• No results found

Chris Boudewijns is de marketing- en promotieverantwoordelijke van De Bezige Bij Antwerpen. Ze is bij de uitgeverij betrokken sinds de oprichting. Doordat ze de uitgeverij vanaf de oprichting in 2010 heeft meegemaakt weet ze veel van de uitgeverij. Doordat ze de verantwoordelijkheid heeft over hoe de boeken in de markt moeten worden gezet, weet ze tevens duidelijk welk beeld de uitgeverij wil uitstralen.

Het interview vond plaats op 8 augustus 2014.

Chris, vanaf wanneer ben je bij de uitgeverij betrokken geraakt?

Ik ben zelf bij De Bezige Bij Antwerpen betrokken sinds de oprichting, daarvoor zat ik bij de Bezige Bij Nederland. Dus de geschiedenis van Meulenhoff|Manteau en wat er

veranderd is tegenover vroeger, daar kan ik niet zoveel over zeggen. Ik zit op een commerciële functie als marketing- en promotieverantwoordelijke.

Maar je hebt vanuit Nederland de oprichting wel gevolgd neem ik aan?

Ik was niet echt bij de overname betrokken, pas vanaf het moment van de oprichting ben ik voor het fonds beginnen werken. Dat is nu bijna drie jaar geleden denk ik. Het heeft te maken met de overname van het concern WPG van Standaard Uitgeverij en

Meulenhoff|Manteau in België, vanaf dat moment is het in gang gezet.

Je kende Meulenhoff|Manteau wel al voordat je bij De Bezige Bij Antwerpen kwam?

Ik kende Manteau wel en ik kende Meulenhoff en apart kende ik Meulenhoff|Manteau. Meulenhoff|Manteau was voor mij een collega zoals zoveel anderen dat waren.

En wat vond je van Meulenhoff|Manteau toen?

De indruk die ik toen had van de uitgeverij was dat ze wel heel actief waren in het zoeken van nieuw jong talent, dat was zeker een pluspunt waar ze heel actief in waren. Anderzijds hadden ze een aantal auteurs overgekregen die van Meulenhoff gekomen waren en waar zij dan eigenlijk toekomst aan gegeven hebben. Want bij uitgeverij Meulenhoff is toen heel veel gebeurd. Die uitgeverij was in de jaren tachtig heel groot maar dat is toen toch allemaal een beetje weggegaan, er bleef niet heel veel van over. En Meulenhoff|Manteau heeft dat toen heel goed kunnen overnemen.

En waren die jonge talenten voornamelijk literatuur of van andere genres?

Van literatuur, die indruk heb ik toch. Dat dat toch minder non-fictie was. Terwijl nu toch vooral aandacht is voor de fictie en voor de non-fictie en dat er meer een 50-50

verhouding tussen die twee is.

Toen je bij De Bezige Bij Antwerpen kwam, wat was toen je beeld van de uitgeverij?

Toen het een onderdeel van de Bezige Bij werd, waren er twee of misschien zelfs drie belangrijke verschillen. Het eerste was dat De Bezige Bij Antwerpen, doordat het een onderdeel werd van De Bezige Bij Nederland, dat de uitgeverij heel veel kansen ging krijgen of meer kansen ging krijgen om ook in Nederland aan de bak te komen. Want ik heb de indruk dat dat voordien toch niet zo veel was. Punt twee, Meulenhoff|Manteau, bij wie of wat hoorde dat, dat was een onbestemde plek. Terwijl nu, met De Bezige Bij Antwerpen werd het heel duidelijk een kind van een heel grote uitgeverij met heel veel jaren dienst en met heel veel standing. De Bezige Bij Antwerpen ging er dus zeker op vooruit in vergelijking met Meulenhoff|Manteau. En ten derde gaf het ook veel meer de kans om zich in Vlaanderen te profileren als de literaire uitgeverij voor de toekomst. Dus dat waren zeker de voordelen en dat was ook de hoop die wij hadden, en die ik zeker had, toen ik bij De Bezige Bij Antwerpen kon beginnen.

Er is veel gesproken over de angst dat de uitgeverij als Nederlandse uitgeverij zou worden gezien. Heb jij iets van die angst gemerkt?

Ja, er waren auteurs en het werd ook een beetje aangezwengeld door andere belanghebbenden in de media dat de Bij Antwerpen een onderdeel was van de Bij Amsterdam en dat het op termijn zou verdwijnen. Zelfs dat auteurs uiteindelijk ingepikt zouden worden door het grote huis van De Bezige Bij. En dat voor de rest de

redactionele onafhankelijkheid zou verdwijnen. Maar dat was maar één stem. Want een andere stem was, en die brengen we nu ook in de praktijk, dat Vlaamse auteurs nu meer mogelijkheid krijgen om in Nederland aandacht te krijgen en dat die markt voor hen veel groter wordt.

Want vroeger moest je als Vlaming al snel naar een Nederlandse uitgeverij, wou je in Nederland gelezen worden?

Er is inderdaad een tijd geweest dat de Vlaamse auteurs dachten dat ze in Amsterdam moesten worden uitgegeven om in de Nederlanden bekend te worden, dat is wel zo. Maar dat had als nadeel dat voor de auteurs die in Vlaanderen wonen, die redactie en die uitgeverij toch wel ver af zit. In de realiteit is Amsterdam dan wel niet zo ver weg van Antwerpen of Brussel, maar mentaal zit daar toch een grens tussen. Terwijl als je een zetel in Antwerpen hebt zoals wij nu, ze voelen zich hier thuis, dat is voor hen veel beter.

Maar het is niet zo dat de Vlaamse auteurs vanuit Amsterdam direct overgeplaatst zijn naar Antwerpen?

Nee, dat is ook niet de bedoeling. De auteurs kiezen of ze in Amsterdam worden

uitgegeven of in Antwerpen. Dus dat wil zeggen, voor de commerciële activiteiten rond hun boek zou er geen verschil mogen zijn, het verschil zit hem in de redactie, dus dat ze met de andere uitgever en redacteuren te maken hebben.

Zijn er auteurs die ervoor gekozen hebben vanuit Amsterdam toch naar Antwerpen te gaan?

Ja, Paul Baten Gronda is naar Antwerpen gekomen, maar andersom is Yannick Dangre, die bij Antwerpen zat, naar Amsterdam gegaan. Maar dat is het ongeveer. Dus veel verschuivingen heeft het niet teweeg gebracht.

Maar in de brochures, vooral in 2011, stonden er wel Vlaamse Amsterdamse auteurs in de brochure van Antwerpen. Hoe zit dat?

We hebben een beetje moeten zoeken. Het is één ding bij welke redactie of uitgeverij ze horen, maar iets heel anders is hoe een boek het best verkocht wordt en hoe die bij het publiek komt. Is dat door ze toch in een Nederlandse brochure te zetten of in een

brochure van Antwerpen? Daar zijn we lang naar aan het zoeken geweest. Het is nu, er is een Antwerpse brochure en een Nederlandse brochure, maar er zijn een aantal titels van de Bij Antwerpen waarvan wij denken dat ze veel potentie hebben in Nederland, die zijn in de Nederlandse brochure toegevoegd.

De Simenon-titels zijn hier een voorbeeld van voor najaar 2014?

Ja, bijvoorbeeld. Er zijn er nog een paar, bijvoorbeeld Bart van Loo, die met zijn

Chansonboeken in Nederland veel bekendheid heeft gekregen. Die staat met zijn nieuwe boek over Napoleon ook in de Nederlandse brochure, maar daarnaast wordt die ook in de Belgische brochure verspreid. En dat heeft met het volgende te maken: je kan dan als auteur wel bij de Bezige Bij Antwerpen zitten, of bij Amsterdam, maar de vraag blijft hoe je als Vlaamse auteur aan bekendheid in Nederland komt. En ik moet zeggen, ik heb er al lang ervaring mee, ik denk dat dat vroeger iets makkelijker ging. De beide landen

stonden meer open voor elkaars cultuur. Dat geld zeker voor de belangstelling in

Vlaanderen voor de Nederlandse auteurs, vroeger was zeker bij de pers maar ook bij de boekhandel meer belangstelling voor, niet alleen bij de gevestigden, maar ook voor nieuwer en jonger talent. Dat was voor alle uitgeverijen zo. Dat is nu aan het

bekend waren in Nederland aan de bak te krijgen. Nederland heeft Herman

Brusselmans, Tom Lanoye, Hugo Claus zeer zeker en ook Leo Pleysier, Dimitri Verhulst, maar dan hebben we het wel gehad. En bij ons is dat de laatste tijd ook zo, zeker in de boekhandel is het moeilijk om de Vlaamse auteurs onder de aandacht te krijgen, zeker als ze nog niet bekend zijn, met een debuut.

En waar heeft dat mee te maken?

Dat heeft met veel factoren te maken, maar de belangrijkste is op dit moment toch zeker de toestand van de markt en de crisisperiode waarin we zitten. Die crisis hebben we echter vroeger niet gehad, dus waaraan lag dat vroeger? Er verschijnen sowieso heel veel boeken, ook vertalingen, dus de boekhandel gaat selecteren. Dus als ze een onderwerp niet kennen, of als het een veel te Vlaams onderwerp is, iets wat ze in Nederland niet kennen of wat ze niet interesseert, dan wordt dat niet besteld. Omgekeerd is dat in Vlaanderen ook zo. Anderzijds voor wat Vlaanderen betreft, de Vlaamse literatuur heeft zich de laatste jaren goed ontwikkeld, er zijn veel goede schrijvers bijgekomen die het heel goed doen en daardoor heerst in beide landen een mentaliteit van eigen volk eerst. Dat geldt in Nederland maar dat geldt ook hier. Onze eigen auteurs worden in de eerste plaats gelezen.

Heb je het idee dat de Vlaamse auteurs die in Amsterdam uitgegeven worden, makkelijker in Nederland gelezen worden?

Ja, iets makkelijker. Maar daar hebben wij voor moeten bedenken dat het misschien beter is enkele van die auteurs in de Nederlandse brochure te steken. Want die Vlaamse brochure wordt dan misschien toch net iets te gemakkelijk opzij gelegd.

Maar andersom is dat ook zo. Een titel waar het boek Nederland of Nederlands in zit, of een stad in Nederland bijvoorbeeld, dat wordt in Vlaanderen ook al snel als te Hollands gezien bijvoorbeeld. Dus ik denk dat wij met de Bezige Bij Antwerpen wel heel dankbaar mogen zijn dat onze collega's in Amsterdam toch moeite doen voor onze boeken en dat wij toch ook af en toe echte sellers hebben in Nederland, waardoor die belangstelling in Nederland toch zal toenemen of zal uitbreiden. Daardoor maak je een recensent of een boekhandelaar toch meer geïnteresseerd. Want die herinneren zich dat wij bijvoorbeeld Christopher Clark - de Slaapwandelaars hebben uitgebracht, een boek over de Eerste Wereldoorlog, een heel goed boek en misschien zijn ze daardoor nieuwsgierig gemaakt voor wat wij nog meer aan non-fictietitels uitbrengen. Jonathan Holslag is ook zo'n voorbeeld.

De samenwerking verder met De Bezige Bij, hoe zit dat?

Zij doen de promotie voor de Vlaamse titels in Nederland.

En wordt daar nog een schifting in aangebracht?

Ja, maar dat doen zij ook voor andere titels natuurlijk. Er zijn boeken waarvan we bij voorbaat weten dat het een heel klein lezersbestand gaat vinden, een dichtbundel of literair essay bijvoorbeeld. Dan moet je niet verwachten dat de boekhandel daar stapels van in de winkel gaat leggen en dan ga je die inzet daar ook niet voor doen. Maar als je wel gelooft in een titel ga je er meer inzet voor doen en dan heb je die inspanningen van de Nederlandse verkoop- en promotiemensen natuurlijk wel nodig. Daar wordt wel naar gekeken, deze titel heeft kansen en daar gaan we op inzetten, maar een debutant die nog niet bekend is, iemand die zichzelf nog moet bewijzen of een moeilijker boek, daar gaat iets minder inspanning in. Maar dat gebeurt ook voor de Bij Nederland in Vlaanderen.

En als zij er eigenlijk minder voor willen doen dan jullie hadden gewild, kun je de collega's in Amsterdam dan overhalen?

Ja, dan moet je wel met argumenten komen natuurlijk. En dat kan dan zijn dat een auteur al eerder boeken gepubliceerd heeft die al goede recensies in Nederland

ontvangen heeft, of dat hij al interviews heeft, of dat hij bij een tv-programma geweest is, daar kun je dan op terugvallen en dat kan een argument zijn. Maar het kan ook zijn dat een auteur beschikbaar is om naar Nederland te komen voor interviews of dat hij bijvoorbeeld een performer is en podiumervaring heeft en naar festivals kan komen waardoor hij publieksbekendheid krijgt. Er zijn dus ook andere manieren om te kijken of een auteur niet toch aan bod kan komen. Maa rhet lukt natuurlijk niet altijd. Dat heeft met de situatie in het hele boekenvak te maken natuurlijk.

Gebeurt het vaak dat jullie ze moeten overhalen of zij jullie?

Nee, ik vind dat we wat dat betreft wel genoeg realiteitsbesef hebben. Er zijn tijden geweest dat er in het boekenvak boeken en auteurs echt gepusht werden, maar die tijd is gepasseerd. Dat heeft geen zin meer om boekhandels vol te stoppen met boeken die ze uiteindelijk niet verkopen en die je dan uiteindelijk weer retour krijgt. Je moet een beetje een realistische prognose maken. We hebben wel regelmatig overleg met elkaar en praten dingen bij. Soms hebben we namelijk wel hoge verwachtingen en dan worden die niet ingelost. Dan zijn we zelf wel ontgoochelt en zien we ook niet wat we kunnen doen om het te verbeteren. Maar daar is wat dat betreft wel goed, realistisch overleg over.

Het is dus nooit dat ze genoeg hebben aan hun eigen titels en die van Antwerpen links laten liggen?

Nee, dat hebben we gelukkig nog nooit meegemaakt.

Wordt dat op elkaar aangepast, dat er geschoven wordt qua datum dat er voor elke titel tijd is?

Ja, we kijken bijvoorbeeld bij de verschijningsdata dat elkaar beconcurrerende titels niet op hetzelfde moment verschijnen. Dan zitten die mekaar in de weg. Naar dat soort dingen wordt ook gekeken. De redactie heeft verder ook overleg met de Nederlandse verkoop, de omslagen en de verkoopprijzen worden voorgelegd aan Nederland zodanig dat Nederland vanuit haar ervaring daarop kan reageren. Omslagen worden soms aangepast omdat de Nederlandse smaak anders is. Maar dan worden wel voor beide regio's dezelfde omslag gemaakt, anders wordt het te duur.

De samenwerking is dus op meerdere gebieden?

Ja, zowel op commercieel gebied als redactioneel. Zeker op de redactie is er heel regelmatig overleg, en dat gaat dan over de Nederlandse en Vlaamse titels, maar ook zeker over de vertaalde titels. En dan verder op het gebied van verkoop en promotie. We hebben regelmatig een vergadering en dan gaan we naar Amsterdam of zij komen hier.

En de leiding is vanuit Amsterdam?

Ja, Robert zat in zijn tijd gewoon hier, die was heel makkelijk aan te spreken. Henk is in Amsterdam. We hebben even moeten uitzoeken hoe dat in zijn werk moest gaan, maar ik vind dat dat nu vrij goed gaat. Harold heeft heel vaak afspraken met de redactie en dat is zo'n 2 tot 3 keer per maand. Met de verkoop is dat 1x per maand en promotie heeft eigenlijk wel dagelijks contact via de telefoon of mail. We zijn heel goed op elkaar afgestemd, personeelsleden kennen elkaar goed. Dus dat gaat heel goed.

Maar de dagelijkse leiding doen jullie dus zelf?

Ja.

Heb je niet het idee dat de leiding te ver weg zit? Ik kan me voorstellen dat er meer een gevoel van leiding is als deze in de kamer naast je zit, dan wanneer de directeur ver weg in Amsterdam zit.

Ik moet zeggen, het is wellicht oneerbiedig om tegenover Robert te zeggen, maar deze formule werkt ook wel goed, met Henk. Er zijn veel dingen die we zelf kunnen. Meer de strategische dingen gebeuren in overleg met de directie in Amsterdam en daar is het overleg voor .Maar de dagelijkse praktijk, het is niet dat we hier met beginnelingen

begonnen zijn, iedereen had al ervaring. Dus dat is eigenlijk geen probleem , de

samenwerking en het overleg gaat heel goed. Uiteraard, we zouden het heel fijn vinden als Henk hier elke maand naartoe komt en met iedereen een praatje maakt, maar dat is niet haalbaar. Iedereen heeft het druk, dus het is roeien met de riemen die je hebt. Maar dat gaat.

En de samenwerking met WPG?

Bij WPG is er iemand die de verkoop opvolgt. We hebben hier één iemand die de boekhandels bezoekt en alle contacten heeft met de klanten, de afnemers. En er is een manager, een verkoopdirecteur die dat ook opvolgt, daar op toeziet en de taken mee verdeelt. Die volgt ook onze cijfers op en doet de onderhandelingen met de afnemers en dergelijke.

Dat is dan WPG België?

Ja.

En wat betreft WPG Nederland, merken jullie iets van die perikelen?

Nee, daar merken wij eigenlijk niets van. Ik heb het wel vernomen en ik ben er ook erg van geschrokken, Querido en Arbeiderspers zijn natuurlijk echte kernuitgeverijen geweest van het WPGconcern. Ik kan het zelf eigenlijk nog altijd niet goed geloven dat die binnenkort echt weg zijn en als zelfstandige uitgeverij gaan werken. Dat betekent dat bij WPG nu alleen De Bezige Bij, Bruna en in Antwerpen Manteau en Standaard

Uitgeverij nog zitten. Een groot stuk is nu dus weg. Ik vraag me af hoe zij dat als

zelfstandige uitgeverijen gaan doen, ik hoop dat het ze lukt. Je ziet het wel in het vak in het algemeen, je hebt een aantal grote bedrijven zoals WPG en VBK, hier in Vlaanderen is er dan ook nog Lannoo, en die grote concerns hebben allemaal al hun reorganisaties doorgevoerd, bij VBK dan vorig jaar nog. Maar aan de andere kant ontstaan er ook kleine uitgeverijen en hoewel ik niet zeg dat die over de ganse lijn succes hebben, springen die er toch met titels uit en hebben met bepaalde titels echt succes. Dus die kleintjes worden ook steeds groter. Het zou best kunnen dat Querido en De Arbeiderspers in de toekomst goed zullen gaan. Maar ik denk dat alle uitgeverijen vandaag met hetzelfde probleem zitten. Als ik naar de Gfk-cijfers kijk, dan gaat het in Nederland en Vlaanderen hetzelfde. Ik was verwonderd dat in zowel Nederland en Vlaanderen hetzelfde boek op nummer 1 staat, dat boek van John Green. Dat is een boek voor young-adults waar ook een film van is. Ik hoor wel dat meisjes moeten huilen van dat boek. Maar als dat het bestverkochte boek is in Vlaanderen én Nederland, dan denk ik: wat is er toch aan de hand? Je mag

ervan uit gaan dat zo'n boek ook door volwassen vrouwen gelezen wordt, het zal een goodread zijn, makkelijk te lezen. Er zijn mensen die een boek lezen om wakker van te worden en er zijn mensen die een boek lezen om lekker te kunnen slapen. Ik denk dat