• No results found

FARO benadrukt het belang van erfgoed (als hulpbron en houvast) bij grote veranderingen. Dit belang biedt de mogelijkheid voor provincies om erfgoed en identiteit een grotere rol te kunnen laten spelen in de grote veranderingen die plaatsvinden op het platteland. FARO benadrukt de verbinding van erfgoed met

ruimtelijke ordening en dat kan provincies helpen om erfgoed (en structuren en gemeenschappen) beter te positioneren in de regionale planvorming.

FARO biedt de mogelijkheid om erfgoed nog meer in te zetten als verbindende kracht in de samenleving door gemeenschappen positie te geven en participatie te stimuleren en de mogelijkheid om samenwerking aan de te gaan met andere beleidsterreinen (zoals toerisme). Deze functie en rol van erfgoed wordt nu niet altijd benut door provincies, betrokkenen vinden het soms ook lastig. De locatie als uitgangspunt nemen kan soms helpen.

Onderwijs

Erfgoed is in provinciaal beleid onderwerp in educatie en opleidingen (inclusief vakmanschap en erfgoededucatie).

Collectief digitaal geheugen

Provincies stimuleren de digitalisering en de digitale toegang in bepaalde domeinen van erfgoed zoals archeologie en archieven. Een deel van de provincies ontsluit collecties digitaal en ondersteunt digitale toegang tot erfgoedprojecten.

Rollen en verantwoordelijkheden overheden

Of de huidige rol en verantwoordelijkheid van provincies passen, hangt af van de vraag hoe je omgaat met het Verdrag. Leidt het Verdrag tot aanvulleningen op geldende afspraken, of komt het daarvoor in de plaats?

Bij het laatste stellen de provincies de vraag wat dan nog de rol van de overheid is? Succesvolle invoering van het Verdrag vraag om goede samenwerking en rolverdeling tussen rijksoverheid, provincies,

erfgoedorganisaties en gemeenten.

De rol van de provincie bestaat nu vooral uit subsidies en regels. Provincies voorzien dat dit met de

invoering van FARO zal uitbreiden en zij de gesprekken tussen gemeenschappen onderling, en met experts gaan faciliteren.

5.3.3 Gemeenten

Gemeenten zijn als bevoegd gezag op grond van de Monumentenwet 1988 en de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht verantwoordelijk voor instandhouding van de aangewezen

rijksmonumenten binnen de gemeentegrens. Daarnaast kunnen zij autonoom een eigen

gemeentelijk Monumentenbeleid opstellen. In het bestemmingsplan zal de gemeente de borging van zowel gemeentelijke- als rijksmonumenten zoveel als mogelijk vorm geven. En in een cultuurhistorische paragraaf zal zij het lokale erfgoed (zowel gebouwde monumenten als archeologische waarden) ten behoeve van het bestemmingsplan analyseren en waarderen.48

Nederland is meer dan 350 gemeenten rijk die lang niet allemaal actief erfgoedbeleid voeren. Wel dragen gemeenten zorg voor de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van monumentenzorg en archeologie. De uitvoering verloopt via het ruimtelijk of omgevingsbeleid en de daarbij behorende

vergunningverlening en handhaving. Binnen het onderzoek hebben wij met enkele gemeenten gesproken en daarom kunnen wij geen alomvattende uitspraken doen. Wel kunnen wij een aantal aspecten van de gemeentelijke praktijk benoemen die bij kunnen dragen of juist op gespannen voet staan met de inhoud van het Verdrag van FARO.

48 Algemeen Kader Interbestuurlijke verhoudingen Cultuur Staatscourant 2012 nr. 8545 3 mei 2012

Door de nadruk op de wettelijke taken en de relatie met de regelgeving ruimtelijke ordening ervaren gemeenten een smalle focus op fysiek erfgoed dat een formele bescherming geniet. De brede definitie uit FARO, het democratisch beginsel en de nadruk op participatie komen daarin nu niet tot uiting. Gemeenten die naast de wettelijke taken erfgoedbeleid uitvoeren als onderdeel van cultuurbeleid zijn meer bekend met het erfgoed dat van waarde is voor de burger en de gemeenschap, de maatschappelijke betekenis van erfgoed, participatie en de rol van vrijwilligers. In enkele gemeenten ontstaan initiatieven om het brede cultuurbeleid en het erfgoedbeleid meer met elkaar te verbinden. Dit past bij het gedachtengoed van FARO.

Maar in de meeste gemeenten wordt de verbinding tussen de fysieke plek of het object en het brede erfgoed en de erfgoedgemeenschap nog weinig gelegd.

De invoering van de omgevingswet en het integraal werken biedt de mogelijkheid om erfgoed een rol te geven in gebiedsontwikkeling en daarbij niet alleen uit te gaan van het formele beschermde erfgoed maar de brede betekenis van erfgoed voor de locatie. De betrokkenheid van burgers en gemeenschappen bij omgevingsbeleid en plannen kan deze rol versterken. Gemeenten benadrukken dat hiervoor meer bestuurlijk draagvlak voor cultureel erfgoed, voor de brede definitie van erfgoed en voor het FARO gedachtengoed nodig is. Een duidelijk kader en goede voorbeelden en kennisuitwisseling kan hierbij helpen. Binnen de ruimtelijke ontwikkeling groeit het bewustzijn over het immateriële en het sociale weefsel maar dit en daarbinnen erfgoed staan nog in de kinderschoenen. De verbreding van erfgoed vanuit Faro is een enorme kans om betere ruimtelijke plannen en ontwerpen te maken.

Gemeenten herkennen de maatschappelijke betekenis en functie van erfgoed door initiatieven in buurten en wijken (verhalen, geschiedenis, streek- en buurtmusea) De rol en betekenis biedt kansen voor andere initiatieven op lokaal niveau zoals right to challenge, buurt en wijkwerk, gebiedsgericht werken, inclusie.

Gemeenten hebben ook veel ervaring met burgerparticipatie en experimenteren met co creatie en collectieve publieke samenwerkingen en deze ervaring biedt ook kansen bij de invoering van FARO.

5.4 Internationale verdragen

Deze paragraaf gaat in op de vraag welke internationale Verdragen van toepassing zijn op de hoofdlijnen/kernelementen van het Verdrag van FARO. Hierbij hebben wij de volgende vraag als uitgangspunt genomen:

Hoe verhoudt ondertekening en ratificatie van het Verdrag van FARO zich tot andere internationale verdragen die door Nederland zijn geratificeerd?

We hebben gekeken waar internationale verdragen die Nederland geratificeerd heeft - en die dus relevant zijn – raken aan FARO. We geven hier slechts een opsomming.

We hebben naar de volgende internationale verdragen gekeken:

1 Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld, Parijs, 16-11-1972

2 Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (herzien), Valletta, 16-01-1992

3 Europees landschapsverdrag, Florence, 20-10-2000

4 Overeenkomst inzake het behoud van het architectonische erfgoed van Europa, Granada, 03-10-1985

5 UNESCO-verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Erfgoed, 2003

6 UNESCO-verdrag ter bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen, 2005 7 UNESCO-verklaring Universele Verklaring betreffende culturele diversiteit, 2001

8 UNESCO-aanbeveling inzake de bescherming van traditionele cultuur en folklore, 1989

9 Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, New York, 16-12-1966 10 Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, New York, 10-12-1948

11 Participatierechten

12 Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Lissabon, 01-12-2009

13 Verordening Europees Burgerinitiatief, 01-01-2020

14 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, New York, 16-12-1966

In deze paragraaf kijken we naar internationale verdragen die raken aan FARO. We hanteren daarbij dezelfde hoofdlijnen/kernelementen uit het Verdrag als in de vorige paragrafen. Daarbij staan enkele kernelementen samen onder één kopje (bv. participatie en erfgoedgemeenschap). De kernbegrippen ‘Nieuw perspectief en rollen en verantwoordelijkheden overheden’ komen in deze paragraaf niet aan de orde, omdat deze voor internationale vergelijkingen minder relevant zijn.