• No results found

Samenvatting interview ergotherapeut Overtoom

Resultaten interviews met revalidatieartsen

Bijlage 9: Samenvatting interview ergotherapeut Overtoom

*Introductie Startvraag student:

Op wat voor gebied denkt u als ergotherapeut dat MS- cliënten de meeste klachten ervaren? Antwoord Ergotherapeut:

Dat verschilt voor mij heel erg. De cliënten die ik allemaal heb gezien hadden problemen op het gebied van mobiliteit en andere weer veel meer op vermoeidheid en sommige veel meer op het praktisch gebied zoals op ADL: hoe red ik mijzelf, wassen, aankleden en eten. Waar de meeste problemen liggen kan ik eigenlijk geen antwoord op geven. Het is te breed.

Vragen omtrent het onderwerp: ADL

Vraag student: Waar denkt u dat de cliënten de meeste problemen in ervaren binnen de ADL? Antwoord Ergotherapeut:

Dat kan erg verschillen. Meestal speelt vermoeidheid de grootste rol maar dat hoort dan meer bij de module vermoeidheid. Als we het over ADL hebben dan is het: eten, verplaatsen, eten voorbereiden maar ook cognitief (het kunnen plannen en organiseren van activiteiten) en handfunctie kan soms ook nog mee spelen. Daarnaast ondervinden zij slaapproblemen en problemen met het liggen in bed. Doorvraag student: Komen wassen en aankleden hier ook in voor?

Antwoord Ergotherapeut: Ja, die horen er ook zeker bij.

Vraag student: Wat doet u als ergotherapeut met MS-cliënten die problemen ervaren op ADL, wat voor soort interventies past u toe?

Antwoord Ergotherapeut:

Meestal begin ik met het afnemen van een COPM om de problemen in kaart te brengen. Vervolgens kijken wij hoe de cliënten het nu doen en het liefst kijken wij bij mensen thuis. Helaas is dit niet altijd mogelijk. Wa ee het iet ogelijk is laat ik de lië t foto s ake a thuis e da p o e e ij hie de situatie na te bootsen om te oefenen. Dan heb je zoveel mogelijk een beeld van thuis en dan kan je hier zoveel mogelijk de thuissituatie nabootsen. Daarna wordt er gekeken hoe de cliënt het doet en wordt er gekeken waar het probleem ligt; is dat in de uitvoering of ergens anders aan. Dan wordt er gekeken of het op andere manier kan of dat er gewerkt moet worden met hulpmiddelen.

Doorvraag student: Dus een huisbezoek vindt het liefst aan het begin van een behandel traject plaats? Antwoord Ergotherapeut:

Dat hangt af van de hulpvraag, maar als het daadwerkelijk om het thuis functioneren gaat en dat is natuurlijk vaak met ADL (wassen en aankleden). Je wil natuurlijk het liefst in die omgeving oefenen. Dus als daar de vraag ligt wil je het liefst in het begin een huisbezoek doen zodat je goed kan aansluiten op welke interventies je doet.

Antwoord Ergotherapeut: Verder eigenlijk niet zoveel.

Vraag student: Met welke disciplines werkt u het intensiefst samen rondom de ADL? Antwoord Ergotherapeut:

Met de fysiotherapeut, om te kijken wat mogelijk is en te kijken wat haar visie is van bewegelijkheid en of het progressief is of dat blijft het zo. En met de arts hebben wij vaak overleg en die zijn dan niet bij de behandeling, dit zou wel kunnen maar gebeurt niet zo vaak. De fysiotherapeut is wel bij de behandeling aanwezig, vaak doen wij dan een combi behandelingen.

Als er echt hulp nodig is van en ander dan wordt mestal de gemeente of maatschappelijk werker ingezet om te kijken wie de hulp kan bieden.

Doorvraag student: Zijn er ook combi afspraken met andere disciplines of voornamelijk met de fysiotherapie?

Antwoord Ergotherapeut:

Als er een combi is, dan voornamelijk met de fysiotherapie.

Vraag student: Hoe vaak worden cliënten gemiddeld gezien per week? Antwoord Ergotherapeut:

Dat is vaak één of twee keer. Dat heeft te maken met dat cliënten hier poliklinisch komen, het moet haalbaar zijn voor de revalidant om hier naar toe te komen. En qua belasting- belastbaarheid ook, de behandelingen moeten goed worden verdeeld, wij proberen rekening te houden met niet te vroeg in de ochtend behandelingen te plannen maar ook niet te laat in de middag dus dan het liefst eind van de ochtend of begin van de middag maar dat is niet altijd mogelijk maar daar proberen wij rekening mee te houden. Het hangt ook af van de doelen die er zijn, of je ze intensief worden behandeld meestal twee keer in de week en als het meer proces is dan wil je ze volgen en dan is het vaak één keer in de week zien.

Doorvraag student: Hoelang duren die behandelingen meestal? Antwoord Ergotherapeut:

Goede vraag, dat wisselt per revalidant, we plannen het zelf in met overleg met het team. Altijd met de arts, die is eind verantwoordelijke. In het begin van een revalidatietraject hebben wij twee weken voor een intake, daarna is er een teamoverleg en dan wordt er gekeken naar welke doelen naar voren. Als ik dan de lijst van het COPM erbij pak en er zijn een hoop doelen dan wordt er een traject gestart van drie maanden en als het kort intensief is dan een traject van ongeveer een maand of ander halve maand. En het is natuurlijk ook zo als je nu directe vragen heb behandel je die, en dan kan het ook dat mensen na een maand of twee of na een half jaar weer opnieuw bij de revalidatie arts terug komen. Dus wij richten ons echt op wat speelt er nu.

Antwoord Ergotherapeut:

Ja, klinisch hebben wij ook wel MS cliënten maar niet heel veel. Vanuit het NMA team van dr. Jansen wordt er echt poliklinisch gewerkt.

Doorvraag student: De behandelintensiteit wisselt bij cliënten vertelde u net. Soms één keer in de week of soms twee keer in de week? Hangt dat van de cliënt af?

Antwoord Ergotherapeut:

Ja, maar vaak niet heel veel meer hoor. Maximaal twee keer in de week.

Vraag student: Het is vanuit de literatuur aangetoond dat MS-cliënten een hogere kwaliteit van leven hebben wanneer je bijvoorbeeld de patiënten twee keer in de week ziet voor een langer termijn dan wanneer je de mensen vaker zou zien binnen een korte behandeltermijn.

Antwoord Ergotherapeut:

Dus beter wat langer behandelen, over een langere tijdsperiode. Het kan hier wel zo zijn dat ik ze één keer in de week zie maar dat ze wel twee keer bij de fysiotherapie komen, dat zou natuurlijk wel kunnen. Of bij andere disciplines.

Vraag student: Waar denkt u waar een in- en exclusiecriteria aan moet voldoen, wanneer mensen met MS zouden deelnemen aan een module ADL?

Antwoord Ergotherapeut:

En bedoel je dan ook met de module groepen?

Antwoord student: Ja, aan de groepsbehandelmodule. Antwoord Ergotherapeut:

Dan denk ik als eerst dat iemand mee moet kunnen draaien in een groep, iemand moet in staat zijn om met andere mensen samen te kunnen werken (dus sociaal zijn). Maar het gaat eigenlijk ook om de hulpvragen, past de ene hulpvraag bij de hulpvraag van andere? Liggen ze erg uit elkaar of niet, ze moeten wel bij elkaar passen. Het hangt ervan af hoe je de module inricht, want dat doe je ook vaak niet voor een half uurtje, vaak voor een uur of langer, iemand moet daar belastbaar genoeg voor zijn om aan de groep deel te nemen. Dus sociaal maar ook belastbaar.

Vraag student: Wat is uw mening ten opzichte van groepsbehandelmodules voor mensen met MS op het gebied van ADL?

Antwoord Ergotherapeut:

Nou ik ben er zelf ook al wel mee bezig van wat zou het voor een meerwaarde zijn. Aan de ene kant vind ik het altijd een meerwaarde omdat de cliënten juist veel informatie kunnen uitwisselen en dat ze zelf kunnen mee denken. Want wij kunnen natuurlijk wel vanuit de professionele hoek advies geven van wat geschikt is maar heel vaak hebben andere die ervaring hebben met de ziekte al tips, en meestal kunnen zij dat al veel meer van elkaar hebben dus dat vind ik een hele positieve. Het negatieve, dus het nadeel vind ik dat je soms niet altijd mensen heb op het zelfde moment met ongeveer dezelfde

hulpvragen en dat moet wel. Je zegt niet tegen een cliënt van dat er over twee maanden een module start dus wacht nog maar even. Dus dat vind ik het nadeel.

Vraag student: Uit de literatuur komt naar voren dat MS-cliënten de meeste beperkingen ervaren op het gebied van mobiliteit, management van het huishouden en de mobiele functionaliteit. Heeft u het idee dat er nog andere belangrijke domeinen zijn?

Antwoord Ergotherapeut:

We k, e zo gi g a ki de e , ho y s e so iale a ti iteite ook. Maa ik he ken het wel hoor het huishouden, ADL enz.

Vraag student: Het is ook naar voren gekomen dat cognitieve problemen invloed hebben op de uitvoering van ADL taken, voert u of een collega een soort check uit om de cognitieve functies in kaart te krijgen?

Antwoord Ergotherapeut:

Dat doen wij aan hand van de AMPS, maar die kan ik niet afnemen, dat doet mijn collega om in kaart te brengen of iemand veilig is.

Doorvraag student: Ondersteunt de psycholoog daar ook in? Antwoord Ergotherapeut:

Ja, die doet vaak een NPO. Op ergotherapie gebied is het de AMPS en anders is het de NPO, dat geeft de cliënt veel inzicht van waar het hem in zit maar kan ook erg confronterend zijn.

Vraag student: Wordt er aan MS-cliënten ook voorlichting gegeven over de ziekte MS of over management van stress bijvoorbeeld?

Antwoord Ergotherapeut:

Ja eigenlijk doet bijna elke discipline dat, vanuit eigen invalshoek, bij de arts begint dat al maar je merkt dat er dan veel op iemand af komt, dus dat ze niet alles meer tot zich nemen dus daarom gebeurt het bij de psycholoog, maatschappelijk werker, ergotherapeut en fysiotherapeut ook. Dus eigenlijk bijna bij elke discipline.

Vraag student: Geven jullie ook ADL- training? Antwoord Ergotherapeut:

Hier vind ik dat lastiger omdat je het droog moet oefenen en eigenlijk wil je het in het echt zien. Dus dat is meestal dan thuis dus dat gebeurd niet echt heel vaak. En als wij het doen is het veel meer

doorspreken en soms ook met de mantelzorg erbij, zo betrekken wij de omgeving erbij om te kijken hoe gaat het thuis gaat en wat is er nodig. En echt training, dat hangt af of je het ook echt over wassen en aankleden hebt. Aankleden kunnen wij hier wel oefenen maar het wassen wordt eigenlijk bijna nooit geoefend hier.

Doorvraag student: Hebben jullie veel contact met ergotherapeuten uit de eerste lijn? Antwoord Ergotherapeut:

ergotherapie dan is het makkelijker om een ergotherapeut uit de buurt in te schakelen die op huisbezoek gaat.

V aag stude t: Voe e jullie ook de i te e tie fu tio eel t ai e uit, dus dat je e ht oefe t op activiteiten niveau?

Antwoord Ergotherapeut: Ja, eigenlijk heel veel.

Vraag student: Bent u bekend met de interventie CIMT- training? Antwoord Ergotherapeut:

Ja

Doorvraag student: Kent u die ook bij de ziekte MS? Antwoord Ergotherapeut:

Nee, ik ken het wel van de NAH. Maar bij MS eigenlijk niet. Ik denk dat als het. Wat vind ik daarvan? Ik denk dat het best aan zou kunnen sluiten om de andere lichaamshelft te activeren en de andere een soort van uitschakelt. Dus het zou wel kunnen.

Vraag student: Geven jullie ook oefeningen mee naar huis zodat cliënten thuis kunnen oefenen? Antwoord Ergotherapeut:

Ja , dat is eigenlijk vooral praktisch oefeningen. Dus activiteiten thuis oefenen. Of dan wel met een hulpmiddel van de uitleen of ze lenen het hier zodat ze het even kunnen uitproberen. Ik zeg er ook altijd

ij u oefe t eige lijk de hele dag, u doet alles al . Maa eige lijk gaat het da o o e hoe doe je het, dus bewuster maken hoe doe je het zodat ze het terug kunnen koppelen van hoe het gaat, dan kan je de behandeling op aanpassen of andere interventies toepassen.

Vraag student: U vertelde dat jullie de COPM gebruiken om problemen in kaart te krijgen, gebruiken jullie ook andere vragenlijsten?

Antwoord Ergotherapeut:

Nee dan is het eigenlijk verder hebben we nog een open intake die we afnemen. Die intakes doen wij vaak samen met een andere discipline. De ergotherapie doet een intake samen met fysiotherapie. De maatschappelijk werken met psycholoog en de diëtist met de logopedist. En daarna doe ik dan vaak, als het blijkt dat er veel praktische problemen zijn, de COPM om specifieker door te vragen en te kijken waar de knelpunten liggen.

Vraag student: Denkt u dat het een vereiste is dat bijvoorbeeld een fysiotherapeut aanwezig moet zijn bij een module ADL?

Antwoord Ergotherapeut:

Ik denk dat het wel een meerwaarde is dat er bij een groepsbehandeling twee therapeuten aanwezig zijn zoals een ergotherapeut en fysiotherapeut. Ik denk ook wel dat het een meerwaarde is dat een fysiotherapeut de vervolg behandelingen doet, een individuele behandeling bij de fysiotherapie want dan kunnen zij ook functioneel trainen specifiek op activiteiten.

Vragen omtrent het onderwerp: Vermoeidheid

Vraag student: Waar denkt u dat de cliënten met MS de meeste klachten op ervaren op het gebied van vermoeidheid?

Antwoord Ergotherapeut:

Uitvoeren van dagelijkse activiteiten, eigenlijk met alles. Vermoeidheid kan cognitief een rol spelen en da oo al e taal aa op de oo g o d ligt eestal ik ka iet ee la g lope of ik ka iet ee fietsen. Dus de fysieke vermoeidheid ligt eigenlijk meer op de voorgrond en daarna komt het inzicht van het kost eigenlijk veel energie om te werken of iets uit te rekenen of mentaal te lezen (computer of tv), sommige denken dat, dat altijd ontspannen is en dat hoeft natuurlijk niet. Hier komen vooral mensen met vermoeidheid op fysiek gebied en daarnaast op mentaal gebied.

Doorvraag student: Wordt dat later in het proces pas duidelijk? Antwoord Ergotherapeut:

In de gesprekken komt dat naar voren. Tijdens de bewustwording komen cliënten erachter waar zij de energie vandaan halen en hoe ze kunnen ontspannen.

Vraag student: Gebruikt u meetinstrumenten om de vermoeidheid te meten? Antwoord Ergotherapeut:

Wij maken gebruik van de FSS maar zijn aan het inventariseren welke meetinstrumenten we allemaal kunnen toepassen en wat de meerwaarde daarvan is. En we bekijken of wij het daarna nog een keer kunnen herhalen want je wil het liefst in kaart brengen van hoe de vermoeidheid nu is en hoe het na een behandeling is. Soms vind ik het lastig voor waar je het voor doet. In de theorie klinkt het altijd heel plausibel en goed maar in de praktijk liggen dan net andere vragen. Vermoeidheid vind ik soms ook iets o g ijp aa s. Nie a d ko t i e et ik he u e ht ee p o lee et e oeidheid . Dat lijkt pas terzijde tijd in de behandeling, wij houden er wel altijd rekening mee net als belasting-

belastbaarheid, dan doen wel veel dagactiviteiten lijsten om in kaart te brengen hoe de cliënt zijn dag indeelt.

Vraag student: Welke interventies past u toe? Antwoord Ergotherapeut:

Qua vragenlijsten doen we die dagactiviteiten lijsten maar proberen soms ook activiteiten uit en doen en dan observatie om te kijken hoe iemand de activiteit uitvoert en kijken of dat minder belastend kan en bekijken hoelang iemand door gaat. En terzijde tijd een activiteit observeren en dan kan evalueren hoe dat is gegaan en of de activiteit op een andere manier uitgevoerd kan worden.

Doorvraag student: Geven jullie ook educatie over de vermoeidheid? Antwoord Ergotherapeut:

Ja, geven uitleg.

Antwoord Ergotherapeut:

Trainingsprincipes doet vooral de fysiotherapie, dus hoe train je en wat zijn je inspanningsignalen. Wij werken ook samen met de psycholoog als zij zijn betrokken bij het revalidatietraject, anders

maatschappelijk werker. Eigenlijk behandelt bijna elke discipline vermoeidheid. Want een logopedisch kan soms ook een bijdrage leveren als mensen met MS slechter gaan praten. De diëtist is de enige discipline die eigenlijk niet bij vermoeidheid wordt ingezet.

Vraag student: Denkt u dat het gepast is om een groepsbehandelmodule voor vermoeidheid te ontwikkelen?

Antwoord Ergotherapeut:

Ja, ik denk dat het juist daarin ook goed is. Cliënten kunnen zo veel ervaring uitwisselen en ik denk dat je een module voor vermoeidheid goed kan structureren. Daarnaast zullen de cliënten veel herkenning bij elkaar ondervinden. Bij ADL is het veel specifieker dus dat is lastiger de groep te generaliseren. Met vermoeidheid kan dat denk ik makelijker. Maar ook bij een module vermoeidheid vind ik nog steeds dat wanneer je start je wel mensen moet hebben die op dat moment een hulpvraag hebben.

Doorvragen student: Vindt u dat er dan nog een onderscheid gemaakt moet worden tussen cognitieve en fysieke vermoeidheid of past dat wel samen?

Antwoord Ergotherapeut: Ik denk dat het juist samen kan.

Vraag student: Denkt u dat vermoeidheidsinterventies vermoeidheid verminderd of denkt u dat de impact van vermoeidheid verminderd wordt?

Antwoord Ergotherapeut:

Ja, ik denk de impact en het mee leren omgaan beter wordt. En de vermoeidheid op zich kan ook verminderen door het beter te verdelen. Dat is dan de beleving. Het is niet in een keer dat iemand meer energie heeft.

Vraag student: Uit de literatuur kwam de NFI-MS naar voren, die is net pas vertaald naar het Nederlands en valide en betrouwbaar gebleken, bent u hier bekend mee?

Antwoord Ergotherapeut: Nee

Doorvraag student: Zouden jullie ervoor open staan om een ander meetinstrument te gebruiken? Antwoord Ergotherapeut:

Ja wij zijn heel erg opzoek. Dus als dat werkt lijkt mij dat wel geschikt.

Vraag student: Uit de literatuur is ook gebleken dat het lastig is om de vermoeidheid te meten, omdat het multidimensionaal is omdat de oorzaak onbekend is en dat het ook af kan hangen van

verschillende factoren. Je hebt bijvoorbeeld ook de depressie die vaak voor komt bij mensen met MS en slaapstoornissen en dat heeft ook weer invloed op de energie. Daarom kan het juist handig zijn om verschillende meetinstrumenten af te nemen, zou u dat ook in uw behandeling kunnen toepassen? Dat u meerdere meetinstrumenten afneemt?

Antwoord Ergotherapeut:

Ja, dan zou ik het wel verspreiden over het team. Dat niet een iemand dat doet, hangt ook af waar het accent van de doelen op liggen. Want met het afnemen van een meetinstrument ben je weer een behandeling verder, het is ook maar net waar de prioriteiten liggen. Dat is goed om af te stemmen, maar als het doel bij de vermoeidheid ligt zal dat wel goed zijn. Hangt ook af van hoeveel vragen heeft iemand, en hoe is het voor iemand om het in te vullen. Is iemand daar belastbaar genoeg voor, kan je het samen doen of het is het een hele vragenlijst. Er komt al een hoop op mensen af dus het kan ook