4. Met inachtneming van het eerste en tweede lid zendt de voor-zitter de Maleische vertalingen van ontwerp en toelichting aan m Inland-sche talen verschijnende nieuwsbladen.
5. De raad kan voorschrijven, dat de stukken nog aan andere nieuws-bladen gezonden en nog op andere wijze plaatselijk bekend gemaakt worden, dan in dit artikel bepaald.
6. De verplichting tot het vervaardigen van vertalingen in het Maieisch geldt niet voor de voorzitters van die raden, welke besluiten mochten zoodanige vertaling achterwege te laten. In dit geval kunnen de in het vierde lid bedoelde nieuwsbladen desgewenscht exemplaren der stukken in de Nederlandsche taal ontvangen
x).
18. 1. De voorzitter zorgt voor de behoorlijke voorbereiding van al hetgeen in den raad ter overweging en beslissing moet worden gebracht, zoover die voorbereiding niet aan anderen wordt opgedragen
2. Hij voert, behoudens het in artikel 47 bepaalde, het dagehjksch bestuur, en houdt gedurig toezicht op al wat 's raads ressort aangaat.
3. Hij is wegens het dagelijksch bestuur, voor zoover door hem gevoerd, aan den raad verantwoording schuldig en geeft te dien aanzien alle door den raad verlangde inlichtingen
2).
19. 1. Hij is, behoudens het bepaalde bij het volgend artikel, belast met de uitvoering van 's raads beslissingen
2. Eene beslissing welke, naar zijn oordeel, krachtens art. 15 van
!) Aldus aangevuld bij ordonnantie van 22 Augustus 1919 I n d . S .
2) Aldus gewijzigd bij ordonnantie van 18 Maart 1908, Ind. b . Zt^
het Decentralisatie-besluit kan worden geschorst of vernietigd, brengt hij niet ten uitvoer.
3 . Hi] biedt zoodanige beslissing, binnen zesmaal vier en twintig uren na de vergadering, waarin zij genomen is, den Gouverneur-Ge-neraal aan, met inachtneming van de bepalingen van art. 2 1 .
4. Zoodra hij bericht ontvangt, dat de Gouverneur-Generaal de beslissing n i e t schorst of vernietigt, is hij tot uitvoering verplicht1).
19a. D e uitvoering van Locale verordeningen kan bij die verorde-ningen behalve aan den Voorzitter worden opgedragen aan het raads-lid of de commissie bedoeld in artikel 47, 2de raads-lid, aan ambtenaren aan den raad ondergeschikt, zoomede behoudens voorafgaande toestem-ming van het Hoofd van gewestelijk bestuur, aan dat bestuurshoofd een aan het hem als landsdienaar ondergeschikt personeel 2) .
20. D e voorzitter beschikt voor den dienst van 's raads ressort, zoover het naar zijn oordeel noodig en met de eischen van 's Lands dienst vereenigbaar is, over het hem als landsdienaar ondergeschikt personeel.
2 1 . 1. Wanneer van een raad of van een raadsvoorzitter uitgaande stukken aan hoogere autoriteiten gericht zijn of bij zoodanige autori-teiten worden voorgebracht, zorgt 's raads voorzitter dat de noodige toelichtende bescheiden worden medegezonden. Daartoe behoort, voor zooveel van een raad uitgaande stukken betreft, altijd een uittreksel uit de notulen, behelzende hetgeen ter zake in raadsvergadering be-handeld is.
2. De voorzitter brengt tevens advies uit, ingeval hij zich met s raads gevoelen niet vereemgt.
3 . Wanneer de voorzitter geen Hoofd van gewestelijk bestuur is worden de stukken, voor zoover zij bestemd zijn voor een hoogere autoriteit dan dit Bestuurshoofd, door diens tusschenkomst ingediend of doorgezonden.
4. Ingeval de stukken voor den Gouverneur-Generaal bestemd zijn en betrekking hebben op een onderwerp, dat tot den werkkring van een departement van algemeen bestuur behoort, worden zij in-gediend of doorgezonden door tusschenkomst van het hoofd van dat departement.
5. D e autoriteiten, door wier tusschenkomst de stukken worden ingediend of doorgezonden, voegen daaraan hun advies toe 3) .
22. 1. De voorzitter vertegenwoordigt 's raads ressort in en buiten rechten.
2. Hij is bevoegd en verplicht om, wanneer handelend moet worden opgetreden, in afwachting van eene beslissing van den raad alles te
J) Aldus gewijzigd bij ordonnantie van 28 Januari 1910, Ind. S. 82.
2) Dit artikel is ingevoegd bij ordonnantie van 28 Januari 1910, Ind. S. 82.
3) Aldus gewijzigd bij ordonnanties van 18 Maart 1908, Ind. S. 262 en 20 Juli 1916, Ind. S. 507.
LOCALE RADEN-ORDONNANTIE
157
doen wat noodig en nuttig is tot bewaring en handhaving van de rechten van 's raads ressort.
3. Dagvaardingen en alle andere exploiten zullen gedaan worden aan den persoon of ter woonplaats van den voorzitter, dan wel ter plaatse waar hij kantoor houdt.
4. Wanneer de ressorten van twee of meer door denzelfden persoon voorgezeten raden tegenstrijdige belangen hebben, worden de ressorten, die niet het initiatief tot handelen hebben genomen, vertegenwoordigd door het oudste lid in jaren van den raad.
2 3 . De voorzitter brengt den verjaringstermijn, bepaald in art. 2 1 , eerste lid, van het Decentralisatiebesluit, jaarlijks, minstens een maand voor den afloop van dien termijn, bij openbare kennisgeving in her-innering.
24. Wanneer door den Gouverneur-Generaal een raadslid te be-noemen is, dient de voorzitter eene aanbeveling van twee personen in.
25. 1. De verbodsbepalingen van artikel 9, lid 1, gelden ook voor den voorzitter.
2. H e m kan van deze verbodsbepalingen door den Gouverneur-Generaal dispensatie worden v e r l e e n d1) .
§ 2. V A N DE BURGEMEESTERS IN HET BIJZONDER2).
25a. T o t burgemeester kunnen alleen worden benoemd mannen, die den ouderdom van dertig jaren hebben vervuld en niet bij onher-roepelijk geworden rechterlijke uitspraak de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren of van eenig recht of eemge bevoegdheid zijn ontzet noch in staat van faillissement verkeeren.
25a bis. D e Burgemeester kan, met goedkeuring van den Gouver-neur-Generaal, door den raad tot secretaris worden benoemd.
Hij wordt door den raad als zoodanig niet geschorst of ontslagen, dan met goedkeuring van den Gouverneur-Generaal 3) .
256. Alvorens zijne betrekking te aanvaarden, legt de burgemeester in handen van het Hoofd van gewestelijk bestuur den volgenden eed (verklaring en belofte) af:
„ I k zweer (verklaar), dat ik, om tot burgemeester van
te worden benoemd, rechtstreeks of zijdelings, aan niemand hoe-genaamd, onder wat naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven h e b . "
„Ik zweer (beloof) dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd, onder wat naam of voor-wendsel ook, eenige beloften of geschenken aannemen zal, rechtstreeks of zijdelings.
x) Aldus gewijzigd bij ordonnantie van 12 Maart 1928, Ind. S. 67
2) De tweede paragraaf is toegevoegd bij ordonnantie van 20 Juli 1916, Ind. b . 5U/.
3) Dit artikel is ingevoegd bij ordonnantie van 25 December 1925, Ind. S. 664.