• No results found

a Bruto opbrengsten

Vanaf het begin van de jaren negentig raakt de fraaie reeks van financiële overzichten – met na-me de Korte Vertoning van Staat en haar bijboeken – incompleet of eindigt geheel. Dit geldt eveneens voor de boekhouding in Nederland, dat wil zeggen voor de gegevens van de verko-pingen van de producten op de veilingen in de zes Kamers. De onderstaande economische en financiële tabellen vertegenwoordigen om praktische redenen periodes van drie, in plaats van vier jaar73. Tabel 16 toont de opbrengsten van de belangrijkste Ceilonse producten op de vei-lingen van de zes Kamers over de jaren na de oorlog met Kandia. Van de kaneel weten wij exact het aantal geveilde74 ponden met de opbrengsten, uitgezonderd de 15e periode (1792/93-1794/95). Voor de overige producten: textiel (lijwaten en katoengaren bijeen), cardamom, kof-fie en peper geldt wat eerder werd gezegd: zij worden in de Nederlandse boeken niet naar ge-bied onderscheiden en wij moeten daarom uitgaan van de uit Ceilon verscheepte hoeveelheden. De wijze van berekening is conform die van het tijdvak 1700-1760. De kans dat Ceilonse koffie, peper of cardamom andere prijzen maakt dan dezelfde producten van elders in Azië is groot, maar niet uit de veilingboeken op te maken. De eerder besproken rendementen ontbreken voor deze jaren. De cursieve getallen van de 15e periode duiden op een meer dan tot nu toe acceptabel geachte onzekerheid. Alle bedragen staan in Nederlandse guldens; het drie-tal jaren van de Engelse Oorlog, de 12e periode (1780/81-1782/3), is als een atypisch tijdperk van de overige periodes afgescheiden. Achtereenvolgens, maar nu niet onder aparte hoofdjes ge-vangen, de commerciële (tabel 13), financiële (tabel 14) en economische resultaten (eveneens ta-bel 14) van het gouvernement Ceilon over de laatste dertig jaar van de aanwezigheid van de voc (tabel 13).

72 Raben, Batavia en Colombo, hoe intrigerend ook en hoezeer tot discussies aanleiding gevend gezien de vele ‘statements’ die dan weer worden onderbouwd met bronnen uit het begin, dan weer het midden of, maar minder vaak, uit het einde van de voc-aanwezigheid – en daarmee gepresenteerd als gel-dend voor de gehele honderdvijftigjarige periode – is als zodanig eerder als sociologische dan als historische studie te karakteriseren.

73 De 6e periode beslaat de vier boekjaren 1756/57 tot en met 1759/60. De oorlog met Kandia wordt over-geslagen en de 7e periode, van drie boekjaren, begint met het retour van 1765/66. De tijdperken slui-ten direct op elkaar aan, er ligt dus niet, zoals tot 1760 een aantal van zeven ‘blanke’ jaren tussen de eerder vierjarige periodes.

Tabel 13 Alle Ceilonse producten: veilingopbrengsten en procentueel aandeel (1765-1795)75

periode kaneel lijwaat en carda- peper koffie alle 6 Ceilon- veilingop-

aan-(per 3 katoen- mom se produc- brengst deel

jaar) garen ten totaal76

7e 6.047.971 3.567.272 19.293 214.258 28.262 9.877.056 66.913.910 14,8% 8e 6.862.585 1.423.806 33.823 45.322 8.509 8.374.045 63.027.971 13,3% 9e 7.354.563 1.005.371 33.764 56.157 17.660 8.467.515 57.949.225 14,6% 10e 6.771.891 1.563.673 38.387 36.477 4.985 8.416.413 61.059.021 13,8% 11e 4.055.392 2.188.731 29.629 36.305 18.911 6.328.968 60.274.046 10,5% 12e 5.009.027 962.350 38.678 15.840 9.030 6.034.925 25.919.612 23,3% 13e 7.225.557 516.212 56.543 74.113 7.872.425 52.456.478 15,0% 14e 4.897.457 2.051.644 50.374 84.360 38.171 7.122.906 46.586.226 15,3% 15e 6.049.709 1.101.928 41.247 102.223 7.695 7.302.802 42.705.290 17,1%

Men ziet: gedurende stabiele tijden, een vrij stabiele bijdrage van Ceilon aan het economische resultaat van de voc. Wanneer het in Europa politiek en daarmee ook economisch gaat span-nen, lijkt Ceilon – met name met het product kaneel – een buffer te vormen voor de inkomsten op de veilingen van zowel Amsterdam als grootste en Enkhuizen als kleinste Kamer. Tot zeer lang slagen Heeren xvii in hun opzet een grote voorraad kaneel in de pakhuizen achter de hand te houden.

Het financiële aspect van de relatie Patria – Ceilon komt nu aan bod. Per periode ziet men het bedrag dat de Korte Staat aangeeft als ‘tekort’ of als ‘overschot’. Laatstgenoemd, lofwaardig

ver-75 De bronnen: voor de geveilde kaneel voc 4595-4597, de gegevens over de 15e periode zijn niet in Nederlandse bronnen aanwezig, daarom werd gerekend het verscheepte minus 10% spillagie. Als in-komsten zijn genomen de opbrengsten van het aantal geveilde ponden in Nederland, over vieren-twintig jaar gerekend geeft dat geen onverantwoorde verschillen met de verscheepte hoeveelheden. Voor de overige producten de ladinglijsten in de brieven aan Heeren xvii, gedateerd november en ja-nuari/februari van ieder jaar. Voor de prijzen van cardamom, peper, koffie de veilingopbrengsten in Patria. Voor textiel is aangehouden het eerder genoemde winstpercentage van 60%, met uitzondering van de 7e periode toen, volgens de rendementen, de opbrengsten van het Ceilonse textiel rond de 40% schommelden.

76 Aangenomen is dat het retour van 1765/66 in de Nederlandse boeken per ultimo 1767 is opgenomen. Bijlage 1 De Korte als bron. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de keuze voor een jaar later, ook ver-dedigbaar, procentueel wel wat verschillen met zich had meegebracht.

schijnsel, doet zich echter niet meer voor sinds het boekjaar 1748/1749. Onder het hoofd ‘ka-neel’ ziet men het bedrag dat Ceilon zichzelf rijker mocht rekenen op de Staat, maar dat geen geld in kas bracht en daarom het tekort alleen maar groter maakt (tabel 14).

Tabel 14 Alle Ceilonse producten: bruto profijt (1765-1790)77

periode Staat kaneel tekort goud voor78 hulp Patria opbrengst bruto

(negatief) Ceilon aankoop (3 + 4) veilingen voordeel

(1 + 2) textiel 1 2 3 4 5 6 7 7e 2.515.011 194.326 2.709.337 2.540.276 5.249.613 9.877.056 4.662.444 8e 2.070.527 113.083 2.183.600 889.877 3.073.477 8.374.045 5.300.568 9e 1.468.040 155.009 1.623.049 628.355 2.251.404 8.467.515 6.216.111 10e 1.447.485 162.562 1.610.047 977.294 2.587.341 8.416.413 5.829.072 11e 1.633.141 23.177 1.656.318 1.367.955 3.024.273 6.328.968 3.304.695 12e 2.788.193 12.026 2.800.219 601.469 3.401.688 6.034.925 2.633.237 13e 2.387.650 39.649 2.427.299 322.631 2.749.930 7.872.425 5.122.495 14e 2.552.875 80 2.552.955 1.282.277 3.835.232 7.122.906 3.287.674 15e 2.241.274 geen 2.241.274 688.703 2.929.977 7.302.802 4.372.825

De bruto voordelen dienen wij tenslotte, zoals gebeurde over de jaren 1700-1760 in tabel 11, te verminderen met het aandeel van Ceilon aan wat werd genoemd de ‘algemene equipage-kosten’. Dat zijn dus de totale equipagekosten, verminderd met het bedrag aan geld, edelme-taal en assignaties dat voor Ceilon separaat valt te berekenen en verdisconteerd zit in het uit-eindelijke bedrag aan ‘hulp uit Nederland’ (tabel hierboven). De eenheid van omslag is

77 De Korte Vertoningen van Staat zijn bewaard gebleven tot en met het boekjaar 1790/91, er ontbre-ken dus vier boekjaren. Mogelijk zijn de overzichten nooit gereedgekomen, mogelijk zijn zij verlo-ren gegaan tijdens oorlogshandelingen op zee. Zover bekend zijn zij niet aanwezig in Jakarta, noch in het archief te Colombo, noch in de National Archives in Londen – Kew (als onderdeel van de Prize

Papers).

78 Volgens de instructies uit Batavia inzake de zogenaamde tweede evaluatie van het geld (doorgevoerd vanaf 1768/69) dienen de bedragen van de inkoop van lijwaat met een van de algemene reductie (voor Ceilon x 0,825) afwijkend percentage te worden omgerekend naar Nederlands geld. Voor textiel van de Overwal geldt daarom: x 0,922 voor de jaren dat dit speelt, dat wil zeggen tot en met het boekjaar 1767/1768.

opnieuw dat ene schip waaraan Ceilon voldoende heeft voor de aanvoer van haar personeel en benodigdheden uit Europa en voor verscheping van haar retouren.

b Uiteindelijk netto profijt

Tabel 15 Equipagekosten in Nederland, aandeel Ceilon (1765-1795)79

periode totale equipage na aftrek financ. uitvarende per schip aandeel Ceilon (per 3 jaar) kosten80 hulp resteert schepen (3 schepen)

7e 64.253.730 (46,0) 34.697.014 88 394.284 1.182.852 8e 62.331.463 (46,0) 33.658.990 91 369.879 1.109.637 9e 57.974.832 (42,3) 33.451.478 90 371.683 1.115.049 10e 53.434.312 (42,3) 30.831.598 94 327.995 0.983.985 11e 51.599.633 (42,3) 29.772.988 79 376.873 1.103.619 12e 55.272.193 (40,1) 33.108.043 47 704.426 2.113.278 13e 53.579.905 (40,1) 32.094.363 91 352.685 1.058.055 14e 77.529.050 (40,1) 46.439.900 127 356.668 1.097.004 15e 74.618.473 (37,5) 46.636.545 89 524.006 1.572.018 16e 55.887.234 (34,9) 36.382.589 74 491.656 1.474.968

Het bruto voordeel (tabel 14) verminderd met het bedrag dat Ceilon dient bij te dragen aan de algemene equipagekosten (tabel 15) leidt tot de vaststelling van het netto voordeel dat de voc in de laatste jaren van haar aanwezigheid op Ceilon behaalt. De drie jaar dat de Vierde Engelse Oorlog de handelsrelaties tussen Europa en Azië verstoort, geeft zelfs geen negatief commerci-eel resultaat, althans volgens de wijze van berekening hier gevolgd (tabel 16).

Tot en met de jaren 1773/1774-1775/1776 ziet men een vrij sterke samenhang tussen de tien ge-analyseerde periodes, met als hoogtepunt het einde van de jaren vijftig. Het lijkt alsof een drie-tal jaren voordat de Engelse Oorlog uitbreekt de trend naar beneden een aanvang neemt – Azië klaagt precies in dezelfde periode over ‘een groote geldeloosheid’ – een ontwikkeling die even-wel kort wordt onderbroken door de goede uitkomsten direct na beëindiging van de oorlog.

79 Zelfde bronnen als genoemd voor tabel 11.

80 De equipagekosten van het Nederlandse boekjaar 1764/65 hebben betrekking op het Ceilonse retour van 1765/66 (bijlage 1 van De Korte).