• No results found

TOEN DE RESPONDENTEN KIND WAREN (OF VANUIT KINDPERSPECTIEF)

Afwezige vader/moeder

Gezinnen getuigen over afwezige ouders.

“Ik heb ook een eigen zaak gehad. Ik heb nog een café opengehouden, 6 jaar. En dan is mijn vader daar eens binnengekomen. En die had gedronken en die zei: “Dat is mijn dochter”. En hij zei: “Drink iets van mij dochter?” Ik zeg: “Ik ga u eens iets zeggen, je hebt van mij nooit niet moeten hebben. Ik moet van u ook niet hebben”. En die begon van zijn oren te maken tegen mij en dan heb ik die buitengezet. Op dat gebied...als ik een stap zet... Het kan lang duren eer ik een stap zet, maar als ik ene zet, zet ik nooit ene terug. Dat heb ik nog nooit gedaan en dat zal ik nooit doen. Maar het heeft bij mij allemaal wat tijd nodig eer dat allemaal doordringt. Maar dan moeten ze opzij gaan, want dan is het over en out. Dus ja, mijn pa, ik weet zelfs niet of hij nog leeft of niet. Het interesseert mij niet.”

“Mijn moeder kreeg MS op haar 40 jaar en was verlamd. Toen ik haar ging bezoeken hoorde ik haar al zeggen: “geit, vuile teef”. Mijn broer ging veel bij mijn moeder, met de bedoeling om binnen te rijven. Toen mijn moeder gestorven is ben ik afscheid gaan nemen; daarna ben ik gecrasht. Al die jaren dat ik kwijt was, heeft mij diep geraakt. Mijn vader kwam zelf afscheid nemen en vertelde dat hij niet meer wou leven. Hij pleegde zelfmoord op de dag van mijn stiefmoeder haar verjaardag. Ze zou nooit haar verjaardag nog vieren, en dat is ook zo. Zij is de derde vrouw. De tweede vrouw stierf aan kanker. Er kwamen bij ons thuis ook nooit vrienden aan huis.”

“Ik heb gewoon heel veel mijn ouders gemist. Mijn papa heb ik heel weinig gezien, om de veertien dagen een weekend. Toen ik 11 was zei hij hier stopt het. Zijn vrouw had hem voor de keuze gesteld ofwel zijn vrouw ofwel zijn kind. Het is zijn vrouw geworden. Ik zal niet zeggen dat dat drama’s zijn, maar dat tekent je wel. Ik heb dat altijd gemist: een mama en een papa in hetzelfde huis, zo het echte gezinsleven. Als ik dat zag op school een mama en een papa die hun kind kwamen halen of brengen of dan gingen die op reis. Dat zijn toch zo’n dingen die ik gemist heb.”

“Met mijn papa heb ik wel nog contact. Met mijn mama heel weinig. Ze komt soms wel eens op bezoek, maar ik kan ze ook niet bereiken via de gsm. Ze weet nu ook niet dat ik verhuisd ben. Ik weet niet of ze ons nu nog kan vinden.”

Moeilijke relaties met stiefvaders

Een aantal respondenten rapporteert een moeilijke relatie met een stiefouder.

“Want vanaf dag 1 als mijn ma die voorstelde aan mij, vroeg ze aan mij wat vind je ervan dat ik nu een nieuwe vriend heb. Dan heb ik haar geantwoord: “fuck you”. Nee jong, niet nog eens.”

In een aantal gevallen wordt melding gemaakt van stiefvaders die overgaan tot het misbruiken van de kinderen.

“Ik ben pakt van mijn 10, iets vroeger nog tot mijn 18 misbruikt geweest thuis. Maar daar is nooit iets van geweten geweest tot mijn 22 jaar. Ik heb dat altijd verzwegen en mijn moeder die zal wel oogkleppen hebben gehad. Niet door mijn vader maar mijn stiefvader, eigenlijk een nonkel. Ik heb dat altijd verzwegen.”

“(…) Het ergste is, hij heeft het allemaal toegegeven en heeft nooit moeten gaan zitten. Niks, niks, niks. 2 Jaar met uitstel kreeg hij. Grof, ik weet het. Dan heb ik nog moeten bewijzen dat ik gevolgen had van mijn misbruik want ik kon daar geen gevolgen van hebben. Dat was gebeurd en dan te weten dat daar nu weer 3 kindjes zitten. Daar probeer ik eigenlijk niet teveel aan te denken aan die 3 kinderen. De politie heeft wel altijd gezegd dat ze het mee in het oog gaan houden, naar de school enz., maar als zij nog maar zo weinig weten van mij wat gaan zij zich dan aantrekken van die 3 andere kinderen?”

“Mijn groei als kind; Ik herinner mij weinig, bijna niks van mijn kind zijn. Vanaf mijn negen jaar werd ik misbruikt door mijn vader, een priester en mijn broer heeft het ook geprobeerd.”

85

“Eén van de vrienden van mijn mama heeft me verkracht. Ik werd geplaatst. Ik voelde mij gestraft. Hij werd niet gestraft en ik wel.”

Mishandeling meegemaakt

Verschillende getuigen hebben thuis ook te maken gehad met mishandeling.

“Door de scheiding en dat mijn vader dan met de verkeerde vrouwen samen was. Het is niet gemakkelijk geweest. Ik heb mishandelingen meegemaakt.”

“Was het vooral je papa die betrokken was bij de mishandeling? Neen, ook mijn mama, allebei eigenlijk.”

Geweld thuis en een strenge opvoeding

Bij sommige mensen was er sprake van geweld thuis. Anderen spreken over een strenge opvoeding.

“Moeder stond in het café, soms werd ze in elkaar geslagen en mijn broers ook. Ik besef dat mijn moeder ook werd misbruikt. Op mijn 18 jaar heb ik het aan het licht gebracht maar mijn vader heeft dat weerlegd. Ik heb toen negen jaar geen contact gehad met hem, maar mijn dochter vroeg naar oma en opa. Dan heb ik terug contact opgenomen. Maar ik liet haar niet alleen met hem.”

“Hij moest in de ijskast zijn. De stoel aan de ronde tafel stond wat in zijn weg. Hij schopte die achteruit tegen mijn schenen. Ik werd kwaad en zei: “wat doe je nu” en ik schop terug tegen die stoel en tegen zijn achterste en zijn kuit. En hij heeft me gewoon aangevallen. Hij heeft me vastgepakt en is op mijn hoofd beginnen slaan. Dan ben ik kwaad geworden. Dan heb ik die buis gepakt en ben ik ook beginnen kloppen. KO heb ik hem geklopt. Ik was toen 16 jaar.”

“Die heeft op een gegeven moment ook een relatie gehad met iemand van het café. Dat is helemaal misgelopen, ze heeft die een paar keer afgerammeld. Zij, hem. Ik stond daar op een gegeven moment. Zij hing vol met bloed en zij heeft gezegd: “Ik heb die kapot gemaakt”. Ik was toen 5 of 6 maanden zwanger en ik was helemaal in shock en in paniek van: “Wat heb jij gedaan?” Uiteindelijk had ze hem niet kapot gemaakt, ze had een fles op zijn kop geklopt.

Die hebben ruzie gemaakt, ge wilt niet weten hoe dikwijls. Ze heeft uiteindelijk die gast neergestoken en dat mes is er zo ingegaan, dat stak iets naast het hart en die zijn long was doorboord en zij beweert dat dat per ongeluk was gegaan. En vanaf toen heb ik zoiets gehad van: “Wat voor moeder zijde gij, wat voor mens zijde gij,... “ Die ziet ze vliegen volgens mij want, nee, sindsdien is dat echt voorbij. Ik kan haar dat niet vergeven en ik kan dat zeker niet vergeten wat ze heeft gedaan.”

“Thuis was het minder omdat mijn ouders heel veel ruzie hadden. Mijn vader was eigenlijk een tiran. Mijn mama was bang van mannen door mijn vader dus die maakte dat ze goed stond bij mijn broer, maar niet bij mij. Ze heeft mij eigenlijk laten liggen. Want ik was heel zelfstandig en die dacht dat ik geen hulp meer nodig had, terwijl ik wel nog mijn moeder nodig had. Ik had toen ook ADHD, ik was erg actief. Dus mijn mama zei dan: “W. gaat gaan lopen”. En ik liep dan een uur of twee en dan was dat over. Maar ik kreeg ook woedeaanvallen.

Ik wist niet wat er scheelde met mij, ik voelde mij heel slecht in mijn vel. Mijn ouders zagen ook dat ik ongelukkig was. Maar die deden daar niks aan. Dan heb ik op mijn 17 jaar een zelfmoordpoging ondernomen en dan zijn ze met mij naar een therapeut gegaan en die zei:

Ja, jij moet niet meer komen, we hebben je vader nodig.”

“Dat zal niet zo goed zijn. Ik ben thuis al roepend en al tierend opgevoed, mijn moeder riep veel. Maar bij ons was ook wel, links was links en rechts was rechts.”

“Dat is eigenlijk een beetje een zware vraag die je me nu stelt. Op momenten haatte ik wat we allemaal hebben moeten meemaken, want we hebben echt heel zware periodes meegemaakt. Mede doordat ik ook héél diep heb gezeten en therapie heb moeten volgen heb ik wel veel zaken geleerd om veel meer in mezelf te gaan kijken. Want het is typisch voor een mens om te vergelijken met anderen.”

86

Psychiatrische problematiek ouders

Soms kampten ouders met een psychiatrische problematiek.

“Mijn moeder is een borderline, die heeft heel veel in de psychiatrie gezeten ook, en de psychische problemen zijn serieus erfelijk bij ons.”

Geplaatst als kind

We konden ook heel wat ervaringen optekenen van ‘geplaatst zijn’ als kind.

“Hoe het voor mij was om op te groeien, ik zal het in enkele woorden zeggen: tehuiskind, kind van alcoholverslaafde ouders en in de tehuiswereld ben ik gestoten op een pedofiele pastoor.

Dat was hoe ik ben opgegroeid. Het was een nachtmerrie. Ik heb dan ook geen normale hechting met mijn ouders en familie.”

“Ik ben op mijn 10 jaar geplaatst in een kindertehuis en op mijn 19 ben ik alleen gaan wonen.

En hoe was dat om op te groeien in zo’n tehuis?

Ik had redelijk wat mogelijkheden, ik ben daar ook altijd mee op verlof geweest, ik heb zelfs in Duitsland gezeten. Dat was wel plezant.”

“Mijn eigen kindertijd was moeilijk, ik zat in instellingen tot mijn 18 jaar met onderbrekingen thuis. Van mijn 6 tot 12 jaar heb ik thuis gewoond. Toen moest ik ook het huishouden doen, thuis. Na mijn plechtige communie moest ik terug op internaat’.”

Armoede-ervaringen als kind

De meerderheid van de getuigen vertelt dat ze thuis ook opgroeiden in armoede.

“Ik heb altijd mee moeten werken in het gezin.”

“Hoe was het voor jou om op te groeien als kind?

Ook moeilijk, wij hebben geleerd om met weinig content te zijn.

Jij komt uit een gezin dat zelf ook in armoede leefde?

Ja, wij waren ook met 5 kinderen. Dat was ook wel een zware tijd, mijn vader was invalide en mijn moeder was huisvrouw. Dus ja, wij zijn dat wel gewoon en hebben dat ook meegenomen dat we content moeten zijn met weinig.”

“Goh. Mijn moeder was ook alleen. Dus die had het ook niet altijd even gemakkelijk. En ik heb nog een zus. En we moesten ook veel ons plan trekken eigenlijk.”

“Mijn moeder ging stempelen, trok kindergeld en ging in ‘t zwart werken. Die hadden toen 70000 frank en wij hadden niet anders dan deurwaarders. Ik was toen 11, zij hadden een huishuur van 12000 frank, dus als je daar niet mee toekomt. Mijn moeder kan net als ik niet met geld omgaan. Die koopt liever een paar nieuwe schoenen dan een boterham.”

Alcohol

Bij sommigen was er een alcohol- of drugproblematiek aanwezig in het gezin waar ze opgroeiden.

“Ik heb geen jeugd gehad, een vader die constant dronk, die kwam thuis van zijn werk, die zette zijne kazak neer, die was weg naar het café en die kwam ‘s avonds om een uur of 10, half 11 thuis. Dat was zijn bed in, en dan ‘s morgens om 5 uur stond die op en dan moest ik ook uit mijn bed om zijn boterhammekes te maken. Terwijl mijn moeder ganse dagen op de zetel lag, want die had alle dagen koppijn. ‘s Morgens was dat dus eerst de boterhammekes maken van mijn papa, mezelf en mijn broers. Dan mij klaarmaken en naar school en van school kon ik terug beginnen aan het avondmaal. En er was niks gedaan. Kuisen. Tegen wanneer ik aan mijn huiswerk kon beginnen was dat 8 uur. En dan kwam mijn pa naar huis en zei hij: “Zijde gij nu nog aan uw huiswerk bezig?”. “Pa, ‘k ben wel nog maar 10 minuten bezig.” “Maak maar dat dat weg is, hup naar uw bed!” Dus ja, ik heb nooit goed kunnen studeren.”

“En dan mijn ma haar overige vriendjes. Dan is ze 8 jaar samen geweest. Daar heb ik tot mijn 16 à 17 als mijn stiefpa gekend. Dat was een zware alcoholieker. Die kwam me ’s nachts wakker maken en die gaf me pree om drank te halen en dan kreeg ik zwijggeld. Je doet dat, maar dat waren geen ideale omstandigheden. Nu zit hij zelfs in St.-Hiëronymus. Hij zit in het zothuis. Hij is zot gedraaid. Ja, zo ben ik opgegroeid en altijd buiten. Al van mijn 12 jaar liep ik op straat.”

87 Vroegtijdig het ouderlijke huis verlaten/weglopen

Een aantal getuigen vertelt dat ze het ouderlijke huis vroegtijdig verlieten.

“Met mijn vader heb ik gebroken, met mijn moeder is het de laatste jaren al gebeterd, ik ben vroeger thuis weggelopen toen ik 18 was. Echte hechting is gekomen na de dood van mijn oma. Op dat moment is er iets gebeurd tussen mij en mijn moeder, toen heeft zij dingen gezien in mij en ik in haar, dat heeft ons dichter bijeen gebracht.”

“Ik heb mijn vader gehaat, ik ben weggegaan. Ik wou dat mijn ouders uit elkaar gingen.”

Gedwongen tot vroegtijdige zelfstandigheid en ‘plan trekken’

Toen de respondenten kind waren moesten ze al vlug zelfstandig zijn en hun plan trekken.

“Ik kom dan op straat te staan. Ze zouden me nog niet in huis gepakt hebben. Want ze zouden eens aan zijnen dop kunnen komen. Iedereen is zo. Hulp verwachten. Laat ons lachen. Trek jouw plan, zo is onze wereld.”

“Jawel, toen mijn vader gestorven was, was het zwaar voor mijn moeder. Ja, dan zijn ik en mijn broer gaan werken. Dat was ook zwaar voor mijn moeder, zeven kinderen, dat was ook echt afzien.”

Ongelijke behandeling van de kinderen door de ouders

Enkele mama’s getuigen ook over een ongelijke behandeling van de kinderen door hun ouders.

“We waren met zeven kinderen thuis. Mijn zus stierf één jaar voordat mijn vader stierf. Verder heb ik geen contact/weinig contact met familie. We hebben geen band, we werden tegen elkaar uitgespeeld.”

“Mijn mama was bang van mannen door mijn vader dus die maakte dat ze goed stond bij mijn broer, maar niet bij mij. Ze heeft mij eigenlijk laten liggen. Want ik was heel zelfstandig en die dacht dat ik geen hulp meer nodig had, terwijl ik wel nog mijn moeder nodig had.”

“Ja, ik heb nog een zus ook en mijn zus was altijd iets meer bevoordeeld als dat ik was. En zij zeiden altijd wij hebben 2 kinderen en ze worden alle twee gelijk behandeld maar dat was helemaal niet waar. Tot op een gegeven moment dat ik praktisch geen contact meer had met mijn ouders. Dat ik zoiets had van ze mogen hier voor mijn ogen doodvallen, ik stap erover. En dan is dat eerst tot een gesprek gekomen met mijn ouders en dan heb ik dat allemaal gezegd gelijk hoe dat ik het vond en ik het zag. En op dat moment streed ze het af en dan heb ik 2 dagen later telefoon gehad van mijn ma en die zei tegen mij, ja, je hebt gelijk.”

Gezinnen zonder wettig verblijf - oorlogssituaties

Gezinnen zonder wettig verblijf hebben als kind vaak oorlogssituaties en andere trauma’s meegemaakt die een mens tekenen.

“Ja, vroeger was dat één land. 20 jaar geleden is het land gesplitst. Het is nu heel moeilijk om terug te keren, de regering is erg moeilijk! Veel mensen zitten in de gevangenis … er zit ook familie van mij in de gevangenis. Als het gemakkelijk zou zijn om terug te gaan, ik was allang weg, daar kan je beroep doen op familie, woon je samen met familie, met je mama en word je geholpen. Hier staan we er helemaal alleen voor.”

“Mijn kindertijd was erg moeilijk. De oorlog tussen Iran en Irak is begonnen toen ik in het 2de leerjaar zat. Als we naar school gingen … we leefden in angst, we hoorden de bommen en dan moesten we naar de schuilkelder en dan wachten tot onze ouders ons daar kwamen ophalen. De situatie is altijd slecht geweest in Irak.”

“Hard, hard, hard. Toen ik 6 jaar was, ik wist niets van politiek, is mijn vader meegenomen door de politie, mijn vader is nooit terug gekomen. Dat is het eerste punt waar mijn trauma is gestart. Mijn moeder was alleen met mij en mijn zussen, het was erg moeilijk, het was een grote strijd om te overleven. In het dorp zagen we de terreur van hoe de meisjes genitaal verminkt werden. Mijn zussen wilden dat niet. Ze zou mijn vader vergezellen, ze nam haar eigen leven, mijn tweede zus deed hetzelfde. Dat was mijn kindertijd. Ik had het gevoel niemand meer te hebben. Mijn derde zuster heeft maar één hand, ze moest werken in de keuken en haar hand is in de motor van een apparaat blijven hangen, ze is een hand kwijt

88

geraakt en heeft veel zelfmoordgedachten. Ze heeft het gevoel dat ze zo niet kan leven. Mijn kindertijd was een hel, daar is mijn depressie begonnen.

Ik ben verkracht … ik heb het mijn moeder nooit kunnen en durven vertellen.”