• No results found

De inauguratie van koningin Beatrix (1980)

betekent dit dat elk justitieel optreden waarmee een aantal burgers het oneens is, door actievoerders doorkruist kan worden. Dan is Nederland geen rechtsstaat meer, maar heerst hier het recht van de sterkste, of liever van de brutaalste.‟102

Het ND ergert zich duidelijk aan de actievoerenden die zich niet aan de wet houden en ook aan minister-president Den Uyl, die de ongeregeldheden niet volmondig afkeurt. „Zo marcheren we op naar de wetteloosheid‟, aldus het dagblad.103 Een aantal dagen eerder had de krant de gang van zaken ook al „een dieptepunt voor onze

rechtsstaat‟ genoemd.104

Dus wanneer de protesten van een groep vrouwen getolereerd worden, zijn we volgens het ND op een dieptepunt voor de rechtsstaat aanbeland en zal het niet lang duren voordat de Nederlandse bevolking naar geen enkele regel luistert en we vervallen in volslagen anarchie. Dat lijkt een beetje overdreven.

3.3 De inauguratie van koningin Beatrix (1980)

Op 30 april 1980 treedt Juliana af als koningin der Nederlanden. Haar dochter Beatrix wordt op diezelfde dag ingehuldigd als de nieuwe koningin. De dag, die live via tv en radio te volgen is, wordt ontsiert door rellen. De politie grijpt hard in, maar kan

nauwelijks op tegen de menigte die getalsmatig sterk in het voordeel is. De VARA brengt in een speciaal programma wisselend nieuws over de plechtigheden en de rellen. Het komt de omroepvereniging op harde kritiek te staan.

Het gereformeerde volksdeel voelt zich door de geschiedenis nauw verbonden aan het Koninklijk Huis. Zoals al eerder aan de orde kwam, zijn de protestants-christelijke kranten zeer gezagsgetrouw en zien zij het koningshuis als door God aan ons land gegeven. Daarnaast waren de eerste leden van het koningshuis overtuigd protestants en hebben zij een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het protestantse geloof in ons land. Vooraf mag dan ook verwacht worden dat de berichtgeving rond de

troonswisseling op een positieve manier wordt gebracht. De rellen daarentegen zullen naar alle waarschijnlijkheid hard veroordeeld worden, zeker gezien de reacties op de hierboven beschreven ongeregeldheden tijdens de Bloemenhove-affaire.

102 Ibidem.

103 Nederlands Dagblad 25 mei 1976

40 De artikelen in het RD en het ND hebben over het algemeen een positieve insteek. Lovende woorden zijn er aan het adres van de aftredende koningin. Zo schrijft het ND: „Wij als Nederlands volk hebben de koningin ouder zien worden, maar tot nu toe alleen bewonderd vanwege de energie die zij uitstraalde. Nederland past grote dankbaarheid voor de toewijding van deze vrouw‟.105

Dankbaar is de krant dat er weer een kind van het huis van Oranje aan de macht komt. „Wij zijn dankbaar voor deze continuïteit aan het hoofd van ons Koninkrijk. Wij erkennen zo uit Gods leiding van de geschiedenis, dat het Hem belieft ons door leden van dit geslacht te regeren.‟106

Maar de rellen en de extra veiligheidsmaatregelen zijn beide kranten een doorn in het oog. „Een bedenkelijke zaak‟ noemt het ND dat. Met dezelfde woorden doet de krant ook de afwezigheid van leden van de Staten Generaal af. „Deze Kamerleden ontrekken zich hiermee aan een plicht die voortvloeit uit de grondwet die zij hebben bezworen.‟107 Wederom wordt de grondwet er bij gehaald om het eigen gelijk te bewijzen. In het RD eenzelfde tendens te zien. Tegenstanders van de monarchie worden niet aan het woord gelaten, of met laatdunkend commentaar begeleid. Zo wordt over de partijleider Van der Spek van het anti-monarchistische PSP gezegd dat „hij kennelijk moeite heeft met

rekenen‟, wanneer deze kritiek heeft op het Koninklijk Huis.108

Belangrijk voor het ND is de historische legitimiteit van de Oranjes. Dit Koninklijk Huis is niet zoals vele andere aan de macht gekomen door geweld en

moordpartijen of via erfrecht van een verre familie uit een heel ander land. „Het Huis had al vele eeuwen ons land en volk gediend, toen het moment daar was dat de Koninklijke waardigheid om zo te zeggen vanzelfsprekend was geworden.‟109 Belangrijk ook, omdat de krant gelooft dat het koningshuis door God gegeven is. Eenzelfde bewering zien we ook in het RD. „God liet ons het Oranjehuis, dat Hijzelf heeft geschonken, als meer dan een nationale of politieke toevalligheid. Laat ons gebed dan ook mogen zijn dat Gods trouw zal rusten op het late nageslacht. Het behaagt God ons door hun hand te regeren en Hij heeft in Oranje ons volk zeer rijk beweldadigd.‟110

105 Nederlands Dagblad 29 april 1980.

106 Ibidem.

107

Ibidem.

108 Reformatorisch Dagblad 26 april 1980.

109 Nederlands Dagblad 1 mei 1980.

41 De legitimiteit van het koningshuis wordt nog benadrukt doordat het gros van de bevolking achter de Oranjes staat. Het feit dat door de moderne communicatiemedia het volk de plechtigheid live kan meebeleven, wordt dan ook door de kranten met groot enthousiasme begroet. „Het stemt tot grote dankbaarheid dat in een tijd waarin gezag haast een vies woord is geworden, en veel modieus republikeins gepraat slechts een dekmantel is voor revolutionair anarchisme, voor het oog van miljoenen opnieuw een koningin der Nederlanden mocht worden ingehuldigd. Moge onze God haar in haar hoge ambt bevestigen en schragen.‟111

Een dag later benadrukt de krant dit nogmaals. „Dat het ditmaal voor het eerst ten aanschouwen van miljoenen gebeurde, stemt tot grote

dankbaarheid bij wie belijdt dat het ambt van de hoge overheid een gave van onze goede God is.‟112

En het RD beweert daarover dat tachtig procent van de Nederlanders graag een opvolger van Juliana op de troon ziet. „Tachtig procent van de Nederlanders zegt dus eigenlijk dat koningin Beatrix van harte welkom is.‟113

Naast veel optimistische berichtgeving is er in het RD ook plaats voor een kritische noot. Het wordt een „veeg teken‟ genoemd dat de Koninklijke familie de kerkgang zo geregeld missen kan.114 „Onmiskenbaar is immers ook dat vorstenhuis en volk zich steeds meer afkeren van de rechte weg des Heeren. Dat doet niets af aan de noodzaak tot

voorbede voor onze koningin, zoals die ons in de Bijbel wordt voorgehouden. Veeleer zou deze afval van de levende God ons met droefheid moeten vervullen en ons moeten uitdrijven tot het gebed.‟115 Het is in „schrijnende tegenstelling‟, zo concludeert het RD, met de tijd dat „God Nederland en (Willem van) Oranje aan elkaar verbond‟.116

Dat de nieuwe koningin God ook betrok in haar inauguratie, deed de beide kranten goed. Juist door de enorme aandacht die daarvoor – en voor de geloftes van de leden van de Staten Generaal – is, onderscheid de kranten van de andere landelijke dagbladen. „Slechts een minderheid (voornamelijk PVDA‟ers) koos voor de belofte,

111 Ibidem.

112 Nederlands Dagblad 2 mei 1980.

113

Reformatorisch Dagblad 23 april 1980.

114 Reformatorisch Dagblad 25 april 1980.

115 Reformatorisch Dagblad 28 april 1980.

42 daarmee openlijk getuigend dat zij op geen enkele manier het Godsbestaan erkenden. De meerderheid noemde Gods Naam wel‟, concludeert het RD overduidelijk opgelucht.117

In een later artikel wordt nog eens uitgebreid ingegaan op deze geloftes. „De leden zijn vrij om al dan niet met de aanroeping van de naam van God de verklaring te

bevestigen. Het merendeel van de VVD‟ers bijvoorbeeld zei plechtig: “Zo waarlijk helpe mij God almachtig” hetgeen ook het geval was bij een enkel PVDA-kamerlid. Van de 219 aanwezige Kamerleden legden in totaal 134 deze eed af, terwijl 83 leden de verklaring bevestigden met een “Dat beloof ik”.‟118

Het leggen van zoveel nadruk op een bijzaak voor veel anderen, is een vorm van agenda setting. Opvallend is ook dat de krant een duidelijk verschil meldt tussen de PVDA‟ers en de VVD‟ers. De socialisten worden daarbij duidelijk zwarter afgeschilderd dan de liberalen.

Hoewel de protestants-christelijke kranten een groot belang hechten aan getrouwe navolging van de legitieme macht, heeft vooral het ND harde kritiek op het optreden van burgemeester Polak van Amsterdam. Zoals al eerder gezien gebeurt dat eigenlijk alleen als de kranten het ergens absoluut niet mee eens zijn. Opmerkelijk is dat zijn

„socialistische overtuiging‟ er volgens het ND een belangrijke oorzaak van is geweest dat de rellen in alle hevigheid zijn uitgebarsten. Harde woorden worden door de krant geuit over de maatregelen die genomen moeten worden. „Als gezag niet uit vrije wil wordt aanvaard, zal het helaas met de harde hand moeten. Anders komt Nederland onder de dictatuur van de anarchie en daar hebben wij geen behoefte aan. Een burgemeester die dat niet kan waarborgen, is naar onze mening op zijn post niet te handhaven‟, aldus het ND.119

Het RD sluit zich niet expliciet aan bij die kritiek op de burgemeester. Wel zijn er net als in het ND lovende woorden voor het politieoptreden. Het RD sluit zelfs hardere maatregelen – zoals gericht schieten – niet uit. „Het gebruik van vuurwapens moet altijd als een laatste mogelijkheid worden gezien. Maar dan toch ook als een mogelijkheid, niet als een onmogelijkheid. Het gezag moet gehandhaafd worden ook al vallen er doden. De

117 Reformatorisch Dagblad 1 mei 1980.

118 Ibidem.

43 overheid draagt het zwaard niet tevergeefs. Die zwaardmacht heeft zij van God gekregen om de ongebondenheid der mensen te bedwingen.‟120

Het RD legt de schuld meer bij de relschoppers. Vooral de krakers moeten het ontgelden. Zij zouden een „sfeer van wetteloosheid en gewelddadigheid‟ hebben doen ontstaan door hun kraakacties. „Absurd‟ vindt het RD het, dat die krakers later stellen dat het geweld door de politie werd geïnitieerd. „Dat is een volkomen omkering van de werkelijkheid. Hoe lang zijn we nog bereid een dergelijke anarchie te accepteren?‟121

Het RD legt de schuld niet expliciet bij de burgemeester, maar door te suggereren dat

„dergelijke anarchie‟ nu geaccepteerd wordt, zou gezien kunnen worden als kritiek aan het adres van de gezagsdragers.

Beide kranten zijn zeer kritisch over de rol van de omroepvereniging VARA, niet toevallig een socialistische vereniging. Dat er veel abonnees zijn die per direct hun abonnement hebben opgezegd bij de VARA noemt het RD „gelukkig‟. En over de nieuwe voorzitter die naar Cuba is gereisd, zegt het RD sarcastisch: „Zeker om te kijken hoe ze daar optreden tegen verstoorders van 1-mei-vieringen en tegen radioreporters die dergelijke onlusten aanmoedigen?‟122

Ook het ND is zeer kritisch over de rol van de

VARA. Volgens het ND kan de uitzending hebben bijgedragen aan de verstoring van de openbare orde. „Wanneer de VARA in dit geval de kritiek van minister Wiegel verwerpt, werpt dat een schrijnend licht op de normen en doelstellingen die de VARA hanteert.‟123

De kranten richten hun pijlen dus op de socialistische omroepvereniging VARA, de burgemeester van Amsterdam wiens „socialistische overtuiging‟ heeft bijgedragen aan de ongeregeldheden en benadrukken dat de socialistische leden van de Staten Generaal weigerden Gods Naam te noemen bij de beëdiging van de koningin. Daarmee wordt duidelijk aangetoond dat de protestants-christelijke bladen de socialisten als een gevaarlijke vijand zien, die bestreden dient te worden. Vooral de bewering over de burgemeester van Amsterdam lijkt wat vergezocht.

120

Reformatorisch Dagblad 3 mei 1980.

121 Reformatorisch Dagblad 1 mei 1980.

122 Reformatorisch Dagblad 3 mei 1980.

44