• No results found

Toerisme en recreatie

In document ruimtelijk structuurplan (pagina 137-143)

Trends, knelpunten en potenties

2.4. Toerisme en recreatie

Conflicten tussen recreatie en natuur Veel gebieden met een belangrijke natuurlijke waarde worden ook gebruik voor recreatie. Conflicten tussen recreatie en natuur vragen naar oplossingen voor het samengaan van beide functies (recreatieve inrichting van natuurgebieden, gepaste regelgeving).

Kampeerterreinen.

In vergelijking met de andere provincies heeft Vlaams-Brabant de kleinste oppervlakte aan terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven. Dit wordt als een tekort ervaren.

138

Geen of een beperkt routenetwerkstructuur voor de ruiterpaden, fiets-, en wandelpaden

Het openhouden van landelijke wegen is belangrijk voor de ruitersport. Door de steeds toenemende asfaltering van landelijke wegen door onder meer ruilverkavelingen in het verleden, verdwijnen de ruiterpaden.

Daarnaast worden ook de fietspaden en wandelpaden als ontbrekend ervaren.

Beperking recreatief medegebruik

De agrarische sector staat nog weigerachtig tegenover het recreatief medegebruik van haar oppervlakte areaal. Enkel rond de toeristisch-recreatieve nabestemmingen van hoeven wordt binnen deze sector over kansen gepraat. Ook

bosgebieden en natuurgebieden worden slechts in beperkte mate opengesteld voor toerisme en recreatie.

3. Potenties

3.1. Open ruimte

Potentieel voor natuurontwikkeling De provincie Vlaams-Brabant beschikt over een groot potentieel om aan natuurontwikkeling te doen door de aanwezigheid van nog aaneen te sluiten natuurgebieden, de verscheidenheid aan ecotopen, de bestaande

openruimtegebieden, voornamelijk in valleien; en door het in belangrijke mate afwezig zijn van intensieve veeteelt.

De diversiteit aan relatief kort bij elkaar gelegen biotopen zoals bossen, meersen, poelen, beeksystemen en open

ruimte, is een goede uitgangssituatie voor een structureel behoud en een ontwikkeling van natuurwaarden.

Stiltegebieden

In de studie naar de afbakening van stiltegebieden uitgevoerd door de provin-ciale dienst leefmilieu. Hierin komen het Pajottenland en het Hageland als belangrijke stiltegebieden naar voor.

Landbouw als beheerder van open ruimte Door de grote verstedelijkingsdruk binnen de provincie is open ruimte zeer belangrijk. De landbouw kan een

belangrijke rol gaan spelen in het vrijwaren en beheren van deze open ruimte door structurele verbreding waarbij activiteiten in verband met beheer van landschap opgenomen worden.

Biologische en nieuwsoortige teelten Toenemende verstedelijking en een veranderende

mentaliteit hebben een belangrijke invloed op de agrarische sector. Consumenten stellen specifieke eisen wat betreft kwaliteit, herkomst, productiewijze en gezondheid van voedsel.

Vooral fijne groenten, biologische teelt en extensieve veeteelt hebben dan ook een toekomst. De goede landbouwgrond in Vlaams-Brabant is heel geschikt om antwoord de bieden op deze verhoogde vraag naar meer verfijnde land- en tuinbouwproducten.

Originele teeltsoorten

Een aantal originele teelten sieren de Vlaams-Brabantse

>>

>>

139 land- en tuinbouw: kleinfruit, pitfruit, snijbloemen en

sierteelt. Zij vormen een potentie voor duurzame landbouw en toerisme. De aanwezigheid van veilingen in de

onmiddellijke omgeving betekent een extra troef.

Cultuurhistorische relicten en aanwezige natuurwaarden

De cultuurhistorische relicten en de nog aanwezige

natuurwaarden in het landschap verschaffen potenties naar het aantrekken van recreatie, toerisme en culturele

beleving.

Recreatief medegebruik kan het draagvlak voor de bescherming van de natuurwaarden verhogen.

Ontginningsgebieden

De provincie kent enkele ontginningsgebieden. De

ontginningsactiviteit is tijdelijk, zodat bij de realisatie van de nabestemmingen van de gebieden interessante

mogelijkheden voor natuur- en landschapsontwikkeling en recreatie ontstaan.

3.2. Bebouwde ruimte

Verankering met het Brussels gewest

Vlaams-Brabant is als geen andere Belgische provincie verankerd met het Brussels stadsgewest. Deze verankering heeft ontegensprekelijk een positieve invloed op de Vlaams-Brabantse regio, via de aanwezige transportinfra-structuur, de nabijheid van de internationale netwerken en van overheidsdiensten en de grote afzetmarkt. De

nabijheid van Brussel betekent voor de provincie een

werkgelegen-heidspool en een dienstverleningscentrum van hoog niveau in haar onmiddellijk bereik.

Attractieve grootstedelijke functies

Talrijke grootstedelijke activiteiten zijn een belangrijke impuls voor de Vlaams-Brabantse werkgelegenheid. Een belangrijk voorbeeld is de nationale luchthaven. De ontwikkelingen rond en nabij Zaventem bieden een groot potentieel als economische productie- en tewerkstellings-pool en als belangrijke toegang tot Vlaanderen en België.

De universiteiten van zowel Brussel als Leuven bieden belangrijke impulsen voor werkgelegenheid van hoog niveau.

Groot kennispotentieel

In de evolutie naar een kennis- en netwerkeconomie ligt kennis aan de basis van innovatie. In tijden van snelle technische veranderingen kunnen nieuwe clusters en nieuwe locaties ontstaan. Nieuwe technieken kunnen nieuwe bedrijfsvormen of nieuwe samenwerkingsvormen tussen verschillende (internationale) bedrijven genereren.

Vlaams-Brabant beschikt over een groot kennispotentieel, ondermeer door de aanwezigheid van de universiteiten te Leuven en te Brussel en bedrijven die aan de spits staan in de nieuwste technieken (o.a. IMEC).

3.3. Mobiliteit

Goede ontsluiting

Vlaams-Brabant is verkeerskundig goed ontsloten, zeker op vlak van de hoeveelheid infrastructuur. De provincie heeft

140

een dicht autowegennet, een uitgebreide

spoorweginfrastructuur en een internationale luchthaven.

Hierbij mogen de waterwegen niet worden vergeten. De bereikbaarheid van de provincie is dus optimaal.

Omvangrijke spoorweginfrastructuur Het Brussels gewest beschikt over een omvangrijke spoorinfrastructuur (waaronder een dertigtal stations). In principe zijn dus nog mogelijkheden aanwezig op vlak van capaciteit om een betere toegankelijkheid van de banlieu te waarborgen. Bovendien zou de (niet gesloten) spoorring die op ongeveer 30 km afstand van Brussel ligt, als een goede regionale verbinding kunnen worden uitgebouwd voor de steden Aalst, Geraardsbergen, Edingen, Nijvel, Ottignies, Waver, Leuven, Mechelen en Dendermonde.

Tenslotte moet ook worden vermeld dat het Gewestelijk Expresnet voor Brussel een aantal potenties inhoudt om de modal split in de pendelbewegingen van de werknemers in Vlaams-Brabant te kunnen omschakelen.

Luchtverkeer

Luchttransport heeft een sterk groeipotentieel. Dat is onder meer het gevolg van een toename van economisch snel verouderende goederen en van goederen met een hoge toegevoegde waarde die voor transport worden

aangeboden. De ruime capaciteit van de passagiersterminal en een voldoende capaciteit van start- en landingsbanen geven Zaventem een extra troef.

Fietsroutes

In het zuidwesten is er een dicht wegennet van

voornamelijk kleine landelijke wegen die de vele

boerderijen met elkaar verbinden. Deze wegen lenen zich uitstekend voor fietsroutes, wat ook toeristisch een troef is. Ook zijn er nog heel wat oude trambeddingen naar Brussel die een aantal potenties bezitten hetzij voor hergebruik, hetzij voor een andere bestemming. Ook de jaagpaden langsheen het Zeekanaal Brussel-Schelde naar de Rupel en langsheen de Leuvense vaart vormen

potentiële fietsroutes (o.a. voor schoolgaande jeugd). Het provinciaal fietsroutenetwerk komt hier reeds aan tegemoet.

Groeipotentieel voor streekvervoer

Stads- en streekvervoer heeft een groot groeipotentieel.

Hierbij zijn doorstromingsmaatregelen van essentieel belang. Zij zullen niet alleen toelaten de huidige stopdiensten te optimaliseren, maar tevens nieuwe mogelijkheden bieden, naar onder andere regionale sneldiensten (cfr. Regionet Brabant-Brussel.)

3.4. Toerisme en recreatie

Grote gave landelijke gebieden

Toeristisch heeft Vlaams-Brabant zeker troeven onder meer dankzij de regio’s Zuid-Pajottenland en het Hageland.

Naast het cultureel en industrieel-archeologische erfgoed worden ook de landschappelijke waarden-karakteristieken van deze regio's steeds meer gewaardeerd.

Stedelijke kernen

De stedelijke kernen (Leuven als bekende kunsthistorische

>>

>>

141 universiteits- en congresstad en cultuurhistorische stadjes

zoals Halle, Diest, Tienen, Zoutleeuw...) kunnen het toeristisch draagvlak vergroten. Historische steden en sites met daaraan verbonden culturele manifestaties zijn erg in trek. Hun aantrekkingskracht voor dagtochten of korte vakanties zal verder toenemen. De Vlaams-Brabantse stedelijke kernen kunnen zich (verder) ontwikkelen tot culturele knooppunten en tot trekpleisters voor het recreatief winkelen en het horecabezoek.

Bos- park- en tuindomeinen

De grote boscomplexen die Vlaams-Brabant rijk is, vormen een belangrijke toeristisch-recreatieve potentie. Rond Brussel zijn verscheidene aantrekkelijke en uitgestrekte bos-, park-, en tuindomeinen gesitueerd, die reeds vandaag een belangrijke toeristisch-recreatieve functie hebben.

Deze zijn veelal verbonden met monumentale kastelen (Beersel, Gaasbeek, Horst). In de omgeving van Brussel treffen we een rijk aanbod aan golfterreinen en situeert zich de hippodroom van Sterrebeek. Tot slot bevinden zich in Vlaams-Brabant een aantal provinciale domeinen die onderdeel uitmaken van het toeristisch-recreatief aanbod.

Belangrijk aanbod routes

De provincie heeft een aantrekkelijk en uitgebreid aanbod aan provinciale wandel- en fietsroutes over het gehele grondgebied van de provincie. Daarenboven biedt het uitdagend heuvelend landschap aantrekkelijke routes voor mountainbikers.

>>

142

143 143

>>

143

In document ruimtelijk structuurplan (pagina 137-143)