• No results found

St. 1853:62a ware op te heffen in het belang van den geldleener

A r t i k e l 3 1 .

Ingeval van roya van een verband of hypotheek, zal daarvan in gelijke voege en op verbeurte derzelfde boete, duidelijk aanteekening worden gehouden, niet alleen op de minuut van den schuldbrief, in het protocol, en op de gros van denzelven, maar ook op de minuut en gros van den eigendomsbrief van het goed, dat verbonden is ge-weest. (42 Ov. Ord.).

A r t i k e l 3 2.

Geen roya van eenigen verband- of hypotheekbrief zal mogen plaats hebben, zoo niet de crediteur of zijn rechtverkrijgende de gros der akte voor voldaan geteekend heeft, welke erkenning letterlijk op de minuut, aan den voet der akte overgebracht, en voor eensluidend afschrift, door den Griffier of Secretaris onderteekend zal worden.

(Gew. I. St. 1912 :464). Degenen die niet kunnen schrijven en voorts Inlanders en met dezen gelijkgestelden (de lautsten, nadat zij voor zooveel noodig op de wijze bij artikel 21 bepaald zullen zijn bekend gemaakt) zullen in persoon voor Commissarissen uit den Raad van Justitie of voor het Hoofd van Gewestelijk Bestuur verschijnen en verklaren dat aan den inhoud voldaan is, welke verklaring onder de handteekening van Commissarissen of van het Hoofd van Ge-westelijk Bestuur en van den Griffier of Secretaris op de gros aan-geteekend en vervolgens als boven op de minuut overgebracht wordt.

Degenen, die door ziekte of andere verhindering worden belet te compareer en, kunnen de bovengemelde verklaring, bij notarieele akte van acquit geven, in welk geval, zoo op de minuut als op de gros, eene nauwkeurige aanteekening van die akte gehouden wordt, als-mede onderteekend door den Griffier of Secretaris.

De Griffier of Secretaris, die eenige der bij dit artikel voorge-schreven bepalingen verzuimt, zal de boete bij art. 29 vastgesteld, verbeuren. (42 Ov. Ord.; 1195 I. B. W.).

53. De artikelen 31 en 32 regelen de wijze waarop de doorhaling van een verband of hypotheek (in art. 32 wordt ten onrechte gesproken van de roya van een verband- of hypotheekbrief) geschiedt en worden waarborgen gegeven dat de doorhaling rechtens plaats heeft. Hoewel het niet licht zal gebeuren dat een verband of hypotheek ten on-rechte wordt doorgehaald, kan zulks toch wel te goeder trouw plaats vinden, want de overschrijvingsambtenaar heeft alleen na te gaan of de stukken „uiterlijk" aan de wettelijke vereischten voldoen. Het kan immers voorkomen dat iemand te goeder trouw als erfgenaam ab intestato op-treedt en dat hij, hypotheekhouder geworden zijnde krach-tens wettelijke erfopvolging, wordt betaald en de gros der hypotheekakte voor voldaan teekent, zoodat de hypothe-caire inschrijving wordt geroyeerd. Doch na de doorhaling wordt een testament gevonden dat een ander als erfgenaam aanwijst. De acquitverleening is dus onbevoegdelijk ge-schied en is de doorhaling krachteloos.

Omgekeerd kan het voorkomen dat er geen doorhaling heeft plaats gehad en dat er toch geen hypotheek meer bestaat; n.1. in die gevallen waarbij de hypotheek teniet gaat door een oorzaak die geen bepaalde handeling van partijen vereischt (compensatie, verjaring).

Na verloop van jaren zullen de openbare registers dus geen juist beeld meer geven van den werkelijken toestand.

Voor de rechtszekerheid zou aanbevelenswaardig zijn dat evenals in Nederland (Wet van 5 Juni 1878 N. St. no. 90) ook in Ned.-Indië werd overgegaan tot een regeling waarbij alle inschrijvingen binnen een bepaalden tijd en liefst periodiek moeten worden vernieuwd (bijvoorbeeld zooals in Frankrijk om de tien jaar) en dat wanneer zij binnen den bepaalden tijd niet vernieuwd worden, de hypotheken als vervallen worden beschouwd.

54. Een ander bezwaar levert in de praktijk de eisch van art. 32 dat de gros door den crediteur voor ,.voldaan"

geteekend moet worden, welke uitdrukking door vele over-schrijvingsambtenaren zeer strikt wordt opgevat, zoodat zij geenerlei toevoeging toestaan. Nu levert het enkel voor

„voldaan" teekenen voor den directeur soms bezwaar op;

bijvoorbeeld als bij de gerechtelijke akte niet alleen de hypotheek-vestiging is geconstateerd doch ook de schuld zelf. Wil hij nu alleen de hypotheek royeeren of slechts enkele van de meerdere hypothecaire verbonden perceelen van het verband ontheffen, zoo ziet men duidelijk in voor welke moeilijkheid hij door het voorschrift van art. 32 wordt geplaatst. Zijn geheele schuldconstateering gaat verloren, omdat de gros uit handen gegeven moet worden om de roya te bewerkstelligen, of wel zoo meerdere hypothecair verbonden perceelen in die gros vermeld zijn, worden al die perceelen van het daarop rustend verband ontheven.

Het zal niet overbodig zijn dat in deze leemte wettelijk wordt voorzien.

55. Ten slotte moet er op gewezen worden dat de wijze van doorhaling op een eenvoudige overlegging der voor voldaan geteekende gros, feitelijk strijdt met het in deze

ordonnantie overal doorgevoerde beginsel dat hypotheken op authentieke wijze moeten worden gevestigd; want naar aanleiding daarvan en in overeenstemming daarmee zou ook de toestemming tot doorhaling, d.i. de vernietiging eveneens op zoodanige wijze geconstateerd moeten wor-den. Het toelaten van een enkele voor voldaan teekening der grosse, zonder dat aliunde blijkt dat dit werkelijk door den schuldeischer of zijn rechtverkrijgende is geschied, kan aanleiding geven tot bedrog, hetwelk zooveel mogelijk moet worden voorkomen.

A r t i k e l 33.

(Gew. I. St. 1927 :158). Ter meerdere geruststelling van koopers en geldschieters, zijn de Griffiers en andere ambtenaren, met de bewaring der protocollen van koop- en hypotheekbrieven belast, ge-houden om, ten verzoeke van elk en een ieder, na te zien wie als eigenaar van eenig vast goed bekend staat en of hetzelve reeds met hypotheek of eenig ander zakelijk recht, dan wel door beslag is be-zwaard, alsmede om, zulks gevorderd wordende, daarvan een

schrif-telijk bewijs, met hunne handteekening bekrachtigd, af te geven.

(1227 I. B. W.l

A r t i k e l 3 4 .

De Commissarissen uit de Raden van Justitie, de Residenten, Assistent-Residenten mitsgaders de Griffiers en Secretarissen met het passeeren en bewaren van de koop- en hypotheekbrieven van vaste goederen belast, zijn persoonlijk, in rechten, aansprakelijk voor de schade, welke door het verzuimen van een der in de tegenwoor-dige ordonnantie, aan hen voorgeschreven bepalingen, veroorzaakt

wordt. (1225, 1227, 1230 1. B. WJ.

A r t i k e l 3 5.

(Gew. 1. St. 1891 : 67; 1903 :224; 1927 ; 159). Ter betere wering, zoo van verzuimen in het doen der overschrijvingen, als van ver-korting van 's Lands rechten, zullen de notarissen en de personen, ingevolge artikel 13 tot het afgeven van landmeterskennissen be-voegd, op verbeurte eener boete van f 25 tot f 100 vóór den tienden dag van elke maand eene opgave indienen, de eerst genoemd en van de te hunnen overstaan gesloten overeenkomsten tot overdracht van onroerende zaken als bedoeld in de ordonnantie op het recht van overschrijving (Staatsblad 1924 no. 291), zoomede van de overeen-komsten die kunnen leiden tot het opmaken van akten van in- en overschrijving van schepen als bedoeld in evengenoemde ordonnantie, en de laatstgenoemde van de bij hen ontvangen aangiften van

over-dracht, aan den Griffier van den Raad van Justitie, den Gewestelij ken Secretaris of anderen ambtenaar, met wiens bijstand het bewijs van overgang moet worden verleden.

A r t i k e l 3 6.

(Gew. 1. St. 1901 :67). Op gelijke wijze zijn de Vendumeesters op verbeurte der in artikel 35 bedreigde boete verplicht, in voege als in artikel 23 der Instructie, vastgesteld bij besluit van 7 September 1889 no. 31 (Staatsblad no. 191), is voorgeschreven, aan de in het vorig lid bedoelde ambtenaren maandelijks opgave te doen van de vaste goederen en van de schepen, bedoeld in artikel 1, te hunnen overstaan verkocht.

56« De in dit artikel aangehaalde instructie is sedert vervangen door die van I. St. 1908 :190, waarin art. 23 een opgave binnen tien dagen na afloop van ieder kwartaal voorschrijft.

A r t i k e l 3 7.

(Gew. I. St. 186 : 53; 1903 :24). De Griffiers en Secretarissen of zij, die ten aanzien der in- en overschrijvingen met hunne function zijn belast, zullen voor den tienden dag van elke maand, aan den persoon, ingevolge artikel 13 tot het afgeven van landmeterskennissen bevoegd, zoomede aan den ontvanger, belast met de inning der ver-ponding, eene opgaaf zenden van alle in de laatst voorafgaande maand verleden gerechtelijke akten van in- en overschrijving, betref-fende rechten van eigendom, erfpacht, opstal, vruchtgebruik of ge-bruik van onroerende goederen of erf dienstbaar heden, om bij de registers en kohieren te worden bekend gesteld. (16 Ov. Ord.; I. St.

1880 : 148 art. 6 § 1; /. St. 1916 :517 art. 17).

A r t i k e l 3 8 .

(Gew. 1. St. 1903 :224). De Griffiers zullen nauwkeurig toezien, of de overschrijvingen van vaste goederen, overeenkomstig de, ingevolge

art. 35 en 36 bij hen ontvangen opgaven, binnen den bepaalden termijn plaats hebben en zullen, deze verstreken zijnde, de ordon-nantie in duplo op den Ontvanger, bij art. 72 gemeld, niet anders opmaken en afgeven, dan voor de belasting en de verbeurde boeten, te zamen (41 Ov. Ord.).

57. Dit artikel zal herzien dienen te worden. Zie aan-teekening 20. Waarschijnlijk zijn in dit artikel abusievelijk alleen de griffiers genoemd; bedoeld zijn dezelfde ambte-naren als genoemd aan het slot van art. 35 en in art. 39.

A r t i k e l 39.

Wanneer een maand is verstreken, na die, waarin de overschrijving had moeten plaats hebben, en de nalatige zich tot het doen der overschrijving, met bijbetaling der boete, niet heeft aangemeld, geeft de Griffier of Secretaris, van het begaan verzuim kennis aan den competenten Officier van Justitie, die alsdan den nalatige, tot de betaling der verschuldigde belasting en de verbeurde boete, in rech-ten zal vervolgen (8v, 36 v, 41 Ov. Ord.).

58. Dit artikel zal moeten worden herzien. De bepalingen voor het achterhalen van nalatigen in het betalen der be-lasting en de eventueele verhoogingen zijn thans mede op-genomen in I. St. 1924 :291 art. 17. Zie overigens aanteeke-ning 61, alsmede het terzake in Bijblad 4412 behandelde.

A r t i k e l 4 0 .

59. Dit artikel is vervallen ingevolge I. St. 1901 : 325 art. 1.

A r t i k e l 4 1 .

Waar geen Raad van Justitie gevestigd is, en de overdracht van vaste goederen geschiedt voor het bestuur der plaats, en waar geene afzonderlijke notarissen, vendumeesters, landmeters, enz. gevonden worden, zullen de Residenten en Assistent-Residenten, zooveel moge-lijk, nagaan en doen nagaan, of de overschrijvingen van vaste

goede-ren, behoorlijk plaats hebben en bij bevinding van het tegendeel zorgen, dat aan het voorgeschrevene bij artikel 38 en 39 voldaan worde. (1 Ov. Ord.).

A r t i k e l 4 2 .

De Presidenten van de Raden van Justitie zijn belast met het toe-voorzicht over de protocollen van eigendoms- en hypotheekbrieven, waarvan de Griffier bij die Raden de houders en bewaarders zijn. Zij zijn verplicht dezelve van tijd tot tijd na te zien, en zich te ver-zekeren, dat aan de, bij deze ordonnantie, voorgeschreven bepalingen voldaan worde, en nemen, in geval van afwijkingen, zoodanige maat-regelen van voorziening, als zij, na bevind van zaken, noodig oor-deelen. De Raden van Justitie zijn bevoegd, om bij verzuim of na-latigheid van de Griffiers, in de gevallen, vermeld bij art. 11, 23, 26, 27, 28, 29, 30, 31 en 32, op de vordering van den President de daarbij bepaalde boete op te leggen, zonder eenigen vorm van proces, terwijl de Presidenten, bij elke examinatie van de Registers, dezelve voor gezien zullen teekenen. (Art. 43 Ov. Ord.; 51 v R. O.).

A r t i k e l 4 3.

In de Residentiën, alwaar de protocollen der notarissen zijn onder-worpen aan het toevoorzicht der ommegaande rechters, zullen deze de protocollen der eigendoms- en hypotheekbrieven van vaste goe-deren nazien en onderzoeken, of de bij deze ordonnantie deswege gemaakte bepalingen worden achtervolgd. Bij bevinding van het tegendeel, zullen zij daarvan kennis geven aan den Raad van Justitie van het ressort, die vervolgens daarin handelen zal, als bij artikel 42 is bepaald. (I. St. 1843 : 10; I. St. 1879 : 192).

De ommegaande rechters zullen, na elk zoodanig onderzoek, de registers der akten voor gezien teekenen. (99 R. O.).

A r t i k e l 4 3 a .

(Gew. I. St. 1898 :303). Afgescheiden en onafhankelijk van het

toezicht, bedoeld in de beide voorgaande artikelen, zijn de Inspec-teurs en Adjunct-InspecInspec-teurs van Financiën bevoegd en verplicht de gerechtelijke akte te onderzoeken en na te zien.

60. Bij art. 2 van I. St. 1901 : 13 is de werkzaamheid van het toezicht der ommegaande rechters overgedragen aan de landraadvoorzitters.

61. Ingevolge I. St. 1874 :149 en 150 en I. St. 1875 :223 moeten de hier bedoelde vorderingen en ook die bedoeld in art. 39 Ov. Ord. worden ingesteld op J a v a en Madoera door den Landsadvocaat of waar het geldt Inlanders of met dezen gelijkgestelden door den Djaksa, en op de Buiten-bezittingen door den Officier van Justitie of den Djaksa (zie Bijblad 4412 en de circulaire van den Directeur van Finan-ciën dd. 18 Juli 1907 no. 755 16073).

A r t i k e l 4 4.

Jaarlijks zal een authentiek afschrift van het register der gepas-seerde koopbrieven of overdrachten, door de Residenten of Assistent-Residenten, aan de Algemeene Rekenkamer worden gezonden. (1 Ov. Ord.; I. St. 1843 :10; 1879 :192 en 1901 : 325 art. 1).

62. Zie ook de aanteekening 46.

A r t i k e l 4 5.

Aan de Fiscaals bij de Raden van Justitie zal, te allen tijde, op hunne aanvrage, visie worden gegeven van de protocollen der eigendoms- en hypotheekbrieven, in de geheele uitgestrektheid van hun ressort ge-houden, ten einde bij bevinding vanu overtredingen, ambtshalve de vervolgingen te kunnen doen, of door den Jaksa te laten doen.

63. Zie aanteekening 61.

A r t i k e l 4 6 .

De Secretarissen en andere ambtenaren met het opmaken en uit-geven, der in deze ordonnantie bedoelde akten belast, zijn bevoegd

%

daarvoor hetzelfde salaris te berekenen, als aan de Griffiers bij de Raden van Justitie is toegekend. (1 Ov. Ord.; I. St. 1830 :29;

1834 : 55 en 67; 1879 : 10; 1903 : 227).

46. LEGES.

Aan de Griffiers bij de Raden van Justitie ') I. S i 1830:29, juncto 1834:55

(L St. 1834:67)

Resolutie van den Gouverneur-Generaal in Rade van 27 Juli 1830 no. 27.

Gelezen eene missive van den Raad van Justitie t e Soe-rabaya van 3 December 1828 no. 158, daarbij enz.

En hierover gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verstaan te bepalen:

Ie. Dat de Griffiers bij de Raden van Justitie in Ned.-Indië en de Secretarissen der Residentiën voor het opmaken en uitgeven van alle koopbrieven en transporten van vaste goederen, schepen en vaartuigen, om het even of dezelve bij verkoop, gifte onder den levende, dan wel krachtens akte van uitersten wil, van den een' op den ander' zijn over-gegaan, hetzelfde salaris mogen declareeren als bij Reso-lutie van 7 Maart 1822 no. 8 (I. St. no. 11) aan de notarissen, voor het minuteeren en grosseeren van obligatiën is toe-gestaan, te berekenen naar den koopschat, of waar geen koop bestaat naar de getaxeerde waarde van het getrans-porteerde goed. (Bij I. St. 1926 : 37 is aan 't bepaalde onder sub. Ie. toegevoegd: Dat naar dezelfde salarislijst leges zullen worden geheven voor akten van splitsing en samen-stelling van vaste goederen, alsmede voor die van inschrij-ving van schepen).

/ ; Zie het bepaalde bij I.St. 1903 ; 227.

het opmaken en uitgeven van alle raadsschuldbekentenis-sen of hypotheekbrieven en bovendien van elk, bij dezelve verbonden wordend perceel, schip of vaartuig, voor de daarvan t e houden aanteekening op het transport en in het protocol zal worden betaald een gulden.

3e. Dat voor het opmaken en uitgeven van alle akten van cessie van hypotheekbrieven en de te houden aan-teekening van dezelve, door bovengenoemden Griffier en Secretaris hetzelfde zal worden genoten als van de hypo-theekbrieven zelve.

4e. Dat voor het opmaken en uitgeven van akten van borgtocht, ten behoeve van verbandhouders, hetzij nieu-welings gepasseerde, dan wel ter vervanging van overleden of vertrokken borgen, almede hetzelfde salaris als voor het opmaken der verbandbrieven zelven, zal worden berekend (zie ook I. S i 1834:55).

5e. Dat boven het gemelde salaris, nog door den Griffier en Secretaris, voor het bezegelen van iedere akte, f 1.50 zal worden genoten, bevorens ten behoeve van de leden-commissarissen uit de Raden van Justitie in rekening ge-bracht.

6e. Dat meergenoemde Griffiers en Secretarissen, voor het royeeren van schuldbekentenissen en de daarvan te houden aanteekeningen in margine van transportbrieven en in het protocol, voor ieder verbonden geweest zijnd perceel, schip of vaartuig, zullen genieten ƒ 2.— en voor het verleenen van authentieke kopijen van de bovengemel-de akten, welke echter volgens bovengemel-de bestaanbovengemel-de verorbovengemel-denin- verordenin-gen, niet mogen worden uitgegeven, dan op speciale auto-risatie van de Raden van Justitie, de helft van het voor de origineele akte berekende.

Accordeert enz.

De salarislijst voor de notarissen, gearresteerd bij § 3 van I. St. 1822 no. 11, is vervallen sedert de intrekking ervan bij I. St. 1851 no. 27, regelende een nieuw tarief van het honorarium en de voorschotten der notarissen. Voorzoover daarnaar echter bij bovenstaande Resolutie van I. St. 1830 no. 29 verwezen is, wordt ze hieronder opgenomen:

„Voor het minuteeren van een obligatie of bodemerij-brief, hetzij met of zonder borgtocht:

Tot ƒ 200.—

Van ƒ 20.000 en daarboven Voor de gros

-Ziet men de missive van den Gouvernements-Secretaris dd. 30 Januari 1893 no. 20283 (Bijblad 4860) zoo kan men daarin lezen, dat naar het oordeel der Regeering het in I. St. 1822:11 opgenomen tarief voor het minuteeren en grosseeren van obligatiën voor notarissen, krachtens I. St.

1830 :29 jo. art. 46 Ov. Ord. ook verbindend voor de Grif-fiers bij de Raden van Justitie alsmede voor de Secretaris-sen der Residenten e.a. ambtenaren die bij de overschrijving assisteeren (o.a. commiezen, art. 1 I. St. 1834 :27) voor het opmaken en uitgeven van transporten van vaste goederen enz., in dit opzicht door geen latere bepalingen buiten

werking zijn gesteld. De intrekking van alle dienaangaande verordeningen bij I. St. 1851 :27 (waarbij een nieuw tarief van het honorarium en de voorschotten der notarissen is vastgesteld) en bij I. St. 1885 : 72, doet niet te kort aan de verbindende kracht der in I. St. 1830 :29 voorkomende en tot dusver nog niet vervallen verwijzing naar het tarief van I. St. 1822 : 1 1 , hetwelk krachtens die verwijzing naar het oordeel van de Regeering geacht moet worden een deel uit t e maken van den inhoud der resolutie van I. St. 1830 :29.

In verband met het bovenstaande worden de leges aldus berekend:

Voor de gerechtelijke akten van transport van vaste goederen en schepen vervalt kolom 6 en worden de be-dragen van kolom 7 dus / 1.— minder.

Voor het royeeren van een hypotheek of ver-band en daarvan te houden aanteekening in mar-gine en in de transportakten in het protocol voor

,,elk" verbonden perceel, schip, vaartuig of

oogst-verband , , ƒ 2.—

Voor het stellen der bovenbedoelde aanteeke-ning der roya op afschriften wordt in rekeaanteeke-ning gebracht de helft van de kosten der origineele akten.

Voor het nazien van protocollen (eigendoms-,

hypotheekakten enz.) voor elke akte . ,, 0.50 Voor de verklaring bedoeld in art. 519 I. B. Rv. ,, 2.—

Bij I. St. 1879 :190 is bepaald dat voor de opmaking der akten van vestiging of van overgang van erf pachtsrechten, recht van opstal, grondrenten, vruchtgebruik, erfdienst-baarheden en het recht van mijnontginnen, hetzelfde salaris in rekening gebracht mag worden als met opzicht tot het opmaken en uitgeven van ,,koopbrieven en transporten van vaste goederen", met dien verstande, dat bij „eerste vesti:

ging" van het zakelijk recht steeds mag worden in rekening gebracht het hoogste salaris; d.i.:

Voor de minuut ƒ 14.—

Voor de gros „ 7.—

Voor het bezegelen ,, 1.50 Totaal ƒ 22.50

Geen leges worden berekend voor akten van rectificatie.

A r t i k e l 4 7 .

De tegenwoordige ordonnantie zal van kracht zijn, van en met den eersten July, nu aanstaande (d.i. 1834) en voor-zoover die op eenige buitenbezitting niet tijdig wordt ont-vangen, met den eersten van de maand, volgende op die, waarin zij aldaar zal zijn bekend geworden.

LIJST VAN AANGEHAALDE LITERATUUR.

Mr. H. D. Levyssohn Norman M. Martin:

Mr. J . D. Meyer:

T. R. N. I. dl. 73.

T. R. N. I. di. 97.

Nederlandsch Burgerlijk Recht.

Over het groote gevaar om geld onder hypotheek te plaatsen of vaste goederen te koopen in Nederland, of betoog van de dringende behoefte aan een andere wet betreffende het hypotheekwezen; door een amb-tenaar bij het vak der hypotheekbewaring.

Verkrijging van onroerende zaken, beginselen van het Negatieve, het ï o r r e n s - en het Grondboekstelsel.

Beschouwingen over het recht betrekkelijk onroeren-de goeonroeren-deren in Neonroeren-derland.

Placaatboek, dl. I, X, XV.

De zakelijke werking der ontbindende voorwaarde.

Opmerkingen betreffende verbetering van het hypo-thecaire stelsel; Nieuwe bijdrage voor Rechtsge-leerdheid en Wetgeving.

Documents relatifs au régime hypothecaire.

Lehrbuch des Bürgerlichen Rechts.

Handelingen der Ned. J u r i s t e n Vereeniging, 1893, I.

Het Oud Nederlandsch Burgerlijk Recht.

Hervorming van ons zakelijk recht aan grond en bodem.

Rechtsgeleerd Magazijn 1893.

Institutionen des Deutschen Privatrechts, II.

Die Gewere.

Bewijsmiddelen van het recht op den grond in

Bewijsmiddelen van het recht op den grond in