• No results found

Fase 4: Leiderschapsmodellen

5.3. Operationele taken

5.3.3. Adviseren

Hoewel Sam en Pauline een aantal keer aangeven hoe ze de leerkrachten willen coachen, het uit hen willen halen, gaan ze ook vaak advies geven aan leerkrachten:

Advies. Aan de ene kant is het een vraag vanaf, van de leerkracht. Maar soms hoeft het niet tot begeleiden of coachen te leiden. Soms is het een kort en snel advies. Dus kort en bondig en ben je eigenlijk ook klaar daarmee. Dus dan vind ik het geen begeleiden, maar vind ik eigenlijk ook geen coaching.

(Sam; persoonlijke communicatie, 2 december 2019)

Het is volgens Sam dus niet steeds nodig om een coachende of begeleidende houding aan te nemen. Een kort advies kan voldoende zijn. Wanneer Sam en Pauline dat doen, nemen ze terug een compenserende houding aan (Van de Putte, 2013). Dit relateert Pauline ook aan de zorgcoördinator als expert: “Zorgcoördinator als expert. Ja, raad en advies geven aan leerkrachten, inderdaad, want ik ben wel de trechter hé, ik vang alle informatie op.” (Pauline; persoonlijke communicatie, 17 januari 2020). Nochtans ziet ze zichzelf niet als expert en ziet ze dat zelfs als een onhaalbaar doel:

Nee, ik heb er nog niet genoeg ervaring mee. Ik ga mezelf waarschijnlijk ook nooit van mijn leven een expert noemen. Ik kan wel zeggen van “Ik heb er zoveel ervaring mee”, ik vind dat iets anders dan jezelf expert noemen, ja.

(Pauline; persoonlijke communicatie, 18 december 2019)

Toch komt de rol van expert zowel bij Pauline als bij Sam op verschillende manieren naar voor, doordat de focus in bepaalde situaties toch komt te liggen op hun kennis als specialist en op informatie en advies (Van de Putte, 2018). Zo gaan ze bijvoorbeeld tips en informatie geven over hoe de leerkrachten

bepaalde situaties of uitdagingen kunnen aanpakken. Het gaat hierbij dan om het geven van een kort en snel antwoord op een vraag die leerkrachten of ouders hebben, zoals Sam aangeeft:

Euhm, ja, meestal is het gewoon de vraag beantwoorden natuurlijk, maar niet op… je kan natuurlijk ook euhm… ik wou iets zeggen maar ik weet het niet meer… geen ongewenste advies geven of niet als ze er niet om vragen dus wel: wat is de vraag en weet je daar een antwoord op, dan is dat gewoon…

(Sam; persoonlijke communicatie, 2 december 2019)

Ze vertelt daarbij ook dat je op die manier als zorgcoördinator de leerkrachten ook kunt geruststellen. Daarna is het volgens haar echter wel aan de leerkracht zelf om ermee aan de slag te gaan. Daarin komt ook haar partieel machtig zijn (Van de Braak, 2011) naar voor. Ze kan het niet zelf uitvoeren, maar ze kan het wel aanbieden zodat de leerkracht er zelf mee aan de slag kan gaan.

Ook Pauline geeft soms korte tips op vragen van leerkrachten, maar daarnaast gaat ze soms ook plannen naar voor schuiven voor het aanpakken van een probleem:

Ik neem initiatief in de manier van remediëren. Dat. Dus er worden problemen gemeld, dan ga ik daarover vragen stellen en dan zeggen van “Ah ja en als we nu een keer elke week dat en dat en dat zouden doen, wat denk je daarvan?” Dus dat is wel, allez, ik stel het voor, maar ik luister wel naar de meningen. Als de juffen zeggen van ja, liever niet zo, dan gaan we wel tot een andere consensus komen.

(Pauline; persoonlijke communicatie, 24 april 2020)

De leerkrachten zelf hebben er wel inspraak in, ze worden wel als actieve partner benaderd, maar toch is dit eerder een compenserende vorm van ondersteuning (Van de Putte, 2013), aangezien het initiatief en het eerste plan vooral vanuit Pauline zelf komt.

Daarnaast verwijst Pauline naar het olievlekprincipe. Ze dicht zichzelf een centrale positie toe in het verspreiden van kennis en ervaring binnen het schoolteam, waarbij ze informatie en ideeën doorgeeft aan leerkrachten, zonder dat daar een specifieke vraag naar is. Dit gaat dan om ervaring en kennis die ze zelf heeft opgedaan, zaken die ze gezien heeft bij anderen of tips die ze van ondersteuners gekregen heeft en dan doorgeeft aan anderen:

Awel. Als je een druppeltje olie laat vallen is dat eerst een heel klein dingetje, maar dat gaat zich gaan vergroten, dat verspreid zich over de oppervlakte. Dus de bedoeling is dat als er iets, bijvoorbeeld iemand leert iets van een ondersteuner, kindje met autisme bijvoorbeeld. Dat is de druppel en dan “ah dat heeft hier bij dat kindje gewerkt.” Ik weet daarvan, dus als er nog een leerkracht een kindje met ASS heeft in zijn klas met eenzelfde hulpvraag, kan ik zeggen “Aah, maar bij die werkt dat, dus misschien moet je dat ook een keer proberen?”

(Pauline; persoonlijke communicatie, 20 november 2019)

Soms gaat Pauline ook doorverwijzen naar bepaalde bronnen, zodat de leerkrachten het zelf kunnen opzoeken, of naar andere leerkrachten. Ze blijft echter wel zelf een centrale rol in spelen in de informatie-uitwisseling, al beaamt ze wel dat de informatie-uitwisseling misschien ook anders zou kunnen:

Dat is inderdaad iets dat we eigenlijk in de personeelsvergadering in elke maand wel een keer iets zouden moeten kunnen delen met elkaar hé. Zo een die iemand van een ondersteuner een tip gekregen heeft voor omgaan met iemand met ASS bijvoorbeeld of een hele goede tip voor iemand met motorische problemen. Dat blijft inderdaad nog te veel binnen de klas waar het echt van toepassing is. […] Euh… Zeker, veel meer van elkaar leren en we zouden eigenlijk effectief iedere personeelsvergadering moeten een puntje zorg hebben.

(Pauline; persoonlijke communicatie, 24 april 2020)

Op dat moment zouden de leerkrachten dan betrokken worden in een collaboratief proces om samen problemen op te lossen (Knackendoffel, 2005) en wordt uitwisseling en leren van elkaar gestimuleerd. Ook Sam ziet daarvoor mogelijkheden, door middel van intervisies rond zorg binnen de teams. Dit is voor haar echter nog wat een tweesnijdend mes:

…dat betekent dat de vergaderingen een halfuur korter zijn misschien en dat er misschien iedere keer een leerling wordt besproken dan. Maar aan de andere kant: intervisie is vaak wel euhm… uitgebreid en duurt vrij lang… dan wordt er één of twee kinderen besproken. Maar je hebt ze wel beter besproken, dus je hebt wel betere bagage.

(Sam; persoonlijke communicatie, 4 mei 2020)

Wanneer ze dergelijke collaboratieve benadering en uitwisseling mogelijk zou maken, zou ze echter wel weer een kenmerk van transformationeel leiderschap vertonen, namelijk het creëren van structuren en processen waarin samenwerking centraal staat (Opiyo, 2019). Nu komt dit element echter zowel bij haar als bij Pauline weinig naar voor.