• No results found

3 Bouwlust Den Haag

3.7 Conclusies

4.5.1 Positie van de wijk

Samenstelling en ontwikkeling van de woningvoorraad

In de periode 1988-2002 is ruim 80 procent van de woningvoorraad in handen van sociale verhuurders. Het aandeel sociale woningen in de woningvoorraad ligt in Kleinpolder veel hoger dan in Rotterdam (zie tabel 4.1), maar is wel afgenomen. I

Tabel 4.1 Aandeel sociale-huurwoningen (%)

1988 2002

Kleinpolder 89 82

Deelgemeente Overschie - 59

Rotterdam 56 56

Onderzoeksinstituut OTB 57

Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat het effect van verkoop in MVE in deze cijfers wellicht niet tot uitdrukking komt. De beperkte verschuiving is mede het gevolg van het niet kunnen realiseren van nieuwbouw (bijvoorbeeld op de locatie van Welschen III). Het merendeel van de woningvoorraad bestaat uit meergezinswoningen in Kleinpolder. De woningvoorraad van Kleinpolder kent ten opzichte van het Rotterdams gemiddelde ook in 2002 nog steeds een gering aandeel eengezinshuizen (zie tabel 4.2).

Tabel 4.2 Eigendomsverhouding (%)

Kleinpolder Rotterdam

1988 2002 1998 2002

Eengezinswoning 9 13 18 22

Meergezinswoning 91 87 82 78

Aantal woningen (absoluut) 4.816 4.229 269.089 286.532

Bron: WBOB (www.buurtmonitor.nl) / Te Velde, 1996

De gemiddelde WOZ-waarde van de woningen in Kleinpolder ligt in de periode 1997-2001 lager dan de gemiddelde WOZ-waarde van de woningen in de deelgemeente en gemeente. Wel is in dezelfde periode de WOZ-waarde sterker gestegen dan in Overschie en Rotterdam (Zie tabel 4.3).

Tabel 4.3 WOZ-waarde woningen (in €)

1997 2001 Index* Kleinpolder 48.000 70.000 146 Deelgemeente Overschie 58.000 82.000 141 Rotterdam 58.000 83.000 143 Bron: CBS 1997 en 2001. * Index 1997=100

Een aantrekkelijk en gedifferentieerd woonmilieu?

Bij de start van de vernieuwing in Kleinpolder is als doelstelling geformuleerd dat men een aantrekkelijk woonmilieu wilde realiseren, allereerst voor de toen aanwezige bevolking, maar ook aantrekkelijk voor huishoudens die naar Kleinpolder zouden willen terugkeren. Op de korte termijn is die doelstelling wel in grote mate gerealiseerd: begin jaren negentig was het beeld sterk verbeterd. De houdbaarheid daarvan blijkt echter niet groot te zijn geweest. Van een instandhoudingsbeurt die voor tien tot vijftien jaar wordt ingezet mag men misschien ook niet meer verwachten. Feit is wel dat na die tien jaar een nieuwe investering noodzakelijk is gebleken. De doelstelling om meer te differentiëren is in feite pas recenter verwoord. De plannen die daarvoor zijn ingezet komen nog niet in de cijfers tot uitdrukking. In de cijfers komen de resultaten van de verkoop in MVE nog niet tot uitdrukking. Er zijn echter al de nodige woningen verkocht

Samenstelling en ontwikkeling huishoudens

De leeftijdsopbouw in Kleinpolder is in de periode nagenoeg niet veranderd (Zie tabel 4.4). De leeftijdsopbouw wijkt in deze periode nauwelijks af van de leeftijdsopbouw in deelgemeente Overschie en Rotterdam.

Tabel 4.4 Leeftijdsopbouw (%)

1991 2003

0-14 jaar 15,1 17,2

15-64 jaar 62,0 61,6

65 jaar en ouder 22,8 21,3

Aantal inwoners (absoluut) 9.429 7.388

Bron: GBA (www.buurtmonitor.nl)

In 1991 kent Kleinpolder meer tweepersoonshuishoudens (incl. kinderen) dan in 2003. In 2003 is het percentage alleenstaanden en eenoudergezinnen toegenomen met 4 procent (zie tabel 4.5). In vergelijking met de deelgemeente Overschie kent Kleinpolder in de onderzoeksperiode meer alleenstaanden en minder tweepersoonshuishoudens (incl. kinderen). Het aandeel huishoudens met kinderen is in totaal gelijk gebleven, maar meer verschoven naar eenoudergezinnen. De huishoudenssamenstelling in de onderzoeksperiode komt nagenoeg overeen met de huishoudenssamenstelling in Rotterdam. Tabel 4.5 Huishoudenssamenstelling (%) Huishoudenssamenstelling 1991 2003 Alleenstaanden 48,1 52,1 Eenoudergezinnen 10,1 14,1 Tweepersoonshuishoudens 22,0 17,7

Tweepersoonshuishoudens met kinderen 19,8 15,8

Aantal huishoudens (absoluut) 4.583 3.638

Bron: GBA (www.buurtmonitor.nl)

In de periode 1991-2003 is het aandeel niet-Nederlanders met 11 procent toegenomen tot de helft van de bevolking. Dit aandeel is vrijwel evenredig gestegen met het aandeel niet-Nederlanders in Rotterdam. Het aandeel niet-Nederlanders ligt in deelgemeente Overschie lager (zie tabel 4.6), de verklaring daarvoor is gelegen in de grote verschillen die er bestaan tussen Overschie dorp, waar meer koopwoningen staan en in een hogere prijsklasse en de bevolking voor een groter deel bestaat uit autochtonen. Tabel 4.6 Niet-Nederlanders (%) 1991 1995 1999 2003 Kleinpolder 38,3 41,6 45,5 49,4 Deelgemeente Overschie 28,5 29,7 31,6 33,3 Rotterdam 37,0 40,1 42,7 47,0

Bron: GBA (www.buurtmonitor.nl)

De groep etnische minderheden in Kleinpolder bestaat in 2003 voor het grootste gedeelte uit Surinamers en Marokkanen (Zie tabel 4.7).

Onderzoeksinstituut OTB 59

Tabel 4.7 Verdeling etnische minderheden ( %)

1991 1995 1999 2003 Surinamers 35,2 33,6 28,8 28,7 Antillianen 5,5 4,5 6,0 5.9 Kaapverdianen 15,7 14,2 13,1 10.6 Turken 11,5 13,4 14,9 17.1 Marokkanen 16,6 18,5 22,0 24.4 Noord-Mediterranen 15,5 15,8 15,2 13.3 Totaal (absoluut) 1.823 2.156 2.447 2.452

Bron: GBA (www.buurtmonitor.nl)

Surinamers vormen de grootste groep etnische minderheden gedurende de onderzoeksperiode, maar neemt wel af. Het aandeel Marokkanen stijgt daarentegen met bijna de helft, dat geldt ook voor het wat kleinere aandeel Turken.

Inkomensgegevens

Het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner ligt in Kleinpolder in de periode 1995-2001 lager dan het gemiddeld besteedbaar inkomen in de deelgemeente en Rotterdam. Het inkomen is in deze periode ook minder sterk toegenomen dan het inkomen in de deelgemeente en in Rotterdam, de achterstand is zelfs toegenomen (Zie tabel 4.8).

Tabel 4.8 Gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner per jaar (in €)

1995 1997 1999 2001 Index* Kleinpolder 8.009 9.098 9.273 9.800 122 Deelgemeente Overschie 8.395 9.189 9.682 10.600 126 Rotterdam 8.236 8.894 9.620 10.500 128 Bron: CBS 1995,1997,1999, 2001. * Index 1995=100

In de periode 1995-2001 blijkt ruim de helft van de inwoners in Kleinpolder een laag inkomen te hebben. Deze percentages liggen consequent hoger dan de percentages van de deelgemeente Overschie en de gemeente Rotterdam (Zie tabel 4.9).

Tabel 4.9 Lage inkomens (%)

1995 onder €10.637 1997 onder €11.350 1999 onder €12.046 2001 onder €13.000 Kleinpolder 54 53 52 53 Deelgemeente Overschie 51 49 48 48 Rotterdam 47 47 45 44 Bron: CBS 1995,1997,1999, 2001.

Een meer gemengde bevolking?

In de verschillende vernieuwingsplannen staan geen expliciete doelstellingen ten aanzien van de gewenste bevolkingssamenstelling in Kleinpolder. Uit de doelstelling dat men wil concurreren met de VINEX en een wooncarrière mogelijk wil maken in Kleinpolder/Overschie, kan men afleiden dat men meer huishoudens met midden en hogere inkomens wil huisvesten dan men al doet. Die doelstelling is nog niet

gerealiseerd. De positie van Kleinpolder is ongeveer gelijk gebleven en is sociaal economisch iets verzwakt in de loop der tijd ten opzichte van Rotterdam en Overschie als geheel. In deze cijfers zijn nog niet de effecten te zien van de laatste fase in de aanpak vanaf 1999. De samenvoegingen en tweede renovatie zijn bijna allemaal vanaf 2002 opgeleverd. De effecten daarvan zullen pas later in de gegevens tot uitdrukking komen.

4.6 Beoordeling wijkaanpak door de betrokken partijen

Hoe beoordelen de betrokken partijen de aanpak? We hebben gesproken met vertegenwoordigers van de verschillende betrokken partijen en enkele personen die in het verleden bij de aanpak betrokken zijn geweest. Daarnaast zijn enkele focusgesprekken met bewoners gevoerd en zijn eerder gehouden peilingen onder partijen geraadpleegd. Allereerst gaan we in op de waardering van het proces, vervolgens komt de beoordeling van de resultaten aan bod.