• No results found

2. Het ontstaan van uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen

2.2. De Bezige Bij

Zoals eerder al kort aangestipt is, stamt de naam van Uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen uit een samenwerking met Uitgeverij De Bezige Bij. Deze laatstgenoemde uitgeverij ontstond in het verzet, op initiatief van Geert Lubberhuizen. Wat Angèle Manteau in

131 M. Cloostermans 'Promotie van het boek moet professioneler', Boekblad, 27 april 2006.

132 H. vd. K. ´De Verkiezing van het Mooiste Boekomslag 2005´, Boekblad, 19 januari 2006. Zie hiervoor

tevens het interview met Harold Polis in de bijlage.

133 M. Cloostermans 'De herrijzenis van uitgeverij Manteau', Boekblad, 23 november 2006.

134 M. Dessing 'Harold Polis, uitgever Meulenhoff/Manteau: 'We zetten De Bezige Bij Antwerpen voor de

Vlaanderen was voor de naoorlogse literatuur, was Geert Lubberhuizen in Nederland.135

Volgens Lubberhuizen is het voor De Bezige Bij allemaal begonnen met het uitgeven van de rijmprent van Jan Campert 'De achttien doden', waarmee Joodse kinderen geholpen werden door Utrechtse studenten en waarmee tegelijkertijd de activiteiten van de auteurs gefinancierd werd.136 Doordat de uitgeverij illegaal was, werd gekozen voor een

niet-alledaagse naam, afgeleid van de schuilnaam van Lubberhuizen.137 In december

1944 werd de uitgeverij officieel opgericht en opvallend is dat de uitgeverij vlak na het eind van de oorlog, in het begin helemaal niet uit was op het publiceren van hoge literatuur. Door de voorzichtige manier van inkopen door de boekhandel en de dalende koopkracht bij het publiek was er veel minder belangstelling voor literaire werken. Daarom was het eerst de bedoeling dat het bedrijf winst zou maken met commerciële uitgaven; hiervan konden dan uiteindelijk literaire werken gefinancierd worden.138 Deze

winst werd gevonden in de commerciële uitgaven van schrijvers als Willy Corsari.139 Met

de Vijftigers kwam hier echter verandering in en werd een eerste aanzet gegeven om het fonds van de uitgeverij literair te maken.140 Het gaf de uitgeverij een duidelijk

experimenteel imago door schrijvers uit te geven die niet bij een gevestigde uitgeverij wilden uitgeven.141 Dit imago werd opgevoerd door de introductie van de Literaire

Reuzenpockets, waarmee de uitgeverij een jong publiek ging aanspreken met massaproducten. Door de keuze van de titels en de vormgeving bleef de uitgeverij cultureel hoog in aanzien; men bleef de uitgeverij associëren met literatuur, maar kreeg tegelijkertijd een grote mate van 'hipheid' over zich heen.142 Het uitgeven van Ik Jan Cremer in 1963 zette de uitgeverij daarnaast op de kaart als een uitgeverij die taboes doorbrak en die uitgesproken links was.143 Dit zorgde echter ook voor het beeld van een

provocerende, op winst en sensatie beluste uitgeverij.144 Zo schreef J. van Doorne in Trouw van 23 mei 1964: ' Waarom de uitgeverij het boek heeft uitgegeven, weet ik niet.

135 Filip Rogiers, 'Het feest van de Bij', in Hoger Honing (Amsterdam: De Bezige Bij, 2004), 147.

136 W. Wennekes, Het mysterie van de Van Miereveldstraat. Geert Lubberhuizen, uitgever. (Amsterdam: Bas

Lubberhuizen & De Bezige Bij, 1994), 47.

137 R. Roegholt, De geschiedenis van De bezige Bij 1942-1972 (Amsterdam: De Bezige Bij, 1972), 38 138 Wennekes, 1994, 96.

139 Roegholt, 1972, 88. 140 Ibidem, 169.

141 O. Blom 'De wenteltrap van de geschiedenis', in Hoger Honing (Amsterdam: De Bezige Bij, 2004), 21. 142 L. Kuitert ''Leuk-brutaal'. De series van De Bezige Bij', in Hoger Honing (Amsterdam: De Bezige Bij,

2004), 100.

143 Roegholt 1972, 218-225 en Blom in Hoger Honing, 2004, 30.

144 N. van Dijk, 'Een onverbiddelijke bestseller. De promotie van literair werk in de twintigste eeuw',

Vermoedelijk omdat de directie er brood in heeft gezien. Laat ons hopen dat dit

vermoeden onjuist is, want als het juist is, is De Bezige Bij een stinkuitgeverij'. Verder lag het symbolisch kapitaal van de uitgeverij ook voor een deel in het feit dat het een

schrijverscoöperatie is, waarmee het zich onderscheidde van andere uitgeverijen.145

Deze schrijverscoöperatie hield in dat de auteurs van de uitgeverij medezeggenschap kregen in het bedrijf. Zij hadden een zegje in hoe de gemaakte winst verdeeld moest worden en welke boeken uitgegeven zouden worden.146

In de jaren zeventig veranderde de mening van de publieke opinie en kwam er kritiek op de uitgeverij. Zo zou er geen nieuw talent bij de uitgeverij zijn en zou het nieuwe talent uit binnen- en buitenland niet worden erkend.147 Tevens trad Geert

Lubberhuizen af en hoewel zijn opvolgers wel voor nieuwe jong aanwas zorgden, bleef het imago van de uitgeverij stoffig en had men kritiek op de organisatievorm van de uitgeverij. Daarnaast waren er enkele interne conflicten en was het vertrouwen van enkele auteurs in de uitgeverij weg, waardoor auteurs als Vonne van der Meer en Martin Bril opstapten148. De organisatievorm van de uitgeverij verdween echter in 1997, toen

de uitgeverij tekorten had en werd overgenomen door de Weekbladpers Groep.149 De

media noemden dit zelfs het einde van een tijdperk.150 Robbert Ammerlaan werd

directeur en dus aangewezen als dé man om het tij te keren en de uitgeverij te redden: hij moest het vertrouwen van de auteurs terugwinnen en het stoffige imago

wegwerken.151 De Bezige Bij nam uitgeverij Thomas Rap over en er werden belangrijke

binnen- en buitenlandse auteurs overgenomen, zoals Gerrit Komrij, Jan Siebelink en Erwin Mortier, maar ook John Irving, E.L. Doctorow en Donna Tartt.152 Tevens werd de

backlist van de uitgeverij geactiveerd, met bijvoorbeeld de titels van Claus en

Hermans.153 Ammerlaan zorgde voor overdonderende marketingcampagnes en veel

positieve aandacht in de media. Commercieel gezien stak de uitgeverij hierdoor boven alle uitgeverijen uit, omdat de schrijvers die gepromoot werden ook bestsellers

145 Wennekes, 1994, 76. 146 Ibidem.

147 Ibidem, 219.

148 C. Breukers '60 jaar De Bezige Bij', Boekblad, 22 juli 2004.

149 Persbericht De Bezige Bij, 26 augustus 1997. Bedrijfsdocumentatie De Bezige Bij PPA 114:4, BC, UvA. 150 P. Arnoldussen, 'De zwevende bij', Het Parool, 28 juni 1997.

151 C. Breukers '60 jaar De Bezige Bij', Boekblad, 22 juli 2004.

152 Blom, 2004, 35 en H. Bouman 'Zijn wij bereid verlies te maken op dit boek?' in Hoger Honing, 2004,

177.

werden.154 Auteurs, waaronder de ontevreden auteurs van Meulenhoff stapten massaal

over naar De Bezige Bij, met onder andere als motief dat de uitgeverij zo sterk is teruggekomen na de crisis in de jaren '90. Als pluspunt noemden de auteurs verder de sfeer, het mooie fonds en aardige mensen.155 Kritiek is er echter ook, namelijk dat er

nauwelijks debuten van betekenis zijn uitgegeven, dat er door gebrek aan zorgvuldige redactionele begeleiding fouten ontstaan in de boeken en dat de uitgeverij het vooral van vertaald werk moest hebben.156 Tevens was er irritatie over de grote campagnes

voor soms middelmatige boeken.157

Ammerlaans opvolger, Henk Pröpper, staat sinds 2011 aan het hoofd van De Bezige Bij en De Bezige Bij Antwerpen en werd bij zijn benoeming vooral beschreven als een letterkundige die als directeur van het Letterenfonds een kolossaal netwerk

opbouwde onder schrijvers en buitenlandse uitgevers.158 Vandaag de dag wordt de

uitgeverij echter onder meer in verband gebracht met de reorganisaties binnen de Weekbladpers Groep. Om te overleven moest het concern afslanken en enkele

uitgeverijen afstoten. Hierdoor is Singel 262, met daaronder de uitgeverijen Nijgh & Van Ditmar, Querido en de Arbeiderspers, afgestoten. Daardoor bestaat de Weekbladpers Groep in Nederland enkel nog uit De Bezige Bij en A.W. Bruna. De Bezige Bij heeft de reorganisatie dus overleefd, maar is door de media-aandacht rondom de perikelen van WPG wel negatief in het nieuws gekomen.