• No results found

4. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen gezien vanuit de literatuurkritiek

4.3. Conclusie

Als wordt gekeken naar het beeld van De Bezige Bij Antwerpen zoals dat wordt neergezet in de Nederlandse en de Vlaamse media, dan kan worden gesteld dat er in Vlaanderen en in Nederland een verschillend beeld is van de uitgeverij. In Nederland wordt de indruk gewekt door de Volkskrant en NRC Handelsblad dat De Bezige Bij Antwerpen een literaire uitgeverij is die voornamelijk non-fictie uitgeeft, waarbij de onderwerpen voornamelijk gaan over de Belgische geschiedenis en oorlogen in België. Ook de auteurs zijn voornamelijk Vlaams of hebben een link met België. Verder ontstaat in deze kranten het beeld van een uitgeverij met auteurs in haar fonds die goed

onderlegd zijn en duidelijk weten waar ze over praten. Dit zou de aanzet kunnen zijn tot enkele debatten, maar dit komt nog niet echt tot stand. Tevens wordt aangetoond dat de uitgeverij hoort bij De Bezige Bij, wat ook blijkt uit de artikelen over de financiën binnen de uitgeverij en binnen het concern WPG. De Bezige Bij Antwerpen is echter volgens de Nederlandse kranten niet altijd even goed van kwaliteit wat betreft de taal en stijl van haar boeken. Regelmatig merken de kranten taal- en stijlfouten op en wordt gesproken over hoe de redactionele begeleiding van de auteurs beter had gekund. Ook wordt zo nu en dan opgemerkt dat de achterflap niet overeenkomt met de inhoud, of dat de

genreaanduiding anders had gemoeten. Wel wordt de uitgeverij regelmatig geprezen om haar mooie vormgeving, wat de indruk wekt dat de uitgeverij meer bezig is met de buitenkant dan met de binnenkant van haar boeken.

In Vlaanderen wordt met de besprekingen van de Standaard en de Morgen juist de indruk gewekt van De Bezige Bij Antwerpen als uitgeverij die van alle markten thuis is: zowel non-fictie als fictie krijgt de aandacht en hierbij komen vrijwel alle mogelijke onderwerpen van de boeken aan bod. Door middel van interviews en fragmenten worden de boeken toegankelijk gemaakt voor de lezer en wordt meer gefocust op het verkopen van de boeken dan op de literaire kwaliteit van het fonds. Hoewel wel wordt gesproken over het uitgeven van poëzie als prestigekwestie en van De Bezige Bij

Antwerpen als chique uitgeverij, worden ook vaak geldzaken en de verkoop van boeken in verband gebracht met de uitgeverij. Hierdoor krijgt men een commercieel beeld van de uitgeverij. Wel heeft de uitgeverij boeken en auteurs in haar fonds die midden in het debat staan. Door veelvuldig te berichten over discussies tussen Christophe van

Gerrewey en Marnix Peeters wordt laten zien dat er veel te doen is rond de titels van De Bezige Bij Antwerpen de recensieverbranding van uitgever Harold Polis schept het beeld van de uitgeverij als geëngageerd en met een hart voor haar auteurs. Ten slotte wordt ook in de Vlaamse media de vormgeving van de boeken geprezen en is er kritiek op de redactie, waardoor ook in de Vlaamse media het beeld wordt gevormd van een uitgeverij die meer aandacht besteedt aan de buitenkant dan aan de binnenkant van de boeken.

Ook door middel van de benoeming van literaire prijzen voor De Bezige Bij

Antwerpen wordt een beeld geschetst van de uitgeverij. Opvallend bij de vermelding van de prijzen is dat de uitgeverij niet altijd goed wordt vermeld. De Vlaamse debuutprijs voor Ruth Lasters roman Poolijs wordt bijvoorbeeld wel besproken, maar door de uitgeverij niet te noemen blijft de erkenning voor De Bezige Bij Antwerpen uit. Doordat

dit tevens het geval is bij de uitreiking van Het Liegend Konijn aan Lasters dichtbundel Vouwplannen, wordt het beeld van een veelzijdig auteur wel geschetst, maar wordt dit niet in verband gebracht met de uitgeverij. Hierdoor kan het zijn dat het beeld van de uitgeverij er heel anders uit zou zien, mits de uitgeverij benoemd was. Een uitgebreider onderzoek zal moeten uitwijzen hoe dit het imago van De Bezige Bij Antwerpen

beïnvloed had.

Als wordt gekeken naar de prijzen waarbij de media de uitgeverij wel goed benoemd, valt op dat dit voornamelijk prijzen zijn voor romans en poëzie. Deze prijzen lopen uiteen van debuutprijzen tot oeuvreprijzen. De prijzen zijn niet enkel regionale prijzen, zoals de Prijs voor Letterkunde van de provincie West-Vlaanderen, maar ook grote nationale prijzen, zoals de Gouden Uil en de Libris Literatuurprijs. Hoewel er in de Nederlandse en Vlaamse media kleine verschillen zijn waar te nemen waar de nadruk op ligt, kan wel worden geconcludeerd dat er minder non-fictieprijzen worden gewonnen of dat in ieder geval deze indruk wordt gewekt door de prijzen niet te noemen. Door de link te leggen met deze prijzen, wordt niet alleen laten zien dat de uitgeverij kwaliteit uitgeeft, maar ook dat de expertise van de uitgeverij voornamelijk ligt in de literaire fictie en poëzie. Non-fictie lijkt hierdoor een achtergesteld onderdeel. Opvallend hierbij is dat, hoewel de Vlaamse en Nederlandse kranten verschillen qua hoeveel aandacht ze elk genre geven, ze in het benoemen van prijzen goed overeen komen. Tevens is

opvallend dat de uitgeverij door de recensies in de kranten het imago krijgt een non- fictie-uitgeverij te zijn, terwijl dit uit de prijzen niet naar voren komt. Hierdoor ontstaat geen eenduidig beeld van De Bezige Bij Antwerpen.