• No results found

5 Paauwenburg Zuidoost Vlissingen

5.4 Wijkaanpak

5.6.1 Beoordeling organisatie wijkaanpak

Zowel de gemeente, de corporatie als de betrokken bewoners zijn positief gestemd over de werkwijze tijdens de herstructurering van het middengebied. De betrokkenen brengen veelal de korte looptijd van het sloop- en nieuwbouwproject als pluspunt naar voren. De wethouder spreekt over de aanpak, hoewel gecompliceerd, toch daadkrachtige aanpak: “De wijkaanpak is enerzijds gecompliceerd door een teveel aan partijen – vier marktontwikkelaars – maar anderzijds door de hanteerbaarheid en eenduidigheid van het probleem met veel slag- en daadkracht afgehandeld.”

In de gesprekken komt ook duidelijk naar voren dat de participatie van bewoners bij het sloop- en nieuwbouwproject erg goed is verlopen. De bewoners zijn gedurende het gehele proces sterk betrokken geweest middels een wijkcomité, het huurderscomité Regenboogflats en enkele bewonersgroepen. Een medewerkster van de corporatie spreekt over een sterke en goed georganiseerde club, goed ondersteund door het opbouwwerk. Zij geeft aan dat bewoners de sloop voor hen persoonlijk vervelend vonden, maar ze zagen de noodzaak voor de wijk er wel van in: “De bewoners hadden zoiets van: dit laten wij niet met ons Paauwenburg gebeuren.” De gemeente geeft ook aan dat de participatie van bewoners in Paauwenburg altijd hoger heeft gelegen dan in andere wijken in Vlissingen. Het wijkcomité, het huurderscomité van de Regenboogflats, en de bewonersgroep Gerbrandystraat bestaan zelfs nog steeds. Daarnaast zijn enkele jaren geleden een wijkplatform (bestuurlijk niveau), een wijkwerkersoverleg (uitvoerend niveau) en een wijkraad ingesteld. In de eerste twee overlegvormen zitten naast bewoners afgevaardigden van l’Escaut, de gemeente en diverse maatschappelijke organisaties als Majoraat, politie en basisscholen. De wijkraad bestaat geheel uit bewoners die de belangen van alle burgers in Paauwenburg behartigen bij de gemeente en corporatie. Uit de gesprekken komt naar voren dat het wijkplatform moeizaam functioneert. Weliswaar wordt er veel overlegd in het wijkplatform, maar deze overleggen hebben nog geen meerwaarde voor de wijk opgeleverd: concrete resultaten zijn nauwelijks geboekt.

5.6.2 Beoordeling resultaten wijkaanpak

De gemeente en corporatie zijn het erover eens dat de gekozen herstructureringsaanpak in de jaren negentig in z’n algemeenheid succesvol is geweest. De hardnekkige verpaupering is een halt toegeroepen. Niet alleen de woningvoorraad in het middengebied is kwalitatief op een hoog peil gebracht, er is ook geen sprake meer van een monotoon gebied. De gemeente en corporatie spreken vol trots over het stedenbouwkundig plan van Ashok Bhalotra. Met het vertrek van overlastgevers is het sociale klimaat tevens verbeterd. De wethouder spreekt over een ‘goede wijk’, alleen had destijds de aandacht ook gericht moeten worden op de voorzieningenstructuur.

De gemeente is van mening dat in het koopgedeelte van het middengebied nauwelijks leefproblemen voorkomen. De corporatie merkt op dat de bewoners van het Cirkelgebied negatief aankijken tegen de portiekflats ‘waar grote gezinnen wonen’. Veel klachten bereiken de corporatie vanuit het wijkcomité. De klachten worden enigszins gebagatelliseerd. De corporatie is van mening dat het wijkcomité ‘de lat wèl erg hoog legt’.

Onderzoeksinstituut OTB 83

Overigens wordt door bijna alle betrokken partijen de omstreden doctoraalscriptie naar de effecten van de herstructurering in Paauwenburg Zuidoost aangehaald.30 In

deze scriptie wordt betoogd dat woningdifferentiatie niet leidt tot verbeterde leefbaarheid, wanneer dit begrip wordt toegespitst op sociale integratie (Tromp, 2001: 87). Weliswaar is volgens de auteur de leefbaarheid verbeterd in de zin dat de buurt weer veilig, net en schoon is en dat de bewoners naar tevredenheid in de wijk wonen, maar de onderlinge sociale integratie tussen verschillende bevolkingsgroepen – kopers Cirkel enerzijds en huurders portiekflats aan Lieftinckstraat en Troelstraweg anderzijds – is niet aanwezig. Door de afwezigheid van deze contacten - de studente spreekt over een ‘onevenwichtig machtsbalans in de nieuwe bevolkingsconfiguratie’ - zouden de positieve effecten van de herstructurering teniet worden gedaan. Deze constatering, gebaseerd op uitspraken van slechts enkele bewoners, heeft geleid tot grote consternatie bij de betrokken partijen die van mening zijn dat al lang bekend is dat nauwelijks contacten bestaan tussen de bewoners van de eerdergenoemde portiekflats en de bewoners uit de Cirkel, maar dat daarentegen wel normaal sociaal verkeer aanwezig is tussen bewoners van de flats aan de Schaepmanstraat en de rest van de wijk. Desalniettemin komt in de focusgesprekken de tegenstelling tussen de bewoners uit de Cirkel en de bewoners van de gerenoveerde portiekflats opnieuw naar voren.

De bewoners roemen de gunstige ligging van Paauwenburg Zuidoost: goede uitvalswegen, dicht bij het strand en het centrum, een mooie, ruime en groene stedenbouwkundige opzet en goede woningen zijn allemaal factoren die bijdragen aan het welbevinden in de wijk.

De reputatie van de wijk is ook goed. Bij buitenstaanders staat de wijk bekend als een geliefde wijk om in te wonen. “Vroeger schaamde je je om te moeten vertellen dat je in Paauwenburg woonde, nu niet meer. Het imago is sterk verbeterd.” (huurder sinds 1979 in PB).

Enkele bewoners daarentegen, wonend in de koopwoningen in de cirkel, geven aan dat botsende leefstijlen een grote stempel drukken op hun woongenot. Sommigen zijn van mening dat de verpaupering langzaamaan het gebied binnensluipt. Zij refereren hierbij aan de overlast van de bewoners in de portiekflats aan de Troelstraweg en aan de Lieftinckstraat. Deze flats, aan de rand van het Cirkelgebied, zijn bij de herstructureringsaanpak niet gesloopt maar gerenoveerd. Deze ‘schotelflats’ fungeren volgens de kopers veelal als tijdelijke woonruimte voor arbeiders uit Oost-Europa, illegalen en grote gezinnen van allochtone afkomst. Drugsoverlast - “sommige woningen lijken wel koffieshops”-, vervuiling – “zulke bergen vuil op straat”-, normvervaging – “kinderen plassen tegen paaltjes waar ouders bij staan”- en geluidsoverlast zijn genoemde problemen. Volgens de koopbewoners is de situatie vier à vijf jaar geleden slechter geworden, “toen is het gaan rommelen”. Een deel van de eigenaar bewoners en huurders spreekt de angst uit voor een nieuwe toestroom van hetzelfde type bewoners uit de Bonedijkerstraat in de nabijgelegen wijk Middengebied. De complexen in deze straat zullen op korte termijn worden gesloopt. Een bewoner (huurder, sinds 1979 in PB) vraagt zich af

waarom deze flats destijds ook niet zijn gesloopt. “Dat zou een heleboel problemen hebben voorkomen.” De hiervoor genoemde klachten hebben betrekking op een klein gebied in Paauwenburg Zuidoost De mate van ervaren overlast blijkt erg

30 Tromp, E., (2001), Leven in een gedifferentieerde buurt. Een onderzoek naar de kansen en de leefbaarheid in een

straat- en blokgebonden te zijn. Bewoners van de koopwoningen die wonen in de Van Bossestraat, ondervinden geen last van de gerenoveerde portieketage flats aan de rand van de Cirkel. Ook de huurders die niet in de buurt van beide straten wonen merken niets van de overlast.

Bewoners in Paauwenburg Zuidoost zijn ook van mening dat het voorzieningenniveau verbetering behoeft. Het ontbreken van bijvoorbeeld een postkantoor of bank wordt sterk gehekeld. Kleine supermarkten in de wijk “dwingen de mensen de wijk te verlaten om ergens anders de boodschappen te halen”, aldus een bewoner (koper, sinds 1995 in PB). De huidige ontwikkelingen rondom het nieuwe

winkelcentrum Paauwenburg worden toegejuicht. Ook zijn de betrokken partijen van mening dat in Paauwenburg een groot gebrek is aan voorzieningen voor jongeren, waardoor hangjongeren (afkomstig van zowel Paauwenburg en andere wijken) zorgen voor vandalisme, graffiti en herrie.

5.7 Conclusies

De woorden verpaupering, monotoon en slecht imago die eind jaren tachtig kenmerkend zijn voor Paauwenburg Zuidoost zijn anno 2004 niet meer van toepassing. Deze omslag is een direct gevolg geweest van de grootschalige herstructureringsaanpak in de jaren negentig. Een deel van de woningvoorraad is gesloopt en nieuw gebouwd en gerenoveerd, bovendien is de woonomgeving opgeknapt. De herstructurering is nagenoeg volgens plan verlopen: aan de vooraf afgesproken aantallen sloop en nieuwbouw is voldaan. Sindsdien is de stedenbouwkundige opzet gevarieerd en er staat een goede kwalitatieve en gedifferentieerde woningvoorraad. De marktpositie is versterkt en de leefbaarheid is sterk verbeterd. De sociale onveiligheid en verloedering zijn bijna geheel verdwenen (veel overlastgevers zagen tijdens de herhuisvesting hun kans schoon om zich buiten Paauwenburg te vestigen). Corporatie en gemeente zijn tevreden over de aanpak en het behaalde resultaat. De bewoners eveneens, alhoewel bij een deel van de koopbewoners in het geherstructureerde middengebied de angst bestaat voor (verdere) verpaupering van de leefomgeving rondom de gerenoveerde portiekflats aan de rand van het middengebied. Investeren in sociaal beheer in Paauwenburg Zuidoost blijft daarom noodzakelijk; een groot deel van de woningvoorraad bestaat immers uit sociale huurcomplexen, die woontechnisch niet altijd in goede staat zijn. In de huidige krappe woningmarkt zijn de woningen in deze complexen makkelijk te verhuren, maar in een ruime woningmarkt zal dit moeilijker worden.

Marktontwikkelingen hebben overigens de afgelopen jaren een rol gespeeld in de wijkverandering (en daarmee in de wijkaanpak) van Paauwenburg Zuidoost. In de volgende paragraaf wordt kort ingegaan op deze context.

5.7.1 Het probleem versus de context

De sanering in het middengebied in Paauwenburg Zuidoost is sterk ingegeven door marktontwikkelingen. Destijds was sprake van een ruime woningmarkt waar geen vraag bestond naar huurwoningen maar naar koopwoningen. Op basis van marktoverwegingen is gekozen voor nieuwbouw in de koopsector. De wijkaanpak van begin jaren negentig heeft hierdoor een sterk ruimtelijk-economische invalshoek. De ruime woningmarkt is ook op een andere manier van invloed geweest. In het uitvoeringsplan van de plangroep en in de gemeentelijke beleidsvisie in 1989 wordt

Onderzoeksinstituut OTB 85

melding gemaakt van voldoende passend aanbod in Paauwenburg voor de bewoners uit de te slopen complexen om verdringing te voorkomen. In de praktijk blijkt echter dat veel kandidaten voor de herhuisvesting de noodzakelijke verhuizing combineren met het maken van een stap in hun wooncarrière. Door de ruime woningmarkt begin jaren negentig hebben zij volop keuze in het huuraanbod in andere delen van Vlissingen. De combinatie van een urgentieverklaring en verhuiskostenvergoeding vergemakkelijkt hun zoektocht naar een andere woning in zeer grote mate. In deze tendens vertrekken ook de veroorzakers van de vele overlastsituaties in Zuidoost. Ook van belang is de instroom van nieuwkomers in Paauwenburg Zuidoost. Eind jaren tachtig wonen relatief veel nieuwkomers als Antillianen en Surinamers in de wijk als gevolg van de onafhankelijkheid van Suriname. Bij de sloop van de complexen verhuizen zij veelal naar de Randstad. In de jaren negentig is de instroom van nieuwkomers veel beperkter dan de instroom in de jaren tachtig.

De huidige beheerkoers die wordt gevaren in de wijkaanpak is opnieuw ingegeven door marktontwikkelingen. De Vlissingse woningmarkt trekt aan tegen het einde van de jaren negentig en van een ruime woningmarkt is dan geen sprake meer. De vraag naar koopwoningen stabiliseert, maar de vraag naar huurwoningen wordt juist groter. Deze veranderende vraag leidt vooral de laatste jaren tot een toenemende krapte op de woningmarkt, waardoor de noodzaak voor sloop van een aantal complexen, ondanks de matige bouw- en woontechnische staat, in Paauwenburg Zuidoost op dit moment niet aan de orde is.