan in de jaren daarna. Een reden hiervoor kan zijn dat de uitgeverij bij de oprichting wilde laten zien welke auteurs ze in huis had, en daarom ook al haar dichters veel ruimte gaf voor een publicatie. Hoewel de uitgeverij echter in de jaren daarna minder poëzie uitgeeft, is er in de berichten wel aandacht voor het stadsdichterschap van auteur Stijn Vranken en de poëzieprijzen voor auteurs als Paul Bogaert en Yannick Dangre. Dit geeft aan dat de uitgeverij zichzelf wel laat zien als uitgeverij met oog voor poëzie, maar dat het geen uitgeverij is die enkel gericht is op poëzie. De poëziewerken die de uitgeverij wel uitgeeft, zijn voornamelijk van literaire, hoogstaande kwaliteit en winnen ook prijzen, zoals de C. Buddingh-prijs, de Vlaamse Debuutprijs en de VSB-poëzieprijs, wat wel het beeld schetst van een uitgeverij die er verstand van heeft.

Grafiek 3: Aantal poëzietitels gepresenteerd door De Bezige Bij Antwerpen per aanbieding 3.2.4. Non-fictie

Als wordt gekeken naar het volledige aantal gepresenteerde non-fictietitels per

aanbieding, dan valt op dat, hoewel er iedere prospectus aandacht is voor non-fictie, niet in iedere prospectus biografieën worden gepresenteerd. Het totale aantal non-fictietitels varieert van 5 in de voorjaarsaanbieding van 2012 tot 15 in de zomeraanbieding van 2014. Als hierbij wordt gekeken naar het aantal biografieën, dan varieert dit aantal van 0 in zowel najaar 2011, voorjaar 2012 als zomer 2014 tot 5 in de zomer van 2012.

Opvallend hierbij is dat in de brochure met 15 non-fictietitels, er geen enkele biografie

0 1 2 3 4 5

Aantal gepresenteerde poëzietitels

gepresenteerd is. Als wordt gekeken naar het totaal aantal non-fictietitels per jaar, dan zijn hier grotere verschillen te ontdekken dan bij het totaal aantal fictietitels dat per jaar wordt aangeboden. In 2011 werden 32 non-fictietitels aangeboden, waarvan 6

biografieën, in 2012 29 titels met 8 biografieën, in 2013 35 titels met daarin 5

biografieën en in 2014 maar liefst 38 titels met slechts 2 biografieën. Hoewel er in 2012 minder non-fictietitels werden gepresenteerd, lag daar wel de piek in het aantal

biografieën. In 2014 is juist het omgekeerde het geval. Hieruit valt af te leiden dat er veel aandacht is voor het genre non-fictie, maar dat de hoeveelheid biografieën afneemt.

De brochure zet de uitgeverij hier duidelijk neer als uitgeverij met een duidelijke aandacht voor non-fictie en aandacht voor biografieën, hoewel deze aandacht voor biografieën wel langzamerhand vermindert. Hierdoor is de focus op het verleden wellicht minder duidelijk aanwezig, maar de brochure toont wel aan dat de uitgeverij belangstelling heeft voor de diepgang die in het non-fictiegenre wordt gevonden. De non-fictiewerken die worden gepresenteerd behandelen immers voornamelijk zaken die aansluiten bij het publiek en aansluiten op de actualiteit, maar die ook na enkele jaren nog steeds ter zake kunnen doen. Een voorbeeld van zo’n titel is Gevonden!, een boek van