• No results found

Fase 4: Leiderschapsmodellen

5.4. Rol en positie van de zorgcoördinator

Doorheen de verklaringen van Sam en Pauline, komt hun positie als zorgcoördinator naar voor als een bijzondere en unieke positie binnen het schoolteam met kansen om leiderschap op te nemen, maar tegelijk ook als een complexe en kwetsbare positie.

5.4.1. Kansrijk

Sam en Pauline nemen op hun school op verschillende manieren een centrale en unieke positie in. Sam is lid van een leiderschapsteam op school, het kernteam. Desondanks ziet ze zich niet als iemand in een leidinggevende positie, maar geeft ze net als Pauline aan dat haar positie zich bevindt tussen die van de schoolleider en de leerkrachten. Ze maken deel uit van het middenkader of vormen een “Tussenteam gewoon” (Sam; persoonlijke communicatie, 21 november 2019):

Een zorgcoördinator behoort eigenlijk tot het middenkader, dat betekent, cru gezegd, je staat eigenlijk net boven de leerkrachten, maar onder de directeur. En ik zie mezelf als een soort van, van buffer daartussen, zodanig dat ik taken kan, of vragen kan beantwoorden of taken kan overnemen dat de directeur niet meer moet lastiggevallen worden plus ik moet ook zorgen dat ik een overzicht heb over de hele school…

(Pauline; persoonlijke communicatie, 20 november 2019)

Ze hebben een overzicht over de werking van de school en staan dichter bij de leerkrachten dan de schoolleider zelf. Ze geven daarbij ook aan dat ze vanuit die positie een rol spelen in het beïnvloeden van hun collega´s, maar dat deze verschilt van die van de schoolleider. Zowel Sam als Pauline zien zich

meer als een begeleider, iemand die een duwtje in de rug geeft en probeert te overtuigen, eerder dan iemand die de knopen doorhakt:

Ja, ik vind dat ik niet in de positie sta om mensen te verplichten van dingen te doen. Ik kan ze alleen maar proberen te overtuigen van de meerwaarde ervan, maar echt verplichten, dat vind ik voor de baas. De baas moet de controle doen en op het matje roepen als het niet gebeurt, ja.

(Pauline; persoonlijke communicatie; 6 maart 2020)

Daarin komt de rol van de zorgcoördinator als deel van het beleids- en ondersteunend personeel naar voor (Van de Putte, 2018; Vlaams Parlement, 2003). Wanneer het begeleiden, ondersteunen of overtuigen echter niet voldoende is, dan wordt het door Sam en Pauline als de rol van de directeur gezien om meer sturend en directief te zijn. Daar ligt de grens van hun partieel machtig zijn (Van de Braak, 2011):

Ik denk niet dat dat mijn taak is… Als het mij niet lukt om het te begeleiden, dan denk ik dat het aan de directie is om iemand echt iets op te leggen van ja, als jij niet mee dat traject op wil gaan, dan moet het maar zo. Dat ben ik denk ik niet. Ik ben meer denk ik degene die het traject moet proberen… te begeleiden, te kaderen en soms misschien wel iets moet delegeren van hé, die doet dat, die doet dat, die doet dat… Maar ik denk niet dat ik echt iets moet opleggen. (Sam; persoonlijke communicatie, 2 december 2019)

Vanuit hun positie zijn Sam en Pauline ook een spilfiguur op het vlak van zorg. Ze moeten van daaruit zorgen dat elk kind krijgt wat het nodig heeft, zo geeft Pauline aan. Daarvoor zijn ze een draaischijf voor allerlei contacten: “Euh… voor mij is dat een beetje de draaischijf tussen ouders, leerlingen, leerkrachten en collega´s onderling ook. En ja, externe instanties hé. Reva´s, logo´s, CLB´s… de draaischijf: alles krijgen, filteren en doorgeven als ik het niet zelf weet.” (Pauline; persoonlijke communicatie, 24 april 2020). Hun rol als collaborator (Fitzgerald & Radford, 2017) komt hierin sterk naar voor. Ze onderhouden de contacten, maar vormen ook een doorgeefluik, een trechter in Pauline haar woorden. Er passeert heel veel informatie via haar en zij geeft dit dan door aan de juiste personen. Ze is een beetje de poortwachter tussen de verschillende contacten:

Daar ben ik wel echt de… ja… de trechter hé. Alles komt bij mij binnen en ik moet zorgen dat alle informatie naar de juiste personen doorgaat, dus daar heb ik echt wel een grote rol in, ik ben daar eigenlijk de spilfiguur in hé. Meestal is het contact ook via mij, niet tussen bijvoorbeeld.

(Pauline; persoonlijke communicatie, 14 februari 2020)

Sam benadrukt daarbij ook haar rol in de communicatie op school en het overbrengen van informatie tussen de verschillende actoren op haar school. Daarin komt ook de tussenpositie tussen leerkrachten en schoolleider in naar voor:

Euh, mijn verantwoordelijkheid is denk ik vooral het overbrengen, de tussenpersoon zijn, het overbrengen van het team en eventueel naar de directies of naar de grote directeur, als je dan over de scholengroep praat natuurlijk. Ik denk dat je dan de tussenpersoon eigenlijk ertussen bent, de overbrenger.

Pauline ervaart ook dat leerkrachten naar haar luisteren en dat dit vrij naturel gaat, zonder dat ze dat moet afdwingen. Wanneer ze tips, adviezen of opmerkingen geeft, nemen collega´s dat van haar aan. Dit wijst erop dat ze vanuit haar positie ook een zekere autoriteit bezit. Dit betekent dat ze een vorm van gezag over hun collega´s hebben omdat ze allen geloven in een derde gegeven, een bron van autoriteit die buiten hen om ligt (Verhaeghe, 2017). Pauline is zich daar niet zo bewust van, maar geeft toch enkele keren aan hoe haar ervaring daar een belangrijke rol in speelt:

Sommige leerkrachten zijn daar veel te onzeker in, hebben daar ook geen ervaring in en ik vind dat je wel wat ervaring moet hebben om dat te kunnen. Moest je hier een zorgcoördinator van 22 jaar zetten, die pas afgestudeerd is, dan gaan er heel wat leerkrachten daar minder vertrouwen in hebben dan in mij. Omdat ik toch al mijn 15 jaar werkervaring heb, dat is gewoon. Ja, ik wordt daar ook meer mee geconfronteerd.

(Pauline; persoonlijke communicatie, 17 januari 2020)

Gezien worden als iemand die ervaring heeft opgedaan is volgens haar belangrijk om het vertrouwen van leerkrachten te winnen en heb mee te krijgen in het verhaal. Hierin komt een authority of expertise naar voor, waarbij een zeker gehalte aan expertise nodig is om hun adviserende rol te ondersteunen (Fitzgerald & Radford, 2020). Daarnaast speelt ook het belang van het kind een rol. Zowel Pauline als Sam geven aan dat hun rol in functie staat van het belang van het kind. Mijn eigen ervaring op hun scholen heeft me ook geleerd dat er onder de leerkrachten ook echt erkenning en respect is voor die rol.

5.4.2. Kwetsbaar

Hoewel Pauline en Sam een centrale positie innemen en in contact staan met heel wat verschillende partners en actoren, Kunnen ze hun positie toch ook als eenzaam ervaren. Zo geeft Pauline aan dat ze het gevoel heeft dat ze als zorgcoördinator toch ook overal wat tussen zweeft:

Dat het een eenzame job kan zijn. Ik voel me niet echt een leerkracht meer, hoewel ik dit schooljaar lik in het vijfde een uur of vijf per week kom, maar lik vorig jaar is dat een heel grote valkuil geweest, voelde ik me echt op mijn eiland. En ok, je bent geen directie, je bent geen beleidsmedewerker, maar je bent ook geen leerkracht. Ja ik voel me echt soms wat op een eilandje, want iedereen heeft zijn klaswerking en dit en dat en iedereen heeft zijn taken en dan komen ze alleen maar met problemen naar mij en daar kan je je soms zeer eenzaam in voelen. (Pauline; persoonlijke communicatie, 20 november, 2019)

Ze haalt daarbij ook het probleem- en vraaggestuurd karakter van haar rol aan. Vaak treden ze in actie op vraag van leerkrachten, wanneer ze op een probleem botsen. Dit is niet altijd het geval, maar er doen zich bij zowel Sam als Pauline toch veel gevallen voor waarin ze vooral betrokken worden bij ervaren problemen. Zo zegt Pauline dit over de betrokkenheid bij de curriculumplanning:

Aaaahnnn… Goh dat is eigenlijk iets waar ik enkel bijkom als het echt zeer moeilijk gaat voor een kindje. Dus de juffen zijn daar eigenlijk heel zelfstandig in om per klas iedereen goed op te volgen en dan als ze merken van voor dat onderdeel valt die uit, dan kom ik op de proppen, komt er een overleg eigenlijk, gaan we ook aan de ouders gaan bevragen van “Is het ok dat we nu efkes zeggen van we stoppen”.

Daarnaast hebben ze ook een heel complexe en veeleisende rol, op zowel leerling-, leerkracht- als schoolniveau. De functiebeschrijving van Pauline bestaat bijvoorbeeld uit 46 verschillende taken en opdrachten, op verschillende vlakken en domeinen. De uren om dit uit te voeren zijn echter beperkt, waardoor soms keuzes gemaakt moeten worden en bepaalde zaken op de lange baan geschoven worden:

Ik zou liefst, ik zou wel graag meer tijd aan dat analyseren willen besteden en dat is wel iets dat je dus eigenlijk pauzeert omdat het niet speciaal moet, het wordt niet veel, nog niet gedaan op deze school dus het moet niet. Ik zou het eigenlijk wel meer willen doen.

(Sam; persoonlijke communicatie, 2 december 2019)

Hun exacte functiebeschrijving is echter niet steeds duidelijk voor Sam en Pauline. Pauline heeft maar sinds vorig jaar een duidelijke functiebeschrijving meegekregen. Ze was toen ook verbaasd over een aantal van haar taken: “Huh? Ahja! En dat? Aah! En een orthotheek bijhouden? Wat is dat dan?” (Pauline; persoonlijke communicatie, 15 november 2019). Sam heeft zelfs geen zicht op haar eigen functiebeschrijving en is ook niet betrokken bij de uitwerking ervan:

Euhm… Ik weet het eigenlijk niet. Ik weet wel dat ze nu bezig zijn wel met functiebeschrijvingen. Dus ik denk dat het, dat ze er wel mee bezig zijn om het opnieuw uit te schrijven en verder uit te werken, want er zijn net heel veel wisselingen geweest en ik vind alleen vooral oude documenten eigenlijk nog terug op intradesk als ik heel eerlijk ben, dus ik durf… Ik denk niet dat er nu echt een hele uitgerold pakketje ligt.

(Sam; persoonlijke communicatie, 21 november 2019)

Opvallend binnen de functiebeschrijving van Pauline is ook dat er nergens verwezen wordt naar leiderschap. De meeste taken zijn eerder gerelateerd aan management en administratie en zijn vaak didactisch van aard. Ze wordt zo meer gepositioneerd als een onderwijsexpert dan als een inclusiecoach. Bovendien zijn de functiebeschrijvingen telkens algemeen, voor de hele scholengroep. Ook zijn de leerkrachten niet op de hoogte van de inhoud ervan, al zijn Sam en Pauline er wel van overtuigd dat het belangrijk is dat ze daar zicht op hebben:

Dat is misschien wel iets dat nog een keer zou mogen in het algemeen gezegd worden. Lik ik weet wat er in de functie-omschrijving van een onderwijzer staat, omdat ik dat vroeger had, maar er is niemand van de collega´s die mijn functie-omschrijving kent.

(Pauline; persoonlijke communicatie, 15 november 2019)

Pauline geeft ook aan dat er vaak heel wat dingen bovenop komen die niet voorzien zijn in haar takenpakket. Zo wordt haar bijvoorbeeld vaak gevraagd om in te vallen wanneer een leerkracht uitvalt. Ze vormt dan een noodoplossing op korte termijn, maar dergelijke onvoorziene omstandigheden zetten ook haar rol en positie onder druk:

Allez… ja… ja… nu ben je gewoon veel te beperkt door verplichtingen, allez, uw opdracht is zodanig gevarieerd en uitgebreid dat van het minste onvoorziene moet je echt beginnen puzzelen en zoeken van “Hoe gaan we dat nu kunnen aanpakken?” Prioriteiten stellen en soms ga je een keer iemand teleurstellen van “Nee, het gaat nu niet” en dat is jammer hé… Want iedereen rekent wel op je allez ja…