• No results found

3 Bouwlust Den Haag

3.6 Beoordeling wijkaanpak door de betrokken partijen

In de gesprekken met de betrokken partijen (gemeente, corporaties, bewoners) over de wijkaanpak in Bouwlust werd enerzijds gesproken over het organisatieproces van de wijkaanpak gekoppeld aan de mate van bewonersparticipatie en anderzijds over de daadwerkelijke resultaten van de wijkaanpak gekoppeld aan de huidige situatie. Er zal

Onderzoeksinstituut OTB 41

ten eerste ingegaan worden op de beoordeling van het organisatieproces en ten tweede op de beoordeling van de daadwerkelijke resultaten van de wijkaanpak.

3.6.1 Beoordeling proces wijkaanpak

De gemeente en corporatie zijn content met de huidige organisatiestructuur. Zeker wanneer zij een vergelijking trekken met de voorgaande jaren. De AANpak periode beschouwen zij als een intensieve overleg en vergadercultuur en wordt beschouwd als een tijdrovende aangelegenheid. 18 Ook zijn de corporaties minder te spreken over de

projecten die in het kader van het wijkplan worden uitgevoerd. Zij zijn van mening dat de plannen niet op elkaar zijn afgestemd, niet tot ieders verbeelding spreken en teveel op buurtniveau zijn geënt, teveel gericht op leefbaarheid- en beheerprojecten. In de huidige organisatiestructuur hebben de corporaties en gemeente gezamenlijk de herstructureringsplannen vastgesteld. De bewoners hebben zij geïnformeerd. Weinig bewoners hebben gereageerd naar aanleiding van de persoonlijke brief over de vernieuwingsplannen en van de speciaal ingestelde telefoonlijn hebben zij nauwelijks gebruik gemaakt. De corporaties en gemeente interpreteren de geringe belangstelling als een teken dat er weinig kritiek bestaat aangaande de vernieuwingsplannen. De corporaties en gemeente zijn van mening dat zij aan hun communicatieplicht hebben voldaan.

De bewoners zijn erg tevreden over de AANpak periode. De bewoners zien de AANpak ‘als iets van ons’. De heldere organisatiestructuur en overlegvormen, aanwezig bij elk project, zorgen voor een grote mate van betrokkenheid bij de wijk. Ook de manier van werken in het kader van het wijkplan kan onder bewoners veel steun vinden omdat de projecten in samenspraak met bewoners worden ontwikkeld. Over de nieuw ingezette koers in 2001 zijn de bewoners niet echt te spreken. De bewoners hebben in de nieuwe plannen geen stem gehad in de zaken waar het er ‘echt toe doet’: de programmabepaling van de fysieke herstructurering. Uit de focusgesprekken met bewoners blijkt echter dat zij niet of nauwelijks op de hoogte zijn van de nieuwe plannen voor Bouwlust. Alhoewel de bewoners op de hoogte zijn van de gaande ontwikkelingen, weten zij niet precies hoe de vernieuwingsplannen zijn vormgegeven.

De beperkte rol van bewoners komt duidelijk naar voren in de aanpak van het gebied de Raden in Bouwlust. Uit gesprekken met het opbouwwerk in Bouwlust blijkt dat vanuit bewonerskant voor deze nieuwe werkwijze van Vestia geen begrip bestaat. De vraag is dan ook in hoeverre draagvlak voor de herstructureringsplannen onder de bewoners in de Raden aanwezig is. Als reactie op de geringe inspraak hebben de bewoners zelf een bewonerscommissie opgericht waarin de planontwikkeling in de Raden nauwlettend in de gaten wordt gehouden.

3.6.2 Beoordeling resultaten wijkaanpak

Bij de beoordeling van de resultaten van de wijkaanpak de afgelopen jaren is de huidige situatie als referentie genomen. De huidige situatie wordt niet als uitermate positief bestempeld. Bij Staedion bestaat het besef dat problemen zich voornamelijk aan de zachte kant (leefbaarheid) manifesteren en dat de problemen aan de harde

18 De investeringsstrategie 1992-1994 wordt hier buiten beschouwing gelaten omdat deze strategie

kant (kwaliteit woningvoorraad) ‘wel mee vallen’. Een corporatiemedewerker geeft aan dat op dit moment Bouwlust goed functioneert, maar op termijn kunnen er problemen ontstaan. In vergelijking met de wijken Morgenstond en Moerwijk is Bouwlust in veel mindere mate een doorstroomwijk. Echter, door de voorgenomen herstructureringsmaatregelen zal een grotere doorstroming tot stand komen, is de verwachting. De corporaties en gemeente zijn van mening dat verdere woningdifferentiatie noodzakelijk is om de positie van Bouwlust op de woningmarkt te versterken. Een mix van huur- en koopwoningen zou tevens de sociale leefomgeving ten goede komen.

Uit focusgesprekken gevoerd met bewoners uit de geherstructureerde buurt de Steden blijkt de huidige bevolkingssamenstelling een voorname rol te spelen in de beoordeling van het functioneren van Bouwlust.

Een bewoner (huurder, sinds 1975 in BL) stelt dat “de wijk ontzettend veel last heeft van

de vernieuwingsdrang in Den Haag”, door verhuisprocessen als gevolg van de stadsvernieuwing en de latere herstructurering herbergt Bouwlust veel verschillende nationaliteiten, en zo stelt dezelfde huurder: “66 culturen dragen niet bij aan de saamhorigheid.” De bewoners geven aan dat ze allemaal erg tevreden zijn met hun woning en in die zin zijn zij ook zeer te spreken over de wijkaanpak in de Steden, alleen ze hebben vaak het idee dat zij wonen op een eiland in de wijk. “Ik denk wel eens, kon ik mijn woning maar oppakken en dan ergens anders neerzetten,” (huurder, sinds 1995 in BL). Volgens de bewoners verslechtert de situatie in Bouwlust

zienderogen: “Onze buurt wordt steeds meer een eiland in de omgeving, een omgeving die binnen vijf jaar snel achteruit zal gaan.” (koper, sinds 1996 in BL). Enkele

bewoners spreken over een verloedering van de mentaliteit die zij toeschrijven aan een andere ‘vreemde’ wooncultuur. Zij refereren hierbij vaak aan de bewoners in de oude portiekflats. Deze bewoners tonen desinteresse in hun woning en woonomgeving – “Maar wat wil je als je weet dat je woning binnenkort gesloopt gaat worden” -, er is sprake van kelderbewoning, drugs en geluidsoverlast. De situatie is achteruitgegaan sinds het woningtoewijzingsysteem is veranderd. Het aanbodmodel wordt door enkele bewoners als oorzaak gezien van de achteruitgang van de leefomgeving: “Vroeger werden er eisen gesteld ten aanzien van je inkomen en huishouden, bewoners uit de buurt kregen voorrang. Nu gebeurt dit niet meer.” (huurder, sinds 1995 in BL). Mensen kiezen in het huidige aanbodmodel niet voor de

wijk, maar voor de woning die zij naar verwachting het snelste kunnen krijgen. De bewoners vragen zich af of het bouwen van duurdere huur en koopwoningen de woonsituatie zal verbeteren. Aan de ene kant denken zij dat de botsende leefstijlen als gevolg van desinteresse met de woning en woonomgeving zullen verdwijnen, aan de andere kant is de veranderende bevolkingssamenstelling ook dan een feit. Het gebrek aan contact met bewoners van andere etnische afkomst wordt door de autochtone huurders gehekeld. De kopers zijn deze mening niet toegedaan en vinden dat zij goed kunnen samenleven met hun allochtone buur.

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat alle geïnterviewde bewoners van mening zijn dat de corporaties en gemeente te weinig aandacht besteden aan de huidige situatie. Bewoners ergeren zich aan de uitstraling van bepaalde stukken in de wijk. Dit zijn veelal de gebieden waar de garantiecomplexen en de sloopcomplexen staan. Met een lichte investering zouden deze complexen veel beter ogen met positieve gevolgen voor de buurt. Het bekendmaken van welke complexen wel of niet worden gesloopt, is van grote invloed op de keuze om wel of niet te investeren in de woning en woonomgeving, met als gevolg wèl of geen verpaupering. Een

Onderzoeksinstituut OTB 43

bewoner (huurder, sinds 1975 in BL) vraagt zich vertwijfeld af “waarom er zoveel over

stenen gesproken wordt, in plaats van over mensen. De mensen klagen niet over de kwaliteit van de woning, maar over de bevolking en over de leefbaarheid”.

De bewoners geven uiteindelijk ook aan dat de wijksituatie niet alleen negatief benaderd moet worden. Zo zijn zij zeer te spreken over de voorzieningen in de wijk “wij zijn ontzettend verwend als het om de voorzieningen in de wijk gaat”. Bouwlust kent een variëteit aan winkels in de wijk, veel supermarkten en goede maatschappelijke voorzieningen.

Alhoewel de bewoners aangeven dat de reputatie van Bouwlust te wensen overlaat en dat er sprake is van een negatieve beeldvorming, “wonen jullie in Bouwlust??”, zijn zij ook redelijk trots op hun wijk. “Wanneer collega’s van mijn man ons verbijsterend aankijken als wij vertellen dat wij in Bouwlust wonen, dan voel ik mij juist trots dat ik in deze ‘allochtonenwijk’ woon: wij kunnen juist wèl goed samenleven met alle soorten mensen.” (koper, sinds 1996 in BL).