• No results found

Fase 4: Leiderschapsmodellen

4.3. Ethiek en kwaliteit van het onderzoek

5.1.2. Leiderschap als zorgcoördinator

Hoewel ze goed leiderschap op zich meer als een gedeeld en participerend proces zien, hebben Sam en Pauline echter moeite om zichzelf te zien als iemand die leiderschap opneemt. Ze zien dat niet als iets wat nodig is voor het uitoefenen van hun rol. Wanneer ze het op zichzelf betrekken, krijgt leiderschap en leider voor hen bovendien een meer negatieve connotatie:

Leiderschap euhm… ja… Als ik het woord leiderschap hoor, dan denk ik, word ik er altijd een beetje akelig van. Ik vind dat zo´n lelijk woord. Zo als je leider… Dat iemand zo boven je staat zeg maar. […] Ik vind het een eng woord ja, ik hou niet zo van die woorden.

(Sam; Persoonlijke communicatie, 21 november 2019)

Sam verwijst naar het ‘boven staan’, het meer sturende en hiërarchische leiderschap (Derksen, 2013). Pauline gaat zelfs nog verder. Wanneer ze stilstaat bij haar eigen leiderschap als zorgcoördinator, gaat ze bijna automatisch denken aan een ‘dictator’. Ze geeft aan dat het voor haar dan moeilijk is om zich te zien als iemand die leiderschap opneemt, want het is “gelijk je jezelf niet op zo´n manier ziet of niet op zo´n manier wilt zien…” (Pauline; persoonlijke communicatie, 4 december 2019). Pauline ziet zichzelf dan ook niet als een leidersfiguur, maar meer als een stille kracht, iemand die eerder op de achtergrond werkt en verantwoordelijkheid neemt van daaruit, eerder dan iemand die gaat trekken:

Ik ben daar geen initiatiefnemer en geen trekker in, maar ik doe wel mijn deel van het werk. Ik pak wel mijn stuk verantwoordelijkheid op, maar ik ga niet zelf. Dat is mijn persoon ook niet. Ik ben geen… Geen haantje de voorste.

Ook Sam geeft aan als zorgcoördinator geen leiderschap nodig te hebben “omdat je niet boven hen staat. Je werkt met hen samen…” (Sam; persoonlijke communicatie, 21 november 2019). Ze associeert het hebben van leiderschap daarbij ook meer met het hebben van de eindverantwoordelijkheid en ze vindt dat ze dat als zorgcoördinator niet echt heeft. Tegelijk geeft ze echter ook aan dat ze in haar huidige positie toch wat leiderschap opneemt. Ze fungeert als een soort coach van het middenbouwteam en leidt daarbij ook de vergaderingen. Leiden is voor haar dan wat meer coachen en begeleiden: “Had je gezegd wat is coachen, of wat is dit, dan eigenlijk ben je eigenlijk leiderschap aan het uitleggen denk ik.” (Sam; persoonlijke communicatie, 21 november 2019). Ze wilt vooral samen met haar collega´s op pad gaan en een gedeelde benadering mogelijk maken:

Ik denk begeleiden. Delegeren… ik ben niet zo van opleggen. Ik hou daar niet zo van. Natuurlijk moeten er wel dingen gezegd worden, maar ik vind wel dat iemand zijn eigen euhm… rol erin mag hebben, dus zijn eigen visie echt wel mag bewaken en bewaren. Euhm… Dus ik doe dat liever wat denk ik op een begeleidende manier, zodat die en zijn eigen visie behoudt, maar ook wel wat opgelegd moet worden, dat dat ook wel gebeurt, maar wel op een manier die bij iedereen past zeg maar

(Sam; persoonlijke communicatie, 2 december 2019)

Ook Pauline geeft aan dat het meer gaat om ‘begeleiden’ dan om ‘leiden’. Ze benadrukt daarbij het belang van een samen-verhaal: “Dus allez… ik wil een samen verhaal, ik… meer begeleider dan leider. Misschien zou dat wel nog explicieter moeten, maar ik vind van mezelf dat ik daar nog de ervaring en het zelfvertrouwen niet voor heb, voor dat echt…” (Pauline; persoonlijke communicatie, 12 februari 2020). Sam en Pauline willen een deel zijn van het team, op gelijke hoogte staan. Pauline hoopt dat de leerkrachten haar ook zo zien: “Allez, ik hoop dat ik hier gezien wordt als één van het team en niet net erboven.” (Pauline; persoonlijke communicatie, 4 december 2019). Ze vertellen dat er ook kansen in dat deelnemen zitten. Zo geeft Pauline aan dat mensen zich meer gaan inzetten als je op gelijke hoogte staat en Sam zegt dat je meer betrokkenheid krijgt en nog steeds leiderschap kan hebben vanuit je rol: Door de rol die je hebt alleen maar. Maar ik denk dat je meer betrokkenheid van de mensen hebt, omdat je ermee tussen staat. Maar het is wel de rol die je toegewezen hebt gekregen dat je leiderschap hebt. Maar het is niet zozeer dat je je dan moet gedragen als een grote leider of een…

(Sam; persoonlijke communicatie, 21 november 2019)

Hoewel ze zich er zelf niet zo bewust van zijn, komen in dat begeleiden toch elementen van leiderschap, met name van een participerende leiderschapsstijl, naar voor. Pauline en Sam streven naar meer gelijkwaardige samenwerkingsrelaties (Van de Putte & De Schauwer, 2016) waarin iedereen betrokken wordt. Waar nodig nemen ze wel eigenaarschap op, maar zonder onnodige hiërarchie. Zo wordt inbreng en initiatief van leerkrachten gestimuleerd (Van de Braak, 2015). Om dit mogelijk te maken, bewegen ze zich heen-en-weer tussen voor- en achtergrond, tussen samen en boven. Ze duiken in het proces, maar nemen er ook weer afstand van (Hintner et al., 2013). Dit geeft Sam ook weer. Ze probeert zich meer op de achtergrond te houden, maar op bepaalde momenten treedt ze wel op de voorgrond:

Ik denk beide, ik denk dat je ergens af moet wachten, maar ik denk wat ik zeg, als je al dat soort gegevens zal zien zeg maar, dan denk ik wel dat ze op de voorgrond komt, omdat je toch echt wel mensen makkelijker aan kan spreken of samen kan brengen om dat te doen…

(Sam; persoonlijke communicatie, 3 mei 2020)

Daarin komt ook monitoring en taking executive action naar voor, maar een echt duidelijke gerichtheid op het bevorderen van het initiatief en de verantwoordelijkheid van leerkrachten (Van de Braak, 2015) zit er niet in. Ze neemt wel afstand, laat ruimte, blijft op de achtergrond de situatie in het oog houden en neemt actie waar en wanneer nodig, maar ze gaat niet actief hun eigen leiderschap stimuleren. Hoewel er dus elementen zijn van het participerend leiderschap, is het tegelijk toch ook beperkt. Dergelijke situaties komen af en toe voor in dat wat Sam en Pauline vertellen, maar zijn niet heel erg aanwezig. Pauline geeft aan dat het soms ook wel nodig is om actie te ondernemen: “Op bepaalde momenten moet je dat echt wel doen. Als je alarmsignalen opvangt, moet je dat echt wel doen. Maar dat is in beperkte keren. Dat gebeurt niet zo heel vaak.” (Pauline; persoonlijke communicatie, 4 december 2019). Ook hier blijft het echter beperkt tot ruimte laten, maar komt het actief stimuleren van het eigen leiderschap van de betrokkenen niet naar voor. Pauline en Sam beperken zich dus allebei niet tot het deelnemen, maar komen tot een integratie van deelnemen en leiden (Van de Braak, 2015; Hintner et al., 2013). De koppeling met het eigen leiderschap van de andere actoren wordt daarbij echter minder gemaakt. Op bepaalde momenten zetten ze een stap vooruit en hebben ze invloed, maar dat gaat volgens Pauline vrij natuurlijk: “Ja, ja, maar ik probeer dat niet af te dwingen, ik probeer dat zo naturel mogelijk te doen, ja.” (Pauline; persoonlijke communicatie, 12 februari 2020). Ze geeft ook aan dat ze dat niet zo bewust doet:

Ja kijk, dat zijn dingen, ik zou dat persoonlijk niet als leiderschap zien, omdat het van nature uit mij komt, dat is niet dat ik… Dat zit niet in mijn achterhoofd van: ik ga dat en dat en dat doen om dat te… nee, dat is heel onbewust… dat dat gebeurt…

(Pauline; persoonlijke communicatie, 14 februari 2020)

Doorheen de interviews is het bewustzijn in de eigen rol en het eigen leiderschap echter wel gegroeid. Pauline geeft aan dat ze uit de verschillende interviews heel veel heeft geleerd en dat het haar een heel andere kijk heeft gegeven op haar job. Ook Sam geeft aan dat haar bewustzijn rond haar leiderschap gegroeid is doorheen de interviews. Ze is zichzelf daarbij meer gaan zien volgens het beeld van een goede leider en goed leiderschap zoals ze oorspronkelijk formuleerde:

Dat heb ik dan nu wel na dit interview… van ik ben een heel… en als je dan zegt van “ok de zorgcoördinator is een leider, dan ben ik een ander soort leider dan dat je vaak ziet dat een directeur bijvoorbeeld op een school is. Dat blaft toch iets meer af of dat is toch iets meer top- down zeg maar.” En daardoor ben je er ook anders naar gaan kijken. Ik denk toch wel dat je een sterker leiderschap hebt, dat toch wel heel veel aan je manier van communicatie ligt. Wil je samen tot een oplossing komen of bedenk jij een oplossing en leg je hem iemand op zeg maar.

(Sam; persoonlijke communicatie, 3 mei 2020)

Hierin komt ook weer wel elementen van participerend en gedeeld leiderschap naar voor. Ze wilt vermijden om zaken van bovenaf te moeten doen en streeft ernaar om gelijkwaardige samenwerkingsrelaties te bevorderen (Van de Putte & De schauwer, 2016) en samen op pad te gaan. Ook Pauline ziet zichzelf achteraf wel wat meer als iemand die in haar rol leiderschap opneemt, al blijft het woord leiderschap voor haar toch nog steeds een barrière die ze moet overwinnen: “Ja. Ik hoop het, ik denk het wel. Bepaalde rollen alleszins en andere rollen kan ik wel nog veel meer leiderschap oppakken, maar het gaat waarschijnlijk ook eerst een persoonlijke barrière zijn die ik overmoet.”

(Pauline; persoonlijke communicatie, 24 april, 2020). Leiderschap roept voor haar nog wat het idee van een ‘baas’ op, het beeld van een leider met een duidelijke positie en gezagsrelatie tegenover collega´s (Kessels, 2012). Het is echter wel iets waar ze nog verder mee aan de slag wilt gaan.