• No results found

DE KWALITEIT EN TOEGANKELIJKHEID VAN DE DIENSTVERLENING ROND WONEN

Sociale huisvestingsmaatschappij

Heel wat getuigenissen hebben het over huren bij een sociale huisvestingsmaatschappij. Het grootste ongenoegen betreft de lange wachtlijsten en dat het zowel voor het huren van een eerste sociale woning als voor een mutatie gaat over wachttijden van soms 10 jaar. Vooral de gezinnen die wachten op een grote woning (grote gezinnen) moeten heel veel geduld hebben. Mensen geven het daardoor soms gewoon op. Er is zelfs een getuigenis van een gezin dat bij inschrijving door de SHM zelf ontmoedigd werd om zich in te schrijven.

Tekenend is ook de getuigenis van iemand die zo lang moet wachten dat de gezinssamenstelling intussen gewijzigd is (kinderen het huis uit) en de woonvraag dus ook.

Omwille van die lange wachtlijsten zijn er een paar pleidooien voor meer woningen en vooral meer grote woningen.

Er zijn enkele getuigenissen over kwaliteit en herstel. Die zijn echter zeer verschillend – de ene klaagt over slechte kwaliteit, de andere prijst de SHM voor de renovatiewerken die ze in de woning uitvoerde.

Er zijn voorts een aantal getuigenissen die het hebben over te kleine sociale woningen, de weigering van

63 honden in sociale woningen, een schuld die verjaard is en die alsnog zou moeten betaald worden, en een

misverstand over onderhouds- en herstellingskosten ten laste van huurder of verhuurder.

“Ik sta nog maar drie jaar op de wachtlijst voor een sociale woning, maar dat is omdat ze me een jaar of zes geleden hebben weggestuurd omdat ze zeiden dat het de moeite niet was om mij in te schrijven. Dus ik ben wel wat mondiger geworden sindsdien, want zes jaar geleden liet ik mij nog wegsturen.”

“Negen jaar heb ik moeten wachten op een sociale woning. En nu moet ik nog eens vier jaar wachten of vijf jaar, voordat ik iets anders krijg, want normaal zou ik nu drie slaapkamers moeten hebben i.p.v. twee slaapkamers. Omdat ik een zoontje en een dochter heb en toch moet ik wachten. … Mijn zoontje slaapt bij mij op de kamer en zij slaapt alleen, want zij mag niet bij één van ons twee op de kamer. Dus ja. Nu zit ik met dat probleem, want ik krijg hem niet meer uit mijn bed. We zullen het maar laten zoals het is nu. Of privé gaan huren? Want dat ben ik wel aan het proberen.”

“Ik heb eigenlijk voor geen van beide (nvdr. SHM en SVK) nog langs geweest, dus ik weet niet of ik wel nog bij alle twee sta ingeschreven. Omdat ik zoiets had van: Dat heeft toch geen nut: Tegen wanneer ik daar iets krijg... Op een bepaald moment heb ik wel eens een brief gekregen met de melding dat ik op de vijfde plaats stond voor een huis. Maar dan weet je dat er niemand gaat zeggen: Nee, ik moet dat huis niet hebben. Dus ja, dat was dan wel te verwachten dat ik dat niet ging hebben. Dan had ik zoiets van: Ik doe het niet meer.”

“Ik woonde hier nog maar een paar dagen en toen kwam de loodgieter bellen om een nieuwe badkamer te zetten. Ik had gezegd dat het warm water niet goed was en toen kwam er ineens een nieuw bad in huis. Tussen deze ruiten zat er condensatie, dat was echt geen schoon zicht en dat zijn ze dan ook komen vervangen. De bouten van mijn toilet beneden waren doorgeroest, die zijn ze ook komen vervangen.”

“Van de sociale woonmaatschappij zijn ze ook niet altijd kwaliteitsvol hoor. Want voor dat huis in het Hertenhof heb ik speciaal iemand van de stad laten komen voor een controle van de schimmel. En weet je wat ik van de maatschappij dan als antwoord kreeg? “Je moet meer verluchten mevrouw, dat komt omdat je te weinig verlucht.” Dat krijg je dan als antwoord.

Maar aan muurvocht kan je niet veel doen, dan mag je nog zoveel verluchten. Dat is grondwater, daar kan je niks aan doen”.

“Het enigste nadeel vind ik wel van de maatschappij: als er iets kapot is, binnen in een woning, dan moet je het allemaal zelf bekostigen. … Alles wat kapot is in uw woning moet je zelf betalen en zelf vervangen. Enkel buiten is voor hen. Dus als je toilet kapot is, moet je zelf een nieuwe WC zetten. is uw badkuip kapot, dan moet je zelf een nieuw bad zetten. Is je elektriciteit kapot, …. Alles moet je zelf bekostigen. En dat vind ik nu niet zo ideaal voor een sociale woning. Je zou verwachten dat dat toch voor de huisbaas is.”

“Ik sta op een wachtlijst voor een grotere woning. Dat duurt lang. Ik woon hier met drie slaapkamers. In deze slaapkamer liggen drie meisjes. En geen plaats voor een bureau. Die moeten allemaal in de woonkamer komen om hun huiswerk te maken, dat is sowieso af en toe ruzie. Hier slapen drie meisjes. Daar twee jongens, en ik heb de kleinste kamer, enkel mijn bed en mijn kast passen erin. ... En 1 toilet. ’s Morgens, dat is hier echt file. … De badkamer is heel klein. Zelfs de onderbuur zegt: “hebt ge nu nog altijd geen huis gekregen? Allé jong met vijf kinderen”. Allemaal. Die hebben allemaal medelijden met mij.”

“Ik sta al sinds 20 april 2006 op de wachtlijst voor een sociale woning. Dat is al 8 jaar. Ik sta nu op plaats 89. Dat is zeker nog twee jaar wachten. Ik vind dat niet correct van de maatschappij, toen ik de vraag heb ingediend bij de maatschappij, mijn dochters waren nog thuis en ik was zo happy. Nu zijn de twee dochters al getrouwd, mijn oudste zoon heeft al een vriendin, nog even en die is ook weg, dan heb ik zoveel slaapkamers niet meer nodig.”

Sociaal Verhuurkantoor (SVK)

De meningen over het SVK zijn verdeeld. De meesten zijn tevreden, maar er zijn ook klachten over de slechte kwaliteit van sommige woningen – die ook snel te klein zijn bij groei van gezin of kinderen. Ook de afhankelijkheid van de goodwill van de eigenaar komt bij een SVK aan de oppervlakte.

64

“Maar van ’t huis zelf ben ik content. … ’t Is ‘t aards paradijs niet, maar dat is overal, overal scheelt er wel iets. ’t Is ruim genoeg en ik heb een tuin waarop ik mijn lusten kan botvieren.”

“SOVEKA, daar ben ik ook niet content over. Op mijn slaapkamer kan ik niet slapen, de muren zijn grijs en zwart van de schimmel. Geen wonder dat ik iets aan mijn longen gekregen heb. Ik heb mijn bed in de living moeten zetten om te kunnen slapen. Het water komt binnen tot in mijn living. Ze doen daar niks aan. Ze betalen dan een firma om dat te komen afwassen. Maar het komt er alweer door.”

“Ze hebben hier al vocht komen opmeten, al meerdere keren. Dan zeggen ze dat is door die vorige huurster die had geen verwarming, ze denken dat dat na een jaar wel voorbij zal zijn omdat ik nu wel verwarm. Maar ’t zit in de woning. ’t Is grondvocht, ge ziet dat in de gang ook. En hier in de badkamer. Kijk, ik heb onlangs geverfd. En hier ook, achter de zetel, want dat komt er allemaal door op den duur. En ze zeggen:” we hebben het aan de huisbaas doorgegeven” … ze zeggen wel het moet opgelost worden, maar het wordt niet opgelost.”

Woonwinkel

De getuigenissen die werden opgetekend over de woonwinkel zijn eensluidend positief.

“Y. zei al, oh, dat doet er niet toe en brengt uwe kleine maar mee. Die is echt waar zalig.”

“Y. van de woonwinkel, die is prachtig. Dat is een bloemeke, dat meen ik echt. … Die heeft mij al geholpen en gesteund. Die rijdt met mij met de fiets naar de huisvestingsmaatschappij. Die heeft al veel voor mij gedaan, echt waar.”

“Het OCMW had een lijst doorgestuurd met huurprijs, straat, contactgegevens, EPC-waarde, aantal slaapkamers, wanneer het vrij was. Dit hebben wij slechts één keer gekregen. Wij zijn toen naar de Parkstraat gegaan en hebben ons probleem uitgelegd. En die stuurt dat overzicht van te huur-staande woningen nog steeds elke week door. En als je een woning hebt dan laat je dat weten. Dat heb ik niet gedaan, want zij gaat dat dan schrappen. En ik denk als ik nu iets beters tegenkom dan kan ik het maar beter gebruiken. Ondertussen heb ik dat ook al aan andere mensen kunnen doorsturen, dus dat is wel praktisch.”

Immokantoren

Verspreid over bovenstaande inhoudelijke rubrieken staan al wat commentaren bij de immokantoren.

De enkele getuigenissen hieronder gaan nog specifiek over de eis van immokantoren om 1/3 van het inkomen aan huur te kunnen besteden en over de Korfina-waarborg die de helft van de immokantoren opleggen.

“En bij het immobiliënkantoor moest ik minimaal 2000 euro inkomen hebben voor een huis van 600 euro.”

“En immobiliënkantoren ook altijd, het mag maar 1 derde van uw inkomsten bedragen. Als uw inkomsten 1000 euro zijn, dan mag uw huur 325 euro per maand zijn. Waar ga jij voor die prijs iets vinden met een kind.”

“Door onze financiële situatie zijn er veel die zeggen “sorry maar hier stopt het”. Wij hebben ook overal eerlijk gezegd dat wij in schuldbemiddeling zijn, dat ze zeker mochten zijn van hun huishuur. Maar wij zitten wel met het probleem dat wij niet kunnen beschikken over een waarborg van OCMW. De helft van die kantoren zeiden al dat ze werken met een speciale regeling via een soort verzekering.”

VLOS

In onderstaande getuigenis niets dan lof over VLOS (en dat wordt in andere getuigenissen bevestigd) maar ze wijst ook op de beperking van die organisatie.

“Sinds ik in Sint-Niklaas woon, moet ik ook alles te voet doen (ook toen ik moest bevallen in het ziekenhuis, te voet …), naar VLOS te voet, … dat is ook heel moeilijk met de kindjes. (Papa vertelt dat J. van VLOS veel doet, nu hebben ze twee kamers, vroeger hadden ze er maar eentje). De papa is ook opgepakt toen de politie is binnen gevallen in de huizen van VLOS.

Hij was na één namiddag al terug thuis. Om 7 uur ’s morgens hebben ze ons opgepakt, in de namiddag hebben ze ons vrij gelaten.”

65

SPECIFIEKE CONCLUSIES M.B.T. DE IMPACT OP KINDEREN

In heel wat van bovenstaande rubrieken en getuigenissen worden situaties aangehaald die een grote impact hebben op kinderen. We denken daarbij aan de kwaliteit van de woning of de grootte van de woning (en de grootte van de slaapkamers, het gebrek aan een studeerruimte, de kleine badkamer ...) die er soms voor zorgen dat kinderen niet bij hun ouders mogen wonen. En in enkele getuigenissen ook het belang van een tuin.

“Mijn woning is alleen te verwarmen in de living, daarom kunnen de vriendinnen van mijn dochter eigenlijk nooit bij ons komen spelen: op haar kamer is het het grootste deel van het jaar te koud en gewoon ook omwille van de staat van ons huis. Heel af en toe in de zomer, dan kan ze spelen in de tuin. Een elektrisch vuurtje zou kunnen, maar is dan weer onbetaalbaar in verwarmingskosten.”

“Ik heb om een verwijsbrief gevraagd dat dat hier degelijk staat, dat die kleine hier beneden kan slapen want mijn ex wil gewoon aantonen dat het hier onbewoonbaar is en ik dus niet voor mijn kind kan zorgen.”

“De kwaliteit van de vorige woonst was slecht. Het was een vochtig huis er was maar 1 gasvuur om boven en beneden te verwarmen. In de zomer was het huis koel en in de winter leefden we beneden in de living. Mijn zoon was toen nog een baby. We hebben daar gewoond tot hij 12 jaar was. We hebben controle laten doen op dat huis, maar ik had maar 27 punten om het ongeschikt te laten verklaren. Ik ben daar zelf weg gegaan toen ik naar Nederland ging. Als je de stekker uittrok dan kwamen er vlammen uit het stopcontact. Spaarlampen waren op twee maand kapot. Door het vele vocht had ik last op mijn luchtwegen J. was toen ook veel verkouden. Hij voelde zich niet goed in dat huis. Ik heb niet lang moeten zoeken voor dit appartement, op twee maand had ik woonst gevonden.”

“Ik heb al sociale woningen gezien met gemeenschappelijke tuinen en dat is niets voor mijn zoon. Ik ken iemand die woont in die blokken aan de Plezantstraat (onder de kerk) en dat is met gemeenschappelijke tuinen en daar is mijn zoon niet echt happig op. Hij heeft soms wel zin om met andere kinderen te spelen, maar hij heeft ook nood aan zijn eigen stuk. Hij heeft nood aan deze tuin. Een klein tuintje is niets voor ons. Probeer ADHD maar eens in te tomen in een klein tuintje, die grote hier is soms al ontploft als hij zich eens laat gaan … daarom blijf ik liever gewoon hier.”

“En dat is één keer gebeurt in uw leven dat je thuisloos was?”

“Ja, ik heb bijna twee jaar in de crisisopvang gezeten”

“Dus je zoon is eigenlijk twee jaar opgegroeid in de Bremstraat? (crisisopvang)”

“Na mijn scheiding zat ik in een vluchthuis. Van daaruit verhuisde ik naar een

éénslaapkamerstudio. De kinderen zaten toen op internaat, in het weekend waren ze thuis.

Toen sliep ik in de living en de kinderen in de slaapkamer.”

66