• No results found

Slechts één afdoend middel zou er zijn, om den volksgeest te winnen, indien we namelijk de massa der bevolking tot uitruiling van hun religie tegen de Christelijke

religie konden bewegen, en juist hierop blijkt almeer geen schijn van kans te bestaan.

Op geen land heeft de Christelijke

missie zich van oude tijden af met zoo taaie volharding geworpen, als juist op de

landen van den Sultan. De Franschen voorop, na hen de Italianen en de Grieken, en

in later eeuwen de Engelsche en Amerikaansche missies hebben in Aziatisch Turkije

onder betoon van zeldzame veerkracht en warmen geloofsijver, met elkander om de

eerepalm gewedijverd, maar wat aan vrucht van deze missies gezien is, bestaat schier

uitsluitend in sterking van het Christelijk geloof bij de kleine groepen van Christenen,

die nog in de onderscheidene deelen van Turkije waren achtergebleven. Zonder zoo

uitgebreide missie zouden deze overblijfsels van de vroegere Christelijke kerken in

het Oosten allicht van lieverlede geheel door den Islam zijn opgeslorpt. Thans hielden

deze overblijfsels, met name door het uitgebreide schoolwezen dezer missies, niet

alleen stand, doch ontwaakten veelzins tot nieuw levensbesef. Maar het aantal

proselieten, dat ze onder de Mohammedanen maakten, bleef, waar ze ook optraden,

altoos bitter klein, op het totaal der bevolking niet des noemens waard. Wel lokten

ze de jeugd naar haar scholen en de kranken naar haar hospitalen, en wisten ze tot

op zekere hoogte de ontwikkeling van het volk te bevorderen, maar den volksgeest

winnen konden ze nergens. Ook uit onzen eigen Archipel, waar de Islam een zooveel

oppervlakkiger karakter draagt, getuigt zending na zending, hoe uiterst moeielijk het

is, door propaganda den geest van het volk om te zetten. Ik laat nu daar, of de missie

altoos met de noodige kennis van zaken en met het vereischte beleid gedreven werd.

Zelfs de wijze waarop onze missie tegen Sadrach optrad, die een eigen soort Javaansch

Christendom predikte, was misschien niet geheel vrij van overhaasting. Maar ook al

wil ik het werk der missie niet geheel vrij pleiten, de uitkomst van het missionaire

werk in alle landen van den Islam is zoo pijnlijk droef en teleurstellend, dat slechts

zelfmisleiding nog de hope kan doen koesteren, als zou de bekeering van den Islam

op groote schaal voor de deur staan. Eer moet erkend, dat de verwakkering van het

geloof door het Pan-Islamisme de kansen op veldwinning van het Christendom onder

den Islam nog aanmerkelijk verminderd heeft. Stellig heeft ook in onzen Archipel

de Islam in de laatste halve eeuw heel wat meer aanhangers op de heidensche stammen

gewonnen, dan op Java en enkele andere eilanden aan ons verloren. En soortgelijke

ervaring deed men overal elders op. Voor den Mohammedaan

is overgang tot het Christendom het afdalen tot een lager niveau. De Islam is na den

Christus gekomen. De Islam geeft een latere en hoogere openbaring. En wie gaat

van het latere en hoogere op het vroegere en lager staande terug? De renegaat is dan

ook in het oog van den aanhanger van den Islam een verrader. Hij is voor hem zedelijk

dood, en heel de Islamitische buurtschap werkt saam, om hem onder het wicht van

zijn verachting en onder sociale achteruitstelling te doen bezwijken. Daarbij komt

dat wij het Christendom aan het Oosten schier uitsluitend in zijn westerschen vorm

brengen, en dat de Oosterling, zich hierin niet thuisgevoelend, zich veel sterker door

het Oostersche grondtype van den Islam voelt aangetrokken. De Islam in dien

oosterschen vorm is beter op zijn behoeften berekend en spreekt hem toe, het

Christendom in zijn westerschen vorm stoot hem eer af. En het eindresultaat is, dat

de Christelijke missiën veelal op rotsen ploegen en slechts zeer enkele personen voor

zich weten te winnen, terwijl omgekeerd de Islam én in Indië én in Afrika nog steeds

zijn zegetocht voortzet. De Islam verliest niet noemenswaard, alleen in Perzië

verzwakt hij door inwendige ongestadigheid, maar als wereldmacht genomen, groeit

het aantal van zijn aanhangers nog gestadig aan. Zelfs in de dagen van zijn hoogsten

bloei stond de Islam niet zoo hoog in het cijfer als thans. Soms zelfs weet de Islam

op gedoopte Christenen zoo onweerstaanbare bekoring uit te oefenen, dat we

herhaaldelijk hooren van Christenen, die het Kruis hebben verloochend, en tot den

Islam zijn overgegaan. De Islam streelt de neiging van hoogheid en zinnelijkheid in

het menschelijk hart. Hij is klaar, eenvoudig en licht te vatten in zijn leidende

gedachten en in zijn gefixeerde vormen. Hij leidt niet alleen het religieus gevoel,

maar betoovert geheel het leven. Hij bezit aanpassingsvermogen aan zeer

onderscheiden toestanden. Hij gunt een groote mate van vrijheid van beweging. Hij

bleek in zijn eersten aanloop voor hooge wetenschappelijke ontwikkeling vatbaar

en beschikt over een zeer rijke litteratuur. En voor het dweepziek oog doet hij een

ideaal van macht en grootheid schitteren, dat nog telkens blijkt de diepste hartstochten

in vlam te kunnen zetten. Ik geloof daarom zoo min aan de Christelijke als aan de

technische en oeconomische verovering van den Islam. Eer maakt hij zich nu reeds

op, om in Voor-Indië, een hoogere cultuur te ontwikkelen, die gelijk men

geeft, in niets voor de hoogste cultuurontwikkeling van het Christelijk Europa zal

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN