• No results found

Professionalisering van gemeenschappen

Overheden en erfgoedhuizen benadrukken het belang van professionalisering van gemeenschappen (of professionele ondersteuning van). De erfgoedinitiatieven en participatie die nu actief zijn, zijn huns inziens vaak amateuristisch in organisatie. Dit zorgt ervoor dat de samenwerking met overheden soms stroef verloopt, partijen praten langs elkaar heen en soms duurt het simpelweg enorm lang.

Overheden en erfgoedhuizen zien hier een rol voor zichzelf weggelegd. Bijvoorbeeld met meer

ondersteuning en begeleiding. Zo moeten er instrumenten worden aangereikt, zoals het aanstellen van een vertegenwoordiger/gesprekspartner (of een professional die hen kan begeleiden). Een dergelijke

ontwikkeling zal ook bijdragen aan het wederzijds begrip, omdat deze professionaliseringsslag zal bijdragen aan het serieus nemen van dergelijke projecten.

Twee respondenten wezen er overigens nadrukkelijk op dat een zodanige professionalisering niet gevraagd kan worden van initiatieven, juist omdat zij handelen vanuit betrokkenheid en emotie. De professionele rol zou volgens hen bij erfgoedinstellingen/huizen/universiteiten moeten liggen, die “de kennis dragen”.

Daarnaast werd ook aangekaart dat deze behoefte vaak wordt gesignaleerd vanuit de systeem-kant, maar dat er ook sprake is van vooroordelen. Veel erfgoedgemeenschappen werken al semiprofessioneel, en hebben veel eigen expertise.

Verbinding

Een essentiële behoefte die in ongeveer een op de drie gesprekken met overheden en erfgoedorganisaties uit de systeemwereld naar voren kwam, is de behoefte aan meer verbindingen (in de breedste zin van het woord). Verbindingen kunnen bijdragen aan wederzijds begrip, maar ook aan het hogere doel om erfgoed inclusiever te maken en meerstemmigheid ruimte geven. Het gaat om verbindingen tussen partijen zoals bijvoorbeeld projectontwikkelaars en in/met erfgoed actieve bewoners, welzijnswerk, zorg en erfgoed etc.

Overheden en erfgoedsector zien hier ook een rol voor zichzelf weggelegd, bijvoorbeeld als oliemannetje en om relatief onbekende projecten onder de aandacht van andere partijen te brengen. Ook zouden erfgoedorganisaties mogelijk als mediators kunnen fungeren.

Verbinding blijft een complex thema, omdat het genereren en begeleiden veel energie en tijd kost.

Gemeenschappen moeten worden betrokken, partijen moeten bereid zijn en de communicatie moet eenduidig zijn voor alle deelnemers. Om in te spelen op deze behoefte zetten overheden in op een organisatie, die identificeert en bedient, zoals een buurtfonds of een goed functionerend erfgoedhuis.

Kennisontwikkeling/ deling: een netwerk

Kennisontwikkeling kwam in een kwart van de gesprekken naar voren als behoefte. Overheden en betrokken partijen hebben behoefte aan de ontwikkeling en deling van kennis op de volgende gebieden:

activeren van regionale, landelijke en internationale netwerken;

integraal betrekken van erfgoed binnen andere domeinen (ruimtelijk, sociaal, economie);

erfgoededucatie;

betrekken van erfgoed bij bredere maatschappelijke thema’s;

vrijwilligersbeleid.

Wederzijds begrip

Een deel van de overheden benoemt de behoefte aan meer wederzijds begrip. Bij de overheden of organisaties moet het duidelijk zijn dat het gaat om de samenwerking met gemeenschappen en de verbetering van de positie ervan. Echter, het gaat niet alleen om begrip binnen overheden voor de

meerwaarde en urgentie van een erfgoed en erfgoedinitiatief maar ook om begrip vanuit gemeenschappen naar de overheid en andere partijen. Erfgoedgemeenschappen blijven vaak ‘steken’ in eigen ideeën en wensen terwijl er meer actoren betrokken zijn bij behoud en overdracht van erfgoed. Vaak zijn er ook verschillende ideeën binnen gemeenschappen, of ontstaan er meerdere gemeenschappen rondom één aspect van erfgoed. Ook hier is wederzijds begrip belangrijk om stappen te maken.

Financiële middelen

Ten slotte bestaat er een behoefte bij provincies aan meer financiële middelen om projecten in de geest van FARO te kunnen ondersteunen. Deze behoefte kwam in 15% van de gesprekken met stakeholders van overheden en erfgoedorganisaties aan bod. Hier ligt een uitdaging, omdat financiële flexibiliteit vaak wordt beperkt doordat deze middelen vastliggen in instellingen of monumenten. Vaak is er wel budget, maar het is lastig om er beschikking over te krijgen.

Gesprekspartners opperden dat verbinding met toerisme hier misschien soelaas biedt (een verbinding die ook in het Verdrag van FARO is opgenomen) Door erfgoed in te zetten als ‘trekpleister’ in marketing, zou er meer capaciteit gegenereerd kunnen worden, wat zou kunnen leiden tot meer financiële middelen. Daarbij is wel van belang om de waarde van het erfgoed en de risico’s goed af te wegen.

Initiatiefnemers/participanten: erfgoedgemeenschappen

De volgende conclusies zijn getrokken aan de hand van gesprekken met stakeholders die samenwerken met gemeenschappen, of om andere redenen dichtbij gemeenschappen staan.

Financiële middelen

Ook vanuit non-professionals bestaat behoefte aan financiële middelen. Deze behoefte kwam in 40% van de gesprekken met stakeholders naar voren. Wanneer een gemeenschap begint met een erfgoedinitiatief, ontstaat op een zeker punt behoefte aan financiële ondersteuning. De gemeenschappen proberen hierop

aanspraak te maken via erfgoedhuizen, gemeenten of via de provincie. Niet elke gemeenschap slaagt hierin, of komt hiervoor in aanmerking wat nadelig werkt voor de groei of instandhouding van het initiatief.

Hulp bij professionalisering

Ook vanuit de gemeenschappen bestaat soms de behoefte tot professionalisering. Initiatieven ontstaan vanuit betrokkenheid en emotie en de deelnemers zijn niet afkomstig uit het erfgoedveld. Met

professionalisering of door gemeenschappen te koppelen aan professionals die hen begeleiden kunnen initiatieven effectiever en efficiënter worden uitgevoerd en is de toekomstbestendigheid groter. De zorg over toekomstbestendigheid heeft ook te maken met de behoefte aan (jongere) vrijwilligers en het werven daarvan. Bij de werving van vrijwilligers (communicatie en marketing) kan ondersteuning nodig zijn. Hier kan de vrijwilligersregeling van OCW ook ondersteunen en uitkomst in bieden.

Het is belangrijk om hierbij in acht te houden dat professionalisering iets anders kan betekenen voor professionals en non-professionals, ondanks dat er aan beide kanten behoefte aan is. Zo hebben vrijwilligers vaak geen interesse in het lezen van volledige officiële documenten.

Wederzijds begrip/ waardering

Ook bestaat er onder de non-professionals de behoefte aan (wederzijds) begrip en respect. De stakeholders gaven in 40% van de gesprekken aan dat men het gevoel heeft dat er niet wordt geluisterd naar behoeften, plannen en ideeën. Er wordt vaak te weinig rekening gehouden met het feit dat het hier gaat over

emotioneel-betrokken projecten met waardevolle immateriële aspecten zoals persoonlijke - of collectieve herinneringen.

Een ander belangrijk element dat naar voren kwam, is dat er vaak meerdere gemeenschappen ontstaan rondom één erfgoedelement. De gelijke behandeling van verschillende erfgoedinitiatieven en duidelijkheid over problemen omtrent regelgeving is hier essentieel.

(Inhoudelijke) ondersteuning

In de gesprekken met stakeholders kwam ook naar voren dat gemeenschappen behoefte hebben aan (inhoudelijke) ondersteuning. Dat gaat om:

ondersteuning in de vorm van faciliteiten, bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van een bruikbare locatie;

het delen van kennis en openstellen van netwerken;

hulp bij vernieuwen en innoveren (digitale middelen bijvoorbeeld).

8.8 Lessen & vervolgstappen

Deze paragraaf gaat in op de vraag hoe overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven, non-professionals en erfgoedgemeenschappen de kansen kunnen benutten die erfgoedparticipatie biedt om een maatschappelijke meerwaarde te genereren. De analyse die daaraan voorafgaat resulteert in verschillende inzichten in de stappen die er nodig zijn om meer ‘in de geest van FARO te werken’ en ook over welke actoren hierbij het voortouw kunnen nemen.