• No results found

8 De Tempel van Jupiter, Baalbek

In document 1 Marcus Vitruvius Pollio (pagina 47-56)

Afb. 46. Reconstructie van de Propyleeën van de Tempel van Jupiter, Baalbek, uit: Lyttelton 1974: 155, afb. 134

8.1 De locatie van de tempel

Het heiligdom van Jupiter lag in Heliopolis, het huidige Baalbek in Libanon en is in 1984 opgenomen op de Unesco Werelderfgoedlijst. De stad was gedurende de heerschappij van de Feniciërs een klein dorpje. Pas onder Romeins bewind groeide het uit tot een stad. De plaats zelf is gelegen in de Beka-vallei. Het heiligdom is gelegen aan de rand van het huidige Baalbek dat doet vermoeden dat het ook buiten de antieke stad heeft gelegen aan de voet van

de zuidwest helling van de Anti-Libanon op een hoogte van 1150m64

De Tempel van Jupiter was gesitueerd binnen dit uitgebreide heiligdom. Deze bestond uit een propyleeën, twee pleinen en de tempel zelf (afb. 47). Om een goed beeld te geven van hoe dit eruit gezien moet hebben voor de bevolking, wordt elk onderdeel kort besproken op volgorde van binnenkomst.

Afb. 47. Het heiligdom van Jupiter te Baalbek, bestaande uit: 1. De Propyleeën, 2. het Hexagonale Plein, 3. het Grote Plein, 4. altaar, 5. bassins, 6. Tempel van Jupiter, uit: Lyttelton 1974: 220, afb. 39

64 Htttp://whc.unesco.org/en/list/249

54

8.1.1. De Propyleeën (afb. 47, nr. 1)

De Propyleeën vormden de monumentale ingang die leidde naar het eerste plein van het heiligdom van Jupiter. Zoals op afbeelding 47 zichtbaar is, was de trap in drie gedeelten opgebouwd. Het bestond uit een lange zuilengalerij, met 12 grote Korinthische zuilen, met torens van twee verdiepingen aan beide zijden. Deze torens waren versierd met twee soorten pilasters. Lyttelton65 geeft aan dat deze pilasters aan de onderzijde Korinthisch waren, maar de bovenste rij Ionisch. De ruimte tussen de middelste zuilen was breder dan de ruimte tussen de resterende zuilen en was vermoedelijk gekroond met een boog in het entablement. Het fronton zou laag zijn uitgevallen (afb. 46). Net als de rest van het heiligdom lagen de Propyleeën 10m boven het normale loopoppervlak.

De binnenkant van de Propyleeën is zeer slecht bewaard gebleven, waardoor hier weinig uitspraken over gedaan kunnen worden. Volgens Lyttelton66 lijkt het alsof er twee rijen op elkaar geplaatste nissen zijn gevormd door middel van kleine zuilen die op projecterende sokkels zijn geplaatst. Ook het entablement zou hebben uitgestoken. De bovenste zuilen zouden zijn bekroond met afwisselend een driehoekig en gesegmenteerd fronton. Ook waren de bovenste rij nissen breder dan die daaronder. Als resultaat werd hun fronton gedragen door vier zuilen in plaats van twee.

Naast de hoofdingang, waren er in de achtermuur van de Propyleeën twee zijdeuren geplaatst. Beide waren één baai verwijderd van de hoofdingang en waren geplaatst tussen de hierboven beschreven nissen. De hoogte van deze deuren zouden gelijk zijn geweest aan de hoogte van de onderste rij nissen. Wat de afmetingen geweest zijn, is helaas niet meer te achterhalen.

Zoals eerder vermeld is er weinig overgebleven van deze monumentale ingang. Grote delen zijn door de Arabieren hergebruikt voor hun citadel. Daarna volgden er nog meerdere bewoningsfasen. Zo heeft er ook een Christelijke basilica gestaan. De reconstructie van Lyttelton en de beschrijving hierboven zijn gedaan aan de hand van de resten die nog aanwezig zijn op de site.

8.1.2 Het Hexagonale Plein (afb. 47, nr. 2)

Zoals de naam al doet vermoeden gaat het hier om een zeshoekig plein. Op het breedste punt was deze even breed als de hierboven besproken Propyleeën. Een zuilengalerij, met grote Korinthische zuilen, omsloot het plein. Alle zuilen waren op dezelfde afstand van elkaar geplaatst, met uitzondering van de doorgangen richting het Grote Plein en de Propyleeën. Aan de laterale zijden bevinden zicht rechthoekige exedrae, die door een rij grote

Korinthische zuilen werd afgesloten van de zuilengalerij. In de achtermuur van de exedrae waren nissen geplaatst op een dusdanige manier dat het leek alsof deze tussen de zuilen zaten. Lyttelton geeft aan dat de versieringen daarvan doen denken aan die van de exedrae van het Grote Plein dat hieronder beschreven zal worden67.

65 Lyttelton 1974: 235

66

Lyttelton 1974: 236

55

8.1.3 Het Grote Plein (afb. 47, nr. 3)

Dit betreft een groot, vierkant plein van ongeveer 100m x 100m2.68 Aan drie zijden was het plein omsloten door een zuilengalerij van niet gecanneleerde Korinthische zuilen,

opgetrokken uit Egyptisch graniet. De tempel lag verzonken in het midden van de westelijke muur van het plein en daardoor kon men er niet omheen lopen.

In de zijmuren van het Grote Plein zaten drie rechthoekige exedrae, van elkaar gescheiden door twee halfronde. In de oostelijke muur zaten tevens twee rechthoekige exedrae, elk aan een kant van de toegang vanuit het Hexagonale Plein. De middelste, rechthoekige exedra werd van de zuilengalerij afgesloten door zes zuilen en de resterende twee door vier zuilen. De halfronde exedrae werden afgesloten door twee zuilen. Omdat deze exedrae het meest kenmerkende is aan dit plein zal ik hieronder de beide vormen apart behandelen. Tevens stonden op het Grote Plein een altaar en een grote kubusvormige toren. Beide zullen eveneens kort besproken worden.

8.1.3.1 De rechthoekige exedrae

De rechthoekige exedrae waren versierd met kleine, boven elkaar geplaatste Korinthische zuilen. Deze waren zo gegroepeerd dat zij nissen vormden, ook wel aediculae genoemd. De onderste zuilen stonden op een plint, terwijl de bovenste rij zuilen direct op het entablement van de onderste zuilen rustten. Zoals in afbeelding 48 zichtbaar is, heeft de bovenste rij nissen afwisselend een driehoekig en halfrond mini-fronton. De hoeken van de exedrae zijn, zowel boven als onder, gemarkeerd door één zuil. Om ervoor te zorgen dat de hoek werd opgevuld, zo vermeld Lyttelton69, was de zuil in de bovenste rij geplaatst bovenop een kwart fronton. Ook geeft zij aan dat de nissen op geruime afstand van elkaar stonden, zonder daarbij te vermelden wat deze afstand is. Aan de hand van de reconstructie in afbeelding 47, en de daarbij vermelde schaalverdeling, zou dit uitkomen op ongeveer 0,84m. Deze ruimte is gelijk aan de afstand tussen de zuilen die de exedra afsloten.

De opstelling van de zuilen aan de zijmuren van de exedrae wijken af van de

opstelling aan de achtermuur. Aan elke uiteinde van de muur staat een zuil, geïsoleerd, op een sokkel. De onderste rij zuilen zouden, volgens Lyttelton70, een uitstekend deel van het

entablement ondersteunen. Wanneer er gekeken wordt naar de bovenste rij zuilen,

ondersteund deze geïsoleerde zuilen een kwart fronton. Verder geeft zij aan dat de resterende acht zuilen van de zijmuren een groot, onderbroken fronton ondersteunen bovenop het entablement. Het entablement zou in het midden verzonken zijn in de muur. Aan beide

uiteinden daarvan zou dit, volgens haar, uitgebroken zijn om zo de twee uitstekende delen van het fronton te creëren. In de gevonden afbeeldingen en de reconstructie komt dit niet terug.

68 Afmetingen zijn inclusief de zuilengalerij, maar exclusief de exedrae.

69

Lyttelton 1974: 234

56

Afb. 48. Ruïne van de rechthoekige exedra van het Grote Plein van de Tempel van Jupiter, Baalbek , Lyttetlon 1974: 150, afb. 127

Wanneer men kijkt wat er nu nog staat van de rechthoekige exedrae is het moeilijk om een voorstelling te maken over hoe het eruit gezien moet hebben. Hoewel de achtermuur en de mini-frontons nog staan, is er van de zuilen weinig overeind blijven staan, wat voor de beeldvorming veel vraagt van de fantasie.

8.1.3.2 De halfronde exedrae

In vergelijking met de rechthoekige exedrae, zijn de halfronde varianten aanzienlijk

uitgebreider gedecoreerd. Het ontwerp zou veel overeenkomsten vertonen met de versieringen aan de binnenkant van de Tempel van Bacchus, die later besproken zal worden. Deze

overeenkomsten komen prominent naar voren in de reusachtige Korinthische zuilen en de twee boven elkaar geplaatste rijen nissen. Het dak van de exedra is een stenen gewelf, waarvan de decoraties niet meer te achterhalen zijn.

Het meest opvallende aan de nissen is dat er geen afbakening is tussen de onderste rij nissen en die daarboven. De bovenste rij is direct op de kroonlijst geplaatst van de rij

daaronder (afb. 49). Een ander opvallend kenmerk van deze exedrae is de cyma reversa. Dit is het lijstwerk voor de kroonlijst in de vorm van een omgekeerde S. Het blad dat hierbij

gebruikt is als versiering wordt in tweeën gespleten. Dit is te zien boven de tandlijst. In de tweede eeuw na Christus komt dit buiten Libanon niet voor.

57

Afb. 49. Reconstructie van de halfronde exedra van het Grote Plein van de Tempel van Jupiter, uit: Lyttetlon 1974: 104, afb. 13

Elke exedra heeft twee boven elkaar geplaatste rijen van vijf nissen. Deze zijn van elkaar gescheiden door reusachtige, niet gecanneleerde, Korinthische pilasters met daarboven een compleet entablement. Boven elke pilaster zou dit entablement iets zijn uitgebroken, maar dit is in de reconstructie van Lyttelton niet te zien.

De onderste rij nissen waren gewelfd met een rondlopend entablement. Deze was compleet met uitzondering van de architraaf. De consoles hiervan zijn versierd met acanthusbladeren en palmetten die vervolgens omlijst werden door een eierlijst. In andere bouwwerken in Baalbek komt dit niet voor. De hierboven genoemde gewelven hebben twee verschillende motieven. Het meest voorkomende was het schelpmotief zoals die te zien is in afbeelding 50. De schelp liep naar beneden toe uit. Het tweede motief bestond uit schubben (afb. 51). Dit motief komt alleen voor in de exedra aan de zuidkant van het plein. Lyttelton71 merkt op dat het bij één van deze nissen lijkt alsof de schubben uit elkaar gaan om een godheid te tonen.

Afb. 50. Schelpmotief van nis uit de halfronde exedra Afb. 51. Schubben motief van nis uit de halfronde exedra

8.1.3.3 Het altaar en de hoge toren

Op het plein stond een altaar op de lengteas van de tempel (afb. 52). Deze stond op exact dezelfde plaats als het altaar dat daar stond voordat het heiligdom van Jupiter gebouwd werd. Het was een stenen bouwwerk met twee smalle, steile trappen aan de binnenkant. De hoogte

58 was gelijk aan de laatste overloop van de monumentale trap van de tempel. Jidejian72 geeft aan dat op de façade van het altaar, aan de kant van de tempel, buisvormige kanalen waren geplaatst die naar de twee bassins liepen (afb. 47, nr. 5).

Afb. 52. Het altaar en de grote toren op het Grote Plein van Afb. 53. Reconstructie van de grote toren met dwarsdoorsnede, uit:: de Tempel van Jupiter, uit: Jidejian 1975: 115, afb. 41 Jidejian 1975: 116, afb. 42

Achter het altaar was nog een groter monument gebouwd (afb. 53). Het ging om een hoge kubusvormige toren van 17m hoog. Aan de binnenkant zouden twee trappen, onafhankelijk van elkaar, naar boven lopen. Volgens Jidejian73 was dit zo opgezet zodat de gelovigen naar boven en naar beneden konden lopen zonder dat er opstoppingen ontstonden.

Zowel het plafond als de gangen zouden rijkelijk versierd zijn geweest, maar hier is weinig van bewaard gebleven. De buitenkant van de toren was, waarschijnlijk, bekleed met bronzen platen. Resten hiervan zijn terug gevonden op de drempels, dorpels en het

entablement (Jidejian 1975: 26). Een dusdanig bouwwerk kwam normaliter niet voor in een Romeins heiligdom

8.2 De tempel

Van de tempel staat nog weinig overeind, namelijk een aantal zuilen, een gedeelte van het entablement en een paar fragmenten van de versieringen. Van de cella is niets bewaard gebleven en er kan dan ook weinig over gezegd worden. Hetgene wat hieronder vermeld wordt is afgeleid van de resten zoals die nu nog zichtbaar zijn.

De tempel had een monumentale trap dat in drie gedeeltes was opgedeeld door het gebruik van overlopen. Het had 11 treden. In haar onderzoek vermeld Jidejian74 dat het loopoppervlak van het Grote Plein lager was geworden, wat de toevoeging van drie extra treden nodig had gemaakt. Om een oneven aantal te behouden zou er een extra overloop aan de trap zijn toegevoegd. Waarom het loopoppervlak zou zijn verlaagd wordt in haar werk niet verder uitgelegd en zelf heb ik ook geen reden kunnen achterhalen. Het is mogelijk dat dit is gebeurd als gevolg van een aardbeving, maar dat is en blijft een aanname. Het podium van de Tempel van Jupiter bevat het beroemde trilithon. Dit zijn drie perfect samengevoegde blokken

72 Jidejian 1975: 25

73

Jidejian 1975: 26

59 van 20 x 4 x 3,75m. De afmetingen van de tempel waren 57 x 100m2, dit is inclusief het stylobaat (48 x 88m2)

Het is mogelijk dat de tempel in eerste instantie een pseudodipterale plattegrond zou hebben met acht zuilen aan de voor- en achterkant en 15 aan de beide zijkanten. Door latere aanpassingen van het plattegrond werden dit 10 zuilen aan de voor- en achterkant met 19 zuilen aan de beide zijkanten. Het fries van de zuilengalerij van de tempel had decoraties in de vorm van guirlandes die van elkaar werden gescheiden door grote consoles. Deze zijn

vervolgens weer versierd met acanthusbladeren. Daarboven waren hoofden aangebracht in de vorm van een leeuw (afb. 54) en stieren.

Afb. 54. Leeuwenhoofd, uit: Lyttelton 1974: 140, afb. 104

8.3 De zuilen

De Tempel van Jupiter had niet gecanneleerde Korinthische zuilen van 22m hoog. Wanneer er gekeken wordt naar de kapitelen laten zij zowel Romeinse als meer Oosterse trekken zien. Zo vertoont het kapiteel overeenkomsten met die van het Forum van Augustus in Rome (afb. 55 en 56). Wel moet ik daarbij opmerken dat de opzet van de kapitelen van het Forum van Augustus ruimer was.

Afb. 55. Kapiteel van de Tempel van Jupiter, Baalbek Afb. 56. Kapitaal afkomstig van het Forum van Augustus, Rome, uit: Uit: Lyttelton 1974: 139, afb. 100 Lyttelton 1974: 139, afb. 103

Beide kapitelen zijn opgebouwd uit twee delen. De caliculi zijn verticaal gecanneleerd en afgewerkt met een brede rand. In tegenstelling tot de kapitelen van het forum was deze brede

60 band versierd met halfronde bladeren die naar beneden wijzen75. Zoals in afbeelding 55 duidelijk naar voren komt zijn de middelste nerven van de acanthusbladeren versierd met inkepingen. Bij de kapitelen van het forum is dit minder goed zichtbaar, maar dat kan een gevolg zijn van conservatie. Lyttelton76 geeft in haar werk aan dat de typisch Romeinse vorm cyma reversa in het miniatuur voorkomt in deze kapitelen, namelijk aan de bovenkant van de caliculi met in elkaar grijpende lussen. Uit de bovenstaande afbeelding kan ik dit niet terug zien.

8.4 Het entablement en fronton

Van het entablement is, net als van de rest van de tempel, weinig bewaard gebleven. Een gedeelte staat nog overeind, maar dit is te weinig om een voorstelling te maken van het gehele entablement. Wat wel op valt is de architraaf. Deze is drieledig en gekroond door een

astragaal, eierlijst, nogmaals een astragaal en een cyma. In Rome komt het in deze volgorde niet voor. Ook de consoles zouden kenmerkend zijn. Ze waren gebogen met twee groeven aan de onderzijde. Daarom heen was een eierlijst gebeeldhouwd. Wat is overgebleven van de kroonlijst van de tempel is tevens versierd, in dit geval met een meander. De kroonlijst werd gescheiden van de sima door een band met daarop een niet veel voorkomend motief, dat Lyttelton77 een kurkentrekker lijst noemt.

8.5 Materiaal

Waar de tempel uit opgebouwd is, heb ik tot op heden nog niet kunnen ontdekken. Het kan zijn dat dit in het onderzoek dat is verricht naar deze tempel nog niet is meegenomen. Wel is bekend dat de zuilen van de galerij van het Grote Plein gemaakt waren van Egyptisch graniet. 8.6 Datering

De tempel kent een lange geschiedenis. In de Augusteïsche periode bestonden de eerste plannen voor deze tempel al, maar daar werd verder niets mee gedaan. Het is ook opmerkelijk dat geen enkele Romeinse keizer de bouw van de tempel op zijn naam heeft gezet (Jidejian 1975: 22). Wanneer men precies met de bouw is begonnen is niet bekend. Onder de

heerschappij van Nero was de tempel nog onder constructie. Dit was af te leiden van een inscriptie die is terug gevonden bovenop de laatste trommel van één van de zuilen. Ook werd het plan van zowel het Grote Plein en de façade van de tempel aangepast. Ze werden groter dan in eerste instantie gepland. De tempel is mogelijk onder Septimius Severus voltooid, maar dit is niet met zekerheid te zeggen (Jidejian 1975: 27). Wilson Jones78 geeft aan dat de tempel is voltooid in de eerste helft van de eerste eeuw na Christus. De pleinen van de tempel

stammen voornamelijk uit de tweede eeuw na Christus en de Propyleeën waren pas voltooid begin derde eeuw na Christus (Lyttelton 1974: 220).

Niet lang na de voltooiing van het heiligdom begon de langzame vernietiging daarvan. Rond 312 na Chr., aan het begin van de heerschappij van Constantijn de Grote, waren de tempels in Baalbek al gesloten. Rond 440 na Chr., onder de Byzantijnse keizer Theodosius

75

Er is weinig gepubliceerd over de zuilen van de Tempel van Jupiter in Baalbek. Hierdoor is een groot gedeelte van de hier verstrekte informatie verkregen door het bekijken en vergelijken van de kapitelen en het zoeken naar parallellen.

76 Lyttelton 1974: 89

77

Lyttelton 1974: 239

61 zouden de tempels vernietigd zijn. Tevens wordt hij verantwoordelijk gehouden voor het bouwen van een basilica op de ruïnes van de Tempel van Jupiter.

Baalbek werd tussen 635 en 661 na Chr. veroverd door de Arabieren In welk jaar dit precies heeft plaatsgevonden is niet bekend. Hetzelfde geldt voor degene onder wiens leiding de verovering heeft plaatsgevonden. Onder Arabische heerschappij werden de tempels, met uitzondering van de Tempel van Venus, opgenomen in de bouw van hun citadel.

8.6 De redenering achter de bouw

Waarom de tempel gebouwd is en waarom er gekozen is voor die specifieke locatie is een van de vele onderwerpen die nog open staan voor toekomstig onderzoek. Jidejian79 geeft aan dat de tempel een manier van de Romeinen is geweest om te laten zien wat hun architectonische en bouwkundige vaardigheden zijn door alle andere religieuze monumenten in het Midden-Oosten te overtreffen.

De tempel is gebouwd op een plek die voor de lokale bevolking al het middelpunt van het religieuze leven in de stad was. Het is een aanname, maar in mijn mening is dit niet zonder belang. Gezien de Romeinse gewoonte een stad te assimileren door middel van de goden, zoals gedaan bij het Etruskische Veii, lijkt het mij geen onmogelijke hypothese dat de keuze voor de locatie en het toestaan van het altaar en de grote toren een middel is geweest voor de romanisering van de bevolking.

De bouw van de toren op het Grote Plein zal tevens eenzelfde reden hebben gehad. Hierdoor hield de plaatselijke bevolking gedeeltelijk vast aan de oude gebruiken, met goedkeuring van de Romeinse heersers.

79 Jidejian 1975: 22-23

62

In document 1 Marcus Vitruvius Pollio (pagina 47-56)