Blijkens het laatste rapport van Lord Cromer telt dit College thans 340 leerlingen.
Het is ingericht op drie secties, voor ingenieurs, voor opzichters, voor aanstaande
onderwijzers, en dan heeft het nog een hoogere burgerschool. In October 1905 zijn
de beide eerste secties ingewijd. Natuurlijk dient dit College in de eerste plaats voor
de zonen en dochteren der te Khartoem en in den omtrek gevestigde Europeanen,
maar het doel is toch ook om de zonen van de grooten onder de inlanders tot
ambtenaren en beambten op te leiden. Hoog staat overigens het onderwijs in Soedan
nog niet. Er is alleen te Khartoem nog een cadettenschool en een technische school,
de laatste met 125 leerlingen. En verder zijn er zes lagere scholen van Europeesche
formatie met 762 leerlingen, en voorts inlandsche Kutabs, d.z. lagere scholen op
Arabische leest geschoeid, in zes plaatsen, saam met 325 leerlingen. Bij deze
schaarschte aan onderwijs-inrichtingen neemt het Gordon College uiteraard een
hooge plaats der eere is. Gordon's naam blijft juist door dit College op aller lippen,
en het is wel in overeenstemming met het nobel karakter van dezen vromen held,
dat de verheffing van het leven in Khartoem tot hooger niveau aan zijn naam
verbonden is.
Van Khartoem ging ik den volgenden morgen voor mijn vertrek naar Omdurman,
een echt Afrikaansche stad, aan de overzijde van de Nijl gelegen. Een groote
stoompont voert reizigers, vee en vrachtgoed naar de overzijde, en door de vriendelijke
zorge van den Sirdar vond ik bij landing zijn rijtuig gereed staan, om mij den tocht
door het lange Omdurman gemakkelijk te maken. Ter plaatse zelf toch is van een
rijtuig geen sprake. Men gaat er te voet of op ezels, wat bij de hitte en het eindelooze
zand, dat ook hier u plaagt, verre van uitlokkend is. Khartoem ligt aan den Blauwen
Nijl, Omdurman meer aan den Witten Nijl, juist op het punt waar beide ineenvloeien.
Omm-ed Dormân gelijk de stad letterlijk heet beteekent de stad van Dormân, een
bejaarde vrouw die hier haar woning had, eer de Mahdi er in 1883 zijn reusachtig
legerkamp opsloeg, en dit met een fort bevestigde. Na den on verwachten dood van
den Mahdi heeft zijn opvolger, de Khalif Abdoellah, dit kamp in stand gehouden en
gedurende zijn 14-jarig schrikbewind is uit dit kamp allengs de
tegenwoordige stad gegroeid. Breed langs den Nijloever uitgebreid strekt deze stad
zich thans in de lengte over zes kilometer, d.i. meer dan een uur gaans uit. Na de
herstelling van het Egyptisch-Engelsch bewind neemt ze nog steeds in bloei toe, en
telt thans een 50.000 inwoners. Zulk een typisch Afrikaansche stad heeft niet alleen
niets gemeen met onze Europeesche steden, maar verschilt evenzeer geheel van wat
men in Aziatisch-Turkije ziet. Van bestrating is natuurlijk geen sprake, maar wat
vooral het verschil met de gewone Oostersche steden uitmaakt, is de breedheid van
straten en pleinen. Poogt men in Azië veelal de zon te weren door zeer nauwe stegen
en slopjes, het is of hier de strijd met de hitte van de zon is opgegeven. Alles is vlak,
open, breed, en het groote plein van Omm-ed-Dormän wint het in afmetingen zelfs
van de grootste pleinen in London en Parijs. Huizen zijn er een uitzondering. Het
nomadisch leven drukt hier nog zijn stempel op geheel de volksbeweging. Het zijn
al rijen van hutten uit bamboe of riet opgetrokken, uitloopend in een kegelvormig
dak. Voor die hutten leggen dan de kooplieden een zeil op den vloer, stallen daarop
hun koopwaren uit, en heel het gezin hurkt op dat zeil bij elkander zonder zich aan
de zon veel te storen. Het is een uiterst gemengde bevolking die deze hutten bewoont.
Meest wel Soedaneezen, maar onder hen tal van Nubiërs, en Abessyniërs, en
Egyptenaren, en ook niet weinig Grieken, vooral voor geldzaken. Naar het bekende
zeggen: ‘Un Grec vaut trois Arméniens, un Arménien trois Juifs et un Juif trois Turcs’
zijn deze Grieken ook de Nijl opgevaren, en wisten zich. evenals de Chineezen op
Java, allengs onder de bevolking te nestelen. De slavenhandel, hoe sterk ook door
het Engelsche bewind onderdrukt, gaat er nog altoos in stilte door, en naar Wingate,
in zijn bekend werk, mededeelt, wordt voor een jong meisje soms 100, voor een
volwassen vrouw 45, voor een knaap 25, voor een jongen 30 en voor een man 10
dollar betaald. De enkele betere huizen, die Omdurman telt, danken hun ontstaan
aan de tactiek van Abdoellah, die alle Moedirs verplichtte om of zelf er te wonen of
het grootste deel van hun familie er achter te laten, als gijzelaars voor hun goede
trouw. Ook voor zich zelf had Abdoellah er meerdere huizen gebouwd, waaronder
één zeer groot met ten deele twee verdiepingen, en zelfs zoo hoog opgetrokken, dat
de Khalif van zijn plat dak heel de stad overzien kon. De steen voor dat huis is
genomen van de huizen, die hij in Khartoem verwoest had.
De inrichting in dat soort paleis is echt Afrikaansch en herinnert geheel aan de manier
In document
Abraham Kuyper, Om de oude wereldzee. Deel 2 · dbnl
(pagina 148-151)