• No results found

Zij leggen vóór het aanvaarden hunner bediening als lid van

In document DE STAATSINRICHTING JEDERL NDSCH-INDIE (pagina 37-41)

Staatsblad van Nederlandsen-Indië

2. Zij leggen vóór het aanvaarden hunner bediening als lid van

afgevaardigd door de bij ordonnantie in te stellen kieskringen tot het voor eiken kieskring bij ordonnantie te bepalen aantal. Behoudens afwijkende regeling, voor zooveel noodig, voor gedeelten van Nederlandsch-Indië, als bedoeld in a^ - • ' ' ' tweede lid, zijn in deze kieskringen kiezer de inheemsche onderdanen-niet-Neder-landers, die lid zijn van een raad, als bedoeld in art. 121, tweede lid, en art. 1/4, tweede lid.'

den Volksraad in handen van den Gouverneur-Generaal of in de ver-gadering van den Volksraad in handen van den voorzitter, daartoe door den Gouverneur-Generaal gemachtigd, den volgenden eed (verklaring en belofte) af:

„Ik zweer (verklaar), dat ik, om tot lid (tevens voorzitter) van den Volksraad benoemd (verkozen) te worden, middellijk noch onmiddellijk onder welken naam of voorwendsel ook, aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd of geven zal".

„Ik zweer (beloof), dat ik, om iets in deze bediening te doen of te laten, van niemand hoegenaamd eenige beloften of geschenken zal aan-nemen, middellijk noch onmiddellijk".

„Ik zweer (beloof) trouw aan den Koning en dat ik de Wet op de staatsinrichting van Nederlandsen-Indië steeds zal helpen onderhouden en het welzijn van Nederlandsch-Indië naar mijn vermogen zal voor-staan."

60. [137] 1. D e leden van den Volksraad worden voor een tijdperk van vier jaren verkozen of benoemd. Zij treden te gelijk af; de aftreden-den zijn dadelijk opnieuw verkiesbaar of benoembaar 1) .

2. Hij, die ter vervulling van een tusschentijds opengevallen plaats is verkozen of benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij verkozen of benoemd is, moest aftreden.

6 1 . [138] i. Het lidmaatschap van den Volksraad eindigt door vertrek of door afwezigheid uit Nederlandsch-Indië voor of gedurende meer dan acht maanden, behoudens in bijzondere gevallen ter beoor-deeling van den Gouverneur-Generaal.

2. Indien tot lid van den Volksraad zijn verkozen of benoemd personen, die geen lid van den Volksraad kunnen zijn, vernietigt de Gouverneur-Generaal hunne verkiezing of verleent hij hun ontslag.

Personen, die niet langer lid van den Volksraad kunnen zijn, worden door den Gouverneur-Generaal van het lidmaatschap ontheven. T e n aanzien van het lid, tevens voorzitter, geschiedt een en ander door den Koning.

3 . D e leden zijn bevoegd te allen tijde hun ontslag te nemen; zij geven daarvan schriftelijk kennis aan den Gouverneur-Generaal.

4. D e regelen omtrent de wijze van voorziening in opengevallen plaatsen, omtrent overlegging en onderzoek van geloofsbrieven van nieuw-inkomende leden, omtrent de beslissing van geschillen, welke

,;!) Art. 2 van de wet van 20 Maart 1929, Ind. S. 66 (Ned. S. 121) luidt:

„Het in het eerste lid van artikel 60 der Indische Staatsregeling bedoelde tijdperk van vier jaren duurt voor den zitting hebbenden Volksraad, ook voor de toepassing van alle op het tijdstip van inwerkingtreding dezer wet verbindende wettelijke be-palingen, waarin van dat tijdperk sprake is, voort tot den aanvangsdatum van de eerste zitting van het College in het zittingsjaar 1931/1932".

In werking getreden 15 Mei 1929 [Kon. besluit van 27 Maart 1929, Ind. S. 67 (Ned. S. 136)].

INDISCHE STAATSREGELING

27

aangaande die geloofsbrieven of de verkiezing rijzen, alsmede hetgeen verder voor de uitvoering van dit artikel noodig is, worden bij ordon-nantie vastgesteld.

62. [139] I. D e Volksraad houdt zijne vergaderingen in het openbaar te Batavia, tenzij bij ordonnantie eene andere plaats daarvoor is aangewezen.

2. D e deuren worden gesloten, wanneer minstens vijf leden het vorderen, dan wel de voorzitter het noodig keurt.

3 . D e vergadering beslist, of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd; zoodanige beraadslaging is niet toegelaten ten aanzien van de aangelegenheden, bedoeld in de artt. 102, 111 en 114, eerste lid.

4. Over de punten, in besloten vergadering behandeld, kan daarin ook eene beslissing genomen worden.

5. In elk zittingsjaar worden, zonder voorafgaande oproeping, twee gewone zittingen gehouden. D e eerste zitting en daarmede het zittingsjaar vangt aan op 15 Juni of, indien die datum op een Zondag of daarmede gelijkgestelden feestdag valt, op den eersten daarop-volgenden dag, welke geen Zondag noch daarmede gelijkgestelde feestdag is, en duurt uiterlijk tot 15 September. D e tweede zitting vangt aan op 10 Januari of, indien die datum op een Zondag of daarmede gelijkgestelden feestdag valt, op den eersten daarop volgenden dag, welke geen Zondag noch daarmede gelijkgestelde feestdag is, en duurt uiterlijk tot 20 Februari. D e eerste zitting wordt geopend door den Gouverneur-Generaal of namens den Gouverneur-Generaal door den Luitenant-Gouverneur-Generaal en, bij ontstentenis van dezen, door den Vice-President van den Raad van Nederlandsen-Indië of diens wettelijken vervanger 1) .

6. Wanneer de Gouverneur-Generaal het noodig oordeelt, of minstens een derde der leden, het lid tevens voorzitter niet mede-gerekend, daartoe hun wensch te kennen geven, worden buitengewone zittingen gehouden.

7. In de buitengewone zittingen worden geen andere onderwerpen behandeld dan in de oproeping zijn vermeld.

6 3 . [140] 1. Wanneer hij dat noodig acht, kan de

Gouverneur-x) Dit lid is aldus nader vastgesteld bij de wet van 20 Maart 1929 Ind. S. 66 (Ned. S. 121). In werking getreden 15 Mei 1929 [Kon. besluit van 27 Maart 1929, Ind. S. 67 (Ned. S. 136)]. Dit lid luidde te voren:

„5. Jaarlijks worden, zonder voorafgaande oproeping, twee gewone zittingen gehouden. De eerste zitting vangt aan op 15 Mei of, indien die datum op een Zondag of daarmede gelijkgestelden feestdag valt, op den eersten daaropvolgenden dag, welke geen Zondag, noch daarmede gelijkgestelde feestdag is. Zij wordt geopend door den Gouverneur-Generaal, of namens den Gouverneur-Generaal door den Luitenant-Gouverneur-Generaal en, bij ontstentenis van dezen, door den vice-president van den Raad van Nederlandsch-Indië of diens wettelijken vervanger en duurt uiterlijk tot 15 Augustus. De tweede zitting vangt aan op den derden Dinsdag der maand October en duurt ten hoogste zes weken."

Generaal de beraadslagingen van den Volksraad bijwonen. Hij heeft alsdan eene raadgevende stem. ,

2. Hij kan mede de beraadslagingen door gemachtigden doen bij-wonen teneinde namens hem voorlichting te verschaffen. Deze gemach-tigden zijn niet gerechtelijk vervolgbaar voor hetgeen zij in de verga-dering van den Volksraad hebben gezegd of aan den Raad schriftelijk hebben overgelegd, tenzij zij daarmede openbaar maken wat in besloten vergadering onder geheimhouding is gezegd of overgelegd.

3 . Aan den Gouverneur-Generaal en zijne gemachtigden wordt het woord gegeven, wanneer en zoo dikwijls zij dit verlangen, echter niet vóórdat de spreker, die aan het woord is, zijne rede geëindigd heeft.

64. [141] 1. In de eerste vergadering van het in het eerste lid van art. 60 bedoelde tijdperk benoemt de Volksraad voor den d u u r van dat tijdperk uit zijn midden een eersten en een tweeden plaatsvervangend-voorzitter. . . . . .

2. Wanneer de in het eerste lid vermelde bedieningen tusscnentrjds openvallen, geschiedt de benoeming van den opvolger voor den ver-deren duur van het in dat lid bedoelde tijdperk.

65. [142] 1. In spoedeischende gevallen, ter beoordeeling van den Gouverneur-Generaal, kunnen, ter behandeling van ontwerpen van aanvullingsbegrootingen, buitengewone zittingen van den Volks-raad worden gehouden, tot bijwoning waarvan alleen de op Java en Madoera metterwoon gevestigde leden worden opgeroepen.

2. Aan de overige leden worden te gelijker tijd zonder oproeping kennis gegeven van het voornemen om eene buitengewone zitting te 3 . Het in het eerste lid bedoelde deel van den Volksraad wordt alsdan te zamen met de buiten Java en Madoera gevestigde leden, die ter vergadering aanwezig zijn, ook voor de toepassing van het volgende artikel, geacht den Volksraad uit te maken.

66. [143] 1. D e Volksraad mag noch beraadslagen noch besluiten, zoo niet minstens de helft der leden, het lid tevens voorzitter met mede-gerekend, tegenwoordig is.

2. D e beslissingen over zaken worden bij volstrekte meerderheid

der stemmende leden genomen. . . 3 . Bij staking van stemmen wordt het nemen van eene beslissing

tot eene volgende vergadering uitgesteld. j i ••

4. In deze, en evenzeer in eene voltallige vergadering, wordt, bij staking van stemmen, het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

5 D e stemming moet geschieden bij hoofdelijke oproeping, wanneer een der leden dit verlangt, en heeft alsdan mondeling

6. D e stemming over personen geschiedt bij gesloten en ongetee-kende briefjes. D e volstrekte meerderheid der geldige stemmen beslist;

bij staking van stemmen beslist het lot.

INDISCHE STAATSREGELING

29

7. De leden van den Volksraad zijn niet gerechtelijk vervolgbaar

In document DE STAATSINRICHTING JEDERL NDSCH-INDIE (pagina 37-41)