• No results found

Transcriptie interview Jan Splinter

In document Keepers eventplan Soccer Camps United (pagina 112-119)

Soccer Camp?

Bijlage 7: Transcriptie interview Jan Splinter

Jan Splinter is momenteel keeperstrainer van Almere City, waar hij actief is bij het betaald voetbal gedeelte van de club (het eerste en jong). Dit interview is tot stand gekomen om de ontwikkeling van het keepen tussen nu en 20 jaar geleden te vergelijken, maar ook om te kijken hoe een professionele keeperstrainer aankijkt tegen de ontwikkeling van jeugdkeepers. Daarnaast heeft Jan Splinter een eigen keeperschool gehad en is aan hem gevraagd hoe hij dit ervaren heeft. Hieronder volgt het interview volledig getranscribeerd:

Interviewer: Hi Jan, bedankt dat ik dit interview met je mag doen. Ik ken je al een lange tijd, maar al

een hele tijd niet gezien en gesproken. Onwijs leuk om je weer eens te zien en te spreken en ben blij dat je open staat voor een klein interview voor mijn onderzoek. Vind je het tevens erg als ik dit gesprek opneem?

Jan: Hi Rich, insgelijks! Altijd leuk om je weer te zien en het is natuurlijk helemaal geen probleem dat

je het opneemt, kun je het altijd nog even terug luisteren.

Interviewer: Oke gelukkig maar, om maar gelijk met de deur in huis te vallen, zou je jezelf eens kort

kunnen voorstellen?

Jan: Wie ben ik? Nou ik ben Jan Splinter, al heel lang betrokken binnen het voetbal en met name op

het gebied van keeperstraining. Ik heb bij verschillende clubs gewerkt onder andere bij Ajax, Haarlem, Almere City, PAOK Saloniki, een jaar in Italië gezeten en doe voor Ajax nog alles in het buiteland wat keepers aangaat. Ik heb een aardige CV denk ik zo haha.

Interviewer: Haha precies, denk ook dat dit wel een aardig CV is waar je trots op kan zijn. Kun hier

ook nog een verdere toelichting op geven welke leeftijdsgroepen je hebt getraind bij de verschillende clubs?

Jan: Bij Ajax heb ik de hele academy gedaan en betaaldvoetbal, Bij HFC Haarlem heb ik de hele

academy gedaan en ook het betaaldvoetbal, bij Almere City heb ik een jaar de academy gedaan en nu sinds het vijfde jaar betaaldvoetbal. Bij PAOK Saloniki hebben ik de hele jeugdopleiding voor keepers neergezet.

Interviewer: Welke leeftijdsgroepen bedoeld je precies met ‘academy’?

Jan: De jongste jeugd tot en met de oudste jeugd, dus alle leeftijden tussen de 8 en de 18 jaar. Interviewer: Mooi CV als je alles zo op een rijtje zet, met ook veel afwisseling in leeftijden en

ervaringen zowel in Nederland als in het buitenland. Aangezien je al een lange tijd meedraait in de voetbalwereld en je vergelijkt het keepen van nu met dat van 15 a 20 jaar geleden, vind je dan dat het keepen erg veranderd is?

Jan: Ik denk niet zo zeer dat het keepen veranderd is, maar ik denk meer dat het spel in het

algemeen veranderd is. Daar bedoel ik mee dat de ondergrond veranderd is, de materialen de ballen en het voetbal veel sneller is geworden. Dus in die zin denk ik dat het keepen niet veel veranderd is, want uiteindelijk gaat het er als keeper om dat je de ballen uit het doel moet houden.

Interviewer: Uiteindelijk is ballen tegenhouden natuurlijk het grootste doel, maar ik ben zelf ook

keeper en als ik dan vergelijk met hoe ik vroeger training kreeg en hoe je dat af en toen nu ziet met behulp van verschillende materialen, zoals doeken om een veld met regen te simuleren, rekjes die

gebruikt worden om overheen te springen etc. In mijn tijd en dan praat ik pas over 10 jaar terug, toen had je dat nog niet.

Jan: Nee klopt, en toen ik speelde had je dat ook allemaal niet. Maar het keepen is in dat opzicht niet

veranderd, want het blijft ballen tegenhouden, maar de manier van training geven die is wel

veranderd. En dan vraag ik mezelf nog weleens af met tennisballen, rugbyballen hoe functioneel dat allemaal is.

Interviewer: Ja daar heb ik ook af en toe mij vragen bij, maar in Nederland moet je als keeper ook

mee kunnen voetballen en draait het niet alleen meer om ballen tegenhouden, maar ook over het verwerken van de bal voetballend, hoe zie jij deze verandering met een jaar of 15 geleden?

Jan: Ik zie die verandering inderdaad ook en ik vind dat we daar flink aan het in doorslaan zijn. We

willen in Nederland alleen maar opbouwen en in het buitenland willen ze helemaal niet opbouwen en zeggen ze zoek het daar voorin maar uit met die bal. Als je naar de jeugd kijkt is het wel belangrijk dat je als keeper wat met een bal kan en leert voetballen en dat je kan opbouwen en herkent

wanneer dit mogelijk is, maar in het betaald voetbal gaat het om resultaat en speelt is opbouwen onderschikt. En je ziet in het voetbal van nu veel goals komen uit het mislukken van het opbouwen en dan vraag ik me af of we hier niet soms in doorslaan.

Interviewer: En als we dan een conclusie mogen trekken uit jouw uitspraken en ik vraag wat je van

deze verandering vind in vergelijking met 15 a 20 jaar geleden, wat zou jouw antwoord dan zijn?

Jan: Keepers als Edwin van de Sar en Ronald Waterreus zijn geweldige keeper die ook goed konden

voetballen en ik ben van mening dat dat ook belangrijk is als keeper, alleen we moeten er niet in doorslaan en een keeper als een nummer 10 gaan zien die de oplossingen zoekt zoals we de laatste jaren zijn gaan doen. Voetballen moet op het middenveld en voorin gebeuren.

Interviewer: Maar is jouw manier van training geven hier ook door veranderd, vergeleken met een

tijd terug?

Jan: Ik ben zelf wel wat meegegaan, maar niet compleet omgegaan en daar pas ik ook voor, want ik

vind nog steeds dat de eerste prioriteit voor keeper is om een bal tegen te houden en dus doelpunten te voorkomen.

Interviewer: Ik ben het daar ook mee eens en denk dat een hoop trainers die mening ook delen,

maar toch vragen ze veel van hun keepers. Keepers moeten kunnen voetballen, maar moeten herkennen wanneer dit wel en niet kan.

Jan: Trainers vergeten vaak dat keepers wel een van de betere trappen hebben van het team. Interviewer: Dat hoor en zie je inderdaad vaker! Nu we een hoop verandering hebben besproken

ben ik eigenlijk wel benieuwd hoe jij het keepers trainen ervaart. Je bent trainer bij Ajax geweest, maar welke leeftijdsgroep heb je daar met name training gegeven aan waar haalde je de meeste voldoening uit?

Jan: Ik heb bij Ajax training gegeven van de onder 8 tot het betaald voetbal (Jong Ajax), maar waar ik

heel veel voldoening uit haalde was de leeftijd vanaf onder 15, dat ze vanuit die groeispurt kwamen. Vanaf deze leeftijd beginnen ze echt dingen die je ze toereikt te begrijpen en te herkennen, daar heb ik wel heel veel voldoening uitgehaald. Kijk die kleintjes van 8 tot 14 jaar is leuk om mee te beginnen en ik vind altijd dat de beste trainers op de kleintjes moeten staan, want daar wordt de basis

Interviewer: dat begrijp ik, maar hoe komt dat?

Jan: Ik deed toen de tijd het betaalde voetbal bij Ajax en de gehele academy en ik begon mezelf erop

te betrappen dat ik bij de kleintjes ging denken “snap je dat dan niet” en dat is helemaal niet raar dat een kind van 8 dat niet snapt, maar als trainer is dat een punt dat het geduld minder wordt. Ik had namelijk een hele diverse dag waarin ik altijd eerste de oudere jeugd had vanaf onder 15 tot en met Jong Ajax en later pas de lagere leeftijden met als gevolg dat je minder geduld hebt en verwacht dat ze bepaalde aanwijzingen gelijk snappen terwijl die kinderen nog niet zover zijn. En uiteindelijk hebben we bij Ajax ervoor gekozen om een trainer voor de jongere jeugd erbij te namen die het geduld had om deze kinderen de basis aan te leren.

Interviewer: Dat lijkt me inderdaad ook lastig als je alle leeftijdsgroepen moet training geven en

steeds moet switchen qua mindset wat de kinderen wel en niet kunnen. Ik merk dit zelf ook al als keeperstrainer, dus ik snap in welke situatie jij je bevond. Je hebt dus de gehele academie van Ajax training gegeven, maar waar lag voor jou met name de focus bij de kinderen tussen de 6 en 15 jaar?

Jan: Bij kinderen tussen de 6 en 15 jaar ligt de focus met name op de basistechnieken. De

basistechnieken zoals het vangen van een bal, het duiken naar een bal, het trappen van een bal en het verwerken van een bal zijn technieken die in de basis goed moeten worden aangeleerd. Het is hetzelfde met autorijden, je moeten leren autorijden en uiteindelijk wordt het automatisme, zo moet het ook met het aanleren van de basis zijn. Als de kinderen een jaar of 14 zijn, dan kan je wat meer met ze gaan trainen richting specifieke wedstrijdsituaties.

Interviewer: En als je dit dan weerkaatst op de keepersschool die je hebt gehad, is dit dan ook waar

voor jou de focus op lag, de basis aanleren?

Jan: Jazeker. Je kan wel heel veel oefeningen gaan verzinnen, maar als je als keeper geen bal kan

vangen, dan kun je doen en laten wat je wilt, maar dan wordt het kwantiteit in plaats van kwaliteit en ik vind dat je te allen tijde moet gaan voor kwaliteit en dat moet je waarborgen.

Interviewer: Eerder in het interview gaf je aan dat het als keeper belangrijk is dat hij de ballen

tegenhoudt, waarom is vangen dan zo belangrijk, kun je dat nader toelichten?

Jan: Je er is een verschillen tussen een bal tegenhouden en een bal tegenhouden. Als keeper moet je

namelijk het gevaar wegnemen bij het doel en daarom is het van belang dat je een bal kan vasthouden en niet altijd maar stompen, want dan verplaatst het gevaar zich weer en moet er opnieuw geanticipeerd worden op een situatie. Alleen waar we tegenwoordig in doorslaan is dat keepers worden gezien als veldspelers met handschoenen aan, maar dat is natuurlijk niet zo!

Interviewer: Ik denk dat je dat op een duidelijke manier verwoord hebt en iedereen dit zal begrijpen.

Nu ben je jarenlang keepertrainer geweest bij Ajax, tegenwoordig geef je training bij Almere City aan het betaald voetbal gedeelte. Waar ligt met name het accent bij de senioren?

Jan: Hier ligt eigenlijk relatief weinig accent, ik vind namelijk als je senioren keeper bent en zeker als

je profkeeper bent dat vooral gericht moet zijn op het fit maken en wedstrijdfit blijven. Je bent als senior te oud om nog te focussen op het aanleren van basistechnieken, op het moment dat dit wel het geval is, betekent dat dat er in de jeugd iets mis is gegaan. Bij Almere City trainen we hard en conditioneel en uiteraard ben ik met die jongens bezig om dinge te verbeteren, maar dat zijn met name zaken als wedstrijdinschatting. Dat zijn inzichten, die je aan de hand van beelden kan laten zien en die de keepers uiteindelijk moeten gaan herkennen tijdens de wedstrijden. Het echt dingen aanleren zit er bij de senioren niet echt meer bij, het is vooral het onderhouden.

Interviewer: Dus als ik het goed begrijp is het in de leeftijd 8 tot 14 jaar vooral focus op de

basistechnieken, vanaf 15 jaar gaat het om wedstrijd specifieke situaties trainbaar maken en vanaf de senioren is het met name gericht op het onderhouden en perfectioneren van het inschatten van wedstrijdsituaties.

Jan: exact!

Interviewer: Maar wat vind jij dan het grootste verschil tussen het trainen van jeugdkeepers en het

trainen van senioren keepers?

Jan: Het grootste veerschil is dan toch wel het stapsgewijs aanleren van vaardigheden, maar ook van

denkwijze van een keeper met het inschatten van wedstrijdsituaties. Je moet kunnen begrijpen welke fases kinderen van bepaalde leeftijden doorlopen en hierop moet je het leerproces aanpassen. Aan de hand hiervan ga je heel stapsgewijs de kinderen aanleren en dat is bij het senioren keepen totaal niet meer het geval. Bij kinderen van 8 tot 13 jaar moet er nog geleerd worden hoe ze een bal vangen, hoe ze een bal aannemen, hoe ze moeten insnijden van een bal, bewust worden van hun lichaamshouding, hoe staan me handen zodat ik een bal vast kan houden. Dit zal allemaal punten die door de jaren heen aangeleerd moeten worden. En vanaf 14 jaar blijf je deze punten herhalen, maar moet het automatisme zijn geworden en moet je dan eigenlijk kunnen dromen om vervolgens weer een volgende stap in de ontwikkeling te kunnen maken.

Interviewer: Dat verschil is inderdaad erg duidelijk. Is het dan ook zo dat kinderen tussen de 8 en 13

jaar meer individuele training krijgen dan wanneer ze 14 jaar en ouder zijn?

Jan: Ja, in zekere zin krijgen kinderen tussen de 8 en 13 jaar meer individuele training, maar trainde

ook wel met de groep mee. Vaak kregen deze keepers een drie keer een uur keeperstraining in de week. Keepers vanaf 14 jaar krijgen per training ongeveer een 30 a 40 minuten keeperstraining en verder met de groep. Tijdens het groepsgedeelte doen de keepers dan mee en proberen we de keeperstrainer dan ook te betrekken tijdens de training om de keepers in wedstrijdsituaties te coachen.

Interviewer: Dat is een mooie manier om keepers op te leiden en doelgericht beter te maken. Ik ken

je natuurlijk ook uit mijn tijd bij Keepersschool Groot Amsterdam (KGA), hier kwam ik zojuist al even op, maar hoe hebt jij het bezitten van een keepersschool ervaren?

Jan: Ik vond het erg leuk, het was een probeersel wat uiteindelijk is uitgelopen op een grote hit. Jij

hebt er ook gezeten en we probeerde wel onderscheidend te zijn, maar ook weer niet te

onderscheidend. Een keepersschool moet naar mijn inzicht ook functioneel zijn en we kunnen we allemaal gekke oefeningen met springen en vliegen etc gaan bedenken, maar als je die basis niet bezit, dan heeft dat geen enkele toegevoegde waarde. Het gaat erom dat de kinderen die deelnemen een betere keeper worden en enthousiast worden dat ze zich ontwikkelen en merken dat ze stappen zetten in hun ontwikkeling. Ik heb het dus ervaren als een heel positief iets, maar ik zie dat er

wekelijks keeperscholen ontstaan waar de kwantiteit belangrijke is dan de kwaliteit. Het wordt allemaal commercieel, terwijl hoofddoel nummer 1 moet zijn plezier overbrengen en die kinderen beter maken. Dat vind ik wel heel kwalijk!

Interviewer: Dus jouw drijfveer was eigenlijk het beter maken van de kinderen en niet om een extra

Jan: Inderdaad, anno 2018 zijn keepers nog altijd het ondergeschoven kindje bij de club en wij

hebben de organisatie nooit commercieel gemaakt. De kinderen konden bij ons wekelijks een training krijgen waar zij wat konden leren en wat hun eigen club niet kon aanbieden. Al het geld wat er over bleef ging naar KIKA en voor de rest hebben wij er nooit echt geld aan verdiend. Ik ben er echter een aantal jaar geleden uitgestapt, maar heb het altijd met heel veel plezier gedaan.

Interviewer: Waarom ben eruit gestapt als ik vragen mag?

Jan: Tijdgebrek, ik zat in het buitenland en ik vind als ik ergens mee bezig ben, dan wil ik dat met de

volle 100% doen, maar dat ging helaas niet meer, dus heb ik de stekker er voor mezelf uitgetrokken.

Interviewer: ja dat klinkt logisch en begrijpelijk. Op welke leeftijd hebben jullie toen de tijd gericht

met de keepersschool?

Jan: onze focus lag met name in het ontwikkelen van de basisvaardigheden, dus de leeftijden van 8

tot en met 15 was onze doelgroep. Het is dan ook mooi om te zien als je kinderen ziet die in eerste instantie geen bal kunnen vangen en na een aantal weken dat wel kunnen. Dat is het mooiste wat er is, de straal op het gezicht van een kind.

Interviewer: Dat is inderdaad prachtig als je een glimlach op het gezicht kan krijgen door middel van

zulke kleine aanwijzingen. Kun jij ook een aantal keepers noemen die uiteindelijk het betaalde voetbal hebben gehaald?

Jan: Ja dat zijn er nogal wat, maar onder andere Kenneth Vermeer, Marco Bizot, Sergio Padt, Warner

Hanh, Kees Heemskerk, Mickey van der Hart, Xavier Mous.

Interviewer: Dat zijn inderdaad een hoop name die bijna allemaal in de Eredivisie spelen of hebben

gespeeld. Maar terugkomend op de keeperschool. Jullie wilde niet te onderscheidend zijn, maar waar wilde jullie je dan toch in onderscheiden van andere al bestaande keepersscholen?

Jan: Wat wij gedaan hebben is uniformiteit. Ieder kind kreeg dezelfde uitrusting in kleding en we

boden alles aan wat de keeper nodig hebben, van keepershandschoenen tot onder kleding voor het vallen. Daarnaast verzorgde wij, bij KGA, kwaliteitstraining die iedere week werd aangepast op de ontwikkeling van een individu. Bij een hele hoop keepersscholen is deze planning vooraf gemaakt en wordt er niet gekeken naar de ontwikkeling van het individu. Elk kind is anders en krijgt de adviezen en persoonlijke aandacht die wordt gevraagd om beter te worden.

Interviewer: Dus jullie keken echt gericht naar het individu?

Jan: Ja, want als wij vonden dat een keeper goed was, dan zetten we deze in een groepje hoger en

vonden we dat een keeper niet goed genoeg was voor een groepje, dan zetten we deze in een groepje lager. En dan kreeg je weleens boze ouders, maar als je het uitlegt en aangeeft hoe kind op een rustiger tempo toch een betere keeper kan worden, dan begrepen ze dat. Dat had allemaal te maken met het leveren van kwaliteit. Je moet het zo zien dat wanneer je op de middelbare school zit en je doet havo en je loopt continu op je tenen. Dat gaat het kind niet leuk vinden, maar als hij of zij een stapje lager gaat en mavo gaat doen en je ziet het kind weer stralen en met plezier naar school gaan dan is dat de enige juiste optie geweest.

Interviewer: Een heldere uitleg op jullie kijk naar het ontwikkelen van keepers bij de Keepersschool

Groot Amsterdam. Maar hebben jullie naast een keeperschool dan ook weleens nagedacht over een kamp of een ander soort evenement speciaal voor keepers?

Jan: Ja hebben we zeker weleens over nagedacht, alleen de factor tijd ontbreekt daarvoor gewoon.

In document Keepers eventplan Soccer Camps United (pagina 112-119)