bevel, gelasten dat de betrokken persoon, in afwachting van eene gelegenheid tot verwijdering, in hechtenis worde genomen
3. De regelen omtrent het toekennen van pensioenen worden bij
ordonnantie gesteld
3). ,
40. [50]. De Gouverneur-Generaal regelt het bedrag der bezol-digingen en soldijen, voor zoover het niet door den Koning
vast-gesteld IS
4). l - l l
41. [51] 1. Het bezoldigen der ambtenaren geschiedt naar het beginsel, dat, behalve de toe te leggen jaarwedde, geene andere dan de uitdrukkelijk toegestane voordeden uit het ambt mogen worden getrokken.
*) Lid 5 is bij de wet van 1925 in de plaats gekomen van lid 5 van art. 47 Rr., luidende: .. , . ,
„De bepaling, vervat in het laatste lid yan het voorgaande artikel, is mede toe-passelijk wanneer het Nederlanders geldt."
3) De cijfers „35, 36 en 37" zijn in 1925 in de plaats gekomen van „45, 46 en 47 .
3) Dit artikel is bij de wet van 1925 in de plaats gekomen van art. 49 Kr., luidende: „Met inachtneming van de regelen, bij algemeene verordening gesteld, en behoudens de uitzonderingen bij dit reglement en andere wetten bepaald, worden de ambtenaren benoemd en ontslagen door den Gouverneur-Generaal.
Het ontslag aan ambtenaren, die met verlof of wegens redenen van dienst buiten Nederlandsch-Indië vertoeven, wordt door den Koning verleend.
De Gouverneur-Generaal kan met machtiging des Komngs zijne m het eerste lid van dit artikel bedoelde bevoegdheid aan anderen overdragen.
De regelen omtrent het toekennen van pensioenen worden bij algemeene ver-ordening gesteld". sn D
4) Dit artikel is bij de wet van 1925 in de plaats gekomen van art. 5U Kr., luidende :, ,De Gouverneur-Generaal regelt het bedrag der bezoldigingen en soldijen, voor zoover het niet door den Koning vastgesteld is. Bezoldigingen en soldijen bij Konink-lijke besluiten bepaald, of begrepen in eene goedgekeurde begrooting, kunnen door den Gouverneur-Generaal, zonder magtiging des Komngs, met worden verhoogd .
2. Die voordeden worden door den ambtenaar alleen genoten, wanneer het genot daarvan hem bij zijne benoeming uitdrukkelijk is vergund.
3 . Spillagiën of overwichten worden nimmer beschouwd als voor-d e voor-d e n aan voor-de ambten verbonvoor-den, maar slechts als mivoor-dvoor-delen om ver-liezen, buiten de schuld der ambtenaren ontstaan, te vergoeden.
4. Het bepaalde brj art. 3 van deze wet kan bij ordonnantie, geheel of gedeeltelijk, op ambtenaren worden toepasselijk g e m a a k t1) .
42. [52] 1. D e Gouverneur-Generaal heeft, na gehoord advies van het Hooggerechtshof, het recht van gratie van straffen, door rech-terlijke vonnissen in Nederlandsch-Indië opgelegd, zoolang de veroor-deelden zich aldaar ophouden.
2. Wanneer een zoodanig vonnis de doodstraf oplegt, zal het niet worden ten uitvoer gelegd dan nadat de Gouverneur-Generaal, volgens daaromtrent bij ordonnantie 2) te stellen regels, in de gelegenheid is geweest gratie te verleenen.
3 . Voor zooveel Inlandsche vorsten en hoofden betreft, heeft hij ook, in overeenstemming met den Raad van Nederlandsch-Indië, het recht van amnestie en abolitie.
43. [53] 1. De Gouverneur-Generaal heeft de macht om dispen-satiën te verleenen, in de gevallen, bij de algemeene verordeningen omschreven; voor zooveel rechtszaken betreft, na gehoord advies van het Hooggerechtshof.
2. De Gouverneur-Generaal kan ook, in overeenstemming met den Raad van Nederlandsch-Indië, dispensatie verleenen van eene bepaalde regeeringsverordening, in de gevallen, daarbij niet ver-meld 3) .
44. [54]. D e regelen nopens het verleenen van zeebrieven en scheepspassen m Nederlandsch-Indië worden voor zooveel noodig bij algemeenen maatregel van bestuur, en overigens bij ordonnantie, vastgesteld 4) .
*) In lid 4 zijn de woorden „deze wet" en „ordonnantie" bij de wet van 1925 in de plaats gekomen van onderscheidenlijk „dit reglement" en „algemeene ver-ordening".
2) Het woord „ordonnantie" werd bij de wet van 1925 in de plaats gesteld van
„algemeene verordening".
) Lid 2 is bij de wet van 1925 in de plaats gekomen van lid 2 van art. 53 Rr., luidende:
„De Gouverneur-Generaal kan ook, in overeenstemming met den Raad van Nederlandsch-Indie, en na gehoord advies van het Hooggeregtshof, dispensatie ver-leenen van eene bepaalde ordonnantie, in de gevallen, daarbij niet vermeld."
*) Dit artikel is bij de wet van 1925 in de plaats gekomen van art. 54 Rr., luidende:
„De Gouverneur-Generaal verleent, m naam des Konmgs, zeebrieven aan schepen en vaartuigen, op de Europesche wijze getuigd. Vaartuigen op de inlandsche wijze getuigd, worden van jaarpassen voorzien; een en ander overeenkomstig reeds vastge-stelde of nader vast te stellen algemeene verordeningen."
INDISCHE STAATSREGELING i 9
45. [55] 1. D e bescherming der Inlandsche bevolking tegen wille-keur, van wien ook, is een der gewichtigste plichten van den Gouverneur-Generaal.
2. Hij zorgt, dat de besturende ambtenaren de daaromtrent b e -staande of nader uit te vaardigen verordeningen stiptelijk nakomen, en dat den Inlanders overal gelegenheid gegeven worde om vrijelijk klachten in te leveren.
46. [57]. In elk gewest worden de aard en duur der persoonlijke diensten, waartoe de inboorlingen verplicht zijn, de gevallen, waarin, en de wijze en voorwaarden, waarop zij kunnen worden gevorderd, bij ordonnantie *) geregeld, in overeenstemming met de bestaande gebruiken, instellingen en behoeften.
2. D e ordonnanties, die persoonlijke diensten betreffen, worden in elk gewest om de vijf jaren herzien, met het doel om daarin traps-gewijze de verminderingen te brengen, bestaanbaar met het algemeen belang 2) .
3 . In het verslag, bedoeld bij het derde 3) lid van art. 60 der G r o n d -wet, wordt jaarlijks opgave gedaan van den staat, waarin zich de voor-geschreven regeling der hier bedoelde diensten bevindt.
47. [58]. Behoudens het bepaalde in de artt. 125, 128 en 1864), zorgt de GouverneurGeneraal dat in NederlandsenIndië geen b e -lastingen geheven worden dan die bij algemeene verordeningen zijn bepaald.
48. [59] 1. D e Gouverneur-Generaal zorgt, dat overal, waar de landrente geheven wordt, volgens den gemeentelijken of dorpsaanslag, daarmede voorloopig worde voortgegaan.
2. D e grondslagen voor den aanslag in de landrente worden bij ordonnantie 5) vastgesteld.
3 . In het verslag, bedoeld bij het derde 6) lid van art. 60 der G r o n d -wet, wordt jaarlijks opgave gedaan van de maatregelen, naar aanleiding van dit artikel genomen.
49. [60] 1. D e Gouverneur-Generaal zorgt, dat aan nuttige be-drijven geene noodelooze belemmeringen in den weg gelegd worden of blijven.
*) De woorden „bij ordonnantie" werden bij de wet van 1925 in de plaats gesteld van „door den Gouverneur-Generaal .
2) Lid 2 werd bij de wet van 1925 in de plaats gesteld van lid 2 van art. 57 Rr., luidende:
„De verordeningen, die persoonlijke diensten betreffen, worden in elk gewest, om de vijf jaren, door den Gouverneur-Generaal herzien, met het doel om daarin trapsgewijze de verminderingen te brengen, bestaanbaar met het algemeen belang^
3) Het woord „derde" werd bij de wet van 1925 in de plaats gesteld van „eerste .
4) De cijfers „125, 128 en 186" werden in 1925 in de plaats gesteld van „68c en 145". , . ,
5) Het woord „ordonnantie" werd bij de wet van 1925 in de plaats gesteld van
„algemeene verordening . „
6) Het woord „derde" werd bij de wet van 1925 in de plaats gesteld van „eerste .