• No results found

4. Het beeld van De Bezige Bij Antwerpen gezien vanuit de literatuurkritiek

4.2. Literaire prijzen

In iedere prospectus vermeldt de uitgeverij welke auteurs genomineerd zijn voor of bekroond zijn met bepaalde prijzen. Door deze prijzen te vermelden, stijgt het aanzien van de uitgeverij en wint de uitgeverij aan kwaliteit. Tevens kan de uitgeverij hiermee de nadruk leggen op bepaalde onderdelen van het fonds. Door bijvoorbeeld veel

debuutprijzen te noemen, laat de uitgeverij zien dat er veel aandacht wordt besteed aan de debutanten. Een oeuvreprijs toont daarentegen juist aan dat de uitgeverij veel

huisauteurs heeft en dat er wordt geïnvesteerd in de toekomst. In het Nederlandse taalgebied worden ieder jaar veel prijzen uitgegeven en de ene prijs is heeft meer

aanzien dan de andere prijs. Het is dus voor de uitgeverij erg belangrijk bepaalde prijzen te benadrukken en andere prijzen bewust weg te laten. De media maken in hun

berichtgeving niet dezelfde afweging als de uitgeverij. Zij hebben niet het doel De Bezige Bij Antwerpen in een zo goed mogelijk daglicht te zetten en zullen objectiever berichten over de prijzen waar de uitgeverij voor in aanmerking komt. Deze paragraaf zal ter illustratie enkele prijzen noemen waarmee De Bezige Bij Antwerpen in verband wordt gebracht. Welk onderdeel van het fonds ontvangt de meeste prijzen? Van welke kwaliteit zijn de prijzen? En welke prijzen zijn opmerkelijk te noemen?

Deze globale schets is gemaakt op basis van alle berichten die in de geschreven media zijn verschenen over prijzen waarvoor auteurs en medewerkers van de uitgeverij genomineerd zijn. Er wordt geen onderscheid gemaakt in soorten prijzen, omdat iedere prijs een beeld geeft van de uitgeverij. Als enkel naar literaire prijzen zou worden gekeken, zou informatie over de reputatie van de uitgeverij op het vlak van non-fictie buiten beschouwing blijven. En als enkel landelijke prijzen onderzocht zouden worden, zou dit ervoor zorgen dat een eventueel regionaal beeld van de uitgeverij gemist wordt. Deze nominaties moeten echter wel in de media bekend worden gemaakt, omdat het beeld van de uitgeverij enkel beïnvloed kan worden als men van de nominatie af weet. Hiervoor is, om dezelfde redenen als bij de algemene persberichten en de

literatuurkritiek, gebruik gemaakt van traditionele gedrukte media in Nederland en Vlaanderen, maar er is geen onderscheid gemaakt in regio, kwaliteit of frequentie van uitgeven van het medium. Deze berichten zijn verkregen via de uitgeverij, Mediargus, Literom, Lexis Nexis en het archief van de kranten zelf. Bij deze analyse is gekozen voor het trefwoord 'De Bezige Bij Antwerpen' en niet 'De Bezige Bij', omdat anders het anders een te omvangrijk onderzoek zou worden. Verder zijn de trefwoorden 'nominatie' en

'prijs' toegevoegd, omdat deze laatste twee trefwoorden duidelijk maken om wat voor soort artikel het gaat.

4.2.1. Het beeld volgens de berichten

Sinds de oprichting van De Bezige Bij Antwerpen worden auteurs en boeken van de uitgeverij regelmatig genomineerd voor prijzen. De prijzen lopen uiteen van de Gouden Strop tot de Beaufortprijs en van de Prijs voor Letterkunde van de Provincie West- Vlaanderen tot de Eisner Award. De uitgeverij ontvangt dus zowel Vlaamse, Nederlandse als internationale prijzen. Opvallend hierbij is dat de Nederlandse en de Vlaamse media verschillend berichten over deze prijzen en andere keuzes maken. Zo benoemt De Standaard op 31 augustus 2012 hoe Willy Linthout de Bronzen Adhemar, de Vlaamse Cultuurprijs voor de Strip, in ontvangst mocht nemen. Hier wordt in de Nederlandse media met geen woord over gesproken. Dat hier niet over gesproken wordt, kan worden verklaard aan de hand van de hoeveelheid besprekingen over stripboeken in de

Nederlandse kranten. Uit de vorige paragrafen bleek dat de Nederlandse kranten weinig te melden hebben over strips, waardoor wellicht ook de prijswinnaars onderbelicht blijven. Dit in combinatie met het feit dat de Bronzen Adhemar een Vlaamse prijs is, kan verklaren waarom de Nederlandse media hier geen aandacht aan besteden. Opvallend hierbij is wel dat de Vlaamse verkiezing voor het Beste Boekomslag in Nederland wel wordt besproken. Het is dus niet zo dat Vlaamse prijzen überhaupt niet worden genoemd in Nederland.

Als verder wordt gekeken naar de prijzen die in de Vlaamse media veelvuldig aan bod komen, dan valt op dat de stripboeken van De Bezige Bij Antwerpen vaker in de prijzen vallen. Zoals reeds genoemd berichtte De Standaard al over de Bronzen Adhemar voor Willy Linthout. Zijn nominatie voor de Eisner Award, de hoogste onderscheiding voor strips in Amerika, komt in dezelfde krant aan bod. Op 29 november 2013 besteedt Het Laatste Nieuws daarnaast aandacht aan de Prix Patrimoine, een Franse prijs voor strips die als klassieker kunnen worden gezien. Cowboy Henk was een van de

genomineerden voor deze prijs. Aangezien er geen vervolgbericht komt over een

eventuele winst, kan ervan uit worden gegaan dat het bij een nominatie is gebleven. Ten slotte sprak de Krant van West-Vlaanderen op 6 juni 2014 over de Cutting Edge Awards, waar Zazagravures van Klaas Storme de prijs voor de beste strip won.

regelmatig voor in aanmerking komen, zijn debuutprijzen. Deze prijzen worden uitgereikt voor zowel literaire fictie als poëzie. Voornamelijk voor poëzie vallen de auteurs van de uitgeverij vaak in de prijzen. Zo besteedde De Morgen op 31 januari 2013 aandacht aan de Herman de Coninck Debuutprijs die Michaël Vandebril in ontvangst mocht nemen voor zijn bundel Het vertrek van Maeterlinck. En ook de bekroning van Delphine Lecompte’s De dieren in mij met de C. Buddingh’-prijs wordt veelvuldig

genoemd, waaronder in De Morgen op 3 april 2013. Dezelfde bundel won tevens de Prijs voor de letterkunde van de provincie West-Vlaanderen, waar dezelfde krant al op 31 januari 2013 over berichtte.

Maar ook romans van De Bezige Bij Antwerpen worden genoemd bij

debuutprijzen, hoewel dit wel minder vaak gebeurd. Zo spreekt De Morgen op 9 oktober 2013 over de bekroning van Christophe Van Gerrewey’s Op de hoogte met de Vlaamse Debuutprijs. Voor deze prijs was tevens Marnix Peeters’ roman Natte dozen

genomineerd, dat ook bij De Bezige Bij Antwerpen uitkwam.

De romans van De Bezige Bij Antwerpen worden niet alleen in verband gebracht met debuutprijzen, maar ook aan een Vlaamse prijs als de Gouden Uil. Marc Reugebrink won deze prijs al in 2008 met Het Grote Uitstel, maar in recentere artikelen wordt dit nog veelvuldig aangestipt. Dit gebeurt onder andere in De Morgen van 23 juni 2012. Ten slotte worden de romans van De Bezige Bij Antwerpen ook genoemd voor internationale prijzen. Hierbij valt vooral de winst van de Nigeria Prize for Literatur door Chika

Unigwes Fata Morgana op. Knack besteedt hier op 2 maart 2011 aandacht aan, maar ook de Gazet van Antwerpen noemt de auteur en haar prijs op 6 november 2012. Tevens worden de internationale prijzen van Olga Grjasnowa’s Een Rus is iemand die van berken houdt benoemd in De Morgen van 26 maart 2014.

Hoewel de nadruk bij de prijzen voor De Bezige Bij Antwerpen duidelijk op poëzie en literaire fictie ligt, vallen ook enkele non-fictietitels in de prijzen. Zo wordt onder andere de Bob Den Uylprijs voor het beste journalistieke reisboek genoemd. Zo geeft Het

Laatste Nieuws van 22 april 2011 bijvoorbeeld aan dat Ann de Craemer net buiten de boot valt en ook Korneel de Rynck wordt genoemd als genomineerde auteur voor de prijs in De Standaard van 11 april 2014. Ten slotte hoort Pascal Verbeken in het rijtje van winnaars van deze prijs thuis, getuige het artikel van De Morgen op 7 mei 2013. Een laatste non-fictieprijs is de Beaufortprijs, een prijs voor de beste biografie. Deze prijs komt Gita Deneckere ten deel in 2013 met Leopold I, blijkt uit Belga van 13 maart 2013.

De focus ligt ook in Nederland op de poëzie en de romanprijzen. Waar in

Vlaanderen net iets meer aandacht was voor de poëzieprijzen, wordt in de Nederlandse media de nadruk gelegd op de literatuurprijzen. Slechts twee poëzieprijzen worden besproken: de C. Buddingh-prijs en de VSB poëzieprijs, respectievelijk voor het beste debuut en de bestelde bundel van het afgelopen jaar. De VSB-poëzieprijs werd op 26 januari 2011 besproken door Trouw, waaruit naar voren kwam dat Paul Bogaert met De slalom soft een van de outsiders was. Bij de C. Buddingh-prijs wordt voornamelijk gesproken over de bekroning voor het werk van Delphine Lecompte, zoals in NRC Handelsblad van 1 februari 2013, maar ook de nominatie van Michaël Vandebril wordt aangestipt. Opvallend is dat er in de Nederlandse media ook veelvuldig wordt gesproken over de nominatie van Yannick Dangre's Meisje dat ik nog moet. Zowel De Volkskrant als NRC Handelsblad besteden hier op respectievelijk 11 en 14 juni aandacht aan. In de Vlaamse media bleef deze nominatie onbesproken.

De Nederlandse media heeft zoals gezegd meer aandacht voor de fictieprijzen. Hierbij wordt veelvuldig gesproken over Marc Reugebrinks bekroning bij de Gouden Uil 2008, zoals op 12 mei 2012 in Trouw. Daarnaast noemt Boekblad op 7 februari 2013 alle genomineerden op de longlist, waar onder andere Koen Peeters' Duizend Heuvels en Jeroen van Rooijs Het licht op terug te vinden zijn. Iets meer dan een jaar daarvoor stond Bloedgetuigen van Johan de Boose op deze longlist, meldt hetzelfde blad op 12 januari 2012. Tevens wordt de uitgeverij in verband gebracht met de Libris Literatuurprijs, doordat Trouw op 13 mei 2014 de genomineerden bespreekt, waaronder Jeroen Theunissens De omwegen. In een ANP-bericht op 12 september 2013 wordt nog naar buiten gebracht dat Christophe Van Gerreweys Op de hoogte genomineerd was voor de Academica Literatuurprijs, een romandebuutprijs en op 31 augustus 2013 stipt de Volkskrant dit nogmaals aan. Daarnaast wordt Joost Vandecasteele genomineerd voor oeuvreprijs BNG Nieuwe Literatuurprijs 2012, meldt Boekblad op 8 februari 2013. Ten slotte doet hetzelfde medium op 23 juli 2014 melding van de nominatie van Richard Flanagans De smalle weg naar het verre noorden voor de Man Booker Prize, die hij enkele maanden daarna ook zal winnen.

Naast deze aandacht voor voornamelijk grote literaire prozaprijzen, worden ook in Nederland de prijzen voor non-fictiewerken benoemd. Zo bespreekt Boekblad op 1 april 2014 de genomineerden voor de Gouden Tulp 2013. Een van deze genomineerden is Ten oorlog: Een reis langs het front van WO I van Arnout Hauben en Johanna Spaey.

Daarnaast besteedt de Volkskrant op 21 april 2012 aandacht aan de mogelijke winnaars voor de Erik-Hazelhoff Roelfzema-biografieprijs. De krant stelt dat, hoewel er een rijke voorraad was om uit te putten, er een lijst van vijf genomineerden is samengesteld; Gita Deneckere's Leopold I hoort daarbij. En ook in Nederland wordt de Bob Den Uyl-prijs aangestipt. NRC Handelsblad bespreekt op 8 juli 2011 de nieuwe roman van Ann De Craemer en merkt daarbij op dat ze voor Duizend-en-één-dromen genomineerd was voor deze prijs. Ten slotte bespreken zowel NRC Handelsblad als de Volkskrant op 13 mei 2013 de uitslag van het jaar 2013, waar Pascal Verbeke met Grand Central Belge net naast de winst greep.

Ten slotte zijn nog enkele opmerkelijke prijzen te noemen. Zo bericht Boekblad op 13 mei 2014 als enige over de nominatie van Patrick Conrads Tango Assassino voor de Gouden Strop. Vooral opvallend is dat de uitgeverij verder in de media niet wordt gelinkt aan het thrillergenre, terwijl de uitgeverij daar blijkbaar wel voor genomineerd wordt. Een andere opvallende prijs wordt ook door Boekblad benoemd op 18 januari 2012. Het gaat hier om de prijs voor de Meest Auteursvriendelijke uitgeverij,

uitgeroepen door de Vlaamse Auteursvereniging. Hoewel uitgeverij Vrijdag er met de prijs vandoor ging, werd De Bezige Bij als een van de andere genomineerden genoemd. Daarnaast spreekt Humo op 18 december 2012 in een jaaroverzicht over Harold Polis als de winnaar voor de meest empathische uitgever, als deze prijs had bestaan. In De Gooi- en Eemlander op 30 april 2012 wordt ten slotte de volgende opmerking gemaakt over Rolf Falters België. Een geschiedenis zonder land: “En mocht het ooit zo ver komen dat een prijs wordt uitgeloofd voor de beste ondertitel van een boek, dan is dit werk een heel kansrijke kandidaat”.