• No results found

Kapt. Snijders op Bonaire

In document Neerlandia. Jaargang 15 · dbnl (pagina 51-54)

De Afdeeling Bonaire heeft ook haar Hollandsch avondje gehad. De openbare school, welwillend voor dit doel afgestaan, was in een feestzaal omgetooverd. De opkomst was zeer groot. De heer Gezaghebber en echtgenoote woonden de vergadering bij en werden met het ‘Wilhelmus’ begroet bij hun komst. De ondervoorzitter opende de vergadering en heette den Gezaghebber en alle aanwezigen hartelijk welkom.

Eenige jeugdige muziekliefhebbers speelden toen een paar nummers, waarna mejuffr. A. van den Berge met haar prachtgeluid een heerlijk lied zong, met pianobegeleiding van mevr. H.J.C. Bodenstaf - Hellmund. De heer Hellmund gaf hierna een stukje op de pianola.

De heer Snijders verkreeg hierna het woord.

Spreker herdacht de aangename dagen reeds vroeger onder zijne goede vrienden op Bonaire doorgebracht, bracht hulde aan den heer Krijt voor diens krachtig werken in den geest van het A.N.V. en sprak den wensch uit, dat de voorzitter en het nieuwe bestuur der Afdeeling Bonaire met denzelfden geest bezield zouden blijven.

Daarna bracht de heer Snijders het lichtbeeldentoestel in werking en gaf ons eenige Kijkjes in Nederland, alsmede een volledig overzicht van de Juliana-feesten te Amsterdam.

Na de pauze zong weder mejuffr. Van den Berge, begeleid eerst door mevr. Hellmund, later door mevr. Van Romondt, die ten slotte ook zelf een lied ten beste gaf.

Den volgenden avond werd een voorstelling voor de schoolkinderen gegeven. Acht dagen later werd door den heer Snijders opnieuw een muziekavondje gegeven ten afscheid aan Bonaire.

Ingezonden.

Nederl. Nationaliteitsgevoel of Nederl. Vooroordeelen.

Geachte Redactie.

Men heeft meermalen vernomen hoe de Engelschen gehecht zijn aan voortbrengselen van eigen bodem en inlandsch fabrikaat, zoodat a l l e s wat wordt ingevoerd absoluut als m i n d e r w a a r d i g wordt beschouwt.

Uit dit gevoel is de wet geboren, bepalende ‘dat de herkomst op elk artikel moet vermeld worden’. N o o i t zal een Engelschman voor een b u i t e n l a n d s c h p r o d u c t e v e n v e e l willen betalen als voor een Engelsch. Het p r i j s v e r s c h i l of h o e d a n i g h e i d s v e r s c h i l zal g r o o t moeten zijn, wil het b u i t e n l a n d s c h p r o d u c t voor aankoop in aanmerking komen.

Stel daartegenover 't volgende:

Eenige jaren geleden werd hier te lande een Amerikaansch automatisch weegwerktuig ingevoerd, dat in Amerika reeds zoovele jaren bekend was, dat het patent reeds lang was vervallen.

vleesch-21

waren, koffie- en theehandelaren was 't een practisch werktuig, zoodat het vrij wel vaststond, dat vele belanghebbenden zich er van zouden voorzien.

De aandacht van een onzer e e r s t e f a b r i k a n t e n van weegwerktuigen werd er op gevestigd. Zijn oordeel was, dat het Amerikaansche toestel zeer practisch was, maar dat de samenstelling en bewerking n i e t b e a n t w o o r d d e n aan de hooge eischen, die wij gewoon zijn aan dergelijke werktuigen te stellen en bovenal dat de prijs r u i m 60% te hoog was.

Het ingevoerde werktuig kostte f 400. -; het daarna door den N e d e r l . f a b r i k a n t gemaakte slechts f 150. -, niettegenstaande het b e t e r g e c o n s t r u e e r d en a f g e w e r k t was.

Zoodra het Nederl. fabrikaat verscheen, werden de invoerders der Amerik. werktuigen beducht voor de concurrentie en beproefde met het in dergelijke omstandigheden veel gebruikelijke middel: Ve r d a c h t m a k i n g hun afzet te benouden.

Er waren werkelijk nog Nederlanders, zonder nationaliteitsgevoel, die voor het m i n d e r w a a r d i g e b u i t e n l a n d s c h e fabrikaat liever r u i m 60% meer betaalden dan voor het veel betere inlandsche. Het prijsverschil was echter te groot, waarom de invoerders tegen lagere prijzen trachten te verkoopen, totdat men zelfs het werktuig aanbood voor f 150. -, alzoo gelijk met het i n l a n d s c h fabrikaat.

Wat doet nu de nationaalgevoelende Nederlander? Hij gaat naar den Nederlandschen fabrikant en biedt hem... f 125. -.

Een dergelijk aanbod acht hij volkomen gewettigd; omdat volgens zijn bescheiden meening het i n l a n d s c h e toch ver beneden het ingevoerde moet te koop zijn, wil het koopers vinden.

Ware dit een alleenstaand geval, dan zou men 't niet als een kenmerkende eigenschap onzer natie mogen aanmerken. Maar men zou een lijst kunnen maken van anders goed ontwikkelde Nederlanders zonder nationaliteitsgevoel.

Een groot zakenman schreef eens aan den Hollandschen fabrikant: ‘Wij vinden de Holl. machine z e e r g o e d e n n a u w k e u r i g ; maar de Amerikaansche is ons meer s y m p a t h i e k ’.

‘Wat mag toch wel de oorzaak zijn van deze eigenschap?’ Mijns inziens o n b e k e n d h e i d met de eigen nijverheid.

En waar men nu die onbekendheid aantreft niet alleen bij minder- maar ook bij meer-ontwikkelden, daar meen ik, dat reeds op school de oorzaak schuilt. Gewoonlijk weten de meer-ontwikkelden precies wat er in het buitenland wordt gemaakt, welke firma's daar een goeden naam hebben; maar die in hun eigen land kennen zij niet en zij g e v e n z i c h g e e n m o e i t e d i e t e k e n n e n .

Wil men den volksgeest in dit opzicht verbeteren, dan zal het noodig zijn, reeds op de school te beginnen.

Wanneer nu het Alg. Ned. Verbond, de Middenstandsbond en de Maatschappij van Nijverheid samenwerken, dan zal het komende tijdperk beter kunnen zijn dan het verledene en het tegenwoordige.

E d e , 27 Dec. 1910. L. DEN HOED Jr.

WelEdel Zeergel. heer,

Aan de korte verhandeling over een woord voor consumptie-aardappelen1) kan ik nog 't volgende toevoegen:

In het gedeelte van Overijssel, waarvan de boeren te Zwolle hun voortbrengselen ter markt brengen, wordt evenals in Groningen van ‘eetaardappelen’ gesproken, maar dan in tegenstelling van ‘p o o t a a r d a p p e l e n ’.

Wanneer ik in Hollandsche streken 't woord ‘eetaardappelen’ gebruikte, wekte dit wel eens de lachlust op, wat wel eens meer gebeurt, wanneer wij bewoners van het Oosten van ons land, in tegenstelling van onze Westelijke landgenooten - die dikwijls liever een vreemd woord schijnen te gebruiken - een zuiver Nederlandsch, al is het dan ook een provinciaal woord bezigen. Wees ik echter op de tegenstelling, dan nam men er vrede mee, men had er niet aan gedacht dat er ook pootaardappelen waren. Wij moeten toch eerst produceeren alvorens wij consumeeren of op z'n Overijselsch gezegd: Wi muten eerst potten, loaten gruuien en oogsten en dan können wi pas èten.

Hoogachtend, Uw dw., T.K. v. OMMENKLOEKE. Z w o l l e , 24 Dec. 1910.

In document Neerlandia. Jaargang 15 · dbnl (pagina 51-54)