• No results found

De betaalbaarheid van onderwijs

Ondanks het bestaan van de maximumfactuur, klagen veel ouders over de financiële druk die van het onderwijs uitgaat. Zo wordt heel vaak melding gemaakt van extra kosten voor schooluitstappen, schoolfeesten, reftergeld, middagtoezicht, enz. Er zijn vaak ook onrechtstreekse schoolkosten die op het budget kunnen doorwegen.

Schoolkosten voor leerlingen in het secundair worden door alle ouders als erg zwaar ervaren Kinderen voelen zich soms schuldig voor de hoge schoolkosten en de financiële zorgen die ze hun ouders bezorgen, en hopen hun ouders financieel te ontlasten door in het deeltijds onderwijs te stappen.

16 op 21 rechthebbende gezinnen hebben een schooltoelage. Wie geen schooltoelage heeft, weet duidelijk waarom zij deze niet hebben. (Kinderen in pleegzorg, kinderen bij ex-partner ingeschreven,

…). Twee van de bevraagde gezinnen betaalt momenteel een schooltoelage terug aan de overheid. Bij één iemand omwille van een te hoog uitbetaald bedrag, bij het andere gezin gaat het om een ‘boete’

omwille van te weinig aanwezigheid van de kinderen. De schooltoelage komt vaak ter sprake: het maakt voor lagere schoolkinderen en hun ouders echt een positief verschil. Een aantal ouders heeft echter ook klachten over het omslachtige systeem om een studietoelage aan te vragen, onverwachte terugvorderingen of de erg late uitbetaling.

De scholen gaan op een heel verschillende manier om met slechte betalers. Uit de reacties van de ouders met betrekking tot achterstallige schoolkosten, stellen we vast dat er tussen de scholen grote verschillen bestaan met betrekking tot het gevoerde kostenbeleid, de communicatie hieromtrent en de wijze waarop de schoolkosten bij de ouders worden teruggevorderd. De ene school is al transparanter in haar kostenbeleid dan de andere. Een aantal ouders maakt melding van het feit dat scholen de schooluitstap van de kinderen als ultiem ultimatum gebruiken om de achterstallige schuld bij de ouders op te eisen.

Omwille van het steeds terugkerende karakter van schoolkosten, ervaren ouders die als een permanente bedreiging van hun (soms erg wankele) financiële situatie.

Gezinnen zonder wettig verblijf zijn voor het betalen van de schoolrekeningen quasi volledig afhankelijk van de ‘goodwill’ van de school, individuele leerkrachten of mensen die hen willen steunen.

Kosten die niet rechtstreeks aan het onderwijs verbonden zijn

Gezinnen zien dat er nog allerlei kosten op hen afkomen die niet rechtstreeks met onderwijs te maken hebben. Kinderen worden bijvoorbeeld op verjaardagsfeestjes uitgenodigd en moeten dan een cadeautje meenemen.

116

De kwaliteit van de relatie tussen ouders en school - ouderbetrokkenheid Contact en communicatie

De relatie tussen school en ouders is erg belangrijk met het oog op een vlotte schoolcarrière van de kinderen. Uit de interviews blijkt dat veel ouders een beschadigd vertrouwen hebben in de school of directie. Ook klinkt vaak het gevoel door dat ouders zich niet welkom voelen op school.

In geval van echtscheiding, verloopt de communicatie met de school nog vaak mank.

Als scholen een moeilijke boodschap aan de ouders moeten overbrengen, wordt dit wel eens naar het CLB doorgeschoven. Deze aanpak leidt soms tot verwarring of achterdocht bij de ouders. Een directe communicatie tussen directie en ouder of leerkracht en ouder zou dit kunnen vermijden.

Gelukkig zijn er ook een aantal verhalen die illustreren dat de communicatie wel vlot verloopt tussen ouder en school. Vaak gaat het dan om een goede combinatie tussen enerzijds de school die bereid is te investeren in goede communicatie met haar ouders en anderzijds voldoende assertieve ouders die met de school in communicatie durven treden.

In verband met de relatie tussen ouder en leerkracht zijn er veel ouders met negatieve

ervaringen, beschadigd vertrouwen in de leerkracht(en) of het gevoel niet gehoord te worden. Maar weinig ouders vertellen spontaan iets positief over hun communicatie met de leerkracht(en) van hun kind(eren).

Ouderparticipatie

Via communicatie met en participatie van ouders kan de link gelegd worden tussen de thuissituatie van leerlingen en de school. Binnen deze twee domeinen kunnen ouders op verschillende manieren betrokken zijn bij het schoolse gebeuren. In ouderbetrokkenheid onderscheiden we vier gradaties.

Mee-weten.

Ouders die reeds deelnamen aan collectief georganiseerde infomomenten voor ouders op school (bv.

openklasmomenten), zijn hier doorgaans positief over. Een ouder geeft echter te kennen nog nooit gehoord te hebben van het bestaan van openklasmomenten op de school van haar kinderen.

Een andere ouder ervaart dat er ook bij activiteiten op school drempels voor haar zijn.

Een aantal ouders is eigenlijk niet op de hoogte van hoe het onderwijssysteem in Vlaanderen functioneert of hoe zwaar het kostenplaatje in het secundair zal uitvallen.

Mee-doen

Geen enkele ouder vertelde iets met betrekking tot het ‘meedoen’ op school.

Mee-denken

Slechts één ouder participeerde effectief aan het oudercomité. Zodra het financieel en fysiek minder goed ging, ondervond zij een stilzwijgende vorm van uitsluiting. De ouder ondervond negatieve gevolgen van het dominante middenklassedenken en de sociale druk binnen het oudercomité.

Mee-beslissen

Er zijn geen citaten die erop wijzen dat er respondenten op de één of andere manier betrokken waren bij uitstippelen van het schoolbeleid.

Onderwijsondersteunend gedrag thuis Inhoudelijke ondersteuning - huiswerk

Een aantal respondenten geeft aan het moeilijk te hebben bij het voorbereiden van de kleuter op het eerste leerjaar, het inhoudelijk ondersteunen bij het huiswerk, of de voorbereiding op toetsen of examens.

Een ouder geeft ook te kennen dat ondersteuning niet steeds inhoudelijke ondersteuning hoeft te betekenen. Interesse tonen voor het schoolwerk is op zich ook al een belangrijke vorm van ondersteuning.

Ouders die het moeilijk vinden om hun kinderen inhoudelijk te ondersteunen, zoeken - zelf of in samenspraak met de school - naar oplossingen (bv. studie, huistaakbegeleiding of professionele hulp).

Over de kwaliteit van het aanbod, verschillende de meningen soms.

117 Huiswerk kan soms tot grote spanningen tussen kind en ouder(s) leiden, een derde partij kan

bemiddelend werken. Tenslotte zijn er ouders die de start van de schoolcarrière van hun kinderen beschouwen als het moment om zichzelf verder bij te scholen.

Stimulerende (leer)omgeving

Een stimulerende thuiscontext is heel belangrijk met het oog op het informeel leren van kinderen. Heel vaak horen we hoe de financieel moeilijke situatie kinderen afremt om ook voldoende buitenschoolse leerkansen te grijpen. Bij gezinnen zonder wettig verblijf is er vaak de angst om opgepakt te worden.

Hierdoor moeten kinderen soms voor een lange periode thuisblijven.

De kwaliteit van de relatie tussen kind en school

Het is opvallend hoeveel getuigenissen er worden verteld die illustreren hoe het kind zelf niet langer vertrouwen stelt in zijn of haar leerkracht (gebrek aan ‘basic trust’), of waaruit blijkt dat de ouder maar weinig vertrouwen stelt in de wijze waarop de leerkracht met zijn of haar kind omgaat.

Een aantal ouders vertelt dat hun kinderen worden of werden gepest.

De kwaliteit van onderwijs-gelinkte hulp- en dienstverlening 17 van de 25 gezinnen hebben contact met het CLB.

Een aantal ouders heeft maar weinig vertrouwen in de CLB-werking. Vaak gaat het om negatieve ervaringen of ontgoochelingen die tot een vertrouwensbreuk hebben geleid. Wanneer er een doorverwijzing is vanuit de school of het CLB naar een externe dienst of hulpverlening, zijn de meeste ouders achteraf wel positief over de samenwerking met het CLB.

Een ouder geeft aan dat hij – achteraf bekeken – onvoldoende geïnformeerd werd over het lesaanbod en de manier van werken in het bijzonder onderwijs.

De evidentie van relatine en logopedie

Een getuigenis verhaalt hoe vlot er soms wordt overgegaan tot het voorschrijven van relatine voor kinderen met ‘leermoeilijkheden’ en hoe daarna de dosis geleidelijk aan wordt verhoogd.

In Vlaanderen is het momenteel een erg gangbare praktijk dat (terugbetaalbare) logopedie wordt ingezet als extra bijlessen voor kinderen die het tempo van de les niet kunnen bijbenen. Hiermee externaliseert de leerkracht het ‘leerprobleem’ en moeten buitenschoolse partners - vaak in overleg met de school of leerkracht – remediërend en compenserend met het kind aan de slag. Uit de interviews blijkt dan ook dat al heel veel kinderen naar een logopedist werden doorverwezen.

Doorverwijzingen naar buitengewoon onderwijs

Het aantal kinderen uit maatschappelijk kwetsbare gezinnen dat naar het bijzonder onderwijs wordt doorverwezen is in Vlaanderen bijzonder hoog. De interviews bevestigen dit nogmaals. 11 van de 25 gezinnen met schoolgaande kinderen hebben minstens 1 kind in het buitengewoon onderwijs.

118

GEZONDHEID

GEZONDHEID

119