• No results found

Doel: Boer C wil stoppen en probeert voor z'n oude dag zoveel mogelijk uit het vuur te

slepen. Hij doet liever zaken met een collega boer dan met de overheid, i.c. DLG.

Angst: Deze boer weet dat andere aanbieders in het gebied tezamen voldoende grond

hebben om aan de DLG-taakstelling te voldoen. Als hij uit de boot valt zal hij gedwongen zijn z'n boerderij op de vrije markt te verkopen (doorgaan is geen optie gezien zijn gezondheidstoestand) en dan is het maar afwachten of hij de gangbare minimumprijs kan vangen.

4.3 Een reconstructie van de Reconstructie

Coen Balduk en Jan Vreke (Alterra)

4.3.1 Inleiding

In onderstaande tekst wordt aan de hand van een praktijksituatie een spelsimulatie uitgewerkt. Als voorbeeld is gekozen voor het beleidsproces van de invoering van de Wet Reconstructie van de Zandgronden in een reeds lopend ROM-proces, te weten de Gelderse Vallei, in 1999. Er is voor deze beleidssituatie gekozen, omdat hier sprake was van een complexe beleidssituatie met meerdere belanghebbenden, die duidelijk eigen strategieën en doelen hanteerden, wat de resultaten van de spelsimulatie interessant maakt. Bovendien is de fase die de simulatie naspeelt reeds afgerond, wat het voordeel geeft dat de resultaten van de simulatie vergeleken kunnen worden met de feitelijke uitkomsten van het beleidsproces. Hieronder wordt eerst kort toegelicht welke praktijksituatie als uitgangspunt voor de spelsimulatie genomen is. Vervolgens wordt in de leeswijzer de structuur van dit voorbeeld aangegeven.

Probleemschets

De botsing tussen de beleidsarrangementen Gelderse Vallei en de Reconstructie betreft een spanning tussen gebiedsgericht beleid en generieke maatregelen.

Eind 1999 kreeg de SVGV met een extra belangrijke ontwikkeling te maken: naar aanleiding van het uitbreken van de Varkenspest in Nederland, en de gestapelde problematiek in gebieden als de Gelderse Vallei, hebben de ministeries van LNV en VROM een wet ontwikkeld die hiervoor een oplossing moet bieden: de reconstructiewet. Deze wet is gebaseerd op vergaande doelstellingen van het rijk, zowel op het gebied van milieu, ruimtelijke ordening en economie en heeft een minder vrijblijvend karakter dan de ROM-aanpak. Deze wet heeft o.a. tot doel de risicogebieden voor de varkenspest op te splitsen in clusters, waardoor bij het uitbreken van een nieuwe epidemie ieder besmet cluster hermetisch kan worden afgesloten. Daartoe moeten, voor zover nodig, intensieve varkenshouderijen verplaatst worden. Echter, buiten deze doelstelling poogt de wet ook om een verbetering in de milieukwaliteit te forceren, waar ook bedrijfsverplaatsingen of -beëindigingen voor nodig zullen zijn. Tevens tracht de wet de traagheid in beleidsvoering aan te pakken, alsmede de ondoorzichtigheid en grootte van geldstromen. Deze ontwikkeling dreigt te conflicteren met het geïntegreerde gebiedsgerichte proces in de Gelderse Vallei. Spanningen kunnen met name optreden ten aanzien van de aard van het beleidsproces, de organisatiestructuur en de gevormde machtsbalansen.

De op komst zijnde invoering van de reconstructiewet in de Gelderse Vallei veroorzaakt aanzienlijke onrust. Veel betrokken actoren beschouwen de reconstructiewet als een belemmering voor het realiseren van de bereikte uitkomsten van het ROM-project. Immers, net nu men het idee had dat de ontwikkeling van de streek weer een beetje op gang kwam door de grote inspanningen die iedereen geleverd heeft, en op het moment dat de betrokkenheid van de streek bij het beleid begint te groeien, kondigt de nationale overheid een wet aan, die voor grote veranderingen zorgt. De aankondiging van de reconstructiewet leidde tot grote onrust, zoals op allerlei vergaderingen, voorlichtingsbijeenkomsten etc. duidelijk werd.

Al snel bleek dat door de grote tegenstand de invoering van de reconstructiewet niet gemakkelijk zou zijn. Het commentaar op de inhoud en uitwerking van de wettekst was zo

groot, dat er geen sprake was van het eenvoudig accepteren van deze wet in de oorspronkelijke vorm. Door alle uiteenlopende meningen, verwachtingen en opstellingen ontstond een onderhandelingsproces van uitleg, discussie, commentaar en zelfs aanpassingen. Hierdoor hebben wet en bestaande situatie elkaar duidelijk beïnvloed, en heeft de invoering van deze wet een belangrijke vertraging opgelopen.

Leeswijzer

Deze tekst geeft een voorbeeld van de wijze waarop een beleidssituatie in een spelvorm gereconstrueerd kan worden, aan de hand van de invoering van de reconstructiewet in een lopend gebiedsgericht proces. Het eerste deel van de tekst geeft de spelsimulatie weer; het tweede deel geeft extra achtergrondinformatie om het de spelers mogelijk te maken zich in te leven in hun rol.

Par. 4.3.2: Het Spel

In deze bovengenoemde complexe situatie gaat het om twee beleidsarrangementen: “een beleidsarrangement verwijst naar de tijdelijke, organisatorische en inhoudelijke stabilisering van een beleidsdomein (Van Tatenhove et al., in: Van der Zouwen en Van Tatenhove, 2001)”. De verschillen tussen deze twee beleidsarrangementen worden hieronder in onderdeel A toegelicht, aan de hand van de vier componenten die aan een arrangement onderscheiden kunnen worden: beleidscoalitie, machtsstructuur, spelregels en beleidstheorie. In de gekozen beleidssituatie is er sprake van een drietal relevante betrokken partijen: het Rijk, de provincie en de streek. Deze vormen de spelers in het spel. In onderdeel B worden de doelen van de eerste partij, het Rijk, uiteengezet en wordt er een ideaaltypisch rollenstelsel gegeven, gebaseerd op deze doelen. In onderdeel C wordt aangegeven hoe de andere partijen hierop reageren, en welke doelen zij zelf hebben. In onderdeel D wordt vervolgens aangegeven hoe de fasen van deze beleidssituatie in spelfasen omgezet kunnen worden; in onderdeel E wordt ten slotte aangegeven welke afwegingen de spelers in het spel kunnen maken..

Par. 4.3.3: Achtergronden

In dit tweede document wordt allereerst in onderdeel A ingegaan op de opzet en inhoud van de beleidsarrangementen ROM-proces Gelderse Vallei en de Reconstructie. In onderdeel B worden de achtergronden van beide arrangementen; de aanleiding en totstandkoming ervan toegelicht. In onderdeel C worden vervolgens per betrokken partij de belangrijkste overwegingen weergegeven voor het al dan niet belang hebben bij de reconstructie.

4.3.2 Het spel