• No results found

Paus bezoekt Nederland (1985)

Op 11 mei 1985 brengt paus Johannes Paulus II een bezoek aan Nederland. Zijn bezoek aan Utrecht wordt verstoord door relschoppers, die fel gekant zijn tegen de starre opvattingen van de kerk over homoseksualiteit, voorbehoedsmiddelen en emancipatie. Mede door het slechte weer vallen de bezoekersaantallen flink tegen.

Het is interessant te weten hoe de verhoudingen tussen de katholieken en de protestanten liggen. Beiden geloven in dezelfde God, maar inhoudelijk zijn er grote verschillen. Omdat in de verzuiling de verhoudingen op scherp gezet waren, valt te verwachten dat de twee dagbladen niet veel op hebben met de paus. Aan de andere kant seculariseert de bevolking in de jaren tachtig in hoog tempo en kan in het katholicisme ook een bondgenoot gezien worden. Te meer ook omdat zeker een conservatieve partij als het SGP en het katholicisme op een aantal punten behoorlijk overeenkomen. Het is moeilijk te voorspellen welke kant de kranten zullen kiezen, al lijkt het meest voor de hand liggend dat de katholieken niet als vriend, maar eerder als vijand worden

afgeschilderd.

125 Reformatorisch Dagblad 16 mei 1983.

46 In eerdere onderwerpen verschilden het RD en ND wel eens in de manier waarop zij bericht gaven over de gebeurtenissen. Nergens is dat verschil zo groot als bij de

berichtgeving rond het pauselijk bezoek. Het ND en het RD kiezen een volstrekt andere invalshoek. Het ND, allereerst, kiest voor een vrij neutrale berichtgeving. Er is zelfs ruimte voor een positieve noot in de richting van de paus, die er volgens het ND „blijk van geeft over persoonlijke moed te beschikken‟, „kennis van zaken heeft‟ en „niet gevoelig is voor de waan van de dag en het hart van de massa weet te treffen‟. 127 Daarnaast staat het ND volledig achter de komst van paus aan Nederland. „Volkomen terecht‟ noemt de krant het en „een grondrecht van de katholieken in Nederland‟. 128

Hieruit zou opgevat kunnen worden dat het ND heeft besloten de animositeit tussen de twee leren te vergeten en ook de katholieken als een volwaardige bondgenoot tegen de steeds groeiende secularisering te zien. Toch is dat niet helemaal het geval. Het ND is zeker niet blind voor de verschillen. Zo schrijft de krant over de centrale positie die de paus in het katholicisme in neemt dat „onze wegen principieel uiteen gaan, waar het onze verhouding met Christus, de enige algemene Bisschop en het enige Hoofd van de kerk, betreft‟.129

Ook bestempelt het ND het roomse geloof meerdere malen als een „valse godsdienst‟. Om dan te spreken van cohesie, lijkt niet helemaal op zijn plaats.

Toch lijkt dat weer wel het geval wanneer het ND zich richt op de rellen. Het baart het ND duidelijk zorgen dat de relschoppers hun toorn hebben gericht op het katholicisme. Want wie zegt hen dat niet het protestantisme het volgende slachtoffer is „in dit klimaat van geen God en geen meester‟.130

Paus Johannes Paulus II komt juist op voor het kerkelijk gezag, maar kennelijk wekt dit woede op. „Daarom spreidt men in naam van de tolerantie, Johannes Paulus II een grote mate van onverdraagzaamheid ten toon. En overigens, morgen kan die intolerantie zich tegen ons gaan richten.‟131

Hier lijkt het erop dat door de dreiging die beide stromingen ondergaan, ze dichterbij elkaar doet komen en een optrekken tegen de gezamenlijke vijand.

Bestudering van de berichtgeving van het RD geeft een compleet ander beeld. Zo meldt het dagblad vol trots dat het niet mee gaat in de hype rond het bezoek van de paus,

127 Nederlands Dagblad 11 mei 1985.

128

Nederlands Dagblad 11 en 14 mei 1985.

129 Nederlands Dagblad 11 mei 1985.

130 Ibidem.

47 zoals in ander kranten gebeurd, en zo min mogelijk over zijn komst zal melden. Wanneer dit wel gebeurd – en dat blijkt achteraf best vaak – gaat het om berichtgeving over de rellen, de lage opkomst of negatieve commentaren en achtergrondartikelen. Een duidelijke manier waarop de berichtgeving wordt geframed is de wijze waarop de paus wordt aangeduid. Het RD spreekt consequent over Karol Wojtyla, de naam van de paus voordat hij als zodanig het Vaticaan betrad, en nimmer over „de paus‟. Zo staat er ergens: „Karol Wojtyla, die zich sedert 1978 de paus noemt‟. Dat kan herleid worden naar het idee dat de krant heeft over deze persoon, die naar eigen zeggen en volgens de katholieke leer een vertegenwoordiger van God op aarde -, maar volgens het RD gewoon een mens is.

Door de woordkeuze laat het RD weinig aan duidelijkheid te wensen over. Zo noemt de krant de paus geregeld de „anti-christ‟. Het RD gelooft dus dat de paus in wezen de duivel is. Een groot verschil met het ND dat het op zijn zwaarst slechts een „valse godsdienst‟ noemde en zelfs oog had voor de positieve kanten van de paus. Het RD probeert dat te onderbouwen met historische voorbeelden. „Hij heeft liever dat je in hem gelooft, dan in Christus. Daarom gaf hij bevel de mensen die alleen in Christus willen geloven te verbranden, te martelen en te vermoorden. Dat is toch anti-christelijk?‟132 Het RD grijpt vaker naar de bloedige geschiedenis van het katholieke geloof terug. Ook

wanneer het schrijft over een ontmoeting tussen de koningin en de paus. De koningin was namelijk zoals het Vaticaanse protocol voorschrijft voor protestantse vorstinnen, geheel in het zwart op audiëntie bij de paus verschenen. „Zij deed dat voor een man wiens voorganger, Gregorius XIII, zijn vreugde over de dood van Willem van Oranje niet onder stoelen of banken had gestoken.‟133

Wanneer op woordniveau naar de artikelen wordt gekeken, blijkt zelfs een onschuldig artikel op slinkse wijze de gedachten van de lezers te sturen. De krant heeft het bijvoorbeeld over „de als vooruitstrevend bekend staande bisschop‟, „pauselijk ceremonieel geweld‟ en benadrukt meerdere malen hoe „opmerkelijk‟ of „merkwaardig‟ bepaalde handelingen van de paus waren.134 Met de aangehaalde voorbeelden benadrukt de krant dat zelfs iemand die als vooruitstrevend bekend staat in de katholieke wereld nog

132 RD Plus 17 mei 1985.

133 Ibidem.

48 star vasthoudt aan de eigen ideeën, terwijl ook „pauselijk ceremonieel geweld‟ een

negatieve connotatie heeft.

Minder onopvallend valt het commentaar van 15 mei het katholicisme nogmaals aan. Het artikel beschrijft het bezoek als „een fiasco‟, „hoewel de paus en de bisschoppen zich wel groot zullen houden en het nooit toe zullen willen geven‟.135

De krant vindt het noodzakelijk zich nogmaals ver te distantiëren van het katholicisme. „Vanuit de Bijbel en de gereformeerde belijdenis kunnen wij de paus niet anders zien dan als de

vertegenwoordiger van een anti-christelijke macht. Bepaald niet als een geliefde broeder in Christus.‟136

Wel is het ook het dagblad opgevallen dat er op zekere punten meer gelijkenis is tussen de paus en de SGP, dan tussen de SGP en bijvoorbeeld de RPF of het

GPV. „Ten aanzien van de toelating van vrouwen tot de kerkelijke ambten, delen we eerder het standpunt van de paus dan van de hervormde synode. Het is droevig maar waar.‟ Maar: „Het is geen triomftocht geworden‟, zo concludeert het RD in hetzelfde artikel. „Gelukkig niet.‟137

Het mag duidelijk zijn. Hoewel het conservatieve christelijke geloof zoals dat ook in het RD wordt beleden, gelijkenis met het katholicisme vertoont, ziet de krant in de paus zeker geen bondgenoot. Sterker nog, de paus wordt weggezet als de anti-christ, de duivel. Kennelijk zit de haat jegens de katholieken het RD nog erg hoog, want zelfs de

geschiedenis van tweehonderd jaar terug wordt gebruikt om de paus als een moordenaar weg te zetten. Is er sprake in de jaren tachtig van groeiende ontzuiling in de samenleving, van enige toenadering tussen SGP‟ers en katholieken is nog weinig te merken. In het ND is echter deze „dooi‟ goed te merken. Positieve woorden over de hoogste katholiek zou een decennium of twee daarvoor niet denkbaar zijn geweest. Dat er kritische opmerkingen worden gemaakt is niet raar. Het gaat immers inderdaad om twee verschillende geloven.