• No results found

Samenvatting interview revalidatiearts Overtoom

Resultaten interviews met revalidatieartsen

Bijlage 8: Samenvatting interview revalidatiearts Overtoom

Startvraag student: Waar denkt u als revalidatiearts waar de cliënten met MS de meeste klachten in ervaren, in welk gebied?

Antwoord arts:

Dat is bij MS direct een moeilijke vraag omdat MS zich in allerlei gebieden kan presenteren. Zowel in het centraal als in het perifeer zenuwstelsel, heel scala aan klachten. De meest gehorende klacht is toch wel de vermoeidheid denk ik, alle MS patiënten hebben hier eigenlijk wel last van. En in het begin, in de fase van Relapsin- remitting MS, dan heb je een periode van forse klachten, parese uital of cognitieve problemen of problemen met spraak en met zien of het presenteert zich alleen met gezichtsproblemen. Na het he stel a zo s u zie je aak dat de e oeidheid lijft. Dat is uitei delijk el heel

beperkend omdat het lijkt voor de buitenwereld het weer goed gaat, iemand is hersteld etc. Terwijl dat die persoon zelf helemaal nog niet het gevoel heeft dat die weer de oude is. Dat is ook iets wat je tijdens het ziekteproces ziet toenemen.

Vraag student: Vanuit wie worden de MS-cliënten doorverwezen? Antwoord arts:

De meeste MS-patiënten die ik zie worden door de huisarts doorverwezen. Ik krijg ook regelmatig patiënten van de AMC en de VU doorverwezen, vooral als er psychosociale problemen op de voorgrond staan of wanneer iemand dusdanig beperkt is dat er bijvoorbeeld omgevingsbesturing nodig is in huis of meer specialistische aandacht voor uitgebreide beperkingen thuis of wanneer arbeidsvragen op de voorgrond staan dan worden ze ook nog wel eens naar ons doorverwezen in plaats van naar de revalidatieafdeling van het ziekenhuis.

Doorvraag student: Gebeurt dat dan via de arbo-arts? Antwoord arts:

Nee dat gebeurt meestal via de revalidatiearts van dat ziekenhuis. Dus de neuroloog, revalidatiearts en huisarts zijn de belangrijkste verwijzers.

Vraag student: Op basis van welke criteria worden MS-cliënten toegelaten voor revalidatie hier op de Overtoom?

Antwoord arts:

MS-patiënten die hier in de omgeving wonen daar hebben wij de zelfde inclusie criteria voor als in ziekenhuizen. Het komt vooral neer op problemen in het functioneren, beperkt op meerdere domeinen. Door de complexiteit is multidisciplinaire behandeling nodig en dan komt iemand in aanmerking voor een revalidatie behandeling, dus door een heel team. Als het een enkelvoudig probleem is of als het geen complexe problematiek is waardoor de samenwerking tussen verschillende therapeuten niet zo heel erg belangrijk is, dan worden mensen ook enkelvoudig gewoon in de eerstlijn behandeld door de fysiotherapeut of ergotherapeut. Dus het gaat om complexe meervoudige problematiek. Dat is het zelfde als de revalidatieafdeling in ziekenhuizen.

samenwerking die wij hebben met het adviesbureau nodig is of dat het belangrijk is dat er een arbeidstherapeut betrokken is, dan komt het voor dat wij mensen buiten de regio gaan behandelen. Dat komt vooral omdat ons team wat groter is en er wat meer specialistische kennis in heeft. Doorvraag student: Wat is de taak van het adviesbureau?

Antwoord arts:

Het adviesbureau is een samenwerking tussen Reade en de gemeente (WMO). Daar werken voorzieningenadviseurs en casemanagers. Die zorgen er eigenlijk voor dat iemand de juiste

voorzieningen krijgt die, die nodig heeft. Vaak wordt er bijvoorbeeld een huisbezoek gedaan door een ergotherapeut van ons team samen met een voorzieningenadviseur van het adviesbureau en een leverancier van bijvoorbeeld een elektrische rolstoel. Dan wordt er gezamenlijk gekeken naar wat het beste is om te doen. En de casemanger kan contact houden met iemand die hier niet meer onder behandeling is.

En dat adviesbureau zit hier in huis. Mensen kunnen hier langs bij het adviesbureau of het adviesbureau komt bij mensen thuis.

Vraag student: Komen die cliënten dan ook niet meer bij u ter controle? Antwoord arts:

Ja, zij komen dan nog wel bij maar zijn niet meer in behandeling van het team. Dus dat zijn poliklinische controles bij mij.

Vraag student: Zijn er ook MS fase die hier niet behandeld worden? Antwoord arts:

Als het nog een vrij vroeg stadium is en mensen kunnen met eerste lijn therapie uit, dan nemen wij ze niet in behandeling. Maar dan zie ik ze wel vaak op de poli, dan spreek ik vaak met mensen af van wat vinden jullie prettig. Als ik het idee heb dat iemand zelf aan de bel trekt dan spreek ik af dat zij zelf contact op moeten nemen wanneer dat nodig is. Als ik denk dat het iemand is die ik meer in de gaten moet houden dan spreken we af dat er bijvoorbeeld een jaarlijkse controle plaats vindt en eventueel begeleiding in de eerste lijn plaats vind. En dan kan ik nog wel eens een telefoontje plegen met een fysiotherapeut om zo een beetje begeleiding te bieden. Mensen komen pas hier echt in behandeling als er duidelijk een hulpvraag op meerdere gebieden liggen en de vraag te complex is voor in de eerste lijn. En ook dan is het vaak een behandeling dat over een langere periode is, meestal rond de drie maanden en dan moeten wij het wel af kunnen ronden en dan weer terug kunnen geven aan de eerste lijn. Zo proberen wij in te springen als het moet en ons terug te trekken (zorg stop of terug naar eerste lijn) als het kan. Door een patiënt poliklinisch te vervolgen kan bij achteruitgang in een later stadium

revalidatiebehandeling weer opnieuw ingezet worden als dat nodig is.

Vraag student: Worden cliënten ook wel eens afgewezen op basis van bepaalde hulpvragen? U gaf net al aan dat als een hulpvraag niet complex genoeg is dan komen ze niet in aanmerking voor revalidatie. Zijn er ook nog andere soorten hupvragen die niet worden behandeld?

Antwoord arts:

kijken wij samen of de hulpvragen op het gebied van MS liggen dus of die echt te maken hebben met MS, kunnen die op een andere manier opgelost worden door hulp uit de eerste lijn in te schakelen of is het inderdaad iets wat waar ons team wat mee moet of kan. Als er hulpvragen liggen op een heel ander gebied, bijvoorbeeld met moeite met het werk ( niet vanwege MS maar andere problemen) dan zijn wij niet het aangewezen team voor. Of als er psychiatrische problemen spelen die de behandeling echt in de weg kunnen staan, dan kijken wij ook samen waar is iemand nou het beste af. Het kan ook voor komen dat iemand in behandeling is en er dan persoonlijke factoren of psychiatrische factoren spelen die de behandelingen bemoeilijken, of als er blijkt dat op andere vlakken nog specialistische hulp nodig heeft dan zijn wij in de mogelijkheid om een psychiater in consult te vragen. Er is een psychiater die als consultent hier werk die dan onze patiënten ook kan zien. Dan kijken wij daarna wel van welke

eg ku e ij het este i slaa , aa is da ie a d op z plek is dat i de GG) of ij ‘eade. Vraag student: Wat is de gemiddelde leeftijd van MS-cliënten die jullie hier zien?

Antwoord arts:

Wij zien vooral MS-patiënten die nog vrij jong zijn. Veel mensen die nog in het werkzame leven staan dus tussen de 30 en 50 jaar. Er is een groep jongeren met MS waarbij de vermoeidheid heel erg op de voorgrond staat. Er is een groep wat oudere mensen die heel erg tegen beperkingen op het werk aan lopen of als rol als ouder. En er is nog een groep patiënten met MS die inmiddels wat minder aan de participatiekant van de maatschappij staan maar die zulke complexe problematiek of uitval hebben dat zij ook nog door ons begeleid worden. Dat zijn dan mensen bijvoorbeeld die in een elektrische rolstoel functioneren en waarbij de afstemming van alle verschillende hulpverleners belangrijk zijn dat wij ze ook in de gaten blijven houden tot dat zij in een woonvorm wonen (in een focus woning) waar die zorg en coördinatie voldoende overgenomen kan worden.

Vraag student: Welke disciplines worden standaard bij het revalidatieproces van MS-cliënten betrokken?

Antwoord arts:

In ons team doen wij altijd standaard een intake met psycholoog en maatschappelijk werker, een intake met een ergotherapeut en fysiotherapeut en indien nodig een intake met de diëtist en logopedist. En dan is de arbeidstherapeut nog iemand die erbij betrokken kan worden.

Wij hebben een onderzoeksfase, de eerste 2 tot 4 weken, om alle hulpvraag in kaart te brengen. Dan wordt er gekeken wat de belangrijkste hulpvraag is wat is de hoofd doelstelling, met welke vragen kunnen wij iets mee wat is beïnvloedbaar wat is niet beïnvloedbaar, met welke factoren moet je rekening houden wat is de beste benadering voor iemand. Dan hebben wij eerst een rondvraag en teambespreking om te kijken of iemand hier daadwerkelijk op de goede plek is, welke therapieën moeten ingezet worden welke therapeuten moeten betrokken blijven of hebben we nog iemand anders erbij nodig. Dan wordt er een behandelplan gemaakt en van daaruit start de revalidatie alhoewel dan al vaak wat dingen opgepakt zijn. Daarna is er om de 6 weken een teambespreking om de voortgang te bespreken.

Doorvraag student: Kunnen ook nog andere therapeuten van buiten af ingezet worden tijdens een revalidatietraject?

spreekuur met de uroloog, is eigenlijk vooral voor de dwarslaesie patiënten maar daar maken wij ook gebruik van als het nodig is. Wij maken ook gebruik van modules die andere teams hier in huis hebben. Bijvoorbeeld een zitadvies team of een bovenste extremiteiten adviesteam. Dat zijn therapeuten van andere teams die wij weer inschakelen bij ons team voor als er specifieke kennis nodig is. We hebben ook sport en bewegen. Dat is allemaal in huis. Indien nodig is er overleg met de behandelend therapeut in de eerste lijn, aan het einde van de behandeling wordt ook voor een overdracht gezorgd. Soms wordt de therapeut uit de eerste lijn uitgenodigd, bijvoorbeeld bij het zit advies team komt het voor dat de eigen ergotherapeut uit de eerste lijn erbij is om daarna alle adviezen op te kunnen pakken met de patiënt.

Het gewone overleg met de eigen behandelde fysiotherapeut uit de eerste lijn door onze eigen fysiotherapeut dat is eigenlijk vanzelf sprekend.

Vraag student: Zijn er bepaalde therapeuten die standaard worden betrokken bij behandelingen van MS cliënten? Bijvoorbeeld een bepaalde ergotherapeuten omdat die de meeste MS cliënten zien? Antwoord arts:

Wij hebben niet een apart MS team. Wij zien de meeste MS-patiënten in het NMA team. Ik doe zelf poliklinisch veel NMA, de MS cliënten zijn daar onder geschaard. Er zijn twee vaste ergotherapeuten en twee vaste fysiotherapeuten, het is een vast team van therapeuten die inmiddels veel ervaring hebben met MS patiënten. Als we een MS-patiënt met myelumlaesies zoals een dwarslaesie patiënt dan kan iemand ook wel eens in het team voor dwarslaesie behandeld worden. Of als er hele complexe cognitieve problemen zijn die duidelijk op de voorgrond staan kan iemand ook in het cognitie team behandeld worden. We proberen te kijken waar iemand het beste bij past. Ik denk dat ons NMA team het meest specifiek voor MS is. Maar MS komt zoveel voor dat al onze therapeuten MS-patiënten kennen.

Vraag student: Wat vindt u dat het verschil is tussen een maatschappelijk werker en psycholoog in een behandeling van MS-cliënten?

Antwoord arts:

We hebben vaak in het team dat we afstemmen wie welk stuk op pakt. Een aantal dingen zijn wel afwisselbaar, bijvoorbeeld Relatieproblemen kan een maatschappelijk werker oppakken als de relatieproblemen passend bij MS zijn kan dat over het algemeen goed bij een maatschappelijk werker terecht. Maar als er persoonlijkheidsfactoren en rol spelen of als het complex wordt door forse

cognitieve problemen, dan vindt de psycholoog heel belangrijk in het stuk vooral analyse van wat speelt hier nou precies. Ook om bijvoorbeeld een NPO te doen en om daarover een psyco- educatie te geven dus om goed uit te kunnen leggen aan partners en patiënten van dit is nu eigenlijk aan de hand, dit is het onderliggende probleem. Vervolgens kan de maatschappelijk werker daar weer een heleboel mee. Dus het hangt af van de complexiteit en van de neuropsychologische problematiek. Echte

neuropsychologische problematiek hoort bij een psycholoog en dan is de psycholoog ook een hele belangrijke aanvulling op je team. En zeker voor het stuk diagnostiek. En als persoonlijkheidsproblemen een rol spelen, de maatschappelijk werker heeft vaak behandeldoelen op het gebied arbeid alhoewel in ons team we een arbeidstherapeut hebben. Bij juridische of financiële problematiek, problemen met schuldhulpverlening, relatieproblematiek, contacten aangaan met andere, uit een sociaal isolement komen, praten over je aandoening, dat zijn allemaal dingen waar een maatschappelijk werken veel

mee kan. Als je hebt over vergaande verwerking of acceptatie problematiek of neuropsychologische problemen dan is de psycholoog onmisbaar.

Doorvraag student: Hebben jullie hier een neuropsycholoog? Antwoord arts:

Ja, wij hebben een neuropsycholoog en een GZ psycholoog.

Vraag student: In hoeverre denkt u dat lichaamsbeweging effectief is bij MS? Antwoord arts:

Het wordt steeds meer duidelijk dat lichaamsbeweging, vooral buiten, wel een positieve invloed lijkt te hebben op cognitie. Ik denk niet dat het therapeutisch is. Ik denk niet dat je echt duidelijk je cognitie kan verbeteren door veel lichaamsbeweging. Het is meer een onderhoudende factor. Het is belangrijk om zoveel mogelijk in conditie te blijven, zoveel lichamelijk als mentaal om veel te bewegen. Voor het fysiek fu tio e e : use it o loose it ; als je niet blijft bewegen, als je niet functioneel blijft bewegen, als je niet dat opstaan uit een stoel blijft doen en het blijven lopen. Dan kun je uiteindelijke die functies verliezen. Het gewone bewegen (functioneel oefenen) is belangrijker dan die kracht training in de sportschool.

Vraag student: In hoeverre worden de naasten betrokken in het revalidatie traject? Antwoord arts:

Wij proberen dat zoveel mogelijk te doen. Wij nodig mensen altijd uit voor het gesprek met de maatschappelijk werken en psycholoog. Ik vraag mensen altijd om hun partner mee te nemen op de poli.

Doorvraag student: Is dat elke behandeling? Antwoord arts:

Dat is in ieder geval als iemand in behandeling is, dan willen wij minimaal 1 keer de partner gezien en gesproken hebben. Er zijn mensen die dat afhouden en dan liever niet hebben.

Vraag student: Hebben jullie hier ook een soort van partner dag? Antwoord arts:

Nee, dat hebben wij niet standaard. Wij nodigen mensen gewoon uit bij het gesprek met

maatschappelijk werk en psycholoog. Sowieso zijn ze altijd welkom om mee te doen of mee te kijken met therapieën. Wij geven ook altijd email adressen mee van de therapeuten die betrokken zijn. Er is altijd 1 contact persoon binnen het team van de behandelaren die het eerste aanspreekpunt is. Wij hebben geen specifieke voorlichtingsavond of partnerdag. Wij zijn daar wel over aan het praten, omdat op lo atie Ja a B ee e JVB , al el ee oo li hti gsa o d oo e se et M“ e pa t e s is. Wat we wel eens vaker doen is dat wij mensen die hier in behandeling zijn verwijzen naar de

voorlichtingsavond die, op de Jan van Breemen, georganiseerd wordt.

Vraag student: Komt het ook wel eens voor dat de naasten alleen behandeld of gezien worden zonder de cliënt er zelf bij?

Antwoord arts: Nee dat doen wij niet.

Vraag student: Waarbij denkt u dat de naasten kunnen bijdragen? Antwoord arts:

Ik denk dat het belangrijkste vooral begrip van de situatie. Als je elkaar begrijpt kan je een heleboel aan. Ook de aandacht van de overbelasting van de partner, dat die niet over vraagt wordt, dat de relatie gelijkwaardig kan blijven ook al is de een afhankelijk van ander.

Belangrijk dat de partner begrijpt welke cognitieve veranderingen een rol spelen zodat je dat een beetje uit elkaar kan halen. Daarnaast worden naasten ook wel eens ingezet om oefeningen samen te doen, vind je het wel of niet prettig om ADL samen te doen, wat doet het met je relatie. Hier wordt vaak naar gekeken. En partners kunnen vaak ons goed helpen door duidelijk te krijgen hoe het thuis gaat en hoe het beloop van de aandoening is geweest.

Vraag student: Denkt u dat u team bekwaam genoeg is om MS-cliënten te behandelen? Antwoord arts:

Dat vind ik wel vanuit de ervaring die wij hebben met MS-patiënten. Wat wel zo is, is dat men niet een super hoe zeg je dat, nee ik vind dat ons team adequaat is. We hebben een team dat veel MS-patiënten ziet. We hebben heel veel mogelijkheden tot onze beschikking, we hebben veel verschillende leden in ons team met verschillende achtergronden en specialisaties. Ik denk dat een aandachtspunt is vooral de samenwerking in de zorgketen (Amsterdam) en het bij blijven van de nieuwste ontwikkelingen en onderzoeken. En dat is een uitdaging voor ons om dat bij te houden. En nu zie je dat er een initiatief is vanuit de VU om een betere ketenzorg in Amsterdam op te zetten voor MS. Daar nemen wij aan deel, wij zijn met een deel van een team heen geweest. Ik denk dat het een mooie ontwikkeling is om op die manier te kijken naar hoe kunnen wij zorgen om de zorg goed houden en elkaar op de hoogte houden van onderzoeken en nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen.

Vraag student: Waar denkt u dat u team goed in is betreft de interventies die worden aangeboden aan MS-cliënten?

Antwoord arts:

Ik denk dat wij goed zijn in het stuk omgaan met een chronische progressieve aandoening. Dat zien wij ook veel bij NMA. Dus het leren omgaan met een aandoening waarbij je steeds een stapje terug doet en dat dan weer moet verwerken, waarbij er geen sprake is van een uiteindelijke stabiele eindsituatie en een onzekere uitkomst. En dat is iets waar wij heel veel mee doen, en mensen tot steun kunnen zijn. Daarnaast denk ik dat complexe problemen zoals complexe zitproblematiek of uitgebreide

ondersteuning thuis met allerlei technische hulpmiddelen en het stuk arbeid dat, dat een beetje onze sterke punten zijn.

Vraag student: Aan welke competenties/vaardigheden voldoet het team hier momenteel nog niet wat betreft behandelingen van MS-cliënten?

Antwoord arts:

naasten betrekken, dat is een aandachtspunt en wij zijn bezig met het ontwikkelen van een looppoli. Dus voor complexe loopproblematiek, bijvoorbeeld voor spasticiteit. Om zegmaar verschillende