• No results found

Open ruimte

In document ruimtelijk structuurplan (pagina 127-131)

Trends, knelpunten en potenties

2.1. Open ruimte

Vlaams-Brabant wordt geconfronteerd met een verstedelijkingsdruk vanuit Brussel en in mindere mate vanuit Leuven. Oorzaken van deze sterke

verstedelijkings-druk zijn onder meer gezinsverdunning en de voorkeur van een groot deel van de bevolking voor perifere verkavelingen in een groene omgeving. Het wonen wordt meer en meer gefragmenteerd over grote oppervlakten. Bovendien is er vraag naar nieuwe bedrijventerreinen. Ook de effecten van de Vlaamse milieureglementering dienen vermeld. Door de strengere milieunormen worden een aantal bedrijven gedwongen zich buiten het woongebied te vestigen, wat meestal gepaard gaat met inname van open ruimte.

Deze verstedelijkingsdruk uit zich in het dichtslibben van de open ruimte en aantasting van de natuurlijke en

landschappelijke structuur. Ook de landelijke gebieden in de provincie kennen een verstedelijkingsdruk. Deze gebieden dreigen hun plattelandskarakter te verliezen door de externe ontwikkelingen uit de nabije stedelijke gebieden (suburbanisatie) en door interne ontwikkelingen, voornamelijk in de landbouwsector.

Naast de verstedelijkingsdruk en de daarmee samenhangende problemen is er het probleem van het illegaal bodemgebruik, onder andere in de vorm van illegale weekendverblijven, ontbossingen, aanleg van parkeerplaatsen in landbouwzone en bebouwing in valleigebieden. De bouw van weekend-verblijven gaat vaak gepaard met de aanplanting van streekvreemde vegetatie (Pajottenland, boscomplexen tussen het Rupelbekken en de Zenne, Demer- en Laakvallei).

2.1.1. Met betrekking tot de natuurlijke structuur Het centrale probleem met betrekking tot natuur is het verlies van biotopen en biodiversiteit. Dit is toe te schrijven aan verschillende oorzaken.

128

Versnippering

De open ruimte wordt sterk versneden en versnipperd. Een typisch voorbeeld zijn de landelijke woongebieden die de oorspronkelijk geïsoleerde woonkernen met elkaar verbinden.

Tussen woonlinten en excentrische verkavelingen blijven kleine open gebieden, fragmenten en eilandjes over die onderling weinig of geen samenhang meer vertonen en de continuïteit van de open ruimte verbreken. Door versnippering gaat de ruimtelijke samenhang tussen de biotopen verloren. Verlies van biodiversiteit is een mogelijk gevolg.

Verdroging en problematische overstromingen Verdroging wordt veroorzaakt door de activiteiten die de afvoer van grondwater verstoren, zoals uitbreiding van de verharde oppervlakte door verstedelijking, hogere verdamping door gewijzigd bodemgebruik en

waterbeheersingswerken (het rechttrekken en uitdiepen van beken en verhoogde ont- en afwatering). Andere oorzaken zijn de activiteiten die de afvoer van het grondwater versterken, zoals: grondwaterwinning voor landbouw, industrie en drinkwatervoorziening en de snellere afvoer door waterbeheersingswerken.

Waterbeheersingswerken kunnen rechtstreeks leiden tot habitatverlies, bijvoorbeeld door het systematisch betonneren of het aanleggen van schanskorven. Daar collectoren dikwijls in natuurgebieden worden aangelegd, kunnen

waterbeheersingswerken en werken van milieuhygiënische aard onrechtstreeks leiden tot de beschadiging van talrijke beekvalleien.

In alle aan verdroging onderhevige gebieden is het

verdwijnen van vochtige indicatoren en van oude bossoorten,

waarneembaar.

Anderzijds zorgen deze menselijke ingrepen voor problematische overstromingen op plaatsen waar dit niet gewenst is.

Recreatie

In reliëfrijke gebieden verstoren mountainbikes en motorfietsen de rust en veroorzaken ze erosie. In sommige regio’s wordt recreatie geïntensiveerd, wat gepaard gaat met zware infrastructuurwerken, zoals het betonneren van wegen en de uitgraving van visvijvers.

Overbelasting door recreatie gaat gepaard met de

verdwijning van bepaalde ecotopen, zoals heidevegetatie en versnippering van bossen. Door recreatief medegebruik, ook door passieve recreatie, kan de tolerantiegrens van de natuurgebieden worden overschreden. Ook maneges en hobbylandbouw zorgen voor verstoring van natuurwaarden.

Vervuiling

Oppervlaktewater wordt nog steeds zwaar rechtstreeks vervuild door aangrenzend ruimtegebruik: meststoffen, pesticiden en herbiciden van omliggende landbouwpercelen, rechtstreekse lozing van afvalwater vanuit de bebouwde ruimte, verontreinigingen vanuit de industrie (zware metalen, chemicaliën)…Gevolgen zijn een geringe

(drink)waterkwaliteit en ecologische kwaliteit van waterlopen… Praktisch alle Vlaams-Brabantse bekkens hebben te kampen deze watervervuiling. Het bekken van de Mark in het Pajottenland vormt een uitzondering op de regel.

De Zenne is qua vervuiling wellicht de uitschieter. Dit laatste geldt ook sterk voor de bekkens in het Hageland (Dijle, IJse,

>>

>>

129 Velpe) en in Haspengouw (beide Getes). Naast ruimtelijke

problemen zijn er de problemen met betrekking tot het behoud van de grondwaterkwaliteit en de trage aanleg van rioleringen.

Licht- lucht- en bodemverontreiniging doen zich in het bijzonder voor op industrieterreinen, langs de steenwegen, op en rond de luchthaven (stank) en omheen de verbrandingsoven Neder-over-Heembeek.

Intensivering van landbouwactiviteiten, vermesting en verzuring

Intensivering van de landbouwactiviteiten komt voor in marginale zones. Door de verbeterde technieken worden voor landbouwdoeleinden ook minder geschikte gronden

aangesneden.

Schaalvergroting binnen de landbouw gaat vaak gepaard met het verdwijnen van kleine landschapselementen. Dit leidt tot een verlies aan verbindingsstructuren en tot habitat-, en

diversiteitverlies Sommige soorten zijn immers afhankelijk van de aanwezigheid van kleine landschapselementen.

Populieren en streekvreemde soorten

Een algemene tendens binnen Vlaams-Brabant is de omvorming van vochtige weilanden tot populierenbossen met een geringe biologische en ecologische waarde. In minder vochtige streken bevoordeelt de bosbouw streekvreemde soorten met vooral Amerikaanse eik.

Verstoring of hinder

Licht-, geur- en geluidshinder doet zich voor op

industrieterreinen, langs de steenwegen , op de luchthaven (stank) en omheen de verbrandingsoven Neder-over-Heembeek.

De aanleg van een fijnmazig net van verkeerswegen en de sterk verspreide bewoning hebben niet alleen een versnippering tot gevolg van de open ruimte maar ook een aantasting van de stilte (cf. stiltekaarten van de provincie Vlaams-Brabant). De stilte, als één van de traditionele eigen belevingswaarden van de landelijke gebieden, is daardoor een steeds zeldzamer goed geworden.

Het toenemend autoverkeer, de toename van het luchtverkeer op Zaventem en de aanleg van verschillende nieuwe

spoorweglijnen (H.S.T.) zullen de hinder in deze fel versneden provincie nog doen toenemen. Ook grootschalige (openlucht) manifestaties generenen verkeer en geluidsoverlast.

2.1.2. Met betrekking tot de agrarische structuur

Afname van het landbouwareaal

De agrarische sector wordt geconfronteerd met een dalend landbouwareaal, door suburbanisatie van wonen, werken en infrastructuuruitbreidingen. Het probleem doet zich vooral voor in het Hageland, Pajottenland, Leuven en Aarschot.

Hiertegenover staat een stijgende vraag vanuit de landbouwsector naar gronden voor akkerbouw in geheel Vlaams-Brabant en naar gronden voor grondgebonden vee in het zuidwesten van de provincie.

Gelet op de verstedelijkingsdruk, is de afname van het

landbouwareaal nadelig voor de instandhouding en het beheer van de open ruimte. In bepaalde streken dreigt het typische landbouwkarakter definitief verloren te gaan.

Schaalvergroting

Schaalvergroting van landbouwbedrijven heeft belangrijke

130

gevolgen voor de verschijningsvorm van de open ruimte.

Schaalvergroting kan aanleiding geven tot erosie, vooral de uit-batingswijze en de mate waarin de landbouwer rekening houdt met de draagkracht van de bodem zijn belangrijke factoren met betrekking tot de erosiegevoeligheid van de bodem.

Toenemende bemestingsdruk

De bemestingsproblematiek in Vlaams-Brabant is, in vergelijking met andere provincies, beperkt. Doch, verwacht wordt dat deze bemestingsdruk in de toekomst zal toenemen zodat de relatief gunstige positie van Vlaams-Brabant zal worden aangetast. Het aandeel van grondloze veehouderij is op dit moment nog gering, maar het aantal grondgebonden bedrijven daalt.

Leefbaarheid

De leefbaarheid van de kleine landbouwbedrijven is in gevaar onder meer door een laag rendement. In Vlaams-Brabant is het gemiddelde bruto-inkomen per ha landbouwgrond relatief lager dan in de rest van Vlaanderen door een lagere graad van intensivering.

Geringe bedrijfsopvolging

Het aandeel opvolgers voor bedrijven met een bedrijfsleider van 50 jaar of meer is laag. De landbouw in Vlaams-Brabant wordt geconfronteerd met een geringe opvolgingsgraad en

uitbollende bedrijven.

Herbestemming van verlaten bedrijfsgebouwen en zonevreemdheid

Een belangrijk probleem als gevolg van de vermindering van het aantal landbouwbedrijven, is het herbestemmen van hoeven en

verlaten bedrijfsgebouwen in het landbouwgebied. Een meer specifiek probleem vormt de herbestemming van de serres van druiventeelt.

Veel agrarische gebouwen veranderen van functie. Veelal gaat het om woningen en om tweede verblijven. Soms rijzen conflicten tussen landbouwers en andere inwoners van het buitengebied omwille van de sterk toegenomen bedrijvigheid rond de hoevegebouwen zelf met grote geventileerde

koelruimtes, een groeiend machinepark. Geurhinder afkomstig van intensieve veehouderij wordt soms als hinder ervaren.

Daarnaast vinden in een aantal gewezen agrarische gebouwen meer commerciële functies onderdak (restaurant, café, hotel...) Ook deze activiteiten zorgen voor problemen inzake aantasting van het landschap, verwevenheid met de aanpalende

landbouwactiviteiten en commerciële functies.

Verzuringsgevoelige gebieden en grondloze veehouderij

De verzuringsproblematiek ten gevolge van de ammoniakuitstoot uit de veehouderij is, alhoewel minder stringent dan in andere provincies, een probleem waarmee de sector steeds meer en meer rekening zal moeten houden. De nabijheid van veehouderijen ten opzichte van verzuringsgevoelige gebieden (zoals bossen en natuurgebieden) vormt een belangrijk knelpunt. In toepassing van het milieuvergunningsdecreet en het mestdecreet is

uitbreiding in de veehouderij momenteel onmogelijk. Bestaande hinder zal eventueel via deze regelgeving moeten beperkt en/of voorkomen worden.

2.1.3. Met betrekking tot het landschap

De gelaagdheid van de ruimtelijke structuur brengt het conflict

>>

>>

131 aan het licht tussen de oorspronkelijke landschappelijke

structuur en de patronen die daarna zijn ontwikkeld. De beeldwaarde en de verschijningsvorm van het landschap wordt aangetast en dit wordt onder meer veroorzaak door

• de talrijke autosnelwegen op grondgebied van Vlaams-Brabant en de infrastructuren die bij autosnelwegen horen (parkings, pompstations...);

• de uitvoering van een aantal werken die betrekking hebben op andere structureel belangrijke elementen, zoals rivieren, beken, wegen, spoorlijnen en kanalen. (bv.

verbreding en verharding van holle wegen;

• het verdwijnen van streekgebonden bouwtechnieken en bouwstijlen en het uitvoeren van uniforme

verkavelingpatronen;

• egalisatiewerken;

• schaalvergroting binnen de landbouw.

Deze nieuwe patronen kunnen leiden tot versnippering van het landschap waarbij maatgevende elementen in het landschap tot gefragmenteerde relicten worden herleid.

Kleine landschapselementen verdwijnen steeds meer en er treedt uniformisering van de traditionele landschappen op.

In document ruimtelijk structuurplan (pagina 127-131)