• No results found

De Taalbond en letterkunde

In document Neerlandia. Jaargang 15 · dbnl (pagina 173-178)

De Z.A. Taalbond, die met zijn examens reeds zooveel ter bevordering van de Hollandsche taal en de geschiedenis van Zuid-Afrika heeft gedaan, gaat nu ook de letterkunde aanmoedigen. Het hoofdbestuur heeft onlangs besloten, £ 75 beschikbaar te stellen voor den schrijver of de schrijvers (de prijs kan ook verdeeld worden) van een oorspronkelijk werk van letterkundige waarde, hetzij in het Nederlandsch, hetzij in het Afrikaansch.

Ons Land prijst den Taalbond om zijn breede opvatting, wijl hij ‘geen onderscheid tussen Nederlands en Afrikaans - de twee vormen van Hollands in Zuid-Afrika -’ maakt. Vroeger was de Taalbond over het Afrikaansch niet al te best te spreken.

63

Ons Land laat zich ook uit over de verhouding tusschen den Taalbond en de Zuid Afrikaanse Akademie. De Taalbond heeft een commissie benoemd om te

onderhandelen over de voorwaarden, waaronder hij tot de Akademie zal toetreden. Hij zou dan wel het werk van de examencommissie van de Akademie overnemen, of liever - want die commissie heeft nog weinig of niets uitgericht - zij zou die taak van de Akademie verrichten. Ons Land hoopt, dat dan echter de naam van den Taalbond voor de examens behouden wordt. Inderdaad hebben de Taalbond-examens en zijn diploma's reeds een naam verkregen, die verdient te blijven.

Het A.N.V. te Kaapstad.

De afdeeling Kaapstad en omstreken doet nuttig werk. Het heeft te Kaapstad een cursus in de Nederlandsche taal geopend en aanstonds hebben er zich velen voor laten inschrijven.

De heer F. de Waal, de administrateur van Kaapland, heeft de lessen met een rede ingewijd. Hij bediende zich zoowel van het Engelsch als van het Hollandsch. Toen hij in het land kwam (in dezen geest sprak de heer de Waal) - hij is van geboorte Nederlander - stond het er maar slecht voor met de Hollandsche taal. Van

regeeringswege werd er bedroefd weinig voor gedaan. Gelukkig waren er mannen als president Reitz (eere-voorzitter van de afdeeling) en wijlen J.H. Hofmeyr, die er zich voor spanden en bewerkten, dat er eindelijk op school les in het Hollandsch werd gegeven en die taal in het Parlement mocht gebruikt worden. Dat was nog maar het begin.

Nu staat de gelijkheid der twee talen in de grondwet. Maar dat zijn enkel papieren rechten. Ze moeten toegepast worden. De Unie-regeering is waakzaam en zorgt, dat het Hollandsch zooveel mogelijk tot zijn recht komt. Maar er moet nog heel wat gebeuren voor de gelijkheid werkelijk wordt, vooral op school. En nu deed het A.N.V. alvast goed, om ouders in de gelegenheid te stellen, hun kinderen degelijk onderwijs in het Hollandsch te laten geven, en om die taal zelf te leeren, want in dit tweetalige land dienen alle burgers, behalve hun moedertaal, de andere te kennen.

Het A.N.V. wacht dus niet tot de Kaapsche schoolwet het Hollandsch de plaats inruimt die de Uniegrondwet haar toekent, maar pakt aan.

Potchefstroom.

De Afdeeling Potchefstroom leeft een zeer opgewekt vereenigingsleven. Wie daarvan nog niet overtuigd mocht zijn na de vele berichten in den loop van 't jaar in Neerlandia verschenen, leze maar eens wat 't jaarverslag over 1910 meldt.

Bij het bezoek van Lord Gladstone werd Z.E. een adres aangeboden, waarin vooral de handhaving van onze Taalrechten werd bepleit, en wij mochten de voldoening smaken, dat dit onderwerp verreweg het grootste gedeelte van Z.E's. toespraak uitmaakte.

Gen. Hertzog werd als hulde voor zijn flinke houding om de Hollandsche taal haar rechten te doen erlangen, het eere-voorzitterschap der Afdeeling aangeboden.

Verschillende brieven werden door de Afdeeling geschreven aan Taal- en Debats-Vereenigingen om ze op te wekken vooral gebruik te maken van de Taalrechten, nu die bij de Grondwet zijn verzekerd.

Op voorstel van twee Afrikaansche leden werd schriftelijk aanmerking gemaakt bij den Stadsraad op de opschriften van de bekers, die bij het Unie-feest den 31en Mei aan kinderen werden uitgereikt. Deze opschriften waren in het Engelsch, hoewel zeker 75% der kinderen Hollandsch-sprekende zijn.

De Afdeeling wenschte Gen. Botha geluk met zijn benoeming tot Eersten Minister van Zuid-Afrika.

De heeren Dr. Gunning, W.J. de Klerk en oud-President Reitz hielden zeer gewaardeerde lezingen.

De verjaardag van Koningin Wilhelmina, de voornaamste gekroonde verpersoonlijking van den Hollandschen stam, werd ook dit jaar weer door de Afdeeling gevierd.

De Afdeeling heeft pogingen aangewend om een groep Zuid-Afrika te stichten. Enkele Takken vonden den tijd daarvoor echter nog niet rijp.

Plannen werden gemaakt tot 't vormen van nieuwe Takken buiten Potchefstroom, te beginnen met Klerksdorp.

Het bestuur bestaat thans uit de heeren H. Altmann, voorzitter; Iz. Meijer, vice-voorzitter; W. Klerck, sekretaris; J. Pons, penningmeester en A.H. Koomans, bestuurslid.

Een boekprijs, uitgeloofd door een paar leden van het Verbond, werd toegekend aan den heer J.V. Coetsee, student der Theol. School, voor het hoogste aantal punten behaald in het hoogste Taalbondexamen in het district Potchefstroom.

Onlangs is een schrijven verzonden door den Resident Magistraat aldaar, waarbij, namens de Afdeeling Potchefstroom, den Minister van Openbare Werken er

opmerkzaam op wordt gemaakt, dat nog steeds alle opschriften te Potchefstroom in het Engelsch zijn. Namens de Afdeeling wordt beleefd, doch dringend om toepassing van art. 137 der Grondwet verzocht, waarbij aan beide talen gelijke rechten zijn verzekerd.

Johannesburg.

Aan het derde jaarverslag over 1910 van de Afdeeling Johannesburg van het Alg. Ned. Verbond, uitgebracht door den secretaris H. Gerlings, in de jaarvergadering van 23 Jan. 1911, is het volgende ontleend:

Hoofdbestuur.

Het Hoofdbestuur steunde onze Afdeling met een bedrag gelijkstaande met een derde van onze geregelde inkomsten uit jaarbijdragen van leden. Anders had moeilik de rekening 1910 zo gunstig kunnen zijn. Bovendien stelde het Hoofdbestuur £ 5 beschikbaar voor de prijzen Taalbondeksamens 1910 en zond bovendien nog enige boekwerken, voorzien van opdrachten, aan de prijswinners.

Wij begonnen het jaar 1910 met 126 leden. Het aantal leden op 1 Jan. 1911 is 176. Er zijn 13 damesleden.

Geldmiddelen.

De staat der geldmiddelen is gunstig, minder door de bijdragen der leden van 5 /, waaruit de lopende onkosten en de toezending van het maandblad Neerlandia niet gedekt worden, dan wel door de geldelike hulp van belangstellenden.

Propaganda.

De Propaganda-Commissie bestaat uit Ds. L.E. Brandt als voorzitter en als leden de dames S. Deys en C. van Ginkel en de heren A. van den Broek, H. Gerlings, A.J. van Ginkel en N.K. Huysman.

Gedurende korter of langer tijd hadden hierin ook zitting de heren Ds. Botha, Kuun, Visscher en Blankenberg en ook tijdelik de heer J. van Lier als plaatsvervanger.

Door de goede zorgen van deze Commissie zijn o.a. de Gezellige Avonden van Maart en September 1910 zo uitstekend geslaagd.

Liederavonden.

Aan de Ned. Z.-Afr. Vereeniging, waarvan onze Afdeling lid is, werd een ondersteuning van £ 100

64

gevraagd voor het instellen van Liederavonden, die in Nederland en België zo gunstig werken op de opleving van ons taal- en stamgevoel. Wij ontvingen 25 liederbundels en 100 tekstboekjes, die ook omdat enkele liederen niet geschikt waren om algemeen te verspreiden zo kort na de oorlog, geschonken werden aan de leden van het Koor, dat ons op onze gezellige avond van 28 September bijstond.

Het denkbeeld Liederavonden of -middagen te houden wordt door de Propaganda Commissie niet uit het oog verloren. Het kan het voornaamste middel worden Afrikaners en Hollanders in onze Bond duurzaam te verenigen.

Dingaansdag 1910.

Door de vrijgevigheid van Dr. Krause waren wij in staat een herinneringsblaadje te verspreiden, voorzien van een fraaie afbeelding van het Paardekraal-Monument.

Openbare Bibliotheek.

Zoals bekend is, heeft de Commissie van Beheer onzer Openbare Bibliotheek te Johannesburg voor onze leden gunstige bepalingen gemaakt. Het aantal leden, dat van deze voordelige voorwaarden gebruikt maakt is slechts 24, dus maar 13% van de leden, waarbij men echter in aanmerking moet nemen, dat enkele het volle bedrag aan de Bibliotheek betalen en niet op onze lijsten voorkomen. Toch is het aantal aangeslotenen niet voldoende.

Een Commissie van Advies uit deze Afdeling, bestaande uit de heren A. van den Broek en H. Gerlings, tijdelik bijgestaan door den heer J. van Lier, drong herhaaldelik aan op aanschaffing van Hollandse boeken. Eerst wegens de slechte geldelike toestand van de Bibliotheek zonder te slagen.

Later, toen deze toestand beter werd, door de tussenkomst van onze Consul Baerveldt met betere uitslag. Alle boeken door de Commissie aanbevolen, zullen in 1911 aangeschaft worden en zijn reeds gedeeltelik besteld.

Door de ondergetekende zal een stelselmatige katalogus der in de Openbare Bibliotheek voorhanden zijnde 1500 boeken samengesteld worden en met uit Nederland aangeboden geldelike hulp aldaar gedrukt worden. De verspreiding daarvan in 1000 exemplaren zal een der krachtigste propagandamiddelen van onze Afdeling worden.

G.G.A. Middelberg.

Met de medewerking van onze Afdeling werd de heer G.G.A. Middelberg een maaltijd aangeboden in het Carlton Hotel op 9 Februari 1910.

Taalbond Eksamens 1909.

De grote gouden penningen werden uit Holland ontvangen, alsmede enige boekprijzen. Onze Afdelingen voegde bij deze penningen ook nog enige boeken. Alleen de Afdeling Potchefstroom ondersteunde ons toen. De gouden penningen werden door de sekretaris van de Taalbond een ‘gebeurtenis bij de prijsuitdeling’ genoemd.

1910. Ook voor het afgelopen jaar waren voor deze eksamens twee gouden penningen en twee boekprijzen uitgeloofd.

Tot deze prijzen droegen het Hoofdbestuur, de Afdelingen Johannesburg, Potchefstroom en Stellenbosch en enkele belangstellenden bij.

Randschool Eksamens.

In de Commissie namen zitting de heren: Ds. I.E. Brandt, Dr. H.G. Breyer, G. de Graaf, H. Visscher, J. Lub en H. Gerlings. De heer H. Visscher, voorzitter; Ds. L.E. Brandt, sekretaris.

Besloten werd geen afzonderlik eksamen te houden en de cijfers voor Hollands van de eindeksamens der Randscholen als grondslag voor de bekroningen te nemen. Uitgeloofd is een gouden ere penning voor het hoogste cijfer in Standaard VII, een zilveren voor Standaard VI en een zilveren voor Standaard IV en zo mogelik een boekprijs voor op een na het hoogst behaalde cijfer.

Het Departement van Onderwijs heeft welwillend toegestaan kennis te nemen der cijfers. Het aantal mededingende kinderen is 1700. De uitslag zal spoedig bekend zijn.

In document Neerlandia. Jaargang 15 · dbnl (pagina 173-178)